ECLI:NL:RBGEL:2023:4770

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
05.297147.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor belaging van ex-partner met contactverbod en taakstraf

Op 21 augustus 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn ex-partner heeft belaagd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met bijzondere voorwaarden waaronder een meldplicht, een ambulante behandelverplichting en een contactverbod met het slachtoffer. Daarnaast is er een taakstraf van 120 uur opgelegd, subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. De rechtbank legde ook een vrijheidsbeperkende maatregel op voor de duur van drie jaar, waarbij bij elke overtreding van het contactverbod vervangende hechtenis van een week kan worden opgelegd, tot een maximum van zes maanden.

De zaak kwam aan het licht na meerdere meldingen van de ex-partner, die verklaarde dat zij veelvuldig anoniem werd gebeld en bedreigende e-mails ontving van de verdachte. De verdachte had ook geprobeerd contact te zoeken via sociale media en was zelfs in de buurt van de woning van de ouders van het slachtoffer gesignaleerd. Ondanks een stopgesprek met de politie, waarin hem werd opgedragen het contact te staken, bleef de verdachte zijn ex-partner benaderen. De rechtbank oordeelde dat de gedragingen van de verdachte een stelselmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer vormden, wat leidde tot angst en onveiligheid voor haar.

De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer meegewogen in de strafmaat. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank achtte het noodzakelijk om een combinatie van straffen en maatregelen op te leggen om herhaling te voorkomen. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaard, gezien de ernst van de situatie en het risico op herhaaldelijk ongewenst gedrag van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/297147-22
Datum uitspraak : 21 augustus 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres] .
Raadsvrouw: mr. A. de Wit, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2022 tot en met 12 november 2022 te Arnhem en/of Duiven en/of Utrecht en/of Amsterdam, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] door
- die [slachtoffer] veelvuldig (al dan niet anoniem) te bellen;
- die [slachtoffer] (met het e-mailadres [e-mailadres] ) mails te sturen (al dan niet met bedreigende, intimiderende en/of beledigende inhoud);
- die [slachtoffer] (met verschillende telefoonnummers en/of accounts) (WhatsApp, Instagram en/of Snapchat)berichten te sturen;
- zich een of meermalen rondom de woning van de ouders van [slachtoffer] op te houden;
- de moeder van die [slachtoffer] (veelvuldig) te bellen;
- zich op te houden in en/of rondom het restaurant [restaurant] te Amsterdam en/of (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar arm te pakken en tegen haar te zeggen dat hij met haar wil praten;
- te dreigen foto's van verdachte en die [slachtoffer] openbaar te maken, dan wel te delen met familieleden van die [slachtoffer] ;
- te dreigen bijtend zuur in het gezicht van die [slachtoffer] te gooien en/of een vuurwapen te gebruiken,
met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de gedachtestreepjes 7 en 8 en de onderdelen ‘meermalen’ van gedachtestreepje 4 en ‘veelvuldig’ van gedachtestreepje 5. Verder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat niet direct sprake was van belaging na het beëindigen van de relatie tussen verdachte en aangeefster op 27 april 2022, maar pas vanaf juni 2022, wat inhoudt dat de tenlastegelegde periode moet worden ingekort.
