In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de gedeeltelijke toewijzing en afwijzing van zijn aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het oprichten van een paardenbak en twee lichtmasten op zijn perceel in Bronckhorst. De rechtbank heeft op 19 december 2022 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst. De rechtbank concludeert dat het college van B&W op 17 augustus 2021 een omgevingsvergunning heeft verleend voor de aanleg van de paardenbak, maar de vergunning voor de lichtmasten heeft geweigerd, omdat deze in strijd zouden zijn met de geldende bestemmingsplannen.
De rechtbank stelt vast dat de paardenbak binnen een agrarisch bouwvlak is gelegen en dat het bestemmingsplan ‘Landelijk gebied Bronckhorst’ het oprichten van een paardenbak binnen dit bouwvlak toestaat. Eiser betoogt dat de paardenbak niet vergunningplichtig is en dat de lichtmasten onlosmakelijk verbonden zijn met de paardenbak. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende heeft onderbouwd waarom de paardenbak in strijd zou zijn met het bestemmingsplan en dat de lichtmasten, die ten behoeve van de paardenbak zijn geplaatst, ook niet in strijd zijn met het bestemmingsplan.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het college en draagt het college op om opnieuw te beslissen op de aanvraag van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank het college in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674 en bepaalt dat het college het door eiser betaalde griffierecht vergoedt.