ECLI:NL:RBGEL:2023:4322

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 juni 2023
Publicatiedatum
27 juli 2023
Zaaknummer
C/05/416496 / KG ZA 23-87
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afgifte van bescheiden in kort geding tussen Universiteit Utrecht Holding B.V. en Uniper B.V.

In deze zaak, die op 13 juni 2023 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben de eiseressen, Universiteit Utrecht Holding B.V. en UMC Utrecht Holding B.V., een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, Uniper B.V., met als doel inzage in en afgifte van bepaalde bescheiden op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De eiseressen stellen dat zij recht hebben op deze bescheiden om hun rechtspositie te kunnen bepalen in het licht van vermoedelijke onregelmatigheden die zijn vastgesteld in een rapport van Deloitte. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat aan de voorwaarden voor toewijzing van de inzagevordering is voldaan. De rechter heeft Uniper veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis afschrift van de gevraagde bescheiden te verstrekken, met uitzondering van stukken die onder het verschoningsrecht vallen. Tevens is een dwangsom opgelegd voor het geval Uniper niet aan deze veroordeling voldoet. De eiseressen hebben ook vorderingen ingesteld tegen [gedaagde], die in een vergelijkbare procedure zijn behandeld. De rechter heeft de vorderingen van de eiseressen toegewezen, waarbij de gedaagden zijn veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/416496 / KG ZA 23-86 en C/05/416496 / KG ZA 23-87
Vonnis in kort geding van 13 juni 2023
in de zaak 23-86 van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNIVERSITEIT UTRECHT HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UMC UTRECHT HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseressen,
advocaten mrs. M.W.E. Evers, R.E.E. van Dekken en S.J. Altena te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNIPER B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg,
gedaagde,
advocaten mrs. M.P.M. Fruytier en M.J. Meermans,
waarin hebben gevorderd als tussenkomende, althans voegende partijen te worden toegelaten:

1.[ voegende partij 1] ,

wonende te [woonplaats] , en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLIMP HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Utrecht,
eisers in het incident tot tussenkomst, althans voeging,
advocaat mr. J. Meuleman,
en in de zaak 23-87 van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNIVERSITEIT UTRECHT HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UMC UTRECHT HOLDING B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseressen,
advocaten mrs. M.W.E. Evers, R.E.E. van Dekken en S.J. Altena te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaten mrs. M.P.M. Fruytier en M.J. Meermans te Amsterdam,
waarin hebben gevorderd als tussenkomende, althans voegende partijen te worden toegelaten:

1.[ voegende partij 1] ,

wonende te Houten, en
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BLIMP HOLDING B.V.,
statutair gevestigd te Utrecht,
eisers in het incident tot tussenkomst, althans voeging,
advocaat mr. J. Meuleman.
Eisende partijen zullen hierna afzonderlijk UUH en UMCUH worden genoemd en gezamenlijk Utrecht Holdings. Gedaagden zullen hierna Uniper en [gedaagde] worden genoemd. Eisers in het incident zullen hierna [ voegende partij 1] en BLiMP worden genoemd.

1.De procedure

in de zaak met nummer 23-86 en nummer 23-87

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met betrekking tot Uniper met producties 1 tot en met 29 van Utrecht Holdings
- de akte houdende wijziging van eis met betrekking tot Uniper met aanvullende producties 30 tot en met 102 van Utrecht Holdings
- de dagvaarding met betrekking tot [gedaagde] met producties 1 tot en met 30 van Utrecht Holdings
- de akte houdende wijziging van eis met betrekking tot [gedaagde] met aanvullende producties 31 tot en met 102 van Utrecht Holdings
- de conclusie van antwoord ten aanzien van Nodens met producties 1 tot en met 29 van Uniper en [gedaagde]
- de conclusie van antwoord ten aanzien van GenDx met producties 30 tot en met 53 van Uniper en [gedaagde]
- de conclusie van antwoord ten aanzien van eis 2 met producties 54 tot en met 73 van Uniper en [gedaagde]
  • de aanvullende producties A tot en met D van Uniper en [gedaagde]
  • de akte correctie op de conclusie van antwoord GenDx met aanvullende productie 74 en vervangende productie 39 van Uniper en [gedaagde]
- de incidentele conclusie tot tussenkomst, althans voeging met producties 1 en 2 van [ voegende partij 1] en BLiMP
  • de mondelinge behandeling van 16 mei 2023
  • de pleitnota van Utrecht Holdings
  • de pleitnota van Uniper en [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in de zaak met nummer 23-86 en nummer 23-87

