ECLI:NL:RBGEL:2023:449

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
408572, 411427
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing naar kantonrechter in huurkoopgeschil tussen TUJE Holding B.V. en gedaagde

Op 1 februari 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis gewezen in twee gevoegde zaken met betrekking tot een huurkoopovereenkomst. In de eerste zaak, met zaaknummer 408572, vorderden TUJE Holding B.V. en een andere eiseres (gezamenlijk aangeduid als TUJE c.s.) betaling van een bedrag van € 50.000,00 van de gedaagde, [ged.hfdz./eis.inc. 408572], wegens tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst. De eisers stelden dat de activa niet tijdig waren geleverd en dat niet was voldaan aan de opschortende voorwaarden van de overeenkomst. In de tweede zaak, met zaaknummer 411427, werd een soortgelijke vordering ingesteld tegen [ged.hfdz. 411427]. De rechtbank oordeelde dat de kantonrechter bevoegd was om van de zaken kennis te nemen, aangezien het geschil betrekking had op een huurkoopovereenkomst. De rechtbank heeft de zaken ambtshalve verwezen naar de kamer voor kantonzaken, waarbij TUJE c.s. in de proceskosten zijn veroordeeld. De rechtbank heeft ook aangegeven dat partijen niet meer verplicht zijn om zich door een advocaat te laten vertegenwoordigen in de verdere procedures bij de kantonrechter.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
Vonnis in gevoegde zaken van 1 februari 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: 408572 / HA ZA 22-397 (zaak I) van

1.TUJE Holding B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
2.
[eis.hfdz./verw.inc. 2] ,
wonende te [plaats] ,
eisers in de hoofdzaak,
verweersters in het incident,
advocaat mr. E.P.J. Verweij
tegen
[ged.hfdz./eis.inc. 408572] ,
wonende te [plaats] ,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. B. van Treijen
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer 411427 / HA ZA 22/506 (zaak II) van

1.TUJE Holding B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
2.
[eis.hfdz./verw.inc. 2],
wonende te [plaats] ,
eisers in de hoofdzaak,
advocaat mr. E.P.J. Verweij
tegen
[ged.hfdz. 411427] .
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen
Eisers in de hoofdzaken (zaak I en II), tevens verweersters in het incident in zaak I, worden hierna gezamenlijk TUJE c.s. genoemd en afzonderlijk TUJE en [eis.hfdz./verw.inc. 2] . Gedaagde in hoofdzaak I en eiseres in het incident in zaak I wordt hierna [ged.hfdz./eis.inc. 408572] genoemd. Gedaagde in zaak II wordt hierna [ged.hfdz. 411427] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in zaak I blijkt uit:
  • de dagvaarding van 31 augustus 2022 met producties 1 t/m 13;
  • de incidentele conclusie van 23 november 2022 tot verwijzing naar de kamer voor kantonzaken;
  • de conclusie van antwoord in het incident van 7 december 2022.
1.2.
Het verloop van de procedure in zaak II blijkt uit:
  • het vonnis in het incident van 28 december 2022, waarbij zaak I en zaak II zijn gevoegd en de zaak op de rol is gezet van 11 januari 2022 voor akte uitlating aan de zijde van TUJE c.s. over de voorgenomen verwijzing van zaak II naar de kamer voor kantonzaken;
  • de akte tot referte van TUJE c.s. van 11 januari 2023.
1.3.
Ten slotte is in beide zaken vonnis bepaald.