Beoordeling door de rechtbank
De bewijsmiddelen
De politie heeft op 25 maart 2022 naar aanleiding van een verdachte situatie contact gelegd met [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ). Zij vertelde dat ze verdachte had gesproken en hem had verteld dat het klaar was. Verdachte begon daarna lastig te doen. [2] Zij heeft in november 2022 aangifte en klacht gedaan en verklaard dat ze op 27 april 2022 het contact met verdachte heeft verbroken. Sindsdien blijft verdachte op verschillende manieren contact met haar zoeken. [3] Op 11 september 2022 heeft de politie een stopgesprek gevoerd met verdachte, waarin ze hebben aangegeven dat hij alle vormen van contact met [slachtoffer] per direct moest stoppen. [4] Volgens [slachtoffer] is verdachte ook na het stopgesprek contact met haar blijven zoeken. [5]
1. Bellen van [slachtoffer]
heeft verklaard dat ze veelvuldig anoniem wordt gebeld op haar telefoonnummer [telefoonnummer 1] . [6] Uit haar oproepgeschiedenis over de maanden juni en augustus tot en met november 2022 blijkt dat ze bijna elke dag wordt gebeld door anonieme nummers, variërend van één tot meer dan honderd keer per dag. [7]
Met het telefoonnummer [telefoonnummer 2] , op naam van [taxibedrijf] , is op verschillende dagen in september, oktober en november 2022 meerdere malen per dag gebeld naar [slachtoffer] . Het gaat in totaal om iets meer dan 400 oproepen. In diezelfde periode heeft [slachtoffer] geen uitgaande oproepen gedaan naar dit telefoonnummer. [8]
Verdachte heeft verklaard dat hij vanaf juni 2022 probeerde om [slachtoffer] te bellen, maar dat hij geen contact met haar kreeg. Hij heeft haar meerdere keren anoniem gebeld. Ook heeft hij haar gebeld met zijn eigen telefoonnummer, [telefoonnummer 2] . [9] Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] ook na het stopgesprek heeft gebeld. [10]
2. Versturen van e-mails
[slachtoffer] heeft verklaard dat ze op 25 oktober 2022 een e-mail kreeg van verdachte. Op 1 november 2022 kreeg ze een e-mail van verdachte via het e-mailadres [e-mailadres] . [11] In deze e-mail schrijft verdachte o.a.: “
En luister alsjeblieft een keer goed naar mijn woorden en beslis dan opnieuw. Omdat ik begrijp dat als ik nog een stap vooruit zet, ikop een dag zal bloed vergieten, op een moment dat er misschien niemand is, en dan is het te laat!!! [12] Op 6 november 2022 verstuurde verdachte met ditzelfde adres een e-mail naar [slachtoffer] , waarin hij schreef dat ze haar telefoon op moest nemen. [13] Ook op 7 en 12 november 2022 heeft [slachtoffer] e-mails van verdachte ontvangen via dit e-mailadres. [14]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] e-mailberichten heeft gestuurd met het e-mailadres [e-mailadres] . Hij heeft [slachtoffer] op 25 oktober en 1, 6, 7 en 12 november ge-e-maild. [15]
3.
Berichten sturen via social media
[slachtoffer] heeft verklaard dat er contact met haar wordt gezocht door nep-accounts op Instagram en Snapchat. Op 11 september 2022 kreeg ze een WhatsApp-bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . In dat bericht zou hebben gestaan dat de afzender geen bloed op de grond wil en dat het dus beter is om de telefoon op te nemen. Vanaf die dag kreeg ze meer berichten van onbekende telefoonnummers via WhatsApp. [16]
Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer] WhatsApp-berichten heeft gestuurd en dat hij via verschillende sociale media probeerde om met haar in contact te komen. [17]
4.
Zich ophouden rondom de woning van de ouders van [slachtoffer]
heeft verklaard dat ze op 25 oktober 2022 van haar broertje hoorde dat verdachte in zijn auto op de parkeerplaats bij de Lidl zou staan. Later die dag kreeg ze een e-mail van verdachte met als bijlage een foto van zijn auto, een grijze Mercedes met kenteken [kenteken] , die geparkeerd stond bij de Lidl in Duiven achter de woning van haar ouders. [18]
Verdachte heeft verklaard dat hij dit e-mailbericht heeft verstuurd. Hij is na het stopgesprek één keer bij de Lidl in Duiven geweest. [19]
5.
Bellen van de moeder van [slachtoffer]
heeft verklaard dat verdachte op 1 november 2022 haar moeder heeft gebeld en gezegd dat [slachtoffer] contact met verdachte moest opnemen. Als [slachtoffer] dit niet zou doen, zou verdachte het met een vuurwapen oplossen. [20]
Verdachte heeft verklaard dat hij de moeder van [slachtoffer] één keer heeft gebeld. [21]
6.
