In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 24 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin een jongmeerderjarige, [verzoeker], een beroep deed op het derdenbeding in het ouderschapsplan van zijn ouders. Dit derdenbeding houdt in dat de jongmeerderjarige recht heeft op een bijdrage van zijn vader tot zijn 23ste levensjaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat het ouderschapsplan, ondertekend op 10 september 2015, een derdenbeding bevat dat [verzoeker] in staat stelt om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie te vorderen van zijn vader. De vader had na de 21ste verjaardag van [verzoeker] de alimentatie stopgezet, wat leidde tot het verzoek van [verzoeker] om de vader te verplichten tot betaling van € 398,01 per maand.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat de tekstuele uitleg van het ouderschapsplan leidend is. De rechtbank oordeelde dat de alimentatieverplichting van de vader doorloopt tot het einde van het schooljaar waarin [verzoeker] 23 jaar wordt, ongeacht of hij een tweede studie volgt. De rechtbank heeft het verzoek van [verzoeker] toegewezen en de vader verplicht om de alimentatie te betalen, terwijl het zelfstandig verzoek van de vader om de bijdrage te matigen werd afgewezen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vader onmiddellijk moet betalen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.