ECLI:NL:RBGEL:2023:4855

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 augustus 2023
Publicatiedatum
28 augustus 2023
Zaaknummer
05/286040-21, 21/000717-18 (TUL)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Celstraf voor mensensmokkel met kwetsbare personen en meerdere transporten

Op 18 augustus 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij mensensmokkel. De verdachte, geboren in 1995 en op dat moment gedetineerd, werd beschuldigd van het medeplegen van mensensmokkel in de periode van 1 april 2021 tot en met 2 november 2021. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten kwetsbare personen had ingeschakeld om hen te vervoeren, ondanks dat eerdere transporten mislukten en chauffeurs in het buitenland werden aangehouden. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zeven jaar, maar de rechtbank legde een straf op van vier jaar en zes maanden op, rekening houdend met de rol van de verdachte binnen de criminele organisatie en zijn eerdere strafblad. De rechtbank concludeerde dat de verdachte een cruciale schakel was in de mensensmokkeloperatie, waarbij hij chauffeurs ronselde en hen begeleidde. De rechtbank sprak de verdachte vrij van een deel van de tenlastelegging, maar achtte de betrokkenheid bij de mensensmokkel bewezen. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op de maatschappij, en dat de verdachte en zijn medeverdachte van de mensensmokkel een gewoonte hadden gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/286040-21, 21/000717-18 (TUL)
Datum uitspraak : 18 augustus 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. A.D. Kloosterman, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 01 april 2021 tot en met 02 november 2021 te
Apeldoorn, althans elders in Nederland en/of te Baya en/of Boedapest, althans
elders in Hongarije en/of in Oostenrijk en/of in Duitsland en/of in Servië,
tezamen en in vereniging met een of meer andere perso(o)n(en) (197a lid 4),
(zaaksdossier 1)
een of meer ander(en), waaronder:
- [getuige 1] , [getuige 2] en/of [getuige 3]
en/of meerdere (tot op heden nog onbekend gebleven) personen met de Syrische
nationaliteit,
(zaaksdossier 2)
een of meer ander(en), te weten:
- [migrant 1] , [migrant 2] , [migrant 3] en/of [migrant 4] (zie pag. 1036 van het dossier),
(zaaksdossier 3)
een of meer ander(en), waaronder:
- [migrant 5] , [migrant 6] en/of [migrant 7]
en/of meerdere personen met de Syrische en/of Iraakse nationaliteit (zie pag.
1026-1032 van het dossier),
(zaaksdossier 4)
een of meer ander(en), waaronder:
- [migrant 8] , [migrant 9] en/of [migrant 10]
en/of meerdere personen met de Somalische, Syrische en/of Palestijnse
nationaliteit (zie pag. 1003-1012 van het dossier),
behulpzaam is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Nederland en/of Hongarije en/of Oostenrijk en/of Duitsland (zijnde andere
lidstaten van de Europese Unie),
of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft
verschaft,
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen had(den)
te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- contacten onderhouden en/of afspraken gemaakt (met elkaar en/of met derden)
over de wijze van (smokkel)transport van bovengenoemde perso(o)n(en), en/of
- voertuigen geregeld en/of
- chauffeurs geregeld en/of aangestuurd, te weten [chauffeur 1] en/of [chauffeur 2] en/of
[chauffeur 3] en/of [chauffeur 4] en/of [chauffeur 5] voor voornoemde voertuigen en/of
- instructies gegeven aan voorchaffnoemde chauffeurs (voorafgaand en tijdens
transport) en/of
- ( vervolgens), (samen met) voornoemde chauffeurs in voornoemde voertuig(en)
naar de (verblijf)plaats (van bovengenoemde perso(o)n(en)) (in Servië, Hongarije,
Oostenrijk en/of Duitsland) gereden en/of laten rijden om voornoemde
perso(o)n(en) in voornoemde voertuig(en) te laten plaatsnemen en/of
- voornoemde perso(o)n(en) (tegen betaling) in voornoemde voertuig(en), door
en/of samen met voornoemde chauffeurs, vervoerd/gereden door Servië,
Hongarije, Oostenrijk, Duitsland en/of Nederland,
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt (197a lid 4);
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van hetgeen is ten laste gelegd met betrekking tot de zaaksdossiers 1 tot en met 3, en dat verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt.
De officier van justitie heeft zich verder op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken voor het feit dat betrekking heeft op zaaksdossier 4.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal wordt vrijgesproken. Daartoe is, samengevat, aangevoerd dat uit het dossier onvoldoende de identiteit kan worden vastgesteld van de migranten, zodat niet kan worden uitgesloten dat het personen zijn met een legale verblijfstatus in een EU-lidstaat. Daarom kan niet worden bewezen dat sprake is van een wederrechtelijke toegang of doorreis.
Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat verdachtes rol van onvoldoende materieel/intellectueel gewicht is om tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen te komen.
Met betrekking tot de zaaksdossiers 2 en 3 heeft de raadsman aangevoerd dat de verklaringen van [chauffeur 3] en [chauffeur 4] van het bewijs moeten worden uitgesloten omdat de verdediging geen effectieve mogelijkheid heeft gekregen om deze belastende getuigen te ondervragen terwijl deze verklaringen als “sole and decisive’ moeten worden beschouwd.
Genoemde verweren zullen worden besproken bij de beoordeling van het desbetreffende zaaksdossier of aan het eind van de beoordeling van de (samengenomen) zaaksdossiers.
Beoordeling door de rechtbank
Partiële vrijspraak zaakdossier 4
De rechtbank is van oordeel dat zich in het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevinden dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij het transport door [chauffeur 5] (zaaksdossier 4). Verdachte zal van dat gedeelte van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Ten aanzien van de overige zaaksdossiers
De hieronder per zaaksdossier omschreven bewijsmiddelen dienen waar van belang in onderlinge samenhang te worden beschouwd.