Restaurant [restaurant]
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij op 12 november 2022 met vriendinnen in restaurant [restaurant] in Amsterdam was. Ze voelde dat iemand zijn hand op haar schouder legde. Ze draaide zich om en zag dat het verdachte was. Hij zei dat hij met haar wilde praten. Ze zei tegen verdachte dat hij weg moest gaan en dat ze anders de politie zou bellen. Haar vriendinnen hebben verdachte naar buiten gestuurd. Een half uur later liep ze met vriendinnen naar buiten. Toen ze naar haar auto liep, werd er opeens aan haar arm getrokken. Ze zag dat het verdachte was. Ze zei dat hij haar los moest laten en dat hij weg moest gaan. Ze voelde zich angstig en paniekerig. Verdachte liet haar los. [22]
Een vriendin van [slachtoffer] verklaarde dat ze in het restaurant zag dat er iemand naar [slachtoffer] liep. Zijn arm ging richting [slachtoffer] . [slachtoffer] zei dat hij weg moest gaan en dat ze anders de politie zou bellen. De persoon verliet direct het restaurant. [slachtoffer] ging met twee andere vriendinnen naar buiten om hem aan te spreken en te vragen of hij weg wilde gaan. [23]
Getuige [getuige] heeft verklaard dat ze terugliep naar de ingang van het restaurant, waar [slachtoffer] stond, toen ze zag dat er een jongen op hen af kwam lopen. Van [slachtoffer] begreep ze dat dit verdachte was. Hij vroeg aan [slachtoffer] of hij alsjeblieft even met haar mocht praten. Ze zag dat hij [slachtoffer] bij haar arm vasthad. [24]
Verdachte heeft verklaard dat hij in restaurant [restaurant] is geweest. Hij vroeg [slachtoffer] of ze buiten met hem wilde praten. [25]
De beoordeling
Bij de beoordeling of sprake is van belaging als bedoeld in art. 285b, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer.
Uit de frequentie waarmee verdachte heeft geprobeerd contact te zoeken met [slachtoffer] per telefoon, e-mail en sociale media, het feit dat hij haar opzocht toen zij met vriendinnen uit eten was in Amsterdam en het feit dat hij ook haar familie heeft benaderd, komt naar voren dat de verdachte op indringende wijze heeft geprobeerd met [slachtoffer] in contact te komen. Daarbij bevatten één e-mail en in ieder geval één Whatsappbericht een dreigende ondertoon door de verwijzing naar bloed (vergieten). Ondanks het stopgesprek op 11 september 2022 bleef verdachte proberen om met [slachtoffer] in contact te komen. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat zij zo bang is geworden dat ze niet in haar nieuwe woning durft te verblijven. Het handelen van verdachte heeft dus grote gevolgen gehad voor het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer] .
De rechtbank is van oordeel dat de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer] zodanig zijn geweest dat van een stelselmatige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer sprake is geweest.
Deze inbreuk is daarnaast opzettelijk en wederrechtelijk. Uit het dossier blijkt immers dat [slachtoffer] op 25 maart 2022 de relatie heeft beëindigd en op 27 april 2022 het contact met verdachte heeft verbroken. Verdachte was hiervan op de hoogte, gelet op zijn verklaring dat hij een eindgesprek met [slachtoffer] wilde voeren. Dit heeft hem er niet van weerhouden om vanaf juni 2022 contact te zoeken. Hieruit volgt verder dat verdachte het oogmerk had om [slachtoffer] te dwingen iets te doen, namelijk hem te spreken, en te dulden dat hij contact met haar opnam.
De rechtbank acht daarmee bewezen dat de verdachte zich aan de ten laste gelegde belaging schuldig heeft gemaakt. Nu uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte vanaf juni 2022 contact begon te zoeken met [slachtoffer] , zal de rechtbank 1 juni 2022 hanteren als begindatum van de belaging.
De rechtbank twijfelt niet aan hetgeen [slachtoffer] heeft verklaard over de laatste twee gedachtestreepjes uit de tenlastelegging, kortgezegd de bedreigingen die verdachte tegen haar zou hebben geuit. In het procesdossier bevinden zich echter geen bewijsmiddelen die haar verklaring ondersteunen. Er is dus onvoldoende wettig bewijs om tot bewezenverklaring van deze handelingen te komen. Daarom zal de rechtbank verdachte vrijspreken voor zover het deze gedachtestreepjes betreft.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van
1 juni 2022tot en met 12 november 2022 te Arnhem en/of Duiven en/of Utrecht en/of Amsterdam,
althans in Nederland,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] door
- die [slachtoffer] veelvuldig (al dan niet anoniem) te bellen;
- die [slachtoffer] (met het e-mailadres [e-mailadres] ) mails te sturen (al dan niet met bedreigende, intimiderende en/of beledigende inhoud);
- die [slachtoffer] (met verschillende telefoonnummers en/of accounts) (WhatsApp, Instagram en/of Snapchat)berichten te sturen;
- zich
een of meermalenrondom de woning van de ouders van [slachtoffer] op te houden;
- de moeder van die [slachtoffer]
(veelvuldig)te bellen;
- zich op te houden in en/of rondom het restaurant [restaurant] te Amsterdam en/of (vervolgens) die [slachtoffer] bij haar arm te pakken en tegen haar te zeggen dat hij met haar wil praten;
- te dreigen foto's van verdachte en die [slachtoffer] openbaar te maken, dan wel te delen met familieleden van die [slachtoffer] ;- te dreigen bijtend zuur in het gezicht van die [slachtoffer] te gooien en/of een vuurwapen te gebruiken,met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen
, niet te doen,ente dulden
en/of vrees aan te jagen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
belaging.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot:
  • een taakstraf van 180 uren met aftrek van de tijd die verdachte in inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis heeft gezeten;
  • een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met een proeftijd van drie jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering; en
  • de maatregel van 38v Wetboek van Strafrecht, te weten een contact- en locatieverbod ten aanzien van het slachtoffer voor de duur van drie jaren met oplegging van twee weken hechtenis voor iedere keer dat verdachte de maatregel overtreedt, tot het wettelijk maximum.
