ECLI:NL:RBGEL:2023:4730

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 augustus 2023
Publicatiedatum
18 augustus 2023
Zaaknummer
C/05/419174 / KG RK 23-421
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter wegens te late indiening en gebrek aan concrete feiten

Op 4 augustus 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door een verzoeker tegen mr. J.T.G. Roovers, rechter in de rechtbank. Het wrakingsverzoek was ingediend op 11 mei 2023, maar de wrakingskamer oordeelde dat het verzoek gedeeltelijk te laat was ingediend en dat het geen concrete feitelijke grondslag had. De procedure rondom het wrakingsverzoek was complex, met eerdere verzoeken en beslissingen die de context vormden. De verzoeker had onder andere aangevoerd dat de rechter vooringenomen was door onjuiste beslissingen te nemen in een bodemzaak waarin hij betrokken was. De wrakingskamer stelde vast dat de verzoeker onvoldoende concrete feiten had aangedragen die de vrees voor partijdigheid van de rechter objectief gerechtvaardigd zouden maken. Bovendien werd opgemerkt dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om de juistheid van rechterlijke beslissingen te toetsen, maar enkel om de (schijn van) vooringenomenheid van de rechter te beoordelen. De wrakingskamer concludeerde dat de aangevoerde gronden niet voldeden aan de hoge drempel voor wraking en wees het verzoek af. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND
locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/419174 / KG RK 23-421
Beslissing van 4 augustus 2023
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
gemachtigde: [gemachtigde]
strekkende tot de wraking van
mr. J.T.G. Roovers,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek, ingediend per e-mails van 11 en 12 mei 2023;
  • de beslissing van de wrakingskamer van 20 juni 2023 op het wrakingsverzoek van verzoeker gericht tegen de leden van de wrakingskamer, waarbij verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard in dat wrakingsverzoek;
  • de brief en e-mail van de wrakingskamer van 12 juli 2023, waarin aan verzoeker is meegedeeld dat de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek zal plaatsvinden op 3 augustus 2023;
  • de ontvangen e-mails van verzoeker van 2 en 3 augustus 2023, met daarin een verzoek tot aanhouding van de mondelinge behandeling;
  • de e-mail van de wrakingskamer aan verzoeker van 3 augustus 2023, waarin hem is meegedeeld dat de mondelinge behandeling later op die middag doorgaat;
  • de mondelinge behandeling van de wrakingskamer op 3 augustus 2023, waarop verzoeker en de rechter - met bericht van afwezigheid - niet zijn verschenen.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 10250472 CV \ EXPL 22-3587 tussen verzoeker als eisende partij en [belanghebbende] als gedaagde partij (de bodemzaak). Deze bodemzaak stond op de rolzitting van 12 mei 2023 om 11:30 uur voor dupliek aan de zijde van [belanghebbende] .
2.2
Op de standpunten van verzoeker, zoals blijkt uit het schriftelijk wrakingsverzoek, zal hierna bij de beoordeling worden ingegaan.
2.3
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft niet op het verzoek gereageerd.