Zaaksdossier 1a en 1b
Op 21 mei 2021 is [chauffeur 1] in Hongarije, dicht bij de grens met Servië, aangehouden voor mensensmokkel door de Hongaarse politie. Hij bestuurde een Suzuki Vitara met daarin zes passagiers. De passagiers konden hun rechtmatig verblijf niet aantonen. De personen die hij vervoerde hadden de Syrische nationaliteit. [2]
Op dezelfde dag als [chauffeur 1] werd ook [chauffeur 2] ( [chauffeur 2] ) [chauffeur 2] door de politie aangehouden. Hij bestuurde een auto waarin vier mannen zaten die allemaal de Syrische nationaliteit hadden. Zij konden geen bewijs leveren voor een rechtmatig verblijf in Hongarije. [3]
Drie van de vervoerde Syriërs zijn door de politie gehoord. Zij verklaarden samengevat het volgende:
[getuige 1] verklaarde dat hij de Syrische nationaliteit heeft en met behulp van mensensmokkelaars via verschillende landen in Servië terecht was gekomen. Hij had meerdere malen geprobeerd de grens met Hongarije over te steken, en had nu 500 euro aan een smokkelaar betaald om de grens over te komen. Hij wilde naar Nederland. Uiteindelijk werden ze opgepikt door verdachte en verstopten zich in de auto. [4]
[getuige 2] heeft verklaard dat hij de Syrische nationaliteit heeft en 4000 euro had betaald aan een mensensmokkelaar, met als doel in Oostenrijk te komen. Het geld werd achtergelaten in een kantoor in Turkije. De mensensmokkelaar zou het geld krijgen als ze waren aangekomen op de bestemming, hetgeen zou worden bevestigd met een foto. Met tien man is hij vertrokken vanuit Servië met mensen van de mensensmokkelaar. Vier of vijf mensensmokkelaars plaatsten ladders tegen een hek waarmee ze over het hek klommen naar Hongaars grondgebied. Na een tijdlang lopen met een mensensmokkelaar stopten ze aan de rand van een bos. Toen kwam de auto aangereden waarin ze later werden aangehouden. De begeleidende mensensmokkelaar instrueerde hen om in de auto te stappen. De bestuurder gaf ze water en koekjes. Hij hoorde dat de chauffeur in het Arabisch door de telefoon te horen kreeg dat de andere auto was aangehouden door de politie en dat ze moesten oppassen. De bestuurder is nog een keer gestopt en heeft iedereen laten uitstappen. Daarna kwam hij terug en nam ze weer mee. [5]
[getuige 3] verklaarde dat hij de Syrische nationaliteit heeft. Hij had in Servië een mensensmokkelaar leren kennen die hem zou helpen in Oostenrijk te komen. Hij moest daar 4000 euro voor betalen. Het geld werd achtergelaten in een kantoor in Turkije, en zou worden uitbetaald aan de mensensmokkelaar als hij een bericht stuurde dat men het geld kon betalen. In Servië zetten vijf smokkelaars ladders tegen het grenshek, waarover ze naar Hongaars gebied klommen. Ze liepen enkele dagen met een andere mensensmokkelaar mee, tot ze aan de rand van een bos kwamen. Daar kwam een auto aangereden. Van tevoren had de eerste mensensmokkelaar een foto van de auto gestuurd waar ze in moesten stappen. Op een gegeven moment kreeg de chauffeur een telefoontje dat [getuige 3] kon horen. Iemand vertelde dat de mensen in de andere auto waren opgepakt.
De bestuurder is een keer gestopt en liet de passagiers uitstappen, na een minuut of tien kwam hij terug en liet ze instappen. Uiteindelijk werden ze aangehouden. [6]
[chauffeur 1] heeft, samengevat, het volgende verklaard.
Hij is gehandicapt. Hij leert moeilijk, gelooft mensen snel en durft geen nee te zeggen. Hij had gereageerd op een advertentie voor snel geld verdienen. Hierna nam ene [verdachte] contact met hem op, [chauffeur 1] zou 1000 euro kunnen verdienen door migranten te vervoeren in Hongarije. Het was een job zonder problemen en als je gesnapt werd zou je met een goede raadsman binnen twee maanden weer buiten staan. [verdachte] haalde hem op 17 mei 2021 op, waarna nog twee andere mannen werden opgepikt die migranten zouden gaan vervoeren in Hongarije. Een ervan was [chauffeur 2] . In Boedapest aangekomen kreeg hij instructies van [verdachte] en iemand die hij zag als opdrachtgever. [7]
Aan [chauffeur 1] zijn foto’s getoond. Op de foto’s herkende hij verdachte [verdachte] als “ [verdachte] ” en medeverdachte [medeverdachte] als de organisator in Hongarije. [8]
[chauffeur 1] heeft verder verklaard:
Op het vliegveld zijn auto’s gehuurd. [verdachte] zorgde voor telefoons. Hierna kregen [chauffeur 1] en een van de mannen die ook migranten moest vervoeren de coördinaten van een Starbucks bij het Westend. Daar aangekomen troffen ze [verdachte] en [medeverdachte] . Hij kreeg van [verdachte] een telefoon. Daarmee hield hij contact met [verdachte] . [medeverdachte] stuurde allen coördinaten. Toen hij vertrok om mensen op te halen had [chauffeur 1] alleen nog maar contact met [medeverdachte] . Vanaf het oppikken van de migranten kreeg [chauffeur 1] van [medeverdachte] ongeveer elk half uur coördinaten opgestuurd. [chauffeur 1] moest de migranten naar de Oostenrijkse grens brengen, daar moest hij een filmpje maken om te laten zien dat ze waren afgezet. Het filmpje moest worden gestuurd naar [verdachte] . [chauffeur 1] heeft vier migranten opgepikt en naar de Oostenrijkse grens gebracht. Daarna belde [verdachte] of ze de volgende dag een ritje konden doen. [chauffeur 1] en [chauffeur 2] zeiden ja. [chauffeur 1] kreeg van [medeverdachte] de coördinaten. Uiteindelijk werd hij met de migranten aangehouden. [9]
Ook aan [chauffeur 2] zijn foto’s getoond. Ook [chauffeur 2] herkende [verdachte] als verdachte [verdachte] .