De officier van justitie heeft hierbij gevorderd dat de bijzondere voorwaarden en de 38v-maatregel dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit tot oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en een geheel voorwaardelijke taakstraf met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. Indien de rechtbank komt tot oplegging van een (deels) onvoorwaardelijke taakstraf, verzoekt de raadsvrouw een zo laag mogelijke taakstraf aan verdachte op te leggen. Volgens de raadsvrouw is oplegging van de 38v-maatregel in deze situatie disproportioneel.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het gedurende een periode van ongeveer een half jaar stalken van zijn ex-partner. Hij deed dit door telefonisch, per e-mail en via sociale media veelvuldig op indringende en intensieve wijze contact met haar te zoeken, waarbij hij ook intimiderende en dwingende berichten stuurde. Verder benaderde hij haar familie. Ook heeft hij het slachtoffer opgezocht in een restaurant in Amsterdam. Dit terwijl het slachtoffer op 26 april 2022 het contact al met hem verbrak en daarna niet meer reageerde op de vele pogingen van verdachte om met haar in contact te komen. Het had dus duidelijk moeten zijn dat het slachtoffer geen contact (meer) met hem wenste te hebben. Zelfs het gesprek met de politie op 11 september 2022 waarin hem duidelijk te kennen is gegeven op te houden met het contact zoeken met het slachtoffer heeft geen enkel effect gehad. Verdachte wilde contact met het slachtoffer en liet zich door niets en niemand tegenhouden. In de verklaringen die het slachtoffer bij de politie heeft afgelegd, laat zij merken hoe angstig dit alles haar heeft gemaakt en dat het gedrag van verdachte vergaande negatieve gevolgen heeft gehad op haar leven en vrijheid. Dit ging zelfs zo ver dat zij niet in haar nieuwe woning durfde te verblijven. Verdachte heeft op geen enkele wijze oog gehad voor deze gevolgen en daarmee op ontoelaatbare wijze inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer.
De persoon en persoonlijke omstandigheden van verdachte
Uit het strafblad van verdachte van 28 juni 2023 blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Reclassering Nederland heeft op 20 juli 2023 een advies opgemaakt over verdachte. Volgens de reclassering kan in geval van een veroordeling worden gesteld dat verdachte de relatiebreuk niet heeft kunnen verwerken en vervolgens op grensoverschrijdende wijze heeft geprobeerd de relatie te herstellen. Hoewel de verdachte ten tijde van het advies inmiddels acht maanden geen contact had met het slachtoffer, worstelde hij nog steeds met de relatiebreuk en kampte hij met veel emoties en onbegrip over deze periode.
De reclassering acht behandeling in een forensisch kader geïndiceerd. Verdachte staat hier ook open voor. Buiten onderhavige problematiek signaleert de reclassering geen problematiek. Verdachte is maatschappelijk normaal ingebed. Hij heeft een woning, werk, een sociaal netwerk en een nieuwe relatie. Er zijn forse schulden, maar verdachte draagt hier zorg voor.
De reclassering schat de risico’s op recidive en op letselschade in als gemiddeld en het risico op onttrekking aan voorwaarden als laag.
