ECLI:NL:RBGEL:2023:446

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
30 januari 2023
Zaaknummer
393893
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij ongeval met bouwkraan en dekking door verzekeraar

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eisende partij en twee gedaagde partijen, ASR Schadeverzekering N.V. en een groothandel in bouwmaterieel. De eisende partij, een onderneming die een bouwkraan had aangeschaft, vorderde schadevergoeding na een ongeval waarbij de bouwkraan omviel tijdens hijswerkzaamheden. De machinist, die de kraan bediende, beschikte niet over het vereiste hijsbewijs, wat leidde tot de weigering van ASR om dekking te verlenen voor de schade. De rechtbank oordeelde dat de machinist, [betrokkene 1], niet bevoegd was om de kraan te bedienen, waardoor ASR terecht de dekking had geweigerd op basis van de polisvoorwaarden. De rechtbank concludeerde dat de eisende partij niet kon aantonen dat er sprake was van een toerekenbare tekortkoming van de gedaagde partijen, en wees de vorderingen van de eisende partij af. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagde partijen.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/393893 / HZ ZA 21-334
Vonnis van 1 februari 2023
in de zaak van
[eisende partij] .,
te Oranjewoud,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
advocaat: mr. J. Middelbrink te Zwolle,
tegen

1.ASR SCHADEVERZEKERING N.V.,

te Utrecht,
advocaat: mr. R.D. Lubach te Zwolle,
2.
[gedaagde partij 2],
te [plaats] ,
advocaat: mr. J.A. Bussink te Veenendaal,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: ASR en [gedaagde partij 2] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 januari 2022
- de akte overlegging productie van [eisende partij]
- de akte vermeerdering van eis
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 november 2022
- de spreekaantekeningen van [eisende partij]
- de spreekaantekeningen van [gedaagde partij 2]
- de spreekaantekeningen van ASR.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] heeft van [gedaagde partij 2] , die een groothandel in bouwmaterieel exploiteert, een mobiele bouwkraan met radiografische afstandsbediening gekocht voor de prijs van
€ 43.000,00, inclusief de montage van een zogeheten “10 tonmeter-schakelaar”. Het bouwjaar van de bouwkraan is 2003. De bouwkraan is in 2018 gereviseerd.
Ook heeft [eisende partij] een rupsonderwagen gekocht voor de bouwkraan voor de prijs van
€ 51.500,00. De bouwkraan (met onderwagen) is op 19 maart 2019 bij [eisende partij] afgeleverd.
2.2.
[eisende partij] is bestuurder en enig aandeelhouder van [B.V. 1] . te [plaats] .
2.3.
De bouwkraan is door [eisende partij] via haar tussenpersoon Heddema Makelaardij en Verzekeringen verzekerd bij ASR. Op deze polis zijn de voorwaarden AVZ 18-01, TLMC 16-01 en TLMA 16-01 van toepassing.
2.4.
De 10 tonmeter-schakelaar zorgt ervoor (bij ingeschakelde stand) dat de maximum bedrijfslast van de bouwkraan wordt beperkt tot 1000 kilogram op 10 meter hoogte. Zonder inschakeling van de 10 tonmeter-schakelaar heeft de bouwkraan een hogere maximum bedrijfslast.
2.5.
Bij aflevering van de bouwkraan heeft [gedaagde partij 2] aan medewerkers van [eisende partij] , onder wie de heer [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1] ), instructies gegeven over het gebruik van de bouwkraan met ingeschakelde 10 tonmeterstand. Na afloop van de instructie is aan (onder meer) [betrokkene 1] een certificaat verstrekt, waarin het volgende is opgenomen (productie 2 [eisende partij] ):

Hierbij verklaart [gedaagde partij 2] te [plaats] dat:
Naam: [betrokkene 1]
(...)
Instructie heeft ontvangen voor het gebruik van een snelbouwkraan, afgesteld als
10 tonmeter snelbouwkraan
In het certificaat zijn verwerkt de wettelijke bepalingen:
  • Arbeidsomstandighedenbesluit; Artikel 7.32 1e lid, onder a
  • Arbeidsomstandighedenregeling; paragraag 7.3
Tijdens de Cursus werden o.a. de volgende onderwerpen behandeld:
• Verantwoordelijkheden voor- en het gebruik van de kraan
• De- en montage van de kraan en rups rijden.
• Veilig hijsen
• Het aanslaan van lasten
2.6.
Voor het (mogen) bedienen van een bouwkraan waarvan de maximum bedrijfslast 10 tonmeter of meer bedraagt, is op grond van artikel 7.6 lid 1 onder b van de Arbeidsomstandighedenregeling in combinatie met artikel 7.32. lid 1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit een registratie in het Register kraanmachinisten, ook wel genoemd een “hijsbewijs”, ook wel genoemd een TCVT-certificaat, vereist. Het in 2.5. genoemde certificaat is geen hijsbewijs.
2.7.
De Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport (hierna: TCVT) is door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) aangewezen als certificerende instelling als bedoeld in artikel 7.32 van het Arbeidsomstandighedenbesluit.
2.8.
Op 12 april 2019 is de bouwkraan tijdens hijswerkzaamheden op een bouwplaats omgevallen. Op dat moment werd de bouwkraan bediend door [betrokkene 1] , die niet over een hijsbewijs beschikte.
2.9.
[eisende partij] heeft diezelfde dag melding gemaakt van de omgevallen bouwkraan bij haar verzekeraar ASR. In opdracht van ASR is ter plaatse van de omgevallen bouwkraan op 12 april 2019 onderzoek gedaan door [naam onderzoeksbureau] (hierna: [naam onderzoeksbureau] ).
2.10.
Op 23 mei 2019 heeft [naam onderzoeksbureau] een rapport uitgebracht (productie 6 [eisende partij] ). In het rapport is onder meer het volgende opgenomen:

Historie
Op 11 april 2019 stond de rupskraan volledig uitgeschoven en uitgeklapt, met vlakke giek op het bouwwerk van [B.V. 1] (...) te [plaats] op twee stalen rijplatenbanen parallel aan de in aanbouw zijnde woningen opgesteld.