[chauffeur 2] herkende ook [medeverdachte] , van wie hij meende dat die [medeverdachte] heette. [10]
[chauffeur 2] verklaarde het volgende:
Hem werd gevraagd mensen weg te brengen in Hongarije. Hij kreeg opdracht van [verdachte] . Die zou hem via Whatsapp coördinaten sturen waar mensen moesten worden opgepikt. Hij werd samen met [chauffeur 1] en een jongen die [naam] heette naar Hongarije gebracht. Hij heeft vier mannen opgepikt. Hij had steeds contact met [verdachte] en kreeg steeds coördinaten doorgestuurd. Toen werd hij aangehouden door de politie.
[chauffeur 2] zou er 1000 euro voor krijgen.
In Boedapest was hij naar een eetgelegenheid gestuurd waar [verdachte] was met onder meer [medeverdachte] . Daar kregen ze opdracht om auto’s te huren. [medeverdachte] betaalde het eten. Een dag later gaf [medeverdachte] bij de Starbucks geld voor de autohuur.
[verdachte] had gezegd dat als [chauffeur 2] gepakt zou worden, ze hem maar voor een paar weken konden opsluiten. Hij heeft het geld nooit gekregen. [11]
Verdachte [verdachte] heeft het volgende verklaard:
Hij heeft [chauffeur 1] gevraagd om voor geld mensen zonder papieren te vervoeren in Hongarije. Hij reisde tegelijk, maar niet samen met [chauffeur 1] naar Hongarije. Hij verbleef in Hongarije tot de chauffeurs klaar waren en ging dan weer terug. Hij gaf het geld aan de chauffeurs waarmee die betaalden voor benzine en eten en drinken. Hij kreeg daarvoor betaald. Hij had ook [chauffeur 2] aangedragen als chauffeur. Hij wist dat de chauffeurs 1000 euro per rit kregen. Medeverdachte [medeverdachte] is een vriend van hem. [medeverdachte] regelde geld voor benzine en eten en drinken. Als de chauffeurs aankwamen in Hongarije stond daar iemand op ze te wachten. Die persoon onderhield contact via [medeverdachte] . [verdachte] ontving tussen april en juli 2021 ook betalingen om chauffeurs te betalen, de reis, de hotels et cetera. Dat er chauffeurs in het buitenland vastzitten vindt hij verschrikkelijk, maar ze kenden de risico’s. [12]
Uit een analyse van de bankgegevens van [medeverdachte] blijkt dat er op 20 mei 2021 drie keer is gepind bij Starbucks Westend in Boedapest. [13]
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte bij dit feit betrokken is. De juridische kwalificatie van verdachtes betrokkenheid zal de rechtbank later bespreken.
Zaaksdossier 2
Op 29 april 2021 werd bij een grenscontrole in Duitsland een Hongaarse auto gecontroleerd. De auto was via Oostenrijk Duitsland binnengekomen. De chauffeur van de auto was [chauffeur 3] .
In de auto zaten vier personen die geen documenten konden tonen die hun verblijf in Duitsland legitimeerden. Het betrof [migrant 1] , [migrant 2] , [migrant 3] en [migrant 4] . Allen werden aangehouden. [14]
[migrant 4] heeft verklaard dat hij Syrisch staatsburger is, en drie jaar eerder van Syrië naar Turkije was gevlucht. Via Griekenland en Albanië is hij in Oostenrijk aangekomen. Ze zouden 800 euro betalen aan de chauffeur. [15]
[migrant 2] heeft verklaard uit Syrië te komen. Hij was via Turkije, Griekenland, Albanië, Kosovo, Servië, Roemenië, Hongarije en Oostenrijk in Duitsland gekomen. Hij had in Wenen iemand ontmoet die had aangeboden hem naar Duitsland te rijden. [16]
[migrant 3] heeft verklaard Syriër te zijn en dat hij naar Duitsland wilde. Hij is vanuit Turkije via Griekenland, Servië en Hongarije naar Oostenrijk gereisd. In Oostenrijk vertelde de mensensmokkelaar dat hij moest instappen en dat hij hem naar Duitsland zou brengen. Voor het hele traject had hij 10.000 euro betaald. De mensensmokkelaars waren allemaal verschillend, maar behoorden tot dezelfde groep. [17]
[chauffeur 3] heeft het volgende verklaard:
Het klopt dat hij illegalen smokkelde. De mensensmokkelaars maakten gebruik van personen die het financieel zwaar hebben en verslaafd zijn, en bij hem was dat ook zo gegaan. Als het verkeerd zou gaan zouden ze een advocaat regelen en geld opsturen. Hij heeft echter geen geld gekregen en er is ook geen advocaat geregeld.
De personen die erbij betrokken waren, waren [verdachte] en [medeverdachte] . [18]
[chauffeur 3] heeft op hem getoonde foto’s [verdachte] als [verdachte] en [medeverdachte] als [medeverdachte] herkend. [19]
[chauffeur 3] heeft verder verklaard, onder meer over hun rol:
[verdachte] is een tussenpersoon en heeft hem naar Oostenrijk gebracht. [medeverdachte] is de hoofdpersoon. [chauffeur 3] was benaderd door [verdachte] en dat deed hij voor [medeverdachte] . Ze hadden een auto gekocht voor [chauffeur 3] . De auto was betaald door [verdachte] met geld dat hij had gekregen van [medeverdachte] . Er zaten kentekenplaten op van een andere auto die ook door [verdachte] en [medeverdachte] was gekocht. Hij zou eerst een transport in Hongarije doen. [medeverdachte] werd dan gebeld dat er vier of zes mensen aan de grens stonden en [chauffeur 3] moest ze dan ophalen. Hij was ook met beide mannen in Hongarije geweest. De mannen hadden hem 2500 euro per maand geboden, en dan moest hij een keer per dag een transport doen. Ze zouden ook onderdak en eten regelen.