Bij veroordeling adviseert de reclassering een (deels) voorwaardelijke straf met de volgende bijzondere voorwaarden:
  • de meldplicht;
  • een ambulante behandelverplichting;
  • een contactverbod ten aanzien van het slachtoffer.
Verder adviseert de reclassering de 38v-maatregel, inhoudende een contact- en locatieverbod ten aanzien van het slachtoffer. Volgens de reclassering dienen zowel de bijzondere voorwaarden als de 38v-maatregel dadelijk uitvoerbaar te worden verklaard.
Conclusie
Alles overziend en gelet op de LOVS-oriëntatiepunten acht de rechtbank het volgende passend en geboden.
De rechtbank is van oordeel dat een taakstraf van 120 uur, subsidiair 60 dagen hechtenis hier op zijn plaats is. Dit is minder dan door de officier van justitie geëist, omdat de rechtbank een kortere periode en minder handelingen bewezen heeft verklaard. De tijd die verdachte in verzekering is gesteld, dient op de taakstraf in mindering te worden gebracht.
Daarnaast legt de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op met een proeftijd van drie jaren en de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd. De reclassering heeft het risico op letselschade ingeschat als gemiddeld. Daarom ziet de rechtbank geen aanleiding om de dadelijke uitvoerbaarheid van de aan de proeftijd verbonden bijzondere voorwaarden te bevelen. Er behoeft blijkens het advies van de reclassering geen ernstig rekening gehouden te worden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.
Daarnaast vindt de rechtbank het noodzakelijk om ter voorkoming van hernieuwd strafbaar gedrag een maatregel zoals bedoeld in artikel 38v Sr op te leggen, zodat het Openbaar Ministerie de keuze heeft tussen vervangende hechtenis en tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke straf bij een overtreding van het contactverbod en daarmee het meeste recht kan doen aan de situatie op dat moment.
De vrijheidsbeperkende maatregel zal inhouden dat verdachte gedurende drie jaar geen direct of indirect contact mag hebben met het slachtoffer. Om deze maatregel kracht bij te zetten, bepaalt de rechtbank dat bij iedere overtreding van dit verbod een vervangende hechtenis van een week zal worden toegepast, tot een maximum van zes maanden. De rechtbank zal deze maatregel dadelijk uitvoerbaar verklaren, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich weer belastend zal gedragen jegens het slachtoffer. Volgens de reclassering worstelde verdachte namelijk op 20 juli 2023 nog met de relatiebreuk en kampte hij met veel emoties en onbegrip over deze periode. Het beeld dat de rechtbank ter terechtzitting van de verdachte heeft gekregen, onderschrijft dit.
De rechtbank ziet af van het opleggen van een locatieverbod, omdat het adres van het slachtoffer mogelijk nog niet bekend is bij de verdachte en hij niet middels het vonnis hiervan kennis dient te nemen.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 38v, 38w en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
 stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich uiterlijk binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd zal melden bij Reclassering Nederland op het adres Zwarte Woud 2 te Utrecht en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden bij deze instelling, zo vaak en zolang de instelling dat noodzakelijk acht;
- verdachte zich gedurende de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering noodzakelijk acht, onder behandeling zal stellen van De Waag of een soortgelijke zorgverlener, zulks te bepalen door de reclassering, en zich zal houden aan de huisregels en de aanwijzingen die in dat kader worden gegeven;
- verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt.
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
taakstraf van 120 uur, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 legt een vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht op, inhoudende dat verdachte gedurende drie jaar op geen enkele wijze – direct of indirect – contact mag opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] ;
 beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van één week wordt toegepast voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
 beveelt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.L. Heldens (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings en mr. F.E. Venema, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Aalbers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 augustus 2023.
De griffier is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022413411, gesloten op 26 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 44.
3.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 11-12.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8.
5.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 12.
6.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 12.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 55.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 89.
9.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 augustus 2023.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 104.
11.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 13.
12.Geschrift, te weten een uit het Dari vertaald e-mailbericht, p. 72.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 40.
14.Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever [slachtoffer] , p. 47.
15.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 augustus 2023.
16.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 12 en 14.
17.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 augustus 2023.
18.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 13.
19.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 augustus 2023.
20.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 15.
21.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 augustus 2023.
22.Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] , p. 118-119.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 75.
24.Proces-verbaal van verhoor getuige S. [getuige] , p. 73.
25.Verklaring van verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 7 augustus 2023.