ECLI:NL:RBGEL:2023:4665

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 augustus 2023
Publicatiedatum
15 augustus 2023
Zaaknummer
05.053765.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens bedreiging van (ex) partner met een mes en rijden onder invloed

Op 14 augustus 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zijn (ex-)partner heeft bedreigd met een mes en onder invloed van alcohol heeft gereden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte tussen 17 januari 2023 en 19 februari 2023 meermalen dreigende woorden heeft geuit richting zijn (ex-)partner, waarbij hij onder andere een mes heeft getoond. De bedreigingen waren van ernstige aard, waaronder uitspraken als 'ik maak jou echt kapot' en 'ik steek je huis in de fik'. De verdachte heeft tijdens de zitting erkend dat hij en zijn partner te horen zijn op spraakmemo's waarin deze bedreigingen zijn vastgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, en heeft hem hiervoor veroordeeld.

Daarnaast heeft de verdachte op 22 februari 2023 als bestuurder van een motorrijtuig gereden met een alcoholgehalte van 1310 microgram per liter uitgeademde lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. De rechtbank heeft de verdachte een taakstraf opgelegd van 160 uren, waarvan 126 uren voorwaardelijk, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor achttien maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft rekening gehouden met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn alcoholprobleem en de impact van zijn gedrag op de (ex-)partner. De rechtbank heeft besloten dat de voorwaardelijke straf dient als een stok achter de deur om recidive te voorkomen en om de verdachte te stimuleren zijn behandeltraject positief af te ronden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/053765-23; 05/057812-23 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 14 augustus 2023
Tegenspraak
vonnis van de militaire meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1982 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven op de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsman: mr. M.J. van den Hoonaard, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/053765-23:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 januari 2023 tot en met 19
februari 2023 te Apeldoorn, in elk geval in Nederland, zijn, verdachtes (ex-) partner [slachtoffer]
(telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware
mishandeling en/of brandstichting, door
- die [slachtoffer] een (keuken)mes, in elk geval een daarop gelijkend scherp en/of puntig
voorwerp te tonen en/of voor te houden en/of (vervolgens) die [slachtoffer] dreigend de
woorden toe te voegen “ik zal maar heel rap het pak wijn geven en wie denk jij dat je bent om de wijn af te pakken”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [slachtoffer] (meermalen) dreigend de woorden toe te voegen “wegwezen of ik stamp je
gewoon hier in elkaar nou” en/of “i will fucking kill you” en/of “ik maak jou echt kapot” en/of "you will die in problems” en/of “en dan maak ik je dood” en/of “ik steek je huis in de fik”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Parketnummer 05/057812-23:
hij op of omstreeks 22 februari 2023 te Apeldoorn, als bestuurder van een
motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als
bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994,
1310 microgram (ug/l), in elk geval hoger dan 220 microgram (ug/l) alcohol per liter
uitgeademde lucht bleek te zijn.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle aan hem ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van het deel van de tenlastelegging dat ziet op de dreigende woorden ‘ik steek je huis in de fik’ merkt de officier van justitie het volgende op. Volgens aangeefster heeft verdachte op 17 februari 2023 gedreigd het huis in de fik te steken. Dit komt alleen in de aangifte naar voren en komt niet terug in de geluidsopnames. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het best zou kunnen dat hij dat heeft gezegd. Gelet daarop stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat ook dit deel van de tenlastelegging wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat hij zich ten aanzien van het ten laste gelegde onder parketnummer 05/057812-23 refereert aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van parketnummer 05/053765-23 heeft de raadsman bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het deel van de tenlastelegging dat ziet op de bedreiging met het mes en de bedreiging dat verdachte het huis van aangeefster in de fik steekt. Daartoe voert de raadsman aan dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is ten aanzien van deze twee onderdelen van de tenlastelegging nu dit slechts in de aangifte wordt verklaard door aangeefster en niet door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund.
Beoordeling door de militaire kamer
Parketnummer 05/053765-23: [1]
[slachtoffer] , aangeefster, heeft aangifte gedaan van meerdere incidenten waarbij haar (ex-) partner, verdachte, dreigementen richting haar geuit heeft. Aangeefster heeft verklaard dat verdachte haar op 17 januari 2023 zou hebben bedreigd met een mes en daarbij zei: “ik zal maar heel rap het pak wijn geven en wie denk jij dat je bent om de wijn af te pakken”. In de periode tussen 15 februari 2023 en 19 februari 2023 had aangeefster het gevoel dat zij spraakmemo’s moest opnemen, omdat het schelden steeds erger werd en er ook dreigementen werden geuit door verdachte. In deze periode zou verdachte meerdere dreigementen hebben geuit richting haar. Op 17 februari 2023 zou verdachte hebben gedreigd om het huis in de fik te steken. Aangeefster heeft verklaard door deze gebeurtenissen onder andere bang te zijn en zij heeft hierdoor continue een gevoel van onrust. [2]
De geluidsfragmenten zijn door de verbalisant uitgewerkt. Op de geluidsfragmenten is het volgende te horen:
NNV = de aangeefster [slachtoffer]
NNM = vermoedelijk verdachte [verdachte]
Geluidsfragment 1:
(...)