[verdachte] had hem verteld dat het om transport van illegalen ging. Begin april 2021 gingen ze voor het eerst naar Hongarije, naar Baja bij de Servische grens. [medeverdachte] reed de hele route. Hij betaalde onderweg ook alles. In Hongarije sliepen ze in een hotel dat was geregeld door [verdachte] en betaald door [medeverdachte] . De auto kwam op naam van [verdachte] , maar werd betaald door [medeverdachte] . [medeverdachte] kreeg iedere keer ’s avonds bericht dat er mensen moesten worden opgehaald. [medeverdachte] kreeg dan een locatie via Whatsapp en [verdachte] stuurde dat aan [chauffeur 3] door. [chauffeur 3] moest mensen ophalen aan de Servische grens, maar uiteindelijk ging het steeds niet door omdat de illegalen waren opgepakt. [verdachte] en [medeverdachte] gingen terug naar Nederland en [chauffeur 3] zou daar blijven. Ze zouden hem een live locatie sturen waar hij dan mensen moest ophalen. Uiteindelijk ging [chauffeur 3] eerder terug naar Nederland. Rond 16 april 2021 gingen ze weer naar Hongarije, [verdachte] en hij. [verdachte] kreeg daar een telefoontje van [medeverdachte] dat er zes mensen aan de Servisch-Hongaarse grens stonden. Ze reden erheen maar konden de mensen niet vinden. Ze zijn daar aangehouden door de politie.
Terug in Nederland stelde [verdachte] voor dat [chauffeur 3] mensen zou gaan vervoeren in Oostenrijk. [verdachte] kocht een auto met geld van [medeverdachte] . In Wenen kreeg [verdachte] een telefoontje van [medeverdachte] dat er vijf mensen opgehaald moesten worden. [verdachte] wist de locatie in Wenen en regelde alles met [medeverdachte] . Aangekomen bij de locatie wilde [verdachte] dat er eentje in de kofferbak zou gaan. Omdat ze dat niet wilden heeft [chauffeur 3] er maar vier meegenomen. [verdachte] tankte beide auto’s vol en reed voor [chauffeur 3] uit. Bij de grens aangekomen kon [verdachte] doorrijden, maar [chauffeur 3] moest stoppen. Toen bleek dat de mensen in zijn auto geen papieren hadden zijn hij en zijn passagiers aangehouden.
Onderweg was één van de migranten gebeld door [medeverdachte] , en gaf hij zijn telefoon aan [chauffeur 3] . [medeverdachte] vroeg of [chauffeur 3] nog vragen had.
De betaling ging via een tussenbedrijf. Als je mensen hebt gebracht moest je een filmpje maken, en dat naar dat bedrijf sturen. Het bedrijf vroeg dan waar je je geld wilde halen. Bijvoorbeeld bij de kapperszaak van [medeverdachte] .
De illegalen die bij hem in de auto zaten moesten 800 euro betalen, maar hij weet niet aan wie. Dat ging via dat tussenbedrijf.
[medeverdachte] was steeds degene die wist waar de mensen waren en met hoeveel. Hij betaalde veel dingen, waaronder de auto’s en de hotels.
[verdachte] kreeg steeds opdrachten van [medeverdachte] . Die vertelde hem wat hij moest doen. [verdachte] had [chauffeur 3] als chauffeur gevonden en hem naar [medeverdachte] gebracht. Hij regelde dingen als auto’s en hotels en vertelde [chauffeur 3] waar hij heen moest nadat hij dat van [medeverdachte] had gehoord. [20]
De politie heeft de bankgegevens van [verdachte] opgevraagd. Uit deze gegevens blijkt dat [verdachte] tussen 24 en 29 april 2021 negen transacties heeft uitgevoerd in Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. Tussen 24 en 27 april in Hongarije, tussen 27 april en 28 april in Oostenrijk. Zowel op 28 april en 29 april 2021, dus de dag voordat en de dag waarop [chauffeur 3] is aangehouden is er geld overgemaakt van de rekening van [medeverdachte] naar de rekening van [verdachte] . Op 25 april 2021 zijn [chauffeur 3] en [verdachte] door de Oostenrijkse politie gecontroleerd toen ze samen in een auto zaten. [21] Dit alles ondersteunt de verklaring van [chauffeur 3] over de rol van [verdachte] en [medeverdachte] .
[verdachte] heeft op 7 september 2021 telefonisch contact gehad met [chauffeur 3] . [verdachte] zegt in dat gesprek dat ze nog hadden geprobeerd erachter te komen waar [chauffeur 3] was maar dat dat lastig was. En dat hij meteen weer iets moois heeft voor [chauffeur 3] . [22]
De rechtbank concludeert dat [verdachte] met erachter komen waar [chauffeur 3] was, doelt op de detentieplaats van [chauffeur 3] .
Door de raadsman is betoogd dat de verklaring van [chauffeur 3] moet worden uitgesloten van het bewijs, omdat de rechter-commissaris het onderzoek te snel heeft afgesloten zonder [chauffeur 3] te horen, terwijl de verklaring van [chauffeur 3] is te beschouwen als ‘sole and decisive” in het licht van de jurisprudentie van het EVRM.
De rechtbank verwerpt dit verweer omdat deze verklaring, in het licht van de andere bewijsmiddelen niet als “sole and decisive" kan worden beschouwd. Naast de verklaring van [chauffeur 3] zijn van belang de hiervoor genoemde bankgegevens van [verdachte] , en de eerdergenoemde verklaringen van [verdachte] over zijn rol als ronselaar van de chauffeurs en de samenwerking tussen [verdachte] en [medeverdachte] zoals blijkt uit de andere hierboven genoemde en hierna nog te noemen bewijsmiddelen.
Anders dan de raadsman stelt is de verklaring van [chauffeur 3] dus niet te beschouwen als ‘sole and decisive’ en kan deze worden gebezigd voor het bewijs, ondanks de vaststelling dat de verdediging het ondervragingsrecht uiteindelijk niet heeft kunnen uitoefenen. De vraag of de rechter-commissaris het onderzoek te vroeg heeft gesloten behoeft dus geen zelfstandige bespreking meer.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte bij deze mensensmokkel is betrokken. De juridische kwalificatie van verdachtes betrokkenheid zal de rechtbank later bespreken.
