ECLI:NL:RBGEL:2023:4415

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 juli 2023
Publicatiedatum
1 augustus 2023
Zaaknummer
C/05/422439 / JE RK 23-862 en C/05/422467 / JE RK 23-865
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • J.T. van Belzen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 juli 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2006. De kinderrechter heeft vastgesteld dat zowel de moeder als het kind gemotiveerd zijn om de thuisplaatsing te laten slagen. De kinderrechter verleent een machtiging voor drie maanden, met de voorwaarde dat binnen deze periode ambulante hulpverlening opgestart wordt. De zorgen over het kind zijn toegenomen; hij voelt zich moedeloos en depressief, en er is een gebrek aan perspectief. De kinderrechter oordeelt dat een plaatsing bij de moeder niet onveiliger is dan de huidige gesloten plaatsing, waar het kind ook in gevaarlijke situaties terechtkomt. De kinderrechter benadrukt dat de gesloten setting niet de beste plek is voor de minderjarige, die lijdt aan verschillende psychische problemen, waaronder een angststoornis en PTSS. De kinderrechter hoopt dat de thuisplaatsing meer rust en veiligheid biedt, wat noodzakelijk is voor de behandeling van de minderjarige.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/422439 / JE RK 23-862 en C/05/422467 / JE RK 23-865
Datum uitspraak: 25 juli 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Gelderland, regio Noord, locatie Zutphen, hierna te noemen de GI,
betreffende
[naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige] ,
advocaat: mr. N. Tanoglu, te Arnhem.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoek met bijlagen van de GI van 19 juli 2023,
  • de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 19 juli 2023,
  • de (tussen)beschikking van 19 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op
24 juli 2023. Daarbij waren aanwezig:
  • [minderjarige] met zijn advocaat,
  • de moeder,
- een vertegenwoordiger van de GI.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] .
2.2.
[minderjarige] verblijft op de groep [naam groep] van Pluryn in [plaats] .
2.3.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 9 januari 2023 de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd tot 20 januari 2024.
2.4.
Bij beschikking van 18 april 2023 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 20 juli 2023.
2.5.
Bij beschikking van 19 juli 2023 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging verleend om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp. Deze machtiging loopt tot 17 augustus 2023. De beslissing op de rest van het verzoek is aangehouden.

3.Het verzoek van de GI

3.1.
De GI verzoekt een machtiging om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
3.2.
Het is tot nu toe niet gelukt om voor [minderjarige] een goede vervolgplek te vinden vanwege zijn complexe problematiek. Een gesloten machtiging is nodig om [minderjarige] te kunnen beschermen tegen zichzelf en anderen. Er is meer stabiliteit nodig voor hij kan beginnen met traumatherapie. Daarnaast is er nieuwe diagnostiek nodig om goed te kunnen bekijken wat [minderjarige] nodig heeft, ook na zijn 18de. De GI vindt de zorgen rondom [minderjarige] te groot om het thuis bij de moeder te proberen.

4.De standpunten

4.1.
[minderjarige] is het niet eens met het verzoek en wil terug naar zijn moeder. Binnen de gesloten plaatsing krijgt hij geen behandeling en er is geen perspectief. De GI heeft geen zicht op een vervolgplek. Ondertussen nemen de zorgen alleen maar toe. [minderjarige] verzoekt binnen de duur van de spoedmachtiging toe te werken naar een plaatsing bij de moeder. Het is aan de GI om te zorgen voor ambulante hulpverlening. Langer gesloten zitten, gaat [minderjarige] niet helpen.
4.2.
Ook de moeder meent dat er te weinig gebeurt. [minderjarige] voelt zich onveilig en staat in de overlevingsstand. De moeder is bereid om [minderjarige] thuis op te vangen als er een begeleider is die met [minderjarige] mee naar school kan en thuis is als zij werkt. Er is nu 24-uurs-begeleiding op school en op de groep en dit wordt betaald door de gemeente en de zorgverzekeraar. De moeder meent dat het aan de GI is om te regelen dat deze ondersteuning vanuit de thuissituatie ingezet kan worden. Mocht het thuis minder goed met [minderjarige] gaan dan op de groep, dan zal de moeder aan de bel trekken. Dit heeft zij eerder ook gedaan.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de duur van drie maanden. De kinderrechter wijst de rest van het verzoek af.
5.2.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
5.3.
[minderjarige] is een jonge, kwetsbare jongen met complexe problematiek. Er is sprake van een angststoornis, gedragsstoornis, ouder-kindproblematiek, ADHD, PTSS, reactieve hechtingsstoornis en een verstoorde seksuele ontwikkeling. Dit maakt het moeilijk om een goede vervolgplek voor [minderjarige] te vinden. De instanties durven het niet aan en [minderjarige] wordt overal afgewezen.
5.4.
Het gaat niet goed met [minderjarige] op de groep. Hij onttrekt zich aan zorg door weg te lopen en komt op die momenten in onveilige situaties terecht waarbij hij gedwongen wordt tot seksuele handelingen en middelengebruik. Hij beschadigt zichzelf en vertoont uitdagend gedrag waardoor hij in fysieke conflicten terecht komt met groepsgenoten.
Iedereen is het er over eens dat de gesloten setting niet de beste plek is voor [minderjarige] . Hij heeft bovenal behoefte aan veiligheid en nabijheid. De vraag is waar dit hem het beste geboden kan worden. De GI ziet geen andere optie dan [minderjarige] gesloten te houden, terwijl [minderjarige] en de moeder een plaatsing bij moeder aandurven.
5.5.
Zowel [minderjarige] als de moeder zijn gemotiveerd om de thuisplaatsing te laten slagen en de kinderrechter meent dat zij deze kans moeten krijgen. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor drie maanden verlenen en het verzoek voor het overige afwijzen. Binnen die drie maanden dient ambulante hulpverlening opgestart te worden, zodat [minderjarige] en de moeder thuis de juiste begeleiding en ondersteuning krijgen. De afgelopen periode zijn de zorgen over [minderjarige] alleen maar toegenomen en hij voelt zich moedeloos en depressief. Het gebrek aan perspectief breekt hem op. De kinderrechter is van oordeel dat een plaatsing bij de moeder niet onveiliger is voor [minderjarige] dan de gesloten plaatsing. Het grootste gevaar voor [minderjarige] is op dit moment namelijk het weglopen waarbij [minderjarige] in gevaarlijke en schadelijke situaties terecht komt waar misbruik van hem wordt gemaakt. Als [minderjarige] bij de moeder verblijft, kan hij ook weglopen, maar de gesloten plaatsing beschermt [minderjarige] hier blijkbaar ook niet tegen. In zoverre is het thuis dus niet onveiliger dan op de gesloten groep. De kinderrechter hoopt dat [minderjarige] thuis meer rust en veiligheid ervaart, waardoor er ruimte ontstaat om met traumatherapie aan de slag te gaan.
6.
De beslissing
De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 25 juli 2023 tot 25 oktober 2023;
6.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is op 25 juli 2023 gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. J.T. van Belzen, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M. Cox-Weber als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.