In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 3 augustus 2023 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2015. De zaak betreft de Jeugdbescherming Gelderland, die verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 3 november 2023. De ouders van de minderjarige zijn het niet eens met dit verzoek en hebben hun eigen verzoek ingediend om de uithuisplaatsing af te wijzen en toestemming te verlenen voor een verhuizing naar het buitenland.
De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder de eerdere ondertoezichtstelling en de zorgen over de opvoedsituatie van de minderjarige. De ouders hebben lange tijd geen contact gehad met de GI en er zijn zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de ouders verklaard dat zij van plan zijn om naar het buitenland te verhuizen en dat zij een school voor de minderjarige hebben gevonden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 3 november 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De ouders hebben het recht om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen tegen deze beschikking, waarbij zij door een advocaat moeten worden bijgestaan. De kinderrechter heeft benadrukt dat het terugplaatsen van de minderjarige bij de ouders het uiteindelijke doel is, maar dat de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige voorop staan.