2.1.
UUH en UMCUH vormen samen het kennistransfer office van de Universiteit Utrecht (UU) en het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). UUH en UMCUH richten zich op het gebruik en de commercialisering van academisch onderzoek en houden zich onder andere bezig met het investeren in technische startups en het houden van aandelen in (onder andere) zogenaamde spin-off companies die zijn gebaseerd op het intellectueel eigendom dat is gegenereerd door de UU of het UMCU.
2.2.
Uniper is de persoonlijke holdingmaatschappij van [gedaagde] . [gedaagde] is vanaf de oprichting van Uniper op 4 juni 2013 enig bestuurder en aandeelhouder van Uniper.
2.3.
[gedaagde] was daarnaast in dienst van UU. Vanaf 1 juni 2002 tot 1 juni 2021 is [gedaagde] gedetacheerd geweest vanuit UU bij Utrecht Holdings, de eerste jaren als Intellectual Property Manager en vanaf 26 juni 2009 als bestuurder. Tussen
26 juni 2009 en 1 juli 2014 was [gedaagde] daarnaast via UUH ook indirect bestuurder van een van haar deelnemingen, genaamd Nodens B.V. (Nodens). Vanaf 1 juli 2014 heeft Uniper het bestuur van Nodens overgenomen, tot 28 december 2021.
Met betrekking tot Eis 1 (zoals hierna onder 3 genoemd)
2.4.
In november 2021 ontvingen Utrecht Holdings signalen van potentiële onregelmatigheden met betrekking tot (des)investeringen van Utrecht Holdings in enkele spin-off companies, meer specifiek in de deelnemingen Nodens en Genome Diagnostics B.V. (GenDx). Naar aanleiding van deze signalen hebben Utrecht Holdings Deloitte Forensic & Disputes Services B.V. (Deloitte) opdracht gegeven onderzoek uit te voeren naar de mogelijke onregelmatigheden. Deloitte heeft in de maanden daarna een gefaseerd feitenonderzoek uitgevoerd, in het kader waarvan diverse interviews zijn afgenomen met (oud-)medewerkers en leden van de Raad van Commissarissen van Utrecht Holdings, met [gedaagde] en met andere bij het onderzoek betrokken personen. Op 23 november 2022 heeft Deloitte haar rapport van bevindingen, waarop tot aan dat moment diverse keren commentaar door de personen die eraan hebben meegewerkt is gevraagd en geleverd, aan Utrecht Holdings doen toekomen.
2.5.
Utrecht Holdings hebben [gedaagde] en Uniper bij brief van 27 januari 2023 aansprakelijk gesteld voor de door Utrecht Holdings gestelde geleden schade. Utrecht Holdings hebben op basis van de uitkomst van het Deloitte-rapport het vermoeden dat [gedaagde] , in zijn hoedanigheid van bestuurder van Utrecht Holdings in de periode van 26 juni 2009 tot en met 1 juni 2021, inzake de deelnemingen Nodens en GenDx zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld waarvan hem persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Ook Uniper heeft volgens Utrecht Holdings in deze kwesties zelfstandig onrechtmatig jegens haar gehandeld.
Op deze brief is namens [gedaagde] en Uniper niet inhoudelijk gereageerd.
2.6.
In verband met haar verdenkingen hebben Utrecht Holdings, teneinde bewijs veilig te stellen, verlof gevraagd aan de voorzieningenrechter van deze rechtbank om ten laste van Uniper en [gedaagde] conservatoir bewijsbeslag te mogen leggen. De voorzieningenrechter heeft dit verlof op 28 februari 2023 verleend en de deurwaarder heeft de beslagen in opdracht van Utrecht Holdings op 8 maart 2023 gelegd. Bij de bewijsbeslaglegging zijn de bescheiden waarvoor verlof is verleend beslagen en in bewaring gegeven bij DigiJuris B.V. (DigiJuris).
2.7.
Utrecht Holdings hebben vervolgens op 12 maart 2023 strafrechtelijke aangifte tegen [gedaagde] en Uniper gedaan wegens vermoedens van strafrechtelijke feiten, waaronder verdenkingen van oplichting en omkoping.
Inzake Nodens
2.8.
Nodens is op 12 maart 2004 opgericht, als tussenholding voor de participaties van UUH in Bioceros B.V. (Bioceros) en PanGenetics B.V. (PanGenetics). De aandeelhouders van Nodens bestonden vanaf de oprichting uit UUH (32%), Buys Ballotfonds B.V. (19%) en [naam 1] (49%). Op dat moment was [naam 2] bestuurder van UUH en was [gedaagde] in dienst bij UU en gedetacheerd bij Utrecht Holdings als Intellectual Property Manager. Op 26 juni 2009 volgde [gedaagde] [naam 2] op als bestuurder van Utrecht Holdings, tot 1 juni 2021.
2.9.
In de periode van 2006 tot en met 2015 hebben met betrekking tot Nodens verschillende aandelentransacties plaatsgevonden. Daarbij waren [naam 2] en [gedaagde] betrokken als indirect bestuurders van Nodens (via UUH en Uniper) en vanaf 15 mei 2007 ook als bestuurders van Buys Ballotfonds (via UUH). De hiervoor bedoelde aandelentransacties hebben ertoe geleid dat UUH en Buys Ballotfonds hun aandelenbelang in Nodens hebben afgebouwd naar nihil en dat Hereswint B.V. (Hereswint) uiteindelijk 100% van de aandelen in Nodens in handen heeft gekregen.
2.10.
Hereswint is opgericht op 13 februari 2006. Ten tijde van de oprichting was [naam 3] enig aandeelhouder en bestuurder van Hereswint. Bij e-mailbericht van [naam 2] aan [naam 3] , met [gedaagde] in cc, daterende van
30 januari 2006, is hierover onder meer het volgende bericht:
‘(…)
Verder: Maatschappelijk kapitaal 90.000 euro (maximaal 5 x het geplaatste kapitaal). Geplaatst 18.000 aandelen van 1 euro. Als je deze alleen wilt oprichten graag. Liefst zsm. Jij bent directeur en grootaandeelhouder. (…) Later verkoop je aandelen. (…)
(…) Dan de vierde aandeelhouder. [ voegende partij 1] is afgehaakt. Dus we hebben een nieuwe 4e aandeelhouder nodig. (…) Je zou een oom kunnen inschakelen. [gedaagde] [ [gedaagde] , vzr] en ik nemen ieder 32%. Dus je hebt nog 36% te verdelen onder minimaal 2 aandeelhouders. Je zou 4.9% kunnen uitgeven aan een oom (scheelt zoals je gehoord hebt 25% belasting voor die oom) Met mij kun je dan een afspraak maken voor een lening van mij aan jou. Alles is bespreekbaar.
(…)’
2.11.
De concept-statuten van Hereswint zijn op 4 februari 2006 voor commentaar en akkoord naar [gedaagde] en [naam 2] gestuurd. Ook het verzoek tot ondertekening van een zekere volmacht voor de levering van Hereswint was gericht aan [gedaagde] en [naam 2] zelf. Vervolgens hebben mevrouw [naam 4] (de echtgenote van [naam 2] ) en mevrouw [naam 5] (de echtgenote van [gedaagde] ) op 23 februari 2006 ieder 32% van de aandelen in Hereswint verkregen. Daarnaast heeft de zus van [naam 3] in totaal 4% van de aandelen in Hereswint verkregen. Deze aandelenuitgifte heeft er verder niet toe geleid dat naast [naam 3] (een) nieuwe bestuurder(s) van Hereswint zijn aangewezen.
2.12.
Op 9 maart 2006 heeft Nodens (bestuurd door UUH en op dat moment aldus indirect door [naam 2] ) nieuwe aandelen uitgegeven aan Hereswint, waarvoor Hereswint een bedrag van € 125.000,00 heeft betaald. Met deze aandelenuitgifte is Hereswint meerderheidsaandeelhouder van Nodens geworden, met een belang van 55,6%. De belangen van de overige aandeelhouders verwaterden; UUH hield nadien nog 14,2% van de aandelen, Buys Ballotfonds 8,4% en [naam 1] 21,8%.
2.13.
Tussen 2005 en 2008 heeft UUH onder bestuur van [naam 2] als (minderheids)aandeelhouder in Nodens de volgende leningen aan Nodens verstrekt:
  • i) in 2005 een lening van € 80.000,00, waarvan uiteindelijk € 75.000,00 aan Nodens lijkt te zijn verstrekt;
  • ii) in 2006 een lening van € 25.000,00;
  • iii) in 2008 een lening van € 100.000,00.
2.14.