De rupskraan werd bediend door machinist [betrokkene 1] (...) zijnde een medewerker van [eisende partij] .
Gedurende de werkzaamheden met de rupskraan disfunctioneerde de kabel bediende loopkat; de katwagen kon niet geheel meer naar het einde van de giek worden gereden.
Naar de oorzaak voor de disfunctie werd door een monteur van [gedaagde partij 2] op 11 april 2019 op locatie een onderzoek ingesteld. De oorzaak werd gevonden en verholpen; de katdraad lengtegever werd opnieuw gekalibreerd waar na het testen de werkzaamheden mee werden afgerond.
Op 12 april 2019 werd de rupskraan door de machinist over de rijplaten verreden en werden de hijshaak en de katwagen bewegingen door de machinist getest en in orde bevonden waarna die dag de eerste vloerplaat met gebruikmaking van een vloerplatenklem met de rupskraan werd gehesen.
Echter bij het willen positioneren van de betreffende in de hijs hangende vloerplaat boven de scheidingswanden van de nieuwbouw maakte de katdraadtrommel een afwijkend geluid en de katwagen blokkeerde, deze kon niet meer richting de mast van de rupskraan worden verplaatst.
De katwagen kon nog wel worden uitgereden.
Toedracht
(...)
De machinist besloot de bovenbouw van de rupskraan weg van het bouwwerk te zwenken en de katwagen uit te rijden en om de last elders in het vrije veld van het bouwterrein neer te gaan zetten. Tijdens het zwenken van de bovenbouw kwam voor de machinist plotseling en onvoorzien één van de beide rupsen los van de grond en de rupskraan kantelde voorover.
Het giektopstuk raakte daarbij de top van een berkenboom en daarna de grond (in de achtertuin van een naburig gelegen woning) een gat in het gazon veroorzakend.
Daarna kantelde de mast en de giek (...) zijwaarts waarbij de mast op een scheidingswand van de bouw terechtkwam. De giek werd aan de topzijde als gevolg van het neerkomen op de scheidingswand opgetild om, toen de mast door de impact knikte, daarna in de naastgelegen tuin en op het braakliggende gedeelte van het bouwwerk te vallen.
(...)
Nader onderzoek
TCVT-persoonscertificaat machinist [betrokkene 1]
Wij ontvingen een kopie van het TCVT certificaat (...). Het betreft een certificaat voor de kraan categorie VRK (Verreiker met hijsfunctie) niet zijnde het benodigde certificaat voor de bediening / het werken van onderhavige rupskraan.
Desgevraagd deelde de heer [betrokkene 2] ons mede dat machinist [betrokkene 1] al circa 7 jaar met soortgelijke rupskranen aan het werk is en de heer [betrokkene 1] medio juli van dit jaar opgaat voor het examen voor het behalen van het benodigde certificaat. (...)
(...)
Hijslast
(...)
Tijdens de berging hebben wij de hijslast (vloerplaat en klem) door de bergingskraan laten wegen (geen geijkt weeginstrument) het afgelezen gewicht was circa 2.800 kilogram.
Hijstabel
(...)
Ten opzichte van het hart van de draaikrans van de rupskraan heeft de hijslast zich tijdens het kantelen op een vlucht van circa 15,6 meter bevonden.
(...)
Het door ons berekende maximaal te hijsen (100 %) gewicht op 15,6 m. is volgens de waarden in het tabel geïnterpoleerd 2.344 kilogram.
(...)
Rupskraanbediening
(...)
Nadat de rupskraan weer op de rupsen was gezet (...) bleek bij inschakeling van de rupskraan (de bovenbouw) dat op het display in de bedieningskast van de kraan (niet op de afstandsbediening) werd weergegeven dat gewerkt was in de configuratie “opgeklapte giek” hetgeen blijkens onze waarneming niet juist was, de giek was immers volledig uitgevouwen en niet opgetopt. Verder stond op het display van de afstandsbediening een vluchtaanduiding van 8,6 meter terwijl de werkelijke vlucht circa 15,6 m. was.
Controle van de instellingen in de bedieningskast op de bovenbouw leerde dat de draaiknopschakelaar (tweestandenschakelaar) niet in de eindstand vlakke giek was gepositioneerd maar tussen vlakke en opgeklapte giek in gedraaid stond (...). Zowel machinist [betrokkene 1] als de monteur van [gedaagde partij 2] , die bij het bergen van de rupskraan aanwezig waren, hebben aan elk hun werkgevers medegedeeld die betreffende draaiknop niet te hebben bediend. De machinist is verantwoordelijk voor de keuze en controle van de juiste hijstabel configuratie / het in de goede stand staan van de tweestandenschakelaar.
Eén of meerdere wijzigingen van een configuratie of configuraties in de bedieningskast worden pas geactiveerd na het middels de kop “enter” bevestigd hebben van één of meerdere voor het “enteren” uitgevoerde wijzigingen.
In het onderhavige geval is de rupskraan na het monteursbezoek de vorige dag door machinist [betrokkene 1] verreden. Daarvoor moet de “rijschakelaar” in de bedieningskast op de rupskraan worden bediend en moet nadien worden geënterd om de aangebrachte wijziging(en) te effectueren.
Zonder dat de machinist dat in de gaten heeft gehad werd gelijktijdig en tevens geënterd voor de lastmomentinstelling (hijstabelconfiguratie) met opgeklapte giek nu de tweestandenschakelaar niet in een eindpositie was gedraaid. Kortom de elektronische lastmomentbeveiliging werd ingeschakeld voor het werken binnen de grenzen van een voor de werkelijke samenstelling (gestrekte giek) verkeerd lastmomentbeveiliging programma.
(...)
Nu het werkelijk gewicht van de last nog net minder was dan die afgestelde 120% waarde (...) werd die beveiliging eveneens niet geactiveerd (de maximale hijscapaciteit van de kraan is berekend op 140 %). De oorzaak voor het kunnen kantelen van de rupskraan is dan ook een andere geweest, waarover later in dit verslag meer.
(...)
Rijplatenbaan
(...)
Tijdens expertise stelden wij vast dat waar de rijplatenbanen eindigden de rupsen tot voorbij het
einde van de beide banen de zandbaan in waren gereden.