NNV: Blijf van mij af!NNM: wegwezen, of ik stamp je gewoon hier in elkaar nou, hoe durf je jonge, gewoon eten weg gooien.
Geluidsfragment 9:

NNM: (onverstaanbaar) you try me.NNV: watNNM: I will facking kill you.
Geluidsfragment 10:

NNM: (onverstaanbaar).... Ik maak jou echt kapot.
Geluidsfragment 11:
(....)

NNM: Jij gaat met mij aan de gang [slachtoffer] , (onverstaanbaar).NNV: Mhmm.NNM: You will die in problems
Geluidsfragment 12:

NNV: Nee, ik hoef het niet te proberen dat ga ik gewoon doen.NNM: Probeer maar [slachtoffer] .NNV: Ja en dan?NNM: Dan maak ik je dood.NNV: Ja? Oh weer een bedreiging.NNM: Ja, ter plekke. [3]
Verdachte heeft op de zitting bevestigd dat hij tijdens zijn verhoor heeft erkend dat hij en zijn partner te horen zijn op deze spraakmemo’s. Ten aanzien van de aanwezigheid van het mes heeft verdachte verklaard dat hij in de keuken kaas of worst aan het snijden was toen aangeefster een pak wijn wegpakte. Hij werd boos op aangeefster. Hij draaide zich om, had het mes op dat moment nog in zijn hand en zei: “ik zal maar heel rap het pak wijn geven en wie denk jij dat je bent om de wijn af te pakken”. Verdachte heeft verklaard dat het niet zijn intentie was om zijn woorden kracht bij te zetten met het mes, maar dat hij wel begrijpt dat aangeefster dit als bedreigend heeft ervaren. [4]
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangeefster meermalen woordelijk heeft bedreigd. De militaire kamer is voorts van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het bedreigen van aangeefster met een mes. De militaire kamer overweegt daartoe dat uit het tonen/voorhouden van het mes door verdachte in combinatie met de woorden die hij daarbij heeft gebruikt en de context waarbinnen dit heeft plaatsgevonden, voldoende aanwijzingen bestaan dat de wil van verdachte was gericht op het teweegbrengen van bedoelde vrees. Bij aangeefster kon immers de redelijke vrees bestaan voor de misdrijven waarmee verdachte heeft gedreigd, nu verdachte een alcoholprobleem heeft en haar met een mes en woordelijk heeft bedreigd op het moment dat zij het laatste pak wijn had weggepakt en verdachte daar boos over werd. Nu ook de andere bedreigingen zijn gedaan in een conflictueuze relatie, waarbij verdachte een hardnekkig alcoholprobleem heeft, is de rechtbank van oordeel dat die bewoordingen in deze context gericht zijn op het doen ontstaan van redelijke vrees bij aangeefster.
Ondanks dat de militaire kamer geen reden heeft om te twijfelen aan de aangifte van aangeefster, bevat het dossier geen ondersteunend bewijs voor het deel van de tenlastelegging dat ziet op de bedreigende tekst ‘ik steek je huis in de fik’. Dit wordt door verdachte ook ontkend. De militaire kamer zal verdachte ten aanzien van dit deel van de tenlastelegging dan ook vrijspreken.
Parketnummer 05/057812-23: [5]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal rijden onder invloed d.d. 22 februari 2023, p. 4-5;
- het resultaat ademanalyse d.d. 22 februari 2023, p. 9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 31 juli 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05/053765-23:
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 17 januari 2023 tot en met 19 februari 2023 te Apeldoorn,
in elk geval in Nederland,zijn, verdachtes (ex-) partner [slachtoffer]
(telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware
mishandeling
en/of brandstichting, door
- die [slachtoffer] een (keuken)mes,
in elk geval een daarop gelijkend scherp en/of puntig
voorwerpte tonen en
/ofvoor te houden en
/of(vervolgens) die [slachtoffer] dreigend de
woorden toe te voegen “ik zal maar heel rap het pak wijn geven en wie denk jij dat je bent om de wijn af te pakken”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
/of
- die [slachtoffer] (meermalen) dreigend de woorden toe te voegen “wegwezen of ik stamp je
gewoon hier in elkaar nou” en
/of“i will fucking kill you” en
/of“ik maak jou echt kapot” en
/of"you will die in problems” en
/of“en dan maak ik je dood”
en/of “ik steek je huis in de fik”,
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Parketnummer 05/057812-23:
hij op
of omstreeks22 februari 2023 te Apeldoorn, als bestuurder van een
motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als
bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994,
1310 microgram (ug/l)
, in elk geval hoger dan 220 microgram (ug/l)alcohol per liter