Zaaksdossier 3
Op 14 juni 2021 werd door de politie in Oostenrijk [chauffeur 4] aangehouden. Hij bestuurde een auto met kenteken [kenteken] , waarin drie illegale vreemdelingen zaten. Het betroffen [migrant 11] , met de Iraakse nationaliteit, [migrant 12] , Syrische nationaliteit en [migrant 7] , Syrische nationaliteit.
Vier andere personen waren het bos ingevlucht toen de eerste drie instapten en ondersteunende militairen van het Oostenrijkse leger dat zagen. De militairen hadden gezien dat [chauffeur 4] gericht naar de ontmoetingsplek was gereden. In het gebied waren de dagen ervoor vaker illegale vreemdelingen opgepakt. De vier personen die het bos in gevlucht waren zijn later opgepakt. Het bleken vier Syriërs, illegale vreemdelingen, te zijn. Het betrof [migrant 6] , [migrant 13] , [migrant 14] en [migrant 15] . [23]
[migrant 12] heeft verklaard dat hij geld had gedeponeerd op een kantoor in Istanboel om via mensensmokkelaars naar Oostenrijk te reizen. Hij betaalde 4000 euro. In Servië zijn ze met een mensensmokkelaar te voet naar de grens met Hongarije gebracht. Vanaf daar werden ze met een auto naar de Oostenrijkse grens gebracht. Daar staken ze te voet de grens over. In Oostenrijk zou een wagen ze ophalen om ze naar Wenen te brengen. Toen die auto verscheen, een Opel Zafira, en ze in wilden stappen zag hij in de verte een wagen van wat hij vermoedde dat de grenspolitie was. De bestuurder van de Zafira reed meteen weg. Ze zaten met zijn drieën in de wagen, de andere vier konden niet meer instappen en zijn weggerend. Na een kilometer of 20 werden ze door de politie aan de kant gezet. [24]
[chauffeur 4] heeft het volgende verklaard:
[verdachte] Shevchenko had hem een baantje in Oostenrijk beloofd. Hij had [verdachte] ontmoet in de kapsalon van [medeverdachte] in Apeldoorn. [verdachte] pakte al zijn bankpassen af. Hij had de auto op [chauffeur 4] ’s naam gezet. [verdachte] was de planner. In Wenen in het hotel werd [verdachte] gebeld door [medeverdachte] , diens bijnaam is [medeverdachte] . Hij stond boven [verdachte] . [medeverdachte] gaf de opdracht door aan [verdachte] en die gaf hem door aan [chauffeur 4] . [verdachte] organiseerde alles. [verdachte] kreeg waanzinnig veel geld vooruitbetaald en later ook. [chauffeur 4] werd bij de eerste rit gepakt en kreeg niks.
[chauffeur 4] zou 500 euro krijgen voor een rit. Op aanwijzing van [verdachte] tankte hij een paar keer zonder betalen. [chauffeur 4] kreeg via Whatsapp van [verdachte] te horen waar hij mensen moest ophalen. Toen [chauffeur 4] op de afgesproken plek in Oostenrijk was, zaten er mensen achter bomen verstopt. Drie daarvan zijn in zijn auto gestapt, hij dacht dat daar zeven mensen waren. Toen hij soldaten zag werd hij bang en reed weg. De vier die niet in de auto zaten renden weg. [chauffeur 4] belde daarom [verdachte] , maar die zei dat hij zichzelf moest helpen. Kort daarop werd hij aangehouden. [verdachte] had hem beloofd dat hij, als [chauffeur 4] gearresteerd zou worden, hem zou helpen met geld en een advocaat. Maar [chauffeur 4] heeft niets gekregen. [25]
Verdachte [verdachte] heeft verklaard dat hij met [chauffeur 4] is meegegaan naar Oostenrijk en hem heeft ondersteund. Verdachte had de auto gekocht en onderweg eten en drinken geregeld. [26]
Op een bij [medeverdachte] in beslag genomen telefoon is een filmpje aangetroffen dat door [verdachte] is gestuurd. Daarop is de auto te zien waarmee [chauffeur 4] is aangehouden. [27]
Tussen 7 juni 2021 en 8 juni 2021 heeft [verdachte] 17 telefooncontacten gehad met het telefoonnummer van [chauffeur 4] . Tijdens de telefoongesprekken werd het volgende besproken:
  • het verzekeren van een auto door [chauffeur 4] ;
  • dat [chauffeur 4] maar achter [verdachte] aan moet rijden;
  • [verdachte] instrueert [chauffeur 4] te tanken en dan gelijk weg te rijden. Wat voor benzine hij moet tanken en dat hij een mondkapje voor moet doen;
  • dat [chauffeur 4] te opvallend rijdt;
  • [chauffeur 4] moet eerst geld sturen naar Western Union en dan rijden ze gelijk weg uit Nederland, eerst naar Berlijn;
  • [verdachte] vertelt hoe [chauffeur 4] moet rijden en wat hij moet doen;
  • [verdachte] is boos dat ze elkaar kwijt zijn geraakt terwijl [chauffeur 4] achter hem aan moest rijden;
Een observatieteam heeft geconstateerd dat op 8 juni 2021 de Opel Zafira met kenteken [kenteken] , de auto waar [chauffeur 4] later in zou worden aangehouden, achter de Mercedes van [verdachte] rijdt. Deze auto was twee dagen eerder op naam van [chauffeur 4] gezet. [29]
Diezelfde dag heeft [verdachte] telefonisch contact met [medeverdachte] . In het gesprek gaat het over wanneer [verdachte] vertrekt. [verdachte] vertelt dat hij wat heeft geregeld met de brandstof, is goedkoper. [medeverdachte] vraagt of ze met zijn drieën vertrekken. [verdachte] zegt dat die vriend van [medeverdachte] , als ze daar zijn, hem maar gelijk moeten overnemen.
Daarna hebben [verdachte] en [medeverdachte] het over iemand die niet geschikt is om te rijden.