(...)
De maximale draagkracht van de ondergrond onder de rupsen staand op de rijplatenbanen is (door een groter dragend oppervlak van de platen) groter dan de draagkracht op de zandbaan onder de rupsen (kleiner oppervlak).
(...)
Hijsen van de eerste vloerplaat en kantelen
(...)
De rupskraan is op de randen van de einden van de platenbanen (kantellijn) gaan bewegen, de zandbaan voor de platenbanen en onder de einden van de platenbaan is daardoor ingedrukt waardoor de rupskraan in scheefstand is geraakt.
(...) Kennelijk is de scheefstand na de eerste hijsbeweging door de machinist niet opgemerkt.
(...)
Bij scheefstand van de onderwagen echter, en dus scheefstand van de mast, voorover en schuin naar voren (ook als gevolg van het zwenken van de vloerplaat, vanaf de stapel naar het bouwwerk) is door de vervolgens toegenomen scheefstand van de onderwagen (en de mast) het lastmoment verder toegenomen welke combinatie van factoren de rupskraan fataal is geworden met het gevolg dat deze is gekanteld.
(...)
Van de rupskraan raakte alleen de bovenbouw beschadigd.
Reparatie van de bovenbouw kost EUR 56.296,94 exclusief btw (...).
(...)
Resumé schadeoorzaak
De rupskraan is gekanteld als gevolg van een samenloop van de volgende omstandigheden
De rupskraan werd deels geplaatst met de rupsen op de rijplatenbanen en bovendien deels op de zandbaan.
De rupskraan raakte in scheefstand door het verschil in draagkracht van de ondergrond onder de rupsen (staand op de rijplaatbanen en staand op de zandbaan).
Door de machinist werd niet gecontroleerd of in de bedieningskast van de bovenbouw de juiste hijstabel configuratie was gekozen / ingeschakeld.
Door de machinist werd bij het “enteren” onvoldoende aandacht geschonken aan de aanduidingen op het display van de kraan, daar werd na het bergen en starten van de rupskraan op aangegeven dat in het lastmoment programma “Folded jib” werd gewerkt in plaats van daadwerkelijk met een gestrekte giek.
2.11.
[eisende partij] heeft de schade gemeld bij ASR. Bij e-mailbericht van 31 mei 2019 heeft ASR [eisende partij] medegedeeld dat sprake is van uitsluiting van dekking voor de door [eisende partij] geleden schade, omdat de machinist niet bevoegd was om de bouwkraan te besturen (productie 9 [eisende partij] ). ASR heeft daarbij verwezen naar artikel 3.2 onder 5 van de toepasselijke Voorwaarden verzekering Landmateriaal Wettelijke Aansprakelijkheid (TLMA 16-01). Daarin is het volgende bepaald:

U bent niet verzekerd als op het moment van de gebeurtenis:
- de bestuurder vanwege een wet niet bevoegd is om het landmateriaal te besturen;
- de bestuurder vanwege een rechterlijke uitspraak de rijbevoegdheid is ontzegd;
- het landmateriaal niet voldoet aan de eisen die vermeld staan op het rijbewijs van de bestuurder.
U bent als verzekeringnemer wel verzekerd als u kunt aantonen dat u hier niets van wist, of dat het tegen uw wil gebeurde en dat u niets te verwijten valt.
In de eveneens van toepassing zijnde Voorwaarden verzekering Landmateriaal Casco (TLMC 16-01) is in artikel 3.5. onder 5 een bepaling met dezelfde inhoud opgenomen.
2.12.
Op 2 juli 2019 heeft ASR een brief ontvangen (gedateerd op 13 juni 2019) van de advocaat van [eisende partij] , waarin zij meedeelt dat [eisende partij] zich niet kan verenigen met de afwijzing van de schadeclaim en ASR verzoekt om herziening van haar standpunt (productie 7 ASR).
2.13.
In reactie op deze brief heeft ASR de advocaat van [eisende partij] bij brief van 23 augustus 2019 gemotiveerd laten weten dat zij haar afwijzend standpunt handhaafde (productie 11 ASR).
2.14.
In de verdere correspondentie zijn [eisende partij] en ASR bij hun beider standpunten gebleven.
2.15.
Bij brief van 27 september 2019 heeft [eisende partij] [gedaagde partij 2] medegedeeld dat zij met ASR in een discussie verwikkeld was over de dekking van de schade die was ontstaan door het omvallen van de bouwkraan (productie 14 [eisende partij] ). In de brief stelt zij – voor het geval het standpunt van ASR juist zou zijn – [gedaagde partij 2] aansprakelijk voor de schade.
2.16.
Op 29 oktober 2020 heeft een bespreking plaatsgevonden tussen [eisende partij] en [gedaagde partij 2] . Tot een minnelijke regeling is het niet gekomen.
2.17.
Bij e-mailbericht van 9 juni 2021 heeft de advocaat van [gedaagde partij 2] onder meer het volgende medegedeeld (productie 16 [eisende partij] ):

Cliënte biedt aan om de kraan te voorzien van twee hijstabellen (10T/mtr of een hogere bedrijfslast), afgedrukt op de voor- respectievelijk op de achterzijde van het vluchtbord. Daardoor is altijd slechts één hijstabel zichtbaar.
Daarbij verstrekt cliënte de volgende instructie:
Gebruik van de 10 ton/meter op een snelbouwkraan.
Machinisten die hijswerkzaamheden in Nederland op een bouwplaats uitvoeren met een bedrijfslastmoment van 10tm of meer, moeten in het bezit zijn van een TCVT-persoonscertificaat voor de betreffende machine, het zogenaamde hijsbewijs.
Wanneer de betreffende machine waarmee gewerkt wordt, afgesteld wordt op een maximaal bedrijfslastmoment van 10 tm en een maximale last van 2 ton, vervalt de eis van het hebben van een hijsbewijs en mag de machine bediend worden door een ieder die voldoende geïnstrueerd is.
Snelbouwkranen die door zowel machinisten met en zonder hijsbewijs gebruikt worden, worden voorzien van een 10tm schakelaar. Met de schakelaar wordt de afstelling van de kraan ingesteld op een bedrijfslastmoment van maximaal 10tm en max. last van 2 ton of het maximale bedrijfslastmoment volgens hijstabel.