Op 8 oktober 2009, nadat [gedaagde] [naam 2] was opgevolgd als bestuurder van Utrecht Holdings, heeft [naam 2] [gedaagde] bericht over de voorgenomen liquidatie van Buys Ballotfonds, waarbij hij Hereswint noemde als een geschikte partij om zaken mee te doen. Op 7 januari 2010 heeft [gedaagde] daarover advies gevraagd aan een lid van de Raad van Commissarissen van Utrecht Holdings, [naam 6] . Daarbij heeft [gedaagde] kenbaar gemaakt dat één aandeelhouder interesse had in het door Buys Ballotfonds gehouden aandelenbelang in Nodens, welke partij € 20.000,00 voor dat belang zou willen betalen mits zij daarover binnen twee weken uitsluitsel zou krijgen. Een reactie op deze adviesvraag is niet gekomen en Buys Ballotfonds (indirect via UUH bestuurd door op dat moment [gedaagde] ) heeft op 6 mei 2010 haar 8,5% aandelenbelang in Nodens overgedragen aan Hereswint, voor de door [gedaagde] voorgestelde prijs van € 20.007,00. Het belang van Hereswint in Nodens werd daardoor uitgebreid naar 64%. In het kader van die transactie handelde [gedaagde] namens Buys Ballotfonds en tevens namens UUH, door geen gebruik te maken (dan wel afstand te doen) van het voorkeursrecht dat UUH op deze aandelen toekwam maar de aandelen in plaats daarvan aan Hereswint te laten overdragen.
2.15.
Ruim een maand later, op 10 juni 2010, deed Nodens een dividenduitkering van
€ 300.000,00. Ten aanzien van deze dividenduitkering heeft [gedaagde] , ondanks dat hij inzake meerdere belangen diende en zonder daarvan melding te maken aan de RvC en de algemene vergadering van UUH, namens UUH het stemrecht op de aandelen in Nodens uitgeoefend in de algemene vergadering waarin tot deze dividenduitkering is besloten.
2.16.
Op 8 februari 2011 heeft UUH alle door [naam 1] gehouden aandelen in Nodens (21,8%) gekocht voor een prijs van € 7.497,00. Na deze transactie waren UUH en Hereswint de enige aandeelhouders in Nodens. Diezelfde dag, eveneens op 8 februari 2011, heeft UUH een agiostorting van € 400.000,00 in Nodens gedaan, zonder tegenprestatie of de afspraak dat de agio gebonden bleef aan de door UUH gehouden aandelen. Daardoor spreidde de gestorte agio zich als kapitaal direct uit naar alle aandelen, waarvan Hereswint op dat moment aldus 64% hield. UUH heeft voorts in december 2011 nog een lening verstrekt aan Nodens van € 50.000,00, ten tijde waarvan UUH en Nodens beiden (indirect) werden bestuurd door [gedaagde] .
2.17.
Op 17 juni 2013 is een zogenaamde Service Agreement overeengekomen en getekend tussen UUH en Uniper. In deze Service Agreement is de afspraak vastgelegd dat Uniper vanaf 1 januari 2013 een additionele vergoeding van enkele tienduizenden euro’s op jaarbasis zou ontvangen voor werkzaamheden die [gedaagde] voor UUH verrichtte.
2.18.
Uniper is UUH op 1 juli 2014 als bestuurder van Nodens opgevolgd. Vervolgens heeft [gedaagde] via Uniper op het niveau van Nodens een tweede Service Agreement gesloten voor de directietaken die hij uitvoerde bij Nodens. Deze overeenkomst is zowel namens Uniper als Nodens ondertekend door [gedaagde] .
2.19.
In de algemene vergadering van Nodens van 23 juni 2014 hebben de aandeelhouders (Hereswint vertegenwoordigd door [naam 3] en UUH vertegenwoordigd door [gedaagde] ) Uniper per 1 juni 2014 benoemd tot directievoerder. Daarnaast hebben zij ingestemd met een vergoeding aan Uniper voor de directietaken op basis van een succesfee tot 4% over het bedrag aan bruto dividend dat Nodens uitkeert aan haar aandeelhouders.
2.20.
Vanaf juni 2014 heeft Nodens diverse dividenduitkeringen gedaan, hetgeen ertoe heeft geleid dat Uniper ten minste € 80.755,00 aan succesfee heeft ontvangen, in aanvulling op de succesfee die Uniper reeds van UUH ontving.
2.21.
Op 21 december 2015 heeft Nodens alle aandelen die UUH in Nodens hield ingekocht tegen een prijs van € 400.000,00 plus een earn-out regeling. Door deze transactie werd Hereswint 100% aandeelhouder van Nodens. Binnen twee weken, op
5 januari 2016, heeft Nodens € 600.000,00 dividend uitgekeerd. In de jaren daarna hebben nog drie dividenduitkeringen plaatsgevonden, waarna Nodens op 28 december 2021 (als verdwijnende vennootschap) is gefuseerd met Hereswint (als verkrijgende vennootschap).
Inzake GenDx
2.22.
GenDx is een spin-off van UMCUH. Bij haar oprichting op 1 maart 2005 werden de aandelen in het kapitaal van GenDx gehouden door UMCUH (45,001%), EchiumBio Holding BV (Echium Bio) (45,011%), [naam 7] (4,999%) en [naam 8] (4,999%). [naam 9] is (vanaf 1 maart 2005 tot 14 januari 2019 via zijn persoonlijke vennootschap EchiumBio en vanaf 11 december 2018 (ook) in persoon) vanaf de oprichting van GenDx tot heden bestuurder van GenDx. [gedaagde] was de verantwoordelijk Investment Manager van GenDx vanuit Utrecht Holdings en fungeerde in diverse belangrijke aangelegenheden tevens als gevolmachtigde namens UMCUH.
2.23.
In de periode tussen 2006 en 2018 hebben verschillende aandelentransacties in GenDx plaatsgevonden, welke transacties er uiteindelijk toe hebben geleid dat Utrecht Holdings eind 2017 alle door hen gehouden aandelen in GenDx en KimerDx B.V. (KimerDx) hebben laten inkopen tegen een door [gedaagde] en [naam 9] bepaalde prijs.
2.24.
Op 29 november 2006 heeft GenDx, bestuurd door EchiumBio, 12.500 nieuwe aandelen uitgegeven aan EchiumBio tegen inbreng van de door EchiumBio bij oprichting verstrekte geldlening van € 25.000,00. EchiumBio werd hierdoor meerderheidsaandeelhouder in GenDx met een percentage van 50,49%. Op diezelfde dag heeft GenDx aan aandeelhouders [naam 7] en [naam 8] 694 nieuwe aandelen uitgegeven. De tevens door UMCUH bij oprichting aan GenDx verstrekte geldlening van € 25.000,00 werd vervolgens niet geconverteerd en het aandelenbelang van UMCUH in GenDx verwaterde naar 39,51%.
2.25.
Op 30 januari 2008 heeft GenDx alle aandelen van [naam 8] gekocht tegen een prijs van € 22.772,00. Op 21 april 2009 heeft GenDx deze aandelen verkocht aan [naam 7] , die op zijn beurt al zijn aandelen in GenDx heeft overgedragen aan zijn persoonlijke vennootschap MimasEA. Vanaf dat moment kende GenDx drie aandeelhouders, te weten EchiumBio, UMCUH en MimasEA.
2.26.
Op 10 mei 2017 heeft [naam 9] namens EchiumBio aan onder andere [gedaagde] en [naam 7] medegedeeld dat een onderneming genaamd Battery Ventures concrete interesse had in GenDx en dat zij mogelijk een (groot) deel van het belang van UMCUH in GenDx zou kunnen overnemen. Vanaf mei 2017 tot november 2017 is met Battery Ventures over de overname van het aandelenbelang van UMCUH in GenDx onderhandeld. Uit een e-mailbericht van 19 juni 2017 van [naam 9] aan Battery Ventures, met onder andere [gedaagde] in cc, volgt onder meer het volgende:
‘(…)
All shareholders are positive about further investigating the options to collaborate with Battery Ventures to generate a platform of profitable diagnostic companies. (…)
To be sure we are on the same page of understanding.
BV:
 values GenDx around 25m€
 (…)
 10% of (new?) shares will be reserved as condition options for GenDx management team
 (…)
 [gedaagde] [ [gedaagde] , vzr] (business development) will be play a role in board team. Possible also [ voegende partij 1] (legal).
(…)’
2.27.
[gedaagde] heeft vervolgens op 26 juni 2017 aan drie leden van de Raad van Commissarissen van Utrecht Holdings, de heren [naam 10] , [naam 6] en [naam 11] , over de mogelijke overname van GenDx door Battery Ventures bericht. Dit e-mailbericht vermeldt onder meer het volgende:
‘(…)
Indicatieve waarde die zij aan Gendx, Kimerdx en twee bedrijven van de directeur hangen is totaal EUR 20M. (…) UMC Utrecht Holding belang wordt door Battery daarmee gewaardeerd op EUR 5M (boekwaarde is EUR 39K, = kostprijs). UU Holding belang is veel minder omdat het alleen klein belang in KimerDx heeft maar ook hier is wel wat winst op te maken. (…) Als we met Battery verder gaan zal Utrecht Holdings waarschijnlijk 100% uitgekocht worden (alsdan EUR 5M winst plus forse positieve kasstroom). (…)’
2.28.
Op 22 augustus 2017 werd een bod van Battery Ventures verwacht, maar de interesse van Battery Ventures in GenDx nam af en de onderhandelingen hebben uiteindelijk niet tot een overname van aandelen geleid.
2.29.