3.De beoordeling

3.1.
Verzoeker heeft bij e-mails van 2 en 3 augustus 2023 verzocht om de behandeling van deze wrakingsprocedure aan te houden totdat de rechtbank Noord Nederland en de rechtbank Den Haag op zijn verzoeken tot het houden van voorlopige getuigenverhoren hebben beslist. Indien zou blijken dat de leden van de wrakingskamer in de wrakingszaak gericht tegen de onderhavige wrakingskamer beïnvloed zijn geweest dan is de beslissing van de wrakingskamer van 20 juni 2023 nietig en is de onderhavige wrakingskamer niet bevoegd, aldus verzoeker. De wrakingskamer wijst het verzoek om aanhouding af, omdat verzoeker onvoldoende concrete feiten en omstandigheden heeft aangevoerd waaruit blijkt dat voormelde beslissing van de wrakingskamer van 20 juni 2023 niet in stand zou kunnen blijven.
3.2.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.3.
De wrakingskamer begrijpt allereerst uit het wrakingsverzoek dat verzoeker de rechter vooringenomen vindt, omdat deze onjuiste beslissingen heeft genomen door de wederpartij in de bodemzaak ten onrechte meerdere malen uitstel te verlenen voor het indienen van de conclusie van antwoord en dat er in de bodemzaak ten onrechte geen mondelinge behandeling is bepaald.
3.4.
Het wrakingsverzoek moet worden gedaan zodra de omstandigheden die daarvoor aanleiding hebben gegeven zich hebben voorgedaan. Na indiening van het wrakingsverzoek wordt de procedure direct geschorst. Zo wordt voorkomen dat de rechter proceshandelingen verricht gedurende een periode waarvan later wordt vastgesteld dat hij toen niet over de vereiste onpartijdigheid beschikte. Ook is beoogd onnodige vertraging van de rechtspleging te voorkomen. De door verzoeker aangevoerde omstandigheden ten aanzien van het uitstel voor het indienen van de conclusie van antwoord alsmede het verdere verloop van de procedure, zijn aan hem bekend geworden in de periode december 2022 tot februari 2023 respectievelijk op 14 april 2023 toen de rolrechter de wederpartij in de gelegenheid heeft gesteld om op 12 mei 2023 (bij conclusie van dupliek) te reageren op de reactie van verzoeker op de conclusie van antwoord bij brief van 11 april 2023 (conclusie van repliek). Het wrakingsverzoek is gedaan op 11 mei 2023. Voor het tijdsverloop van vier weken is door verzoeker geen redelijke verklaring gegeven. Het wrakingsverzoek is daarom te laat ingediend voor wat betreft voornoemde gronden. Aan een inhoudelijke beoordeling van deze gronden van het wrakingsverzoek komt de rechtbank daarom niet toe.
3.5.
Ten overvloede merkt de wrakingskamer op dat de juistheid van een rechterlijke beslissing alleen kan worden beoordeeld als daartegen een rechtsmiddel (zoals hoger beroep) is aangewend. De wrakingsprocedure is daarvoor niet bestemd, omdat het daarin uitsluitend gaat over de (schijn van) vooringenomenheid van de rechter. Alleen als de beslissing gelet op de motivering of de wijze van totstandkoming zo onjuist of onbegrijpelijk is dat deze uitsluitend door vooringenomenheid kan worden verklaard, is er grond voor wraking. De aangevoerde gronden halen, ook indien het wrakingsverzoek tijdig zou zijn ingediend, deze hoge drempel niet.
3.6.
De rechter heeft op de rolzitting van 12 mei 2023 geen beslissing kunnen nemen over het vervolg van de procedure na de conclusie dupliek, omdat hij voordien is gewraakt. Dit heeft ertoe geleid dat tot op heden onbekend is of er al dan niet een mondelinge behandeling zal worden bepaald. Ook deze – nog te nemen – beslissing van de rechter is een procesbeslissing en geldt hetzelfde toetsingscriterium als hiervoor genoemd.
3.7.
Verzoeker heeft voorts aan zijn wrakingsverzoek het volgende ten grondslag gelegd:
“De rechters zelf blijken corrupt te zijn dit bevestigen de uitspraken en het bestuur van de rechtbank Gelderland probeert het met valse verklaringen het in de doofpot te houden en probeert in samenwerking met de rechtbank Oost-Brabant mij op valse beschuldigingen op te sluiten.
Het bestuur van de rechtbank Gelderland is de instantie welke het beleid van de rechtbank bepaalt en deze rechter voert het uit.
Deze rechter neemt deel aan een criminele organisatie.
Ook deze rechter heeft de opdracht gekregen deze zaak, de misdaden begaan door de gemeente West Maas en Waal en de rechtspraak in de doofpot te schrijven.
Ook deze rechter is hiervan bewust:
Daarbij ligt er een valselijk opgestelde uitspraak. Hier heeft rechtbank Gelderland en Oost-Brabant aan meegewerkt. Dit geeft weer dat de rechtbanken en hun medewerkers, rechters en bestuur corrupt zijn. Ook deze zaak valt onder de valse uitspraak. De misdaden zouden in die zaak, waaronder de misdaden in deze zaak, aan het licht moeten komen. Om deze misstanden, ook in deze zaak te verbergen, heeft een rechter op 13 dec een valse uitspraak gedaan en het bestuur probeert het te legaliseren.”
3.8.
Deze door verzoeker aangevoerde gronden betreffen slechts veronderstellingen en suggesties. Concrete feiten waaruit de wrakingskamer de vooringenomenheid van de rechter of de objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor kan afleiden, ontbreken.
3.9.
Het wrakingsverzoek wordt gelet op het voorgaande afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.J. Peerdeman, voorzitter, mr. G. Edelenbos en mr. R.M.H. Pennings , leden in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 4 augustus 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.