[verdachte] zegt dat hij gisteren gelijk is gepakt door de politie. Die persoon moet eerst nog een beetje leren. [medeverdachte] zegt dat [verdachte] hem moet laten weten als ze onderweg, vertrokken zijn.
Later die dag, om 21.15 uur is er opnieuw contact tussen [verdachte] en [medeverdachte] . [verdachte] zegt dat hij halverwege Duitsland rijdt. [medeverdachte] vraagt hoe laat [verdachte] denkt dat hij ongeveer in Wenen is. [verdachte] zegt dat hij dat nog niet weet, hij gaat naar die ene plek. [medeverdachte] zegt dat hij die jongen gewoon laat komen.
Op 9 juni 2021 belt [medeverdachte] [verdachte] . [verdachte] zegt dat ze binnendoor zijn gegaan, ze gaan de grens over daar bij Oostenrijk. [medeverdachte] vraagt hoe lang het nog duurt voor die grens, dat dorpje. [verdachte] zegt nog een uurtje. [medeverdachte] zegt ik hoop dat ze het vandaag nog redden met die auto maar rij maar door. [verdachte] zegt dat hij bijna door zijn geld heen is. [medeverdachte] zegt dat hij 400 (ntv) en vraagt of dat niet genoeg is.
Dezelfde dag volgt opnieuw een telefoongesprek tussen [medeverdachte] en [verdachte] .
[verdachte] zegt we hebben een probleem. [verdachte] vertelt over iemand die hij had
meegenomen die door de politie is opgepakt omdat hij voor 30 euro had getankt zonder te betalen. Nu blijkt dat hij nog een boete van 750/800 euro had open staan in Duitsland die hij gelijk moet betalen. [verdachte] zegt dat hij nu in Wenen is en zo weer terug moet naar het politiebureau om hem op te halen. [medeverdachte] zegt dat hij weet dat [verdachte] hem moet ophalen maar dat die man nog helemaal niets heeft verdiend en hun zoveel geld kost. [verdachte] gaat kijken of hij het kan oplossen. [30]
Uit de telefoongesprekken blijkt dat [verdachte] de zaken met betrekking tot de Opel Zafira regelde en voor [chauffeur 4] uit reed naar Oostenrijk. [verdachte] gaf [chauffeur 4] aanwijzingen, waaronder dat hij moest tanken zonder betalen (‘iets goedkopers geregeld met de brandstof’). [verdachte] heeft tijdens de reis geregeld contact gehad met [medeverdachte] . Hij hield [medeverdachte] op de hoogte, ook van beoogde nieuwe chauffeurs. [verdachte] hield [medeverdachte] op de hoogte van waar ze waren, zodat de laatste wist wanneer hij iemand moest sturen. [medeverdachte] zorgde ook voor het geld. Ze bespraken problemen die waren ontstaan met andere chauffeurs. [verdachte] regelde de zaken ter plekke en [medeverdachte] regelde op de achtergrond het vervolg (de migranten) en het geld.
Door de raadsman is betoogd dat de verklaring van [chauffeur 4] moet worden uitgesloten van het bewijs, omdat deze niet bij de rechter-commissaris is gehoord, terwijl de verklaring van [chauffeur 4] is te beschouwen als ‘sole and decisive” in het licht van de jurisprudentie van het EVRM.
De rechtbank verwerpt dit verweer omdat deze verklaring, in het licht van de andere bewijsmiddelen niet als zodanig kan worden beschouwd. Naast de verklaring van [chauffeur 4] zijn er de tapgesprekken tussen [chauffeur 4] en [verdachte] , de bevindingen van het observatieteam en de tapgesprekken tussen [verdachte] en [medeverdachte] .
Anders dan de raadsman stelt is de verklaring van [chauffeur 4] dus niet te beschouwen als ‘sole and decisive’ en kan deze worden gebezigd voor het bewijs, ondanks de vaststelling dat de verdediging het ondervragingsrecht niet heeft kunnen uitoefenen.
Instappen auto
De bewezenverklaring betreft ten aanzien van zaaksdossier 3 alle migranten, ook zij die niet bij [chauffeur 4] zijn ingestapt. Deze mannen bevonden zich illegaal op Oostenrijks grondgebied, waar zij beland waren met behulp van de mensensmokkelorganisatie waarvan verdachte deel uitmaakte. Dat het gedeelte van het traject dat door [chauffeur 4] zou worden verzorgd voor hen misliep, doet hier niet aan af.
Wederrechtelijk
De rechtbank verwerpt het verweer met betrekking tot de wederrechtelijkheid. Er is geen enkele reden te bedenken waarom personen die zich legaal in de EU bevinden, voor veel geld, met behulp van mensensmokkelaars de grens zouden oversteken, vaak door middel van ladders. Zij die al de grens over waren wachtten verborgen in de bossen op de auto die ze verder zou brengen. Uit de verklaringen van de aangehouden migranten blijkt zonder enige twijfel dat niemand van hen legaal in de EU verbleef. Dat daar ook legale vreemdelingen bij hebben gezeten is totaal ongeloofwaardig. Daar komt bij dat de rechtbank geen reden heeft te twijfelen aan de processen-verbaal van de politie in Hongarije, Oostenrijk en Duitsland, waarin wordt gerelateerd dat de betrokken migranten geen legale verblijfsstatus hadden.
Medeplegen
Uit het vorenstaande blijkt dat verdachte onderdeel heeft uitgemaakt van een crimineel netwerk dat illegale migranten de EU heeft binnengesmokkeld. Achter dit netwerk ging een grote organisatie schuil. Uit de verklaringen van de migranten blijkt dat van tevoren grote bedragen werden betaald aan mensensmokkelaars. Hierna begon een strak georganiseerde operatie, waarbij veel mensen betrokken waren. Migranten werden naar een grenshek gebracht, meerdere personen zetten daar ladders tegen het hek, daarna werden migranten door iemand naar een oppikplaats begeleid waar ze werden opgepikt door de chauffeurs. Die chauffeurs moesten worden gerekruteerd en begeleid, en daar hield verdachte zich mee bezig. Verdachte zorgde ook voor de financiën van de chauffeurs. Daarmee was verdachte een cruciale schakel in de keten van mensensmokkelaars, waarbij er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank verwerpt dus het verweer dat geen sprake is van medeplegen gelet op de uiteenlopende activiteiten die verdachte binnen de keten van mensensmokkelaars vervulde en die bewuste en nauwe samenwerking vereisten.
