In deze zaak vordert de besloten vennootschap BMN Bouwmaterialen B.V. dat de rechtbank Van Middendorp Montage B.V. gebiedt om binnen vier weken na betekening van het vonnis het dak van haar bedrijfspand te Den Haag te herstellen. BMN stelt dat Van Middendorp gebrekkig werk heeft geleverd bij de vervanging van het dak en de goten, en dat er geen overeenstemming is bereikt over een nieuwe afspraak voor herstel. De rechtbank heeft vastgesteld dat Van Middendorp op 27 november 2020 heeft toegezegd de gebreken te herstellen conform het rapport van Royal Roofing, en dat deze toezegging bindend is. Van Middendorp heeft betwist dat er een afspraak is gemaakt over herstel, maar de rechtbank oordeelt dat de eerdere toezegging tot herstel niet is ingetrokken. De rechtbank wijst de vordering van BMN toe en legt Van Middendorp een dwangsom op van € 1.000,00 per dag voor het niet nakomen van de herstelverplichting, met een maximum van € 20.000,00. Tevens wordt Van Middendorp veroordeeld in de proceskosten van BMN, die zijn begroot op € 1.980,41.