Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eisende partij 1] ,
[eisende partij 2],
1.[gedaagde partij 1] ,
[gedaagde partij 2],
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 1 november 2022.
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde partij 1] te veroordelen tot betaling van € 120.000,00, vermeerderd met de contractuele boete van 15% per jaar en vermeerderd met rente en (buitengerechtelijke) kosten,
- voor recht te verklaren dat [eisende partij 2] bevoegd is om dat bedrag te verhalen door executie van het hypotheekrecht op de recreatiewoning onder verbeurte van een dwangsom en
- [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] hoofdelijk te veroordelen in dat kader alle noodzakelijke medewerking te verlenen onder verbeurte van een dwangsom.
4.De beoordeling
geldleningsovereenkomstdie is opgesteld door [gedaagde partij 1] of door iemand namens hem levert bewijs op van de stelling van [eisende partij 1] en [eisende partij 2] dat [eisende partij 1] een bedrag van € 120.000,00 heeft geleend aan [gedaagde partij 1] . Naar het oordeel van de rechtbank zijn [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] niet geslaagd in het leveren van tegenbewijs. Dat oordeel berust op het volgende.
hypotheekaktehebben [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] gesteld dat deze zekerheid slechts werd verstrekt voor de verwachte periode dat de herstructurering zou duren, in afwachting van het moment dat een tot de [Naam Groep] behorende vennootschap aandeelhouder zou worden in Ventus ( [BV 4] ). Sinds augustus 2019 zijn [eisende partij 1] en de vennootschappen van [gedaagde partij 1] en [betrokkene 1] aandeelhouder van [BV 4] , waardoor de zekerheid haar werking heeft verloren, aldus [gedaagde partij 1] en [gedaagde partij 2] .
“(…) Bijgaand de hypotheekverklaring van [XXX] voor de hypothecaire zekerheidsstelling van € 120.000,-. [naam notaris] in [plaats] verwerkt dit in een hypotheekrecht hetgeen met 2 weken kan worden gepasseerd en worden ingeschreven in het hypotheekregister. (…)”
€ 3.540,00( 2 punten x € 1.770,00)