(...)
2.18.
Bij brief van 2 september 2021 heeft [eisende partij] [gedaagde partij 2] aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van het omvallen van de bouwkraan en haar gesommeerd de schade te vergoeden. [gedaagde partij 2] is daartoe niet overgegaan.
2.19.
Gedurende deze procedure heeft [eisende partij] op 17 oktober 2022 opdracht gegeven aan de firma [naam firma] (hierna: [naam firma] ) om het rapport van [naam onderzoeksbureau] te beoordelen en de verkoop en levering van de machine aan [eisende partij] te beoordelen. In het rapport dat [naam firma] in dat kader heeft opgesteld is onder meer het volgende opgenomen:

(...)
Toedracht 12 april 2019
(...)
De oorzaak van het falen, de miscommunicatie tussen de door [gedaagde partij 2] gemonteerde twee standenschakelaar opgeklapte of gestrekte giek is onvoldoende door de expert namens a.s.r. onderzocht. (...)
De schakelaar die dit regelt is een tweestandenschakelaar, er is geen tussenpositie die tussen beide standen geschakeld kan worden. Nadere controle leerde dat de door [gedaagde partij 2] gemonteerd tweestanden schakelaar in een rond gat zonder borg of spiesparing is geconstrueerd. Aan de achterzijde wordt de schakelaar slechts met een moer vastgezet, ook weer zonder verdere borging.
Dit betekent dat de schakelaar feitelijk rondgedraaid kan worden in het ronde gat en dat is ook gebeurd. Bij controle blijkt de schakelaar optisch op de stand uitgeklapt te kunnen staan, terwijl de schakelaar feitelijk door verdraaien op positie ingeklapt heeft gestaan (...).
(...)
De heer [betrokkene 1] , stelt dat hij bij aanvang van zijn werkzaamheden “zag” dat de tweestanden schakelaar die dit inregelt zich (volgens zijn optische controle van de stand van de schakelaar in de positie vlakke giek bevond. (...)
Daarnaast (sprekend over de sleutelschakelaar die de 10 ton meterstand regelt), werkte de heer [betrokkene 1] , mede ook vanwege zijn kennis vanuit de inhoud van de recent voorafgaand aan het ongeval (door [gedaagde partij 2] gegeven training op 19 maart 2019) dat de machine altijd in stand (I). Stand (II) waarvoor de TCVT vereist werd. Stand (II) zou aldus de opgaaf van de heer [betrokkene 1] gewoonweg niet door hem worden gebruikt. Ook na omslaan van de machine bleek stand (I) (10 ton meter stand) zoals beoogd te zijn ingeschakeld (de stand die aldus [gedaagde partij 2] zonder TCVT-certificaat gebruikt mocht worden).
Ook om deze reden, had door de expert namens a.s.r. een vollediger onderzoek gedaan moeten worden naar de oorzaak en handelingen ten aanzien van de recent door [gedaagde partij 2] geleverde machine. (...) De schakelaar (I) en (II) door [gedaagde partij 2] nieuw gemonteerd, van de overige schakelaars mocht u verwachten dat deze getest en beproefd zijn voorafgaand aan aflevering en het latere herstel.
Dit betekent resume dan ook dat machinist dacht dat hij gewoon in sleutelschakelaar stand (I), de 10 ton meterstand werkte met vlakke giek. “De machine beveiliging dacht” in stand opgeklapte giek te staan en daarom stopte de katwagen met last (zoals de storing op 12 april door [betrokkene 1] is gesteld). (...)
In de wetenschap, dat de schade zich direct manifesteerde nadat de monteur in dienst van [gedaagde partij 2] reparatiewerkzaamheden aan de machine heeft verricht, acht ik het aannemelijk, dat de schakelaar en daarmee de instellingen niet juist gepositioneerd/gekalibreerd zijn geweest. Dit in tegenstelling aan de expert namens a.s.r., die stelt (zonder onderzoek en horen van de heer [betrokkene 1] en de monteur namens [gedaagde partij 2] ) dat er handelingen aan de standenschakelaar door de heer [betrokkene 1] zijn uitgevoerd.
Dat betekent dat het aannemelijk is, dat de monteur in dienst van [gedaagde partij 2] een reparatiefout heeft gemaakt. (...)
(...)
Ook is het gelet op de tijdslijn (handelingen van de monteur van [gedaagde partij 2] ) voorafgaand aan de schade niet aannemelijk dat de heer [betrokkene 1] onvoldoende aandacht heeft geschonken aan de aanduidingen op de display. Immers, de machine is gekanteld doordat de machineschakelaar die de giekstand bepaald (vlakke uitgestrekte giek of opgeklapte giek) zonder invloed van [betrokkene 1] , verdraaid is geraakt in zijn montagepositie. (...)
Conclusie
(...)
Vastgesteld is, dat er sprake was van een probleem/defect in de giekstandschakelaar.
Herstelwerkzaamheden aan de machine (direct voor het ontstaan van de schade), werden door een monteur van [gedaagde partij 2] , de leverancier/fabrikant van de machine uitgevoerd.
Het is niet onderzocht door de expert namens a.s.r., maar met de kennis en uitkomst van onderzoek achteraf, naar de montage van de schakelaar, wel degelijk aannemelijk dat de machine (na het ongetwijfeld beoogde herstel door [gedaagde partij 2] ) nog steeds ondeugdelijk was, toen deze op 12 april 2019 op het eerste moment weer werd ingezet voor hijswerkzaamheden
(...)
Het door de expert namens a.s.r. vanuit zijn ervaring en regie bij het voeren van een onderzoek is onvolledig uitgevoerd. Omdat veel te onderzoeken zaken, achteraf niet meer authentiek kan worden uitgevoerd, bent u hiermee in uw belang geschaad.
Het causaal verband (tussen het defect aan de machine voorafgaand aan het omslaan) komt voort uit het zeer begrijpelijk willen veiligstellen van de werkomgeving binnen het kraanbereik (met personen) en last, geïnitieerd door de machinist, acht ik wel voldoende aannemelijk.