[naam 9] liet vervolgens bij brief van 22 november 2017 aan Utrecht Holdings weten dat hij ondanks dat Battery Ventures zich had teruggetrokken zelf nog niet met GenDx wilde stoppen, maar dat hij Utrecht Holdings wel de mogelijkheid wilde bieden om de onzekerheid over toekomstige winsten van GenDx nu al te verzilveren. In dat verband deed [naam 9] het voorstel om de aandelen van Utrecht Holdings in GenDx en KimerDx te verkopen aan GenDx, uitgaande van een geschatte waarde van de aandelen van
€ 4.448.930,00. Op het belang van UMCUH in GenDx werd vervolgens nog een korting van 50% toegepast. De daaraan ten grondslag liggende berekening die [naam 9] meestuurde, was een kopie van de berekening uit het Excel-document met de naam “20172011 Inkoop gedateerd 20 november 2017”. Dit document was volgens de documenteigenschappen op
19 maart 2017 opgesteld door [naam 9] en als laatst gewijzigd door [gedaagde] . Ook het Word-document van de brief van [naam 9] van 22 november 2017 was volgens de documenteigenschappen als laatst gewijzigd door [gedaagde] . De waardering van de GenDx groep van € 15.606.359,00 zoals opgenomen in het hiervoor bedoelde Excel-document was inclusief een korting van 25%.
2.30.
[gedaagde] heeft bij e-mail van 22 november 2017 aan de Raad van Commissarissen van Utrecht Holdings toestemming gevraagd voor de verkoop van de door Utrecht Holdings gehouden aandelen in GenDx en KimerDx. Alle RvC-leden hebben op basis van de daarbij gegeven toelichting in een vergadering van 14 december 2017 hun akkoord gegeven. Op
15 december 2017 is vervolgens een “Overeenkomst en aandeelhoudersbesluit inzake de inkoop van eigen aandelen Genome Diagnostics BV welke gehouden worden door UMC Utrecht Holding BV” getekend, op grond waarvan GenDx haar eigen (door UMCUH gehouden) aandelen kon inkopen. De overeenkomst is namens UMCUH ondertekend door [gedaagde] . Op 18 december 2017 is GenDx vervolgens overgegaan tot daadwerkelijke inkoop van de aandelen voor een totaalprijs van € 2.156.046,00 (€ 47,91 per aandeel).
2.31.
In de RvC-vergadering van 14 december 2017 heeft de Raad van Commissarissen van Utrecht Holdings verder akkoord gegeven voor de verkoop van de aandelen die Utrecht Holdings op dat moment hield in KimerDx.
2.32.
Met ingang van 1 januari 2018, binnen twee weken na de inkoop van de aandelenbelangen van Utrecht Holdings, ontving [gedaagde] van GenDx een jaarlijkse bezoldiging van € 10.000,00 voor zijn rol als ‘adviseur algemene zaken en voorzitter van de commissie’. Voor zover [gedaagde] vanuit zijn functie bij Utrecht Holdings op enig moment uren heeft gemaakt voor GenDx, blijkt uit de financiële administratie niet dat daarvoor kosten bij GenDx in rekening zijn gebracht.
2.33.
Op 14 februari 2018 verkreeg GenDx alle aandelen in het kapitaal van KimerDx. Niet lang daarna werd [gedaagde] , via Uniper, aandeelhouder van GenDx. Enkele maanden na het uittreden van Utrecht Holdings, op 13 maart 2018, heeft [naam 9] per e-mail aan onder andere [gedaagde] geschreven dat hij tegen dezelfde waardering als waarop UMCUH was uitgestapt (inclusief de dubbele discounts van 25% + 50%) met daarop nog een extra korting van 2/3e kon instappen. Tegelijkertijd heeft [naam 9] aangeboden vanuit GenDx een lening te verstrekken voor het door [gedaagde] te betalen inlegbedrag, voor zover hij een dergelijk bedrag niet cash voorradig zou hebben.
2.34.
Bij e-mailbericht van 26 maart 2018 heeft [gedaagde] de Raad van Commissarissen van Utrecht Holdings geïnformeerd over de betrokkenheid en voorgenomen aandelenparticipaties van onder andere hemzelf via Uniper in GenDx. Dit e-mailbericht vermeldt voor zover thans van belang het volgende:
‘(…)
[naam 9] , directeur en grootaandeelhouder, heeft mij nu gevraagd om voor GenDx te komen werken; vorm en omvang in overleg te bepalen. Na 1e overleg met hem is me duidelijk dat hij er vooral behoefte aan heeft dat [ voegende partij 1] (Holding jurist) en ik hem van tijd tot tijd adviseren/ondersteunen op meer strategische en soms ondernemersrechtelijke zaken. Kortom, voor de nabije toekomst van tijd tot tijd met hem sparren en brainstormen en hem bij wat lastiger zaken coachen.
[naam 9] biedt aan dat ik ook een klein aandelenbelang kan kopen in GenDx (0-5%). Of ik hier op in zal gaan weet ik nog niet. (…)’
In reactie op dit bericht heeft RvC-lid [naam 6] bij e-mailbericht van 27 maart 2018 aan dat het wat hem betreft een “vrije keuze” van [gedaagde] was of hij al dan niet zou investeren.
2.35.
[gedaagde] werd vervolgens per e-mailbericht van 31 maart 2018 uitgenodigd voor een algemene vergadering van aandeelhouders van GenDx, die zou plaatsvinden op
4 april 2018. In een daarop volgend e-mailbericht van 24 april 2018 is [gedaagde] aangeduid als (toekomstig) aandeelhouder. Op 10 juli 2018 is vervolgens overeenstemming bereikt over Uniper als aandeelhouder van GenDx.
2.36.
Op 21 augustus 2018 heeft [gedaagde] in reactie op een e-mail van [naam 9] over de vergoeding aan Uniper in het kader van GenDx verzocht in het vervolg zijn privé e-mailadres te gebruiken in plaats van zijn e-mailadres bij Utrecht Holdings.
2.37.
Op 6 november 2018 werd de deelname van Uniper in GenDx geformaliseerd. GenDx heeft op dat moment aan Uniper 3.850 nieuwe aandelen uitgegeven tegen een prijs van € 47,51 per aandeel. Uniper verkreeg daarmee 5,03% van de aandelen in GenDx. Vervolgens is tussen de aandeelhouders van GenDx een aandeelhoudersovereenkomst gesloten. Uit de daarin opgenomen contactinformatie volgt dat [gedaagde] met zijn privé e-mailadres communiceerde over GenDx gerelateerde zaken.
2.38.
Enkele weken daarvoor, op 23 oktober 2018, had [naam 9] al een ondertekende brief van de General Counsel van private equity-investeerder Ampersand ontvangen, waarin afspraken waren vastgelegd over de vertrouwelijkheid van data inzake een mogelijke transactie met GenDx. Op 7 december 2018 kwamen Ampersand en GenDx tot een uitgewerkte Letter of Intent (LOI). Uiteindelijk werd op 18 april 2019 de transactie met Ampersand geëffectueerd. Op deze datum heeft GenDx eerst 33,33% van de aandelenbelangen van ieder van de aandeelhouders ingekocht. Vervolgens heeft een zogenaamde stock split plaatsgevonden, waarbij de nominale waarde van de aandelen in GenDx met een factor 100 zijn verlaagd en de uitgegeven aandelen met een factor 100 zijn verhoogd. Vervolgens heeft GenDx 2.552.899 nieuwe preferente aandelen uitgegeven aan Ampersand tegen een uitgifteprijs van € 22 miljoen, waarmee Ampersand 33,33% van de aandelen in GenDx verkreeg. Uniper heeft voor deze verkoop van 1/3e van haar 5,03% aandelenbelang een bedrag van € 1.030.527,37 ontvangen.
2.39.
In een buiten vergadering genomen aandeelhoudersbesluit van de aandeelhouders van GenDx van eveneens 18 april 2019 is onder andere [gedaagde] tot niet-uitvoerend bestuurder van GenDx benoemd en daarmee onderdeel geworden van het board team van GenDx.
2.40.
In de zomer van 2022 zijn vervolgens 100% van de aandelen in GenDx overgenomen door het Franse bedrijf Eurobio Scientific voor een bedrag van € 135 miljoen. [gedaagde] heeft bij die verkoop voor zijn resterende 3,35% aandelenbelang in GenDx een bedrag ontvangen van € 4.522.500,00.
Met betrekking tot Eis 2 (zoals hierna onder 3 genoemd)
2.41.
Naar aanleiding van de bevindingen in het Deloitte-rapport hebben Utrecht Holdings een aanvullende controle gedaan op eventuele andere opvallende kwesties in haar financiële administratie. Op basis van de uitkomst daarvan hebben Utrecht Holdings op
2 mei 2023 verlof gevraagd en gekregen voor het leggen van aanvullend conservatoir bewijsbeslag ten laste van [gedaagde] . Deze aanvullende bewijsbeslagen heeft de deurwaarder in opdracht van Utrecht Holdings op 3 mei 2023 gelegd.
Inzake Gadeta Founders
2.42.