2.De feiten in beide zaken

1.1.
[eis.hfdz./verw.inc. 2] heeft een overeenkomst met [ged.hfdz. 411427] , een aanbieder van (privé)sauna’s en
-baden, in het geding gebracht op grond waarvan [ged.hfdz. 411427] activa van de onderneming zou leveren aan [eis.hfdz./verw.inc. 2] en [eis.hfdz./verw.inc. 2] de koopsom in termijnen zou betalen. In artikel 6.1 van die overeenkomst staan twee voorwaarden, die worden omschreven als “opschortende voorwaarden”, te weten:
“(…) dat de navolgende derden schriftelijk hebben ingestemd met de voortzetting van de Onderneming door Koper”
a.
verhuurder
b.
vergunning”
2.2
TUJE heeft de overeenkomst met [ged.hfdz. 411427] van [eis.hfdz./verw.inc. 2] overgenomen. Bestuurder van
[ged.hfdz. 411427] is [ged.hfdz./eis.inc. 408572] .
2.3
[eis.hfdz./verw.inc. 2] heeft twee afschriften overgelegd met daarop afschrijvingen van telkens
€ 25.000,- aan “ [ged.hfdz./eis.inc. 408572] ” met daarbij de omschrijving “aanbetaling overname [ged.hfdz. 411427] wellness (…)”. TUJE heeft eveneens twee afschriften overgelegd met afschrijvingen. Een afschrift vermeldt een betaling van € 2.500,- aan [ged.hfdz. 411427] . en het andere afschrift vermeldt een betaling van € 35.000,- aan “ [ged.hfdz./eis.inc. 408572] ” met de omschrijving “Aanbetaling overname: [ged.hfdz. 411427] . (…)”.

3.Het geschil in de hoofdzaken

3.1
Het geschil in de hoofdzaak komt er - samengevat - op neer dat TUJE c.s. vinden dat [ged.hfdz. 411427] de activa niet op tijd geleverd heeft en daarmee tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Ook stellen zij dat niet is voldaan aan de opschortende voorwaarden in artikel 6.1 en dat daaraan ook niet meer zal worden voldaan. Daarmee zou volgens TUJE en [eis.hfdz./verw.inc. 2] de grondslag voor de betaling zijn komen te vervallen en zou onverschuldigd zijn betaald.
3.2
TUJE c.s. vorderen om bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in zaak I:
1. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] te veroordelen om aan [eis.hfdz./verw.inc. 2] te betalen een bedrag van € 50.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 50.000,00 vanaf 15 juli
2022, althans vanaf 2 september 2022, tot aan de dag dat de gehele vordering is voldaan;
2. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] te veroordelen om aan [eis.hfdz./verw.inc. 2] te betalen een bedrag van € 1.275,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, althans een in goede justitie door de rechtbank te bepalen bedrag;
3. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] te veroordelen om aan TUJE te betalen een bedrag van
€ 37.500,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over een bedrag van
€ 37.500,00 vanaf 31 juli 2022, althans vanaf 2 september 2022, tot aan de dag dat de gehele vordering is voldaan;
4. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] te veroordelen om aan TUJE te betalen een bedrag van € 1.150,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, althans een in goede justitie door de rechtbank te bepalen bedrag;
5. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] te veroordelen in de kosten van de procedure, alsmede in de kosten van de gelegde beslagen, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis;
6. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] te veroordelen in de nakosten van deze procedure te begroten op een bedrag van € 163,00 en indien betekening van het vonnis plaatsvindt te vermeerderen met een bedrag van € 85,00, dan wel te begroten op respectievelijk
€ 255,00 en € 340,00 voor zover gedaagde tevens een reconventionele vordering mocht instellen, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis.
3.3
TUJE c.s. vorderen in zaak II hetzelfde, met dien verstande dat in die zaak is gevorderd [ged.hfdz. 411427] (en niet [ged.hfdz./eis.inc. 408572] ) te veroordelen op de wijze als hiervoor vermeld.

4.Het geschil in het incident

4.1
Bij incidentele conclusie van 23 november 2023 vordert [ged.hfdz./eis.inc. 408572] verwijzing van zaak I naar de kamer van kantonzaken met veroordeling van TUJE c.s. in de kosten van deze procedure. [ged.hfdz./eis.inc. 408572] legt aan de vordering ten grondslag dat de tussen [eis.hfdz./verw.inc. 2] en [ged.hfdz. 411427] gesloten overeenkomst een overeenkomst van huurkoop betreft en dat de kantonrechter op grond van artikel 93 aanhef en onder c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) bevoegd is om zaken betreffende huurkoop te behandelen en daarin te beslissen.
4.2.
TUJE c.s. hebben in het incident in zaak I verweer gevoerd. Zij stellen dat sprake is van een niet vervulde opschortende voorwaarde, waardoor er geen overeenkomst van huurkoop tot stand is gekomen.