In zijn algemeenheid kan resumerend, overwegend worden gesteld dat de aan u geleverde machine door [gedaagde partij 2] , niet voldeed aan de verwachting die u als koper mocht verwachten.
(...)

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert – na wijziging van eis – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
1. ASR, althans [gedaagde partij 2] , zal veroordelen om binnen zeven dagen na de datum van het te wijzen vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, aan [eisende partij] te betalen het bedrag van € 67.988,27 betreffende de schade ten gevolge van het omvallen van de bouwkraan, te vermeerderen met de incassokosten ten bedrage van € 1.454,88, de kosten van [naam firma] ten bedrage van € 4.320,00 en de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex 6:119 BW, vanaf de datum van de dagvaarding,
2. zal verklaren dat ASR gehouden is dekking te verlenen op basis van de tussen haar en [eisende partij] vigerende verzekering betreffende de bouwkraan in het geval dat de 10 tonmeter-schakelaar van de bouwkraan is ingeschakeld en de bouwkraan wordt bestuurd door een persoon die niet in het bezit is van een TCVT-certificaat en dat ASR aldus in een dergelijk geval geen beroep toekomt op artikel 3.5, situatie 5 van de voorwaarden TLMC 16-01,
3. [gedaagde partij 2] zal veroordelen om binnen zeven dagen na de datum van het te wijzen vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, aan [eisende partij] te betalen het bedrag van € 246.400,00 betreffende de schade ten gevolge van de omzetderving door [gedaagde partij 2] , te vermeerderen met de incassokosten van € 3.007,00 en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de datum van de dagvaarding, althans ASR zal veroordelen om binnen zeven dagen na de datum van het te wijzen vonnis, althans binnen een in goede justitie te bepalen termijn, aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 1.600,00 per week(deel), te rekenen vanaf 19 juni 2019 tot de datum waarop vonnis zal worden gewezen betreffende de schade ten gevolge van de omzetderving door ASR, te vermeerderen met de incassokosten conform de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, vanaf de datum van de dagvaarding,
subsidiair ten aanzien van de vorderingen 1., 2. en 3.:
4. een in goede justitie te bepalen beslissing zal nemen,
5. ASR en [gedaagde partij 2] zal veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten volgens het liquidatietarief, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten binnen de gestelde termijn niet plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
[eisende partij] heeft aan haar vorderingen het volgende ten grondslag gelegd.
ASR dient de door [eisende partij] geleden schade als gevolg van het omvallen van de bouwkraan te vergoeden, omdat een hijsbewijs (TCVT-certificaat) niet benodigd is bij het besturen van de bouwkraan met inschakeling van de 10 tonmeter-schakelaar. Indien geoordeeld wordt dat wel een hijsbewijs is vereist, omdat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 7.6 lid 1 onder a. en b. van de Arbeidsomstandighedenregeling, dan moet er toch dekking worden verleend door ASR, omdat in dat geval de uitzondering als bedoeld in artikel 3.5 onder 5, laatste zin van de polisvoorwaarden van toepassing is. Door de opmerkingen van [gedaagde partij 2] was [eisende partij] ervan overtuigd dat bij inschakeling van de 10 tonmeter-stand geen hijsbewijs nodig was. [eisende partij] wist niet dat een hijsbewijs vereist was. Door de weigering om dekking te verlenen heeft [eisende partij] ook schade geleden in de vorm van omzetderving, welke schade het gevolg is van de wanprestatie door ASR en door haar dient te worden vergoed.
In het geval geoordeeld wordt dat een hijsbewijs vereist is, ongeacht de inschakeling van de 10 tonmeter-schakelaar, en ASR terecht dekking onder de verzekering heeft geweigerd, dan is [gedaagde partij 2] aansprakelijk voor de door [eisende partij] geleden schade op grond van wanprestatie ex artikel 6:74 BW, dan wel op grond van non-conformiteit ex artikel 7:17 BW. [eisende partij] mocht er door de uitlatingen van [gedaagde partij 2] op vertrouwen dat bij inschakeling van de 10 tonmeter-stand een hijsbewijs niet vereist was. Als gevolg van de uitlatingen van [gedaagde partij 2] is de bouwkraan niet adequaat verzekerd geweest en heeft ASR dekking onder de verzekering geweigerd. Daarnaast is de bouwkraan omgevallen door een defect in de tweestandenschakelaar van de bouwkraan, waardoor het beveiligingssignaal niet werkte. Dit is een tekortkoming die is toe te rekenen aan [gedaagde partij 2] .
Ook is sprake van een onrechtmatige daad aan de zijde van [gedaagde partij 2] , omdat diens gedragingen ertoe hebben geleid dat [eisende partij] de bouwkraan heeft gebruikt zonder dat daarvoor dekking van de verzekering bestond. Indien geoordeeld wordt dat ASR terecht dekking heeft geweigerd, dan is ook sprake van onrechtmatig handelen van [gedaagde partij 2] omdat [gedaagde partij 2] wist of had moeten weten dat een hijsbewijs nodig was en zij [eisende partij] in de veronderstelling heeft gelaten dat een hijsbewijs niet nodig was. [gedaagde partij 2] dient ook de schade wegens omzetderving aan [eisende partij] te vergoeden, omdat [eisende partij] de bouwkraan maar beperkt kan gebruiken, wat te wijten is aan de gedragingen en uitlatingen van [gedaagde partij 2] .
De schade, bestaande uit de kosten van reparatie van de bouwkraan en de omzetderving gedurende de periode dat de bouwkraan werd gerepareerd, bedraagt € 67.988,27.
De schade in verband met omzetderving doordat ASR dekking weigerde en de bouwkraan daardoor niet kon worden ingezet met beperkt maximumlastmoment, bedraagt € 1.600,00 per week.
In het geval geoordeeld wordt dat ASR terecht dekking heeft geweigerd, dan bedraagt de door [gedaagde partij 2] te vergoeden schade wegens omzetderving € 246.400,00. Dit is de omzet die [eisende partij] de resterende levensduur van de bouwkraan misloopt doordat de bouwkraan nooit met gebruikmaking van de 10 tonmeter-schakelaar zonder hijsbewijs kan worden gebruikt.