Gadeta Founders B.V. (Gadeta Founders) en Gadeta B.V. (Gadeta) zijn opgericht op 18 december 2015. Gadeta B.V. is een onderneming die zich richt op verschillende vormen van celtherapie en behandelingen van kanker. Utrecht Holdings houden op dit moment in totaal 16,99% van de aandelen in Gadeta Founders, welke onderneming op haar beurt 38,76% van de aandelen in Gadeta B.V. houdt.
2.43.
Bij haar oprichting heeft Gadeta Founders 10.000 gewone aandelen uitgegeven en 100 aandelen A. De aandelen A zijn preferente aandelen waarop steeds als eerst hetgeen wordt uitgekeerd dat Gadeta Founders ontvangt op de preferente aandelen A die zij houdt in het kapitaal van Gadeta B.V. UUH en UMCUH verkregen bij oprichting van Gadeta Founders ieder 1950 gewone aandelen en 30 aandelen A.
2.44.
Eén van de overige aandeelhouders van Gadeta Founders is [naam 1] Biotech Consultancy B.V. (DBBC), waarvan [naam 1] 50% aandeelhouder is en zijn twee zoons ieder 25% aandeelhouder. [naam 1] is enig bestuurder van DBBC en via DBBC enig bestuurder van Gadeta Founders. Vanaf 18 december 2015 tot en met 2 september 2017 was [naam 1] tevens bestuurder van Gadeta B.V., waarvan ook [gedaagde] vanaf 1 juni 2017 tot en met 25 februari 2021 bestuurder was.
2.45.
Onder bestuur van [gedaagde] hebben Utrecht Holdings diverse leningen aan Gadeta Founders verstrekt. Zo heeft UMCUH op 29 december 2015 een eerste leningdeel van
€ 77.500,00 aan Gadeta Founders verstrekt en op 28 augustus 2017 een tweede leningdeel van € 77.500,00. UUH heeft op 30 december 2015 een eerste leningdeel van € 96.100,00 aan Gadeta Founders verstrekt en op 28 augustus 2017 een tweede leningdeel van
€ 77.500,00. Op 28 augustus 2017 hebben UUH en UMCUH twee nieuwe leningen aan Gadeta Founders verstrekt van ieder € 500.000,00. Twee dagen daarna, op
30 augustus 2017, verkregen zij daarvoor ieder 100 preferente aandelen A in Gadeta Founders.
2.46.
Op 5 maart 2018 heeft [gedaagde] bij e-mailbericht aan [naam 1] kenbaar gemaakt dat Utrecht Holdings bereid was een deel van haar belang in Gadeta Founders te verkopen. Dit aanbod zag op 50% van de door Utrecht Holdings gehouden aandelen A, die zij kort daarvoor hadden verkregen in verband met de verstrekte leningen van tweemaal
€ 500.000,00. In reactie daarop heeft [naam 1] bij e-mailbericht van 12 maart 2018 aan [gedaagde] laten weten welke aandeelhouders interesse hadden in welke aandelen en tegen welke prijs. Uit dit bericht volgt dat Utrecht Holdings in het kader van die verkoop in totaal € 650.400,00 zouden ontvangen voor 502 van de door hen gehouden gewone aandelen in Gadeta Founders, 100 (50%) van de door hen gehouden aandelen A in Gadeta Founders en 50% van de door Utrecht Holdings verstrekte rentedragende leningen aan Gadeta Founders.
Op 3 april 2018 heeft voornoemde aandelentransactie ook werkelijk plaatsgevonden.
2.47.
Het grootste deel van de aandelen en leningen zijn verkocht aan DBBC. Voor de financiering van deze koop is tussen enerzijds [gedaagde] en Latenstein Beheer B.V. (Latenstein) als geldverstrekkers en anderzijds DBBC als geldnemer op 28 maart 2018 een overeenkomst van geldlening gesloten. Latenstein is een vennootschap van de vader van [gedaagde] . Uit de overeenkomst van geldlening volgt onder andere dat (i) de geldlening strekt ter financiering van de aankoop van aandelen in Gadeta Founders en (ii) dat DBBC bereid is om, naast aflossing van de lening en betaling van een rente van 8% per jaar, een deel van de winst aan [gedaagde] en Latenstein te betalen. [naam 1] stond persoonlijk borg voor de lening. Over het overeengekomen winstdeel is in artikel 4 van de overeenkomst van geldlening bepaald:
‘Artikel 4, Winstdeel
4.1
Geldverstrekkers en Geldnemer komen hierbij overeen dat Geldnemer 60% van de Winst onvoorwaardelijk zal afdragen aan Geldverstrekkers (het ‘Winstdeel’). (…)
4.2
Geldverstrekkers’ recht op voornoemd Winstdeel kent geen expiratiedatum of termijn; ook wanneer de leensom en de gecumuleerde rente voldaan zijn, houden Geldverstrekkers het onvoorwaardelijke recht op het Winstdeel. (…)’
2.48.
In juli 2018 hebben vervolgens zodanige uitkeringen vanuit Gadeta Founders plaatsgevonden dat DBBC de door [gedaagde] en Latensteun verstrekte geldlening reeds toen heeft afgelost en [gedaagde] en Latenstein daarnaast € 330.371,32 hebben ontvangen op basis van hun 60%-Winstdeel.
Inzake Gadeta Founders/het zeiljacht Nyima
2.49.
Uit een volgende geldleningovereenkomst daterende van 31 december 2018 volgt dat [gedaagde] aan [naam 1] een lening van € 200.000,00 heeft verstrekt, ter financiering van “enkele privézaken” en “de aflossingsverplichtingen en rentebetalingen die voortvloeien uit de geldleningovereenkomst van 28 maart 2018”. Als zekerheid voor deze geldlening heeft [naam 1] aan [gedaagde] een pandrecht verstrekt op een 32-meter lang luxe zeiljacht met de naam Nyima.
2.50.
Uit correspondentie tussen onder andere [naam 1] en [gedaagde] volgt dat [gedaagde] zelf met enige regelmaat gebruik maakte van het zeiljacht.
TigaTx Founders
2.51.
TigaTx Inc. is een onderneming die zich richt op kankerbestrijding door middel van gepatenteerde platformtechnologie. Utrecht Holdings houden op dit moment 69,17% van de aandelen in TigaTx Founders B.V. (TigaTx Founders), welke onderneming op haar beurt 20,10% van de aandelen in TigaTx Inc. houdt.
2.52.
TigaTx Founders is opgericht op 21 september 2018, met als enig bestuurder DBBC. Bij de oprichting verkreeg UMCUH 22.501 gewone aandelen en 75.000 preferente aandelen A. UUH verkreeg bij de oprichting 22.500 gewone aandelen en daarnaast ook 75.000 preferente aandelen A. Eén van de overige aandeelhouders in TigaTx Founders was DBBC.
2.53.
Bij oprichting van TigaTx Founders hebben Utrecht Holdings ieder € 30.000,00 als agio op de preferente aandelen A gestort. Op 8 november 2018 hebben zij vervolgens nog eens ieder € 37.500,00 aan agio op deze aandelen gestort. In de jaren daarna hebben Utrecht Holdings, bestuurd door [gedaagde] , verschillende converteerbare leningen aan TigaTx Founders verstrekt, onder meer ieder een bedrag van € 90.000,00 op 16 juli 2019. Een aantal maanden later, op 31 december 2019, zijn deze leningen en de cumulatieve rente daarop voor 50% afgewaardeerd. Ook de overige door Utrecht Holdings gedane investeringen in TigaTx Founders zijn op dat moment voor 50% afgewaardeerd. Op 15 april 2020 hebben Utrecht Holdings vervolgens ieder een converteerbare lening van € 235.000,00 aan TigaTx Founders verstrekt. Op 30 november 2020 zijn ook deze leningen inclusief rente voor 50% afgewaardeerd.
2.54.
Op 15 april 2020 heeft ook DBBC een converteerbare lening van € 30.000,00 aan TigaTx Founders verstrekt. Uit een geldleningsovereenkomst daterende van 21 april 2020 volgt dat [gedaagde] als geldverstrekker en DBBC als geldnemer, met [naam 1] privé als borgsteller, het geld voor deze lening aan DBBC ter beschikking heeft gesteld. In artikel 4 van de geldleningsovereenkomst zijn de partijen overeengekomen dat [gedaagde] recht heeft op 100% van de winst. Dit winstdeel kent geen expiratiedatum of termijn.
2.55.
Uit e-mailcorrespondentie volgt dat [naam 1] [gedaagde] op 1 mei 2020 heeft gevraagd wat hij aan Utrecht Holdings moest rapporteren over de waarde van een commercial license agreement met betrekking tot TigaTx Inc. In reactie daarop antwoordde [gedaagde] onder andere
“Ik krijg het straks ter goedkeuring, komt goed.”
Sea Otter
2.56.
Sea Otter Investments B.V. (Sea Otter) is een vennootschap die op 13 oktober 2010 is opgericht en op 22 december 2020 is ontbonden. Bij oprichting van Sea Otter was DBBC enig aandeelhouder en bestuurder en enig bestuurder is DBBC tot de ontbinding van de vennootschap ook gebleven.
2.57.