uitgeademde lucht bleek te zijn.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05/053765-23:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Parketnummer 05/057812-23:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren, waarvan 100 uren voorwaardelijk met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie eist daarbij een proeftijd van drie jaren en de oplegging van bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd in het reclasseringsadvies van 13 juli 2023.
Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een ontzegging van de rijbevoegdheid van achttien maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met aftrek en een proeftijd van drie jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan de duur van het voorarrest niet wenselijk is, gelet op de PTSS-problematiek van verdachte. Vanwege deze problematiek is het uitvoeren van een taakstraf tevens moeilijk voor hem. Voorts voert de raadsman aan dat de reclassering in haar rapportage eveneens heeft benoemd dat het uitvoeren van een taakstraf gelet op de instabiliteit in het leven van verdachte op dit moment niet wenselijk is. De raadsman acht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest met daarbij een voorwaardelijk strafdeel het meest passend.
De raadsman heeft daarnaast verzocht om een ontzegging van de rijbevoegdheid op te leggen waarbij het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de duur dat verdachte zijn rijbewijs op dit moment al kwijt is, te weten vijf maanden, en daarbij tien maanden voorwaardelijk op te leggen. Verdachte heeft belang bij het terugkrijgen van zijn rijbewijs, nu hij door zijn problematiek niet in staat is om met het Openbaar Vervoer te reizen en vervoer met een taxi zou bij hem voor stress zorgen. Verdachte wil tevens graag zijn ouders kunnen bezoeken die in het midden van het land wonen, aldus de raadsman.
De beoordeling door de militaire meervoudige kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging van zijn (ex-)partner. De bedreigingen hebben plaatsgevonden in de woning waar verdachte en zijn partner op dat moment samen verbleven. Dit is een plek waar aangeefster zich bij uitstek veilig moet kunnen voelen. Verdachte heeft door de bedreigingen voor angst en spanning gezorgd bij aangeefster. Op het moment dat verdachte met het mes voor haar stond, had zij daadwerkelijk het gevoel dat zij dood zou gaan. Verdachte zou juist vanuit zijn werkzaamheden als militair in staat moeten zijn om met agressiviteit om te gaan. Er lijkt bij verdachte een duidelijk verband te zijn tussen het alcoholgebruik en agressie, nu verdachte vrijwel alle keren onder invloed van alcohol was.
Naast de bedreigingen aan het adres van zijn (ex-)partner heeft verdachte op 22 februari 2023 met bijna zes keer meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol op gereden. Door onder invloed van alcohol deel te nemen aan het verkeer heeft verdachte niet alleen zichzelf in gevaar gebracht, maar ook de verkeersveiligheid van anderen.
Uit het uittreksel justitiële documentatie volgt dat verdachte niet recentelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, zodat deze documentatie niet in strafverzwarende zin zal worden meegenomen. In het reclasseringsadvies van 13 juli 2023 staat onder meer het volgende. De reclassering ziet een wisselwerking tussen de conflictueuze relatie van verdachte met zijn (ex-)partner, zijn alcoholgebruik en de PTSS-problematiek. Verdachte probeert zijn PTSS klachten te dempen door het gebruik van alcohol. Tegelijkertijd leidt het alcoholgebruik bij verdachte tot agressief gedrag. De reclassering ziet meerwaarde in een reclasseringstoezicht, zodat op deze manier het vrijwillige behandeltraject gemonitord kan worden en de reclassering – indien nodig – kan interveniëren. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. Indien verdachte wordt veroordeeld, adviseren zij oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en indien noodzakelijk de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname.
Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven dat hij vanaf 1 augustus 2023 terecht kan bij Stichting Thuisbasis Veteranen in Eelde.
Alles afwegend zal de militaire kamer een straf aan verdachte opleggen die afwijkt van de eis van de officier van justitie. Gelet op de ernst van de feiten zal de militaire kamer aan verdachte een werkstraf voor de duur van 160 uren, te vervangen door 80 dagen hechtenis opleggen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 126 uren voorwaardelijk. Hieraan wordt een proeftijd van drie jaren gekoppeld. De voorwaardelijke taakstraf dient als stok achter de deur om te voorkomen dat verdachte nogmaals in de fout gaat en om ervoor te zorgen dat hij zijn behandeltraject positief kan afronden. De militaire kamer acht dit van belang, omdat verdachte al eerder na een opname of behandeling is teruggevallen in oude patronen. De militaire kamer ziet op dit moment geen meerwaarde in het opleggen van een langere onvoorwaardelijke taakstraf, omdat de militaire kamer van oordeel is dat (nagenoeg) alle aandacht dient uit te gaan naar het behandeltraject van verdachte.