3.3.
ASR en [gedaagde partij 2] voeren verweer. ASR en [gedaagde partij 2] concluderen tot niet-ontvankelijkheid van [eisende partij] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisende partij] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisende partij] in de kosten van deze procedure. ASR vordert ook veroordeling van [eisende partij] in de nakosten en de wettelijke rente over de (na)kosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Vorderingen jegens ASR
4.1.
Met betrekking tot de vorderingen jegens ASR dient te worden beoordeeld of de schadeveroorzakende gebeurtenis onder de dekking van de verzekering valt. ASR heeft betoogd dat de gebeurtenis niet onder de dekking valt, omdat de machinist ( [betrokkene 1] ) niet beschikte over een hijsbewijs. ASR beroept zich in dit kader op artikel 3.2. onder 5 van de polisvoorwaarden (TLMA 16-01), waarin (onder meer) staat dat de verzekerde niet verzekerd is als op het moment van de gebeurtenis de bestuurder niet bevoegd is het landmateriaal te besturen.
4.2.
Artikel 7.32 lid 1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit bepaalt onder meer het volgende:

1. Een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine die behoort tot een bij ministeriële regeling omschreven categorie, mag slechts worden bediend door een persoon die is geregistreerd in het Register kraanmachinisten (...)
In artikel 7.6 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenregeling is onder meer het volgende bepaald:

1. Een persoon is in het bezit van een bewijs van registratie of herregistratie in het Register kraanmachinist, bedoeld in artikel 7.32, eerste lid, van het besluit indien hij een torenkraan, mobiele kraan of funderingsmachine als omschreven in de onderdelen a tot en met c, bedient:
a. torenkraan (...);
b. mobiele kraan: verrijdbare, niet aan een vaste baan gebonden hijskraan die geen torenkraan is en waarvan het maximumbedrijfslastmoment 10 tonmeter of meer bedraagt (...);
c. funderingsmachine (...).
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat [betrokkene 1] ten tijde van het ongeval niet beschikte over een bewijs van registratie (hijsbewijs) als bedoeld in artikel 7.6 lid 1 van de Arbeidsomstandighedenregeling. Wel is tussen partijen in geschil of [betrokkene 1] over een dergelijk hijsbewijs diende te beschikken. [eisende partij] is van mening dat bij het gebruik van de bouwkraan in de 10 tonmeter-stand geen hijsbewijs is vereist. Zij verwijst daarbij naar de branche, waarin het volgens haar gebruikelijk is dat bij dergelijke bouwkranen geen hijsbewijs nodig is. De rechtbank volgt dit standpunt van [eisende partij] niet, op grond van het volgende. ASR heeft bij e-mailbericht opheldering gevraagd aan het TCVT over de verplichting tot het hebben van een hijsbewijs (productie 8 van ASR). In reactie daarop heeft het TCVT ASR bij e-mailbericht van 19 augustus 2019 medegedeeld dat, ook indien de bouwkraan een schakelaar heeft waarmee het maximale hijsvermogen kan worden beperkt, de maximale capaciteit van de bouwkraan bepalend is voor het al dan niet vereist zijn van een hijsbewijs en dat de verzekerde had moeten weten dat voor dit type bouwkraan een hijsbewijs is vereist.
ASR heeft ook informatie opgevraagd bij12Hoist4u, een firma die onder meer bedienend personeel voor hijskranen ter beschikking stelt. 12Hoist4u heeft in juli 2016 aan de Inspectie SZW onder meer gevraagd of het een fabrikant/importeur is toegestaan om op een hijskraan met een capaciteit boven de 10 tonmeter een extra schakelaar in te bouwen, opdat er niet hoeft te worden voldaan aan de wettelijke plicht voor de bediener om over een hijsbewijs te beschikken. In reactie op dit bericht heeft de Inspectie SZW heeft bij e-mailbericht van
4 augustus 2016 onder meer het volgende medegedeeld (productie 9 ASR):

(...)
Ja, het is een fabrikant op basis van het Warenwetbesluit machines (in casu de machinerichtlijn) toegestaan om (meerder) voorzieningen in te bouwen waarmee het bedrijfslastmoment in de hijs- hefmachine tijdelijk gereduceerd kan worden.
Echter de verplichting tot het hebben van een persoonscertificaat van vakbekwaamheid voor het bedienen van een hijskraan is hier niet van afhankelijk. (...)
Een van de kenmerken voor de genoemde categorieën van hijskranen is hetmaximumbedrijfslastmomentvan 10 tonmeter of meer. Het criterium is dan ook als op enig moment het bedrijfslastmoment van de betrokken hijskraan 10 tonmeter of meer bedraagt dat voor het, op een bouwplaats, bedienen van die hijskraan een dergelijke persooncertificaat van vakbekwaamheid verplicht is. Dat bij een hijskraan het bedrijfslastmoment tijdelijk op een lager niveau, onder de 10 tonmeter, kan worden ingesteld doet aan de verplichting tot het hebben van een dergelijk persoonscertificaat niets af. Immers als de hijskraan voorzien is van meerder bedrijfslastmomentinstelling doet dit het uiteindelijke maximumbedrijfslastmoment van die hijskraan niet veranderen.
Uit het vorenstaande blijkt dat de door de minister aangewezen certificerende instantie (TCVT) en de Inspectie van het ministerie SZW op grond van voormelde twee artikelen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidsomstandighedenregeling de eis stellen dat een tot 10 tonmeter terug te schakelen bouwkraan niet zonder hijsbewijs mag worden bestuurd, dus ook niet bij een ingeschakelde 10 tonmeter-stand.
4.4.