Op enig moment is Nodens gaan deelnemen in Sea Otter. Op 8 februari 2011 spraken [gedaagde] namens Nodens via UUH en [naam 1] namens Sea Otter via DBBC over een door Nodens aan Sea Otter te verstrekken converteerbare lening, zodat Sea Otter zou kunnen deelnemen in de vennootschap PanGenetics waarin ook Nodens investeerde.
2.58.
Op 27 en 28 april 2011 is door [naam 1] namens hemzelf, Sea Otter en DBBC en door [gedaagde] namens UUH (als bestuurder via Nodens) een Convertible Loan Agreement ondertekend. De lening is door Nodens verstrekt zodat Sea Otter preferente aandelen D zou kunnen kopen in PanGenetics. De lening is vervolgens verstrekt en geconverteerd. [gedaagde] heeft aldus Nodens en niet Utrecht Holdings laten investeren in Sea Otter. De voordelen van de gedane investeringen zijn daarom in Nodens gevloeid, van welke vennootschap Hereswint op dat moment 100% aandeelhouder was.
Simibio
2.59.
Simibio B.V. (Simibio) is op 8 december 2009 opgericht door DBBC. Bij oprichting van Simibio was DBBC enig aandeelhouder. Vanaf de oprichting tot de ontbinding van Simibio op 1 oktober 2017 was DBBC daarnaast enig bestuurder. [naam 2] was van 18 januari 2012 tot 1 maart 2012 commissaris van Simibio.
2.60.
Uit notulen van 9 december 2009 volgt dat [gedaagde] tijdens de vergadering van de Raad van Commissarissen (RvC) van Utrecht Holdings heeft medegedeeld dat Simibio er veelbelovend uitzag en een potentiele behoorlijke upside kon hebben. Naar aanleiding daarvan hebben Utrecht Holdings op 22 april 2010 een aandelenbelang in Simibio van in totaal € 225.000,00 genomen. Utrecht Holdings hebben vervolgens tot vlak voor de ontbinding van Simibio op 1 oktober 2017 verschillende leningen aan Simibio verstrekt, van in totaal € 185.000,00. Voor een deel van deze leningen stonden DBCC en [naam 1] in persoon garant. Op 22 december 2011 hebben Utrecht Holdings daarnaast ieder voor
€ 36.000,00 aanvullende aandelen A in Simibio gekocht.
2.61.
Bij e-mailbericht van 14 september 2017 heeft [gedaagde] -op verzoek daartoe van [naam 1] - namens Utrecht Holdings definitief afstand gedaan van de mogelijkheid de lening van € 185.000,00 te innen. De rente over deze lening bedroeg op dat moment € 74.180,89 in totaal, waardoor afstand werd gedaan van een totaalbedrag van € 259.180,89. [gedaagde] heeft dit e-mailbericht ter kennisgeving doorgestuurd aan de finance-afdeling van Utrecht Holdings, die de mail vervolgens heeft doorgestuurd naar onder andere [naam 12] , die onder andere de financiële administratie van Utrecht Holdings doet. Op de vraag van [naam 12] of het governance technisch goed zou zijn het besluit tot kwijting ook langs de RvC te sturen, reageerde [gedaagde] op 15 september 2017 dat hij de RvC die middag zou informeren en het besluit in de notulen zou laten opnemen. Uit de notulen van de RvC-vergadering van 15 september 2017 blijkt niet dat [gedaagde] de kwestie vervolgens onder de aandacht van de RvC heeft gebracht.
2.62.
Op 18 september 2017 heeft [naam 1] aan de aandeelhouders geschreven dat het
“zeer waarschijnlijk niet gaat lukken iets te maken van Simibio”
en dat er ook
“geheel geen assets in de Company zitten”.
Diezelfde dag heeft [gedaagde] een aandeelhoudersbesluit ondertekend strekkende tot ontbinding van Simibio. De leningen van Utrecht Holdings aan Simibio zijn vervolgens afgewaardeerd, waarna Simibio is ontbonden.
Ambracia
2.63.
Ambracia Biopharmaceuticals B.V. (Ambracia) is opgericht op 6 april 2016. De vennootschap Life Science Purchasing Power B.V. (LSSP) is de persoonlijke vennootschap van [naam 13] en was bij oprichting enig bestuurder en aandeelhouder van Ambracia.
2.64.
Op 2 mei 2016 heeft Ambracia aandelen uitgegeven, waaronder aan UUH. Zij verkreeg 11.000 gewone aandelen (11%). Nodens verkreeg bij deze aandelenuitgifte 25.000 gewone aandelen (25%) en DBBC verkreeg 21.100 gewone aandelen (21,1%). Op 29 december 2016 heeft UUH haar aandelenbelang in Ambracia, alsook in vier andere entiteiten, overgedragen aan Nodens. [gedaagde] was op dat moment zowel bestuurder van UUH als bestuurder van Nodens (via Uniper). Nodens betaalde voor dit aandelenbelang
€ 35.000,00.
2.65.
Uit een share purchase agreement (SPA) van 12 december 2018 blijkt dat de aandelen in één van de overige vier entiteiten – Cluster270 – op 12 december 2018 zijn verkocht aan Polpharma Group B.V. voor € 500.000,00. Voor het van UUH overgenomen aandelenbelang van 11% heeft Nodens bij die verkoop € 55.000,00 ontvangen.
2.66.
Uit een aandeelhoudersbesluit van Ambracia van 15 juli 2020, ondertekend door [gedaagde] als bestuurder van Nodens via Uniper, blijkt dat de assets van Ambracia zijn overgedragen aan TigaTx en LSPP voor totaal € 30.000,00, waarna de overgebleven baten zijn uitgekeerd als dividend en Ambracia voor 31 december 2020 is ontbonden.
Laurentia
2.67.
Laurentia Holding B.V. (Laurentia) is op 31 maart 2020 opgericht. [naam 14] was van 31 maart 2020 tot 6 april 2020 bestuurder van Laurentia. Vanaf
6 april 2020 werd Clinquest Group B.V. (Clinquest), waarvan [naam 14] bestuurder is, bestuurder van Laurentia. Daarnaast was UUH vanaf 31 maart 2020 bestuurder van Laurentia tot 27 juni 2022.
2.68.
UUH heeft vanaf 19 januari 2005 een aandelenbelang gehad in Enceladus Pharmaceuticals B.V. (Enceladus). In Enceladus is uit hoofde van een samenwerkingsovereenkomst tussen onder andere Enceladus en de UU, IP ontwikkeld. De UU en UUH waren oorspronkelijk eigenaren van het IP. Bij overeenkomst van 11 februari 2008 zijn de patenten op het IP overgedragen aan Enceladus, tegen verkrijging van zogenaamde royalties; een percentage van onder andere de omzet en het inkomen van Enceladus zoals bepaald in de overeenkomst. In deze overeenkomst is daarnaast bepaald dat indien de overeenkomst wordt beëindigd conform artikel 9 zonder gebrek aan de zijde van de UU of UUH, Enceladus op verzoek van de UU en UUH alle rechten op en belangen in de patent rights terug zal overdragen aan de UU en UUH.
2.69.
Enceladus heeft op 2 april 2020 haar IP-rechten verkocht aan UUH en Clinquest. Met ingang van 5 januari 2021 heeft Laurentia de verplichtingen van Enceladus uit voornoemde samenwerkingsovereenkomst overgenomen. De koopprijs voor de IP-rechten bedroeg € 850.000,00, waarvan UUH € 558.723,00 heeft betaald. Enceladus is vervolgens op 14 april 2023 ontbonden. Op dat moment konden de IP-rechten niet aan UU en UUH terug worden overgedragen, omdat die rechten daarvoor al aan UUH waren verkocht.
2.70.
UUH en Clinquest hebben de door hen bij oprichting van Laurentia verkregen converteerbare cumulatief preferente aandelen volgestort door inbreng van de IP-rechten. UUH deed daarmee afstand van enige rechten of opbrengsten op die IP-rechten, terwijl zij voorheen wel aanspraak kon maken op de betaling van royalties jegens Enceladus. Daarnaast heeft UUH bij oprichting € 1.064,62 ter volstorting van de door haar verkregen gewone aandelen en € 125.000,00 ter volstorting van de door gaar verkregen converteerbare cumulatief preferente aandelen. Niet is gebleken dat vervolgens conversie van die aandelen heeft plaatsgevonden.
2.71.
UUH heeft op 25 januari 2021 nog eens 100.000 cumulatief preferente aandelen in Laurentia verkregen, tegen betaling van € 100.000,00. Dit gebeurde opnieuw op
23 april 2021.
2.72.
Op 1 juni 2021 is [gedaagde] afgetreden als bestuurder van Utrecht Holdings. Het nieuwe bestuur van Utrecht Holdings heeft vervolgens aangegeven zich te willen beraden over het doen van verdere investeringen in Laurentia. Daarmee kwamen de verhoudingen met [naam 14] , de andere bestuurder van Laurentia, op scherp te staan. Op 16 juni 2022 is een vaststellingsovereenkomst gesloten tussen onder meer UUH en [naam 14] .
2.73.
UUH is sinds 27 juni 2022 geen bestuurder en aandeelhouder meer van Laurentia.