Beroep/gewoonte
Gelet op de periode, het aantal transporten, de professionaliteit van de hele organisatie en het feit dat met de mensensmokkel grof geld werd verdiend, acht de rechtbank ook bewezen dat verdachte van het smokkelen van illegalen zijn beroep of een gewoonte heeft gemaakt.
Wat meer of anders is aangevoerd vindt zijn weerlegging in de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en -overwegingen en behoeft dus geen verdere bespreking meer.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 01 april 2021 tot en met 02 november 2021 te
Apeldoorn, althans elders in Nederland
en/of te Bayaen/of Boedapest, althans
elders in Hongarije en/of in Oostenrijk en/of in Duitsland
en/of in Servië,
tezamen en in vereniging met
een of meerandere perso
(o)n
(en
),
(zaaksdossier 1)
een of meerander
(en
), waaronder:
- [getuige 1] , [getuige 2] en
/of[getuige 3]
en
/ofmeerdere (tot op heden nog onbekend gebleven) personen met de Syrische
nationaliteit,
(zaaksdossier 2)
een of meerander
(en
), te weten:
- [migrant 1] , [migrant 2] , [migrant 3] en/
of[migrant 4]
(zie pag. 1036 van het dossier),
(zaaksdossier 3)
een of meer ander(en), waaronder:
- [migrant 5] , [migrant 6] en
/of[migrant 7]
en
/ofmeerdere personen met de Syrische en/of Iraakse nationaliteit
(zie pag.
1026-1032 van het dossier),
(zaaksdossier 4)
een of meer ander(en), waaronder:
- [migrant 8] , [migrant 9] en/of [migrant 10]
en/of meerdere personen met de Somalische, Syrische en/of Palestijnse
nationaliteit (zie pag. 1003-1012 van het dossier),
behulpzaam
is/zijn geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door
Nederland en/of Hongarije en/of Oostenrijk en/of Duitsland (zijnde andere
lidstaten van de Europese Unie),
of voornoemde personen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft
verschaft,
terwijl hij, verdachte en
/ofzijn mededader
(s
), wist
(en
)of ernstige redenen had
(den
)
te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was,
hebbende hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- contacten onderhouden en
/ofafspraken gemaakt (met elkaar en/of met derden)
over de wijze van (smokkel)transport van bovengenoemde perso(o)n
(en
), en
/of
- voertuigen geregeld en
/of
- chauffeurs geregeld en
/ofaangestuurd, te weten [chauffeur 1] en
/of[chauffeur 2] en
/of
[chauffeur 3] en
/of[chauffeur 4]
en/of [chauffeur 5]voor voornoemde voertuigen en
/of
- instructies gegeven aan voorchaffnoemde chauffeurs (voorafgaand en tijdens
transport) en
/of
- ( vervolgens), (samen met) voornoemde chauffeurs in voornoemde voertuig
(en
)
naar de (verblijf)plaats (van bovengenoemde perso
(o)n
(en
)) (in Servië, Hongarije,
Oostenrijk en/of Duitsland) gereden en/of laten rijden om voornoemde
perso
(o)n
(en
)in voornoemde voertuig
(en
)te laten plaatsnemen en
/of
- voornoemde perso
(o)n
(en
) (tegen betaling
)in voornoemde voertuig
(en
), door
en/of samen met voornoemde chauffeurs, vervoerd/gereden door Servië,
Hongarije, Oostenrijk, Duitsland en/of Nederland,
terwijl verdachte daarvan een beroep of gewoonte heeft gemaakt
(197a lid 4);
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
mensensmokkel, terwijl het feit wordt begaan door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt, in vereniging begaan door meerdere personen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de smokkel van een groot aantal Syrische migranten naar de EU tussen 1 april 2021 en 2 november 2021 en gevorderd dat verdachte hiervoor zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en diens ondergeschikte rol binnen de organisatie.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] hebben een internationaal werkende criminele organisatie gefaciliteerd, die personen zonder enige verblijfsstatus van buiten het Schengengebied de Europese Unie binnen heeft gesmokkeld. Dit is een ernstig feit. De ongecontroleerde instroom van illegale migranten ondermijnt het asiel- en migratiebeleid van Nederland en de overige EU-landen en belast zowel de staatskas als ook de strafrechtketen. Zodoende raakt mensensmokkel de hele maatschappij.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hebben van de mensensmokkel een handelszaak oftewel beroep/gewoonte gemaakt en daarbij bewust kwetsbare personen het risicovolle werk laten uitvoeren. Zij wilden hun handen zelf niet vuil maken. Niet gebleken is dat zij vanuit enig humanitair oogpunt handelden. Bij de chauffeurs werd de suggestie gewekt dat het om niet al te risicovolle werkzaamheden ging. Eventuele gevolgen werden gebagatelliseerd. De chauffeurs waren in de veronderstelling dat zij - indien nodig - van rechtsbijstand zouden worden voorzien. Deze belofte werd niet nagekomen. Meerdere chauffeurs van de mislukte transporten zijn inmiddels veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. De nietsontziende houding van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] blijkt uit het feit dat zij vervolgens gewoon met hun criminele activiteiten doorgingen.
Beiden zijn aan te merken als organisatoren. Verdachte ronselde de chauffeurs voor de mensensmokkel en begeleidde hen, alwaar hij de verdere gang van zaken regelde. Medeverdachte [medeverdachte] vervulde een aansturende rol, waarbij hij opdrachten aan verdachte en de chauffeurs gaf. [medeverdachte] had zeggenschap over de uitvoering en de financiering van de transporten en stond zodoende hoger in de hiërarchie dan verdachte [verdachte] , waarmee bij de strafoplegging rekening is gehouden.