Het betoog van [eisende partij] dat de bouwkraan door [gedaagde partij 2] is verkocht als een 10 tonmeter-bouwkraan waarbij geen hijsbewijs nodig zou zijn, dat het in de branche gebruikelijk is dat bij dergelijke bouwkranen geen hijsbewijs nodig is en dat er “concullega’s” zijn die op hun website aangeven dat geen hijsbewijs is vereist, doet er niet aan af dat [eisende partij] als professionele verkoper van landmaterieel op de hoogte diende te zijn van voormelde verplichte regelgeving en de toepassing daarvan. Het TCVT heeft in haar e-mailbericht van 19 augustus 2019 ook medegedeeld dat het een alom bekende eis is in de branche en dat zij dienaangaande ook controlerend optreedt. Het beroep van [eisende partij] op de uitzonderingsbepaling in de laatste zin van artikel 3.2. onder 5 van de polisvoorwaarden, slaagt hierom ook niet. ASR heeft bovendien aangevoerd dat deze bepaling bedoeld is voor gevallen waarin de verzekeringsnemer geen verwijt kan worden gemaakt voor handelingen van de bestuurder, bij voorbeeld in het geval van een ontzegging van de rijbevoegdheid in verband met alcoholovertredingen. [eisende partij] heeft niet betwist dat dit de strekking is van deze bepaling. In de onderhavige zaak kan [eisende partij] wel een verwijt worden gemaakt, namelijk dat zij – als werkgever – de bouwkraan heeft laten besturen door een medewerker zonder vereist hijsbewijs. De uitzonderingsbepaling is dus niet van toepassing.
4.5.
Uit het vorenstaande volgt dat [betrokkene 1] een hijsbewijs nodig had voor het bevoegd mogen besturen van de bouwkraan. Nu [betrokkene 1] niet in het bezit was van een hijsbewijs, was hij niet bevoegd de bouwkraan te besturen. Dit leidt ertoe dat ASR op grond van artikel 3.2. onder 5 van de polisvoorwaarden de dekking onder de verzekering mocht weigeren. ASR is daarom niet gehouden om tot vergoeding van de schade over te gaan. De vorderingen jegens ASR zullen worden afgewezen.
Vorderingen jegens [gedaagde partij 2]
4.6.
Volgens [eisende partij] is [gedaagde partij 2] aansprakelijk voor de door [eisende partij] geleden schade op grond van wanprestatie, dan wel non-conformiteit of onrechtmatige daad. Tijdens de zitting heeft [eisende partij] ook nog gerefereerd aan dwaling, maar zij heeft daaraan geen rechtsgevolg verbonden. Of sprake is van dwaling zal de rechtbank dan ook niet verder onderzoeken.
4.7.
[eisende partij] heeft gesteld dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van [gedaagde partij 2] omdat het omvallen van de bouwkraan het gevolg is van een defect in de tweestandenschakelaar van de giek van de bouwkraan. Deze schakelaar kan bij juist functioneren in twee verschillende standen worden gezet, te weten de stand vlakke/uitgestrekte giek of de stand ingeklapte giek. Ter zitting is toegelicht dat wanneer de schakelaar in de andere stand wordt gezet, die stand pas geactiveerd wordt nadat deze op een computerscherm op de bouwkraan is bevestigd door het geven van een “enter”. Er zijn dus twee handelingen vereist voor het wijzigen van de stand van de giek (uitgestrekt of ingeklapt). Tussen partijen is niet in geschil dat ten tijde van het omvallen de bouwkraan technisch (feitelijk) in de stand ingeklapte giek geconfigureerd was, maar dat de knop van de schakelaar niet in die stand stond. [eisende partij] heeft gesteld dat er sprake was van een defect in de schakelaar. [gedaagde partij 2] heeft dit betwist. Volgens [gedaagde partij 2] is er in het scherm (op de display) een enter gegeven voor de ingeklapte giek en is de onjuiste configuratie te wijten aan een fout van de machinist ( [betrokkene 1] ).
Omdat [eisende partij] zich beroept op het rechtsgevolg van haar stelling dat sprake is van een tekortkoming van [gedaagde partij 2] , heeft zij daarvan de bewijslast. [eisende partij] heeft het rapport van [naam firma] overgelegd, waarin wordt ingegaan op de inhoud van het door [gedaagde partij 2] overgelegde rapport van [naam onderzoeksbureau] . Anders dan het rapport van [naam onderzoeksbureau] , is het rapport van [naam firma] enkel gebaseerd op stukken (het rapport van [naam onderzoeksbureau] , processtukken en correspondentie) en is het eenzijdig opgesteld; [betrokkene 1] en [gedaagde partij 2] zijn door [naam firma] niet bevraagd. [naam onderzoeksbureau] heeft daarentegen direct na het omvallen van de bouwkraan ter plaatse onderzoek gedaan. [naam onderzoeksbureau] concludeert in haar rapport dat de rupskraan is gekanteld als gevolg van een samenloop van omstandigheden, namelijk dat de rupsen deels op de zandbaan stonden, dat [betrokkene 1] niet heeft gecontroleerd of de juiste hijstabel-configuratie was gekozen, en dat door [betrokkene 1] bij het “enteren” onvoldoende aandacht is geschonken aan de aanduidingen op het display van de kraan, waarop stond dat met het programma voor ingeklapte giek werd gewerkt.
In het rapport van [naam firma] wordt als oorzaak voor het omvallen van de bouwkraan genoemd een defect in de tweestandenschakelaar van de giek, die rondgedraaid kon worden in het gat waardoor de schakelaar optisch op stand uitgeklapt heeft kunnen staan, terwijl die feitelijk op de positie ingeklapt heeft gestaan. Ook wordt in het rapport gesteld dat het aannemelijk is dat de monteur in dienst van [gedaagde partij 2] een reparatiefout heeft gemaakt. Dit is echter in het rapport niet nader onderbouwd. Gelet op de gemotiveerde betwisting door [gedaagde partij 2] heeft [eisende partij] onvoldoende onderbouwd dat er sprake was van een defect in de schakelaar.
Daarnaast is door [eisende partij] niet weersproken dat er na het omzetten van de schakelaar op de display nog een enter moest worden gegeven om de betreffende stand te activeren. Ter zitting heeft [eisende partij] in dat kader ook verklaard dat [betrokkene 1] waarschijnlijk heeft “doorgeënterd” zonder erop te letten wat er in de display stond. [betrokkene 1] was als machinist van de bouwkraan verantwoordelijk voor de (keuze en) controle van de juiste hijstabel-configuratie. Ook los van de – al dan niet defecte – schakelaar had [betrokkene 1] in het display de daadwerkelijke configuratie moeten waarnemen. Doordat hij een enter heeft gegeven en de hijswerkzaamheden is gaan verrichten terwijl de bouwkraan in de verkeerde stand (ingeklapte giek) stond, heeft hij een fout gemaakt. Deze onjuiste configuratie is door [naam onderzoeksbureau] beoordeeld als een (belangrijke) oorzaak van het omvallen van de bouwkraan.