3.Het geschil

in de hoofdzaak met nummer 23-86
3.1.
Utrecht Holdings vorderen - na wijziging van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I Uniper te veroordelen binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Utrecht Holdings primair afschrift van, en subsidiair inzage in de navolgende bescheiden te verstrekken (digitale bescheiden en gegevens in de “cloud” daaronder steeds begrepen):
waarbij in het navolgende (a) onder “
Correspondentie” steeds wordt verstaan: brieven, faxberichten, e-mails, sms-berichten, WhatsApp-berichten, Telegram-berichten, Signal-berichten, Facebook Messenger-berichten, Slack-berichten, LinkedIn-berichten, Teams-berichten, iCloud-berichten, Google Hangouts-berichten, voice-berichten, agenda-uitnodigingen, Teams-uitnodigingen, Zoom-uitnodigingen, Google Hangouts-uitnodigingen en voicemails, en (b) onder “
Andere (Digitale) Bescheiden” steeds wordt verstaan: alle digitale en papieren bestanden, documenten, notulen, telefoonnotities, aantekeningen, Excel-bestanden, memoranda en Word-documenten;
Eis 1
Nodens
  • i) alle Correspondentie verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 4 juni 2013 met betrekking tot Nodens waarbij de navolgende (rechts)personen als “verzender”, “ontvanger”, “bcc”, “cc”, of “forward” betrokken zijn: (i) Uniper, (ii) [naam 2] , (iii) [gedaagde] , (iv) Hereswint, (v) [naam 3] , (vi) [naam 4] , (vii) [naam 5] , (viii) [naam 1] , (ix) Buys Ballotfonds, (x) Van Marken en (xi) Nodens, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden (rechts)personen, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden;
  • ii) Andere (Digitale) Bescheiden met betrekking tot Nodens waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): Nodens, Hereswint, echtgenoot, echtgenote(s), UMCUH, UUH, Utrecht Holdings, Uniper, Gom, [naam 2] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 3] , (kleine) investeerder, Bioceros, Epirus, Pangenetics, Broteio Pharma, Aristi Biotech, [naam 1] , succesvergoeding, succesfee, succes fee, service fee, service agreement, inkoop, earn-out, earn out, dividend, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
GenDx
  • iii) Alle Correspondentie verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 1 januari 2017 met betrekking tot GenDx en KimerDx waarbij de navolgende (rechts)personen als “verzender”, “ontvanger”, “bcc”, “cc”, of “forward” betrokken zijn: (i) Uniper, (ii) [gedaagde] , (iii) [naam 9] , (iv) EchiumBio, (v) [ voegende partij 1] , uitsluitend voor zover als ontvanger cc of bcc, (vi) GenDx, (vii) BLiMP, uitsluitend voor zover als ontvanger cc of bcc, (viii) [naam 7] , (ix) MimasEA, (x) Battery Ventures, (xi) Ampersand en (xii) Summit Partners, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden (rechts)personen, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden;
  • iv) Andere (Digitale) Bescheiden vervaardigd althans opgeslagen in systemen na 1 januari 2017 met betrekking tot GenDx en KimerDx waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): GenDx, Genome Diagnostics, KimerDx, UMCUH, UUH, Utrecht Holdings, [gedaagde] , [gedaagde] , Uniper, [naam 9] , [naam 9] , EchiumBio, Ampersand, Battery Ventures, Summit Partners, Eurobio Scientific, (ondernemings)waarde, (enterprise) value, (aandelen)waarde, (shareholders) value, exit, waardering, discount, korting, Participation Agreement, LOI, Letter of Intent, NDA, non disclosure agreement, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Eis 2
Gadeta Founders en Gadeta B.V.
( v) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 18 december 2014 met betrekking tot Gadeta Founders en Gadeta B.V. waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 17] , [naam 16] , [naam 18] , TWIR, [naam 14] , Clinquest, lening, winst, dividend, verkoopopbrengst, Nyima, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, pandrecht, zekerheid, Latenstein, Gilead, Kite, Baxalta, Virtal, Index, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
TigaTx Founders en TigaTx Inc.
( vi) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 21 september 2017 met betrekking tot TigaTx Founders en TigaTx Inc waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 16] , [naam 17] , [naam 18] , lening, leningsovereenkomst, loan, loan agreement, swap, winst, winstdeel, dividend, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, Matoti, Cellpoint, Virtal, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Simibio
( vii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 22 april 2009 met betrekking tot Simibio waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, Gom, [naam 2] , lening, leningsovereenkomst, loan, loan agreement, rente, winst, winstdeel, dividend, agio, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, convertible loan, converteerbare leningsovereenkomst, convertible loan agreement, Pangenetics, PG, Nodens, Hereswint, Virtal, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Ambracia
( viii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 2 mei 2015 met betrekking tot Ambracia waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 13] , Bioceros, Epirus, Cluster, Therapeutics, Polpharma, aandelen, winst, dividend, verkoopopbrengst, Nodens, TigaTx, Virtal, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Laurentia
( ix) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 31 maart 2019 met betrekking tot Laurentia waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, [naam 15] , lening, loan, rente, winst, winstdeel, dividend, aandelen A, prefs A, preferente aandelen, conversion, conversie, managementvergoeding, management fee, retainer, patent, patent rights, IP, intellectual property, IP-rechten, assignment, Virtal, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Sea Otter
( x) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 13 oktober 2009 met betrekking tot Sea Otter waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, Gom, [naam 2] , lening, loan, aandelen A, prefs A, (gewone) aandelen, conversion, conversie, Pangenetics, Bioceros, Tsquared, PG, Nodens, Hereswint, Virtal, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Nyima
( xi) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 5 oktober 2017 met betrekking tot Nyima waarin een of meer van de navolgende tredwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): lening, loan, pandrecht, zekerheid, [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, [naam 17] , [naam 16] , [naam 18] , TWIR, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
De Samenwerking [gedaagde] - [naam 1]
( xii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt in de periode 26 juni 2009 tot 1 juni 2021 met betrekking tot de Samenwerking [gedaagde] - [naam 1] (zoals gedefinieerd in par. 3.5.1. van de akte houdende wijziging van eis) waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): aandelen, lening, loan, loan agreement, bridge loan, overeenkomst, agreement, winst, winstdeel, dividend, agio, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, (gewone) aandelen, co-financiering, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, CLA, pandrecht, zekerheid, swap, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
II op de voet van artikel 843a lid 2 Rv te bepalen dat primair afschrift en subsidiair inzage zal worden verschaft doordat DigiJuris B.V. alle Beslagen Data (voor zover nodig) zal indexeren en vervolgens de relevante bescheiden als bedoeld in onderdeel I van het petitum zal selecteren en exporteren aan de hand van onder meer (i) de onderwerpen van de bescheiden, (ii) de bij de bescheiden betrokken personen en (iii) de in onderdeel I van het petitum opgenomen zoektermen althans andere zoektermen zoals door de voorzieningenrechter te bepalen, en daarbij te bepalen dat DigiJuris B.V. gerechtigd is om aan de vorenbedoelde selectie toe te voegen die stukken waarvan de inhoud redelijkerwijze in verband kan worden gebracht met de in onderdeel I van het petitum omschreven onderwerpen, zonder dat in die stukken een zoekterm is vermeld, alsmede te bepalen dat vervolgens een afschrift van deze selectie aan Utrecht Holdings zal worden verstrekt, althans (subsidiair) te bepalen op een andere, door de voorzieningenrechter op de voet van artikel 843a lid 2 Rv te bepalen wijze, afschrift van dan wel inzage in de relevante bescheiden als bedoeld in onderdeel I van het petitum aan Utrecht Holdings zal worden verstrekt;
III Uniper te veroordelen te gehengen en te gedogen dat DigiJuris B.V. op de in onderdeel II van het petitum omschreven wijze primair afschrift en subsidiair inzage aan Utrecht Holdings zal verschaffen, een en ander op straffe van een dwangsom van
€ 100.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom;
IV Uniper te veroordelen tot betaling van de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Uniper voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.
in de hoofdzaak met nummer 23-87
3.4.
Utrecht Holdings hebben - na wijziging van eis - dezelfde vorderingen jegens [gedaagde] ingesteld als de hiervoor weergegeven vorderingen jegens Uniper, met als enkel verschil de datum genoemd onder Eis 1, Nodens, onder (i), die in het kader van de vorderingen jegens [gedaagde] op 12 maart 2004 is gesteld in plaats van de jegens Uniper gehanteerde datum van 4 juni 2013.
3.5.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
3.6.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover voor de beoordeling van dit geschil van belang, worden ingegaan.
in het incident in de zaak met nummer 23-86 en nummer 23-87
3.7.
[ voegende partij 1] en BLiMP vorderen primair te mogen tussenkomen in de korte gedingen tussen Utrecht Holdings enerzijds en [gedaagde] en Uniper anderzijds en subsidiair zich te mogen voegen aan de zijde van [gedaagde] en Uniper.