Verdachte is veelvuldig en zelfs recent nog met de politie en justitie in aanraking geweest. De pro-criminele houding van verdachte blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie van 21 april 2022. De meeste zaken zien op verwervingscriminaliteit. Verdachte heeft zich niet eerder schuldig gemaakt aan mensensmokkel. Daarmee wordt echter ook grof geld verdiend.
Uit reclasseringsrapporten die over verdachte zijn uitgebracht blijkt dat verdachte vanaf jonge leeftijd actief is in de criminaliteit. Er is sprake van jeugdtrauma’s. Verdachte is hardleers en heeft externe begrenzing nodig. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. De reclassering adviseert de zaak af te doen zonder oplegging van bijzondere voorwaarden.
De indicatie conform de LOVS-oriëntatiepunten en de richtlijn van het Openbaar Ministerie voor mensensmokkel bij een first offender is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden per gesmokkelde. Het handelen uit beroep of gewoonte is een strafverzwarende omstandigheid. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte zich in elk geval gedurende een periode van ruim 3 maanden samen met medeverdachte [medeverdachte] schuldig heeft gemaakt aan gewoontemensensmokkel en zodoende beroepsmatig handelde. Hiertoe zijn door de officier van justitie 4 zaken aangevoerd, die in de tenlastegelegde pleegperiode vallen. De rechtbank acht bewezen dat medeverdachte [medeverdachte] bij de smokkel van tenminste 34 personen betrokken is geweest. Verdachte [verdachte] lijkt geen aandeel aan de laatste zaak te hebben gehad, waarbij 13 personen door chauffeur [chauffeur 5] naar Wenen zijn vervoerd. Hierdoor zal de straf van verdachte lager zijn dan de aan medeverdachte [medeverdachte] opgelegde Straf. De rechtbank heeft bij de strafmaatbepaling tevens gelet op het verschil in strafblad tussen verdachte en zijn medeverdachte, alsmede het (lichte) verschil in rol.
In het licht van de aard en impact van mensensmokkel op de maatschappij en de rol van verdachte in de criminele organisatie acht de rechtbank een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Daarbij heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de straffen in vergelijkbare zaken.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren en 6 maanden opleggen, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

In het kader van het politieonderzoek is onder verdachte op 2 november 2021 klassiek beslag in de zin van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering gelegd op een geldbedrag ter hoogte van 556,00 euro.
De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder verdachte inbeslaggenomen geldbedrag van 556,00 euro verbeurd wordt verklaard.
De raadsman heeft – gelet op het vrijspraakverweer – verzocht het inbeslaggenomen geldbedrag te retourneren aan verdachte. De raadsman heeft gesteld dat zelfs bij een bewezenverklaring geen causaal verband tussen het geldbedrag en enig strafbaar feit aan te tonen is.
De rechtbank oordeelt dat aannemelijk is dat het geld geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de criminele activiteiten van verdachte is verkregen en zal geldbedrag van 565,00 derhalve verbeurd verklaren.

9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/000717-18)

Het hof heeft verdachte op 23 januari 2020 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken, met een proeftijd van 2 jaar.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering wordt afgewezen, omdat oplegging van een voorwaardelijke straf dient ter voorkoming van recidive, terwijl het feit waarop de vordering betrekking heeft een ander feit is dan het thans ten laste gelegde feit.
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit en daarmee dus de algemene voorwaarde heeft overtreden. De rechtbank is van oordeel dat de voorwaardelijk opgelegde straf daarom ten uitvoer moet worden gelegd.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 33, 33a, 47, 57 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) jaren en zes (6) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd het inbeslaggenomen geldbedrag van 565,00 euro;
 beveelt de tenuitvoerlegging van de op 23 januari 2020 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voorwaardelijk opgelegde straf, te weten een gevangenisstraf voor de duur van twee (2) weken (parketnummer 21/000717-18).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Mei (voorzitter), mr. G. Edelenbos en mr. G.L.C. van den Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van C.T.P.M. van Aarssen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 augustus 2023.
Mrs. Edelenbos en Van den Bosch alsmede de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, nummer 2020510967, gesloten op 20 april 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen (vertaald), p. F505-F506.
3.Proces-verbaal van bevindingen (vertaald), p. F511-F512.
4.Proces-verbaal getuigenverhoor [getuige 1] (vertaald), p. H540-H543.
5.Proces-verbaal getuigenverhoor [getuige 2] (vertaald), p. H553-H558.
6.Proces-verbaal getuigenverhoor [getuige 3] (vertaald) p. H581-586
7.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 1] (vertaald), p. F680-F684.
8.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 1] (vertaald), p. F684-F685, F689-F693, F701-F702, F705-F707.F741-F742
9.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 1] (vertaald), p. F758-F764
10.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 2] (vertaald), p. F879-F884, F862,
11.Processen-verbaal van verhoor [chauffeur 2] (vertaald), p. F802, F820-F822
12.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. B39-B45.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. C429-C430.
14.Onderzoeksverslag Openbaar Ministerie Passau (vertaald), p. F231.
15.Proces-verbaal van verhoor [migrant 4] (vertaald), p. F247.
16.Proces-verbaal van verhoor [migrant 2] (vertaald), p. F254.
17.Proces-verbaal van verhoor [migrant 3] (vertaald), p. F257
18.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 3] , p. C486.
19.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 3] , p. C492; fotoblad p. C495-C496
20.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 3] , p. C486-491.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. C387-C389
22.Proces-verbaal van interceptie d.d. 11 oktober 2021, p. 151 (deel 2)
23.Mutatierapport Oostenrijkse politie (vertaald), p. F1198-F1200; proces-verbaal getuigenverhoor [getuige 4] (vertaald), p. F1222-1223.
24.Proces-verbaal van verhoor [migrant 12] (vertaald), p. F1232.
25.Proces-verbaal van verhoor [chauffeur 4] (vertaald) p. F1300-F1309
26.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 21 juli 2023.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. C969-C071
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. C145 e.v.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. C542-C544.
30.Proces-verbaal van bevindingen, C144-C146.