5.De beoordeling

in het incident in zaak I
5.1.
Op grond van artikel 93 aanhef en onder c Rv is de kantonrechter bevoegd om van zaken betreffende huurkoop kennis te nemen. De term “betreffende” in artikel 93 aanhef en onder c Rv duidt erop dat de vordering betrekking moet hebben op een huurkoopovereenkomst. Dit is ruimer dan dat de vordering haar grondslag moet vinden in een huurkoopovereenkomst. Derhalve is bijvoorbeeld ook een vordering tot ontbinding en de daaraan gekoppelde vordering tot terugbetaling van reeds betaalde termijnen een vordering betreffende een huurkoopovereenkomst. Uit de dagvaarding komt naar voren dat het geschil samenhangt met een overeenkomst, met als opschrift “Huurkoop van een onderneming”, die betrekking heeft op het in huurkoop geven van activa en het, nadat een aanbetaling is gedaan, vervolgens in veertig maandelijkse termijnen aflossen van de resterende huurkoopsom. Zowel TUJE als [eis.hfdz./verw.inc. 2] vorderen o.a. terugbetaling van de in dat kader gedane betalingen. Of sprake is van een niet vervulde opschortende voorwaarde is in dit verband niet doorslaggevend.
5.2
De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering moet worden toegewezen, nu de aangevoerde die vordering kunnen dragen. TUJE c.s. dienen als de in het ongelijk gestelde partij te worden beschouwd. Daarom zullen zij worden veroordeeld in de proceskosten. Aangezien gedaagde in zaak I woonachtig is in [plaats] is de kantonrechter te [plaats] bevoegd van deze zaak kennis te nemen. De zaak zal daarom worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van de rechtbank Gelderland, locatie [plaats] .
in de hoofdzaak in zaak II
5.3.
In het vonnis in het incident van 28 december 2022 van deze rechtbank, zijn de zaken I en II gevoegd en zijn TUJE c.s. verzocht zich uit te laten over de voorgenomen verwijzing van zaak II naar de kamer voor kantonzaken. Bij akte van 11 januari 2023 hebben TUJE c.s. verklaard zich te refereren aan het oordeel van de rechtbank. Aangezien hetgeen hiervoor onder 5.1. is overwogen ook geldt in zaak II, zal de rechtbank deze zaak ambtshalve verwijzen naar de kantonrechter. Hoewel [ged.hfdz. 411427] statutair gevestigd is Rotterdam, houdt zij tevens kantoor in Malden. Nu de zaken I en II met elkaar verknocht zijn en gevoegde behandeling in de rede ligt, zal ook zaak II worden verwezen naar de kamer voor kantonzaken van de rechtbank Gelderland, locatie [plaats] .

6.De beslissing

De rechtbank:
in de zaak met zaaknummer / rolnummer 408572 / HA ZA 22-397 (zaak I):
6.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de kamer voor kantonzaken van de rechtbank Gelderland, locatie [plaats] , en wel naar de rol van vrijdag 3 maart 2023 om 10.00 uur waar [ged.hfdz./eis.inc. 408572] een conclusie van antwoord kan nemen,
6.2.
veroordeelt TUJE c.s. in de proceskosten in het incident, aan de zijde van [ged.hfdz./eis.inc. 408572] begroot op € 1.114,-,
6.3.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de zaak met zaaknummer / rolnummer 411427 / HA ZA 22/506 (zaak II):
6.4.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de kamer voor kantonzaken van de rechtbank Gelderland, locatie [plaats] , en wel naar de rol van vrijdag 3 maart 2023 om 10.00 uur voor beraad rolrechter,
in de zaak met zaaknummer / rolnummer 408572 / HA ZA 22-397 (zaak I) en de zaak met zaaknummer / rolnummer 411427 / HA ZA 22/506 (zaak II):
6.5.
wijst partijen erop dat zij in het vervolg van de procedures bij de kantonrechter niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar dat zij ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen;
6.6.
wijst partijen erop dat het in deze procedures geheven griffierecht ingevolge artikel 8 lid 4 WGBZ wordt verlaagd en dat het teveel betaalde griffierecht door de griffier wordt teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Harten en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2023.