4.8.
[eisende partij] heeft gesteld dat ten tijde van het omvallen van de bouwkraan de 10 tonmeter-stand was ingeschakeld. Zij heeft daarbij verwezen naar een foto die als bijlage 4 bij het rapport van [naam onderzoeksbureau] is gevoegd. Daarop is te zien dat de schakelaar op de 10 tonmeter-stand staat. [gedaagde partij 2] heeft betwist dat de bouwkraan ten tijde van het ongeval in de maximumlast-stand gestaan, omdat de vloerplaten niet getild konden worden in de 10 tonmeter-stand. Volgens [gedaagde partij 2] is de schakelaar na het ongeluk op de 10 tonmeter-stand gezet. Gelet hierop kan niet worden vastgesteld in welke stand de bouwkraan heeft gestaan op het moment van het omvallen van de bouwkraan. Maar wat hiervan zij, niet betwist is dat een zwaardere last is getild dan volgens de regelgeving was toegestaan en verantwoord zou zijn met een ingeschakelde 10 tonmeter-stand. Ook werd tijdens het hijsen gebruik gemaakt van een vierdraads hijskabel, wat een aanwijzing is dat de bouwkraan óf in de maximumlast-stand stond, óf dat er in de 10 tonmeter-stand met een onjuiste configuratie is gehesen. In beide gevallen is sprake van een fout van [betrokkene 1] . Hij beschikte immers niet over een hijsbewijs dat vereist is voor het mogen hijsen in de maximumlast-stand, en hij was als machinist verantwoordelijk voor de configuratie van de bouwkraan.
4.9.
[eisende partij] heeft gesteld dat de beveiligingssignalen niet hebben gewerkt. Dit kan verklaard worden doordat de hijslast viel binnen de waarde van 120 % lastmoment (2812 kg) en pas bij een overschrijding van 120 % lastmoment de beveiliging wordt geactiveerd en signaallampen gaan branden en/of een akoestisch signaal klinkt (pagina 7 van [naam onderzoeksbureau] -rapport). Dat geen signaal is afgegaan wil daarom niet zeggen dat er op dat punt sprake was van een defect in de kraan.
4.10.
In het rapport van [naam onderzoeksbureau] is opgenomen dat de omstandigheid dat de bouwkraan deels met de rupsen op de zandbaan (in plaats van volledig op de rijplaten) stond ook een oorzaak is voor het omvallen van de bouwkraan. Als feit van algemene bekendheid mag worden aangenomen dat de draagkracht van een rijplatenbaan groter is dan de draagkracht van een zandondergrond zonder rijplaten. [eisende partij] heeft niet betwist dat de bouwkraan deels met de rupsen op de zandondergrond stond. Dat de bouwkraan hierdoor scheef is gaan staan en dit mede heeft bijgedragen aan het omvallen van de bouwkraan komt de rechtbank aannemelijk voor. [betrokkene 1] was als machinist verantwoordelijk voor de juiste positionering van de bouwkraan en heeft een fout gemaakt door de bouwkraan met de rupsen deels op de grond te plaatsen naast de rijplatenbanen.
4.11.
De stelling van [eisende partij] dat zij er gelet op de uitlatingen van [gedaagde partij 2] gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat geen hijsbewijs nodig was bij gebruik van de 10 tonmeter-stand behoeft in het licht van vorenstaande geen beoordeling, omdat een zwaardere last werd getild dan toegestaan was in die stand en [betrokkene 1] ook buiten die omstandigheid fouten heeft gemaakt die tot het omvallen van de bouwkraan hebben geleid.
Gelet hierop is van onrechtmatig handelen van [gedaagde partij 2] als door [eisende partij] gesteld evenmin sprake, want niet kan worden vastgesteld dat er een causaal verband bestaat tussen het al dan niet nodig zijn van een hijsbewijs en het omvallen van de bouwkraan.
4.12.
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een toerekenbare tekortkoming van [gedaagde partij 2] als gevolg waarvan de bouwkraan is omgevallen. Evenmin bestaat grond voor het oordeel dat sprake is van non-conformiteit van de bouwkraan, omdat niet, althans onvoldoende is onderbouwd dat de bouwkraan niet de eigenschappen bezat die voor een normaal gebruik nodig waren en dat als gevolg daarvan de bouwkraan is omgevallen.
4.13.
[gedaagde partij 2] kan daarom niet worden aangesproken voor de door [eisende partij] gelden schade. De vorderingen zullen worden afgewezen.
Proceskosten
4.14.
[eisende partij] is de partij die ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van ASR als volgt vastgesteld:
- griffierecht
4.200,00
- salaris advocaat
4.982,00
(2,00 punten × € 2.491,00)
Totaal
9.182,00
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [gedaagde partij 2] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
4.200,00
- salaris advocaat
4.982,00
(2,00 punten × € 2.491,00)
Totaal
9.182,00
4.15.
Aangezien [eisende partij] in het ongelijk is gesteld en ten voordele van ASR een kostenveroordeling zal worden uitgesproken, zullen ook de door ASR gevorderde
– onweersproken – nakosten worden toegewezen als na te melden.
4.16.
De door ASR gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten is niet betwist en zal worden toegewezen, met dien verstande dat de wettelijke rente verschuldigd is vanaf veertien dagen na de betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen van [eisende partij] af,
5.2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten, aan de zijde van ASR tot dit vonnis vastgesteld op € 9.182,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling, en aan de zijde van [gedaagde partij 2] tot dit vonnis vastgesteld op € 9.182,00,
5.3.
veroordeelt de [eisende partij] in de na dit vonnis ontstane kosten aan de zijde van ASR, begroot op:
- € 163,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 85,00 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eisende partij] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
5.4.
verklaart de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.H.A. Heenk en in het openbaar uitgesproken op
1 februari 2023.
sa/kh