Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
1.De procedure
2.De feiten
3 december 2021 (productie 10 van [gezamenlijke eisers] ) [gedaagde] – tevergeefs – gesommeerd om binnen vier weken het dak in de oorspronkelijke staat te herstellen en de reeds door [gezamenlijke eisers] betaalde bedragen terug te betalen.
De constructiepalen zitten op zichzelf niet op een ongebruikelijke plaats maar zijn gewoonweg niet opgemerkt terwijl hier wel een mogelijkheid voor is gebleken op de zolder van de woning waarvan aannemelijk is dat deze ook toegankelijk was ten tijde van de vooropname.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.5. Nu de overeenkomst (partieel) vernietigbaar is, komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van de overige verweren. Ten overvloede overweegt de rechtbank ten aanzien van de gestelde oplevering onder verwijzing naar de brief van [gedaagde] van 14 juli 2022 dat hiervan ook volgens de eigen stellingen van [gedaagde] geen sprake is. In de brief verzoekt hij immers om in staat te worden gesteld het werk af te maken en op te leveren. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] dit standpunt herhaald.
5.De beslissing
uitsluitendde inhoud van de hiervoor bedoelde akte van [gezamenlijke eisers] ,