Daarnaast legt de militaire kamer aan verdachte een ontzegging van de rijbevoegdheid op, zoals deze door de officier van justitie is geëist.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht;
- 8, 176, 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De militaire meervoudige kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot het verrichten van een taakstraf van 160 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht twee uur in mindering wordt gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze taakstraf, te weten 126 uren, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, wegens niet nakoming van de volgende voorwaarden voor het einde van de proeftijd die op drie jaren wordt bepaald;
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
  • zich uiterlijk binnen drie werkdagen na het onherroepelijk worden van het vonnis (telefonisch) meldt bij reclassering IrisZorg op het telefoonnummer: 088-60601311, of op het adres: Tarweweg 20, 6534 AM in Nijmegen, dan wel bij de reclasseringsorganisatie in de regio waar hij woonachtig is. Hierna moet hij zich gedurende de proeftijd blijven melden bij de reclassering, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte dient zich hierbij te houden aan de afspraken en aanwijzingen die hem door of namens de reclassering worden gegeven, ook als dat inhoudt dat hij zijn medewerking verleend aan de uitvoering van huisbezoeken, de methodiek ‘Stap voor Stap, SCIL, gedragsinterventies en/of urinecontroles;
  • zich gedurende de proeftijd - of zoveel korter als de reclassering nodig vindt - laat behandelen en/of begeleiden bij forensische polikliniek Kairos of soortgelijke ambulante forensische instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, indien de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich hierbij houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, ook als dit inhoudt dat hij moet meewerken aan psychologisch onderzoek;
  • zich gedurende de proeftijd - of zoveel korter als de reclassering nodig vindt - laat behandelen vanwege zijn middelenproblematiek bij de ambulante verslavingszorg van IrisZorg of soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, indien de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Indien daartoe aanleiding is, zoals bij een terugval in middelengebruik, bij overmatig middelengebruik of in geval van ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld, kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Indien de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert zal verdachte zich,
nadat dit door de rechter is bevolen, laten opnemen in een zorginstelling te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt 7 weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het onder parketnummer 05/057812-23 bewezen verklaarde feit de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van achttien maanden met aftrek van de tijd dat het rijbewijs ingevorderd is geweest;
 bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging van de rijbevoegdheid, te weten acht maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd - die op drie jaren wordt bepaald - heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M.H. Pennings, (voorzitter), mr. J.A.L. Heldens, rechters, en Kolonel mr. M. Hoedeman, militair lid, in tegenwoordigheid van L. Willems en mr. C.F. Brouwer, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 31 juli 2023.
Mr. J.A.L. Heldens is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Veluwe, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 230314.0931.2383, gesloten op 14 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte, p. 11 t/m 15.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 18 t/m 20.
4.Proces-verbaal verhoor verdachte, p. 39 en de verklaring van verdachte ter terechtzitting.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Koninklijke Marechaussee, Landelijk Tactisch Commando, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27NV/23-000902, gesloten op 1 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.