ECLI:NL:RBGEL:2023:460
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen de verkorting van de geldigheidsduur van een coronatoegangsbewijs
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eiseres A tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de verkorting van de duur van haar corona herstelbewijs. De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport had op 6 mei 2022 het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, omdat zij niet als belanghebbende kon worden aangemerkt volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank heeft het beroep op 25 januari 2023 behandeld, waarbij eiseres en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De door eiseres opgeroepen getuigen zijn niet verschenen.
De rechtbank oordeelt dat eiseres geen procesbelang meer heeft bij het ingediende beroepschrift, omdat het coronatoegangsbewijs sinds 20 mei 2022 niet meer bestaat. Hierdoor kan eiseres niet bereiken dat de geldigheidsduur van het herstelbewijs wordt teruggebracht tot 365 dagen. De rechtbank legt uit dat het procesbelang moet liggen in een actueel en reëel belang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Eiseres heeft wel schade gesteld, maar deze is niet het gevolg van de beperking van de geldigheidsduur van het herstelbewijs.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, waardoor de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaarschrift in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter W.P.C.G. Derksen en griffier F.E.M. Rosmalen, en is openbaar uitgesproken op 31 januari 2023.