4.De beoordeling van het geschil

in de zaak met nummer 23-86 en nummer 23-87

in het incident tot tussenkomst, althans voeging
4.1.
[ voegende partij 1] en BLiMP vorderen in beide procedures als tussenkomende partij te worden toegelaten, althans zich te mogen voegen aan de zijde van Uniper en [gedaagde] . [ voegende partij 1] en BLiMP hebben geen zelfstandige vordering in de hoofdzaak in de incidenten ingesteld, zodat van tussenkomst geen sprake kan zijn. Voor het aannemen van een belang bij voeging is voldoende dat [ voegende partij 1] en BLiMP nadelige gevolgen kunnen ondervinden van de uitkomst van de procedures die ongunstig is voor in dit geval [gedaagde] en Uniper. Onder nadelige gevolgen wordt verstaan de feitelijke of juridische gevolgen van de toe- of afwijzing van de vorderingen of het gezag van gewijsde dat de in de procedures gegeven eindbeslissingen kunnen hebben voor degenen die voeging vorderen. Nu zowel [ voegende partij 1] als BLiMP als zoekterm in de door Utrecht Holdings ingestelde vorderingen voorkomen, staat vast dat toewijzing van die vorderingen niet enkel [gedaagde] en Uniper raakt maar tevens gevolgen heeft voor [ voegende partij 1] en BLiMP. Op basis daarvan is aannemelijk dat [ voegende partij 1] en BLiMP belang hebben bij voeging, zodat deze voeging in zowel de procedure tegen Uniper als tegen [gedaagde] zal worden toegestaan.
in de hoofdzaak
4.2.
De spoedeisendheid van de vorderingen vloeit voldoende uit de door Utrecht Holdings geschetste omstandigheden voort.
4.3.
Onderhavige zaken gaan over inzagevorderingen na gelegde bewijsbeslagen op diverse (digitale) bescheiden in verband met de verdenking dat [gedaagde] zijn taak als bestuurder van Utrecht Holdings onbehoorlijk heeft vervuld en dat hem daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De bewijsbeslagen houden verder verband met de verdenking dat ook Uniper (zelfstandig) onrechtmatig heeft gehandeld jegens Utrecht Holdings en haar verbintenis uit hoofde van de overeenkomst(en) van opdracht niet is nagekomen omdat zij niet de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen.
De criteria voor toewijzing van een vordering op grond van artikel 843a Rv
4.4.
Wil een inzagevordering op grond van artikel 843a lid 1 Rv toewijsbaar zijn, dan moet voldaan zijn aan drie cumulatieve voorwaarden:
(i) de eiser moet een rechtmatig belang hebben bij inzage, uittreksel of afschrift;
(ii) het moet gaan om bepaalde bescheiden; en
(iii) het verzoek moet bescheiden betreffen aangaande een rechtsbetrekking waarin de eiser of verzoeker partij is.
De leden 3 en 4 van genoemde wetsbepaling maken vervolgens nog een uitzondering op dit inzagerecht bij een functioneel verschoningsrecht, wegens gewichtige redenen of omdat redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.
I Het rechtmatig belang
4.5.
Utrecht Holdings hebben belang bij de door hen verzochte inzage om de aard en ernst van de gestelde onrechtmatige gedragingen/wanprestatie en de omvang en de gevolgen daarvan in kaart te kunnen brengen, teneinde aan de hand daarvan haar rechtspositie te kunnen bepalen.
Anders dan Uniper en [gedaagde] naar voren brengen, kan het verzoek van Utrecht Holdings niet worden beschouwd als een fishing expedition. Er is door Utrecht Holdings voldoende feitelijk en gemotiveerd gesteld wat de relevantie van de gevraagde bescheiden is voor het vaststellen van hun rechtspositie. Het gaat niet om stukken waarvan zij slechts vermoeden dat zij wel eens steun zouden kunnen bieden aan hun stellingen, maar om stukken die meer licht kunnen werpen op de wijze waarop de bestuurder(s) van Utrecht Holdings zijn omgegaan met de belangen van Utrecht Holdings, voor zover het gaat om transacties waarbij zij ook -direct of indirect- op andere wijze betrokken waren. Dat die ruimere betrokkenheid inzake vrijwel alle plaatsgevonden transacties bestond, hebben Uniper en [gedaagde] niet betwist.
4.6.
Het verdere verweer van Uniper en [gedaagde] op dit onderdeel concentreert zich op de vraag of wel of niet sprake is geweest van tegenstrijdig belang bij verschillende transacties om vervolgens te concluderen -voor zover er al een tegenstrijdig belang was- dat niet is gehandeld in strijd met artikel 2:256 (oud) BW. Zij gaan er daarbij echter aan voorbij dat het gestelde onrechtmatig handelen meer omvat en dat waar de term tegenstrijdig belang wordt genoemd, enkel voorbeelden zijn gegeven van situaties die verder onderzoek behoeven omdat minstgenomen de vraag is of de bestuurder ( [gedaagde] al dan niet via Uniper) bij die transacties wel het belang van Utrecht Holdings voorop heeft gesteld, zoals van een bestuurder mag worden verwacht gelet op het bepaalde in artikel 2:9 BW. Zoals [gedaagde] ook zelf ter zitting heeft aangegeven, heeft hij niet altijd gehandeld als ware hij in dienst van Utrecht Holdings. [gedaagde] heeft in dat verband ter zitting verklaard dat hij “best vaak heeft moeten worstelen met de diverse petten die hij op had” en dat dat “wel eens schuurde”.
4.7.
Op basis van dit alles moet worden aangenomen dat Utrecht Holdings een rechtmatig belang bij de gevorderde afgifte hebben, zodat aan de eerste voorwaarde van artikel 843a lid 1 Rv is voldaan.
II Bepaalde bescheiden
4.8.
Utrecht Holdings hebben ter zitting, naar aanleiding van de verweren van Uniper, [gedaagde] , [ voegende partij 1] en BLiMP, een heel aantal zoektermen uit hun vorderingen geschrapt. Geconstateerd moet worden dat de thans resterende zoektermen (voornamelijk) zijn gebaseerd op bedrijfsnamen, namen van personen en bewoordingen die zijn gebruikt inzake transacties met betrekking tot specifieke bedrijven en personen in de periode dat [gedaagde] en Uniper (ook) bestuurder van Utrecht Holdings waren en als zodanig de belangen van Utrecht Holdings dienden te behartigen. Niet zonder meer valt in te zien dat deze zoektermen in dit geval te ruim of algemeen zijn geformuleerd en dat de vorderingen tot inzage in de beslagen bescheiden waarin deze zoektermen voorkomen daarmee niet zouden voldoen aan de eis van bepaaldheid als bedoeld in artikel 843a Rv. Dat geldt ook voor de zoektermen [ voegende partij 1] en BLiMP (uitsluitend voor zover zij als ontvanger cc of bcc in de beslagen bescheiden voorkomen). Het standpunt dat de onderdelen van de vorderingen die deze zoektermen betreffen geheel zouden moeten worden afgewezen omdat daarover door de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht reeds is beslist, kan niet worden gevolgd. De procedure die daar is gevoerd zag op een andere rechtsbetrekking dan die in de onderhavige procedures centraal staat, zodat in deze procedures een nieuw gerechtvaardigd belang bestaat om inzake GenDx ook op de termen [ voegende partij 1] en BLiMP te mogen zoeken. Dat de periode waarover inzage wordt gevorderd te ruim is, is voorts onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Daarmee is voldoende aannemelijk dat ook aan de tweede voorwaarde is voldaan.
III De rechtsbetrekking
4.9.
In de derde plaats moeten de inzagevorderingen zien op bescheiden aangaande aan rechtsbetrekking waarin in dit geval Utrecht Holdings partij is. Het bestaan van die rechtsbetrekking moet door degenen die inzage verlangen voldoende aannemelijk worden gemaakt. Daarbij dienen de inzagevorderingen zodanig feitelijk te worden onderbouwd, zo mogelijk met al voorhanden bewijsmateriaal, dat voldoende aannemelijk is dat - in dit geval - de gestelde onrechtmatige daad van zowel [gedaagde] als Uniper en de gestelde wanprestatie van Uniper- zich heeft voorgedaan. Of aan de maatstaf van voldoende aannemelijk maken door Utrecht Holdings is voldaan, zal hierna worden beoordeeld.
4.10.
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat de aannemelijkheidsdrempel in het kader van de inzagevordering enerzijds hoger ligt dan die in het kader van de vordering om bewijsmateriaal in beslag te mogen nemen, maar anderzijds lager dan die om een schadevordering te kunnen toewijzen. Verder heeft te gelden dat, waar de inzagevordering betrekking heeft op onder bewijsbeslag rustende bescheiden, de rechtsbetrekking ook in het verlengde moet liggen van de grondslag van het gelegde bewijsbeslag. Onderhavige bewijsbeslagen zijn gelegd wegens vermoedelijk onrechtmatig handelen door Uniper en [gedaagde] en de vermeende wanprestatie van Uniper jegens Utrecht Holdings in verband met een aantal met name genoemde bedrijven en transacties. Utrecht Holdings stelt dat [gedaagde] inzake Nodens, GenDx en de overige genoemde deelnemingen zijn taak als bestuurder van Utrecht Holdings (en middellijk van Buys Ballotfonds) onbehoorlijk heeft vervuld, doordat hij bij die taakuitoefening niet steeds enkel de belangen van Utrecht Holdings heeft gediend en voorop heeft gesteld. Volgens Utrecht Holdings heeft [gedaagde] bij (vrijwel) alle aandelentransacties en overeengekomen geldleningen en overige overeenkomsten telkens en juist zijn eigen persoonlijke belangen gediend door daarbij personen en ondernemingen te betrekken en bevoordelen met wie hij een persoonlijke band had.
4.11.
Zo menen Utrecht Holdings (onder meer) dat aandelen zonder objectieve waardebepaling voor (veel) te lage prijzen van de hand zijn gedaan, dat zonder gegronde redenen door Utrecht Holdings geldleningen zijn verstrekt die (relatief) kort daarna zijn afgewaardeerd en/of kwijtgescholden en dat [gedaagde] ook uit eigen hoofde diverse geldleningen en overeenkomsten tot stand heeft gebracht in het kader waarvan hij zonder zich de belangen van Utrecht Holdings aan te trekken forse succes fees en winstafdrachten heeft bedongen. Uniper heeft volgens Utrecht Holdings op haar beurt onrechtmatig gehandeld, (i) omdat Uniper als bestuurder van Nodens een specifieke zorgvuldigheidsnorm jegens Utrecht Holdings heeft geschonden en de daardoor veroorzaakte schade definitief is geworden, (ii) Uniper ook heeft geprofiteerd van de normschendingen van [gedaagde] en (iii) Uniper de eerste service agreement van 17 juni 2013 tussen Uniper en UUH heeft geschonden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze verwijten en omstandigheden, in onderlinge samenhang beschouwd en zoals (concreter) weergegeven in hoofdstuk 2 van dit vonnis, voldoende zijn om de aannemelijkheidsdrempel voor de inzage in enige in bewijsbeslag genomen bescheiden te rechtvaardigen. Uniper en [gedaagde] hebben hun verweer dat geenszins sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur en dat zij slechts uitvoering gaven aan instructies van de Raad van Commissarissen onvoldoende gemotiveerd onderbouwd. Het betoog van Uniper en [gedaagde] dat de Raad van Commissarissen steeds van de ruimere betrokkenheid van [gedaagde] en Uniper op de hoogte was, is in het kader van dit kort geding ook niet aannemelijk geworden en maakt het vorenstaande bovendien niet anders. Dat ten aanzien van een aantal bestuursjaren kennelijk decharge aan Uniper en [gedaagde] is verleend voor het door hen gevoerde beleid, maakt het vorenstaande ook niet anders. Aangenomen moet worden dat de drempel van aannemelijkheid zoals hiervoor onder 4.10. bedoeld is gehaald.
4.12.
Verder hebben Uniper en [gedaagde] nog uitgebreid verweer gevoerd ten aanzien van de klachtplicht, de verjaring van de vorderingen, de causaliteit en de schade. Die verweren staan er echter niet aan in de weg om een rechtsbetrekking in de zin van artikel 843a Rv aanwezig te achten. Nu het gaat om een gestelde vordering uit onrechtmatige daad, behoeft het verweer over de klachtplicht in dat opzicht verder geen bespreking. De bescheiden waar thans om wordt verzocht zijn verder deels nodig om de schending van de klachtplicht voor zover het gaat om de gestelde wanprestatie, het verjaringsverweer en de verweren ten aanzien van causaliteit en schade te beoordelen. Die beoordeling moet plaatsvinden in een eventuele bodemzaak. Gemotiveerd is gesteld dat Utrecht Holdings schade hebben geleden als gevolg van het onbehoorlijk bestuur en het overige onrechtmatige handelen van [gedaagde] en Uniper en het gaat in het kader van de onderhavige procedures te ver om van Utrecht Holdings te verlangen dat zij daar reeds nu bewijs van leveren. Daarvoor zijn immers zoals gezegd de gevraagde bescheiden relevant. Aangenomen moet worden dat ook aan de derde en laatste voorwaarde van artikel 843a lid 1 Rv is voldaan.
Conclusie
4.13.
Bij deze stand van zaken moet worden geconcludeerd dat aan alle vereisten van artikel 843a Rv is voldaan. Nu voorts niet is gebleken dat de gevraagde bescheiden ook langs een andere weg verkregen kunnen worden, zullen de op artikel 843a Rv gebaseerde vorderingen van Utrecht Holdings zullen worden toegewezen. Dit heeft tot gevolg dat op grond van artikel 843a lid 2 Rv afschrift van de betreffende bescheiden dient te worden verstrekt, nu daartegen geen (gemotiveerd) verweer is gevoerd. Het onderdeel van de vordering die ziet op de bepaling dat DigiJuris B.v. gerechtigd zou zijn aan de selectie van bescheiden toe te voegen die stukken waarvan de inhoud redelijkerwijze in verband kan worden gebracht met de in het petitum omschreven onderwerpen, zonder dat in die stukken een van de zoektermen is vermeld, strekt te ver en zal daarom worden afgewezen.
4.14.
Niet aannemelijk is dat toewijzing van de vorderingen in dit specifieke geval leidt tot schending van de privacyrechten van Uniper en [gedaagde] , nu voor die toewijzing zoals hiervoor reeds geoordeeld gegronde redenen bestaan. Van strijd met artikel 8 EVRM is gelet daarop evenmin sprake. Schending van die privacy/de persoonlijke levenssfeer zou overigens ook door [gedaagde] over zichzelf (en Uniper) zijn afgeroepen doordat hij ervoor heeft gekozen om niet alleen zijn zakelijke e-mailadres en/of laptop te gebruiken voor transacties met de genoemde vennootschappen in de periode dat hij en/of Uniper (ook) bestuurder waren van Utrecht Holdings, maar -zoals als niet betwist vaststaat- ook zijn privé e-mailadres en andere privé communicatiemiddelen. DigiJuris heeft voorts ter zitting concreet toegelicht hoe zij in geval van toewijzing van de vorderingen onderzoek gaat doen. Zo is verklaard dat allereerst gefilterd wordt op correspondentie of documenten, daarna op de onderwerpen waarop die correspondentie of documenten betrekking moeten hebben, waarna weer wordt gefilterd op zoektermen of personen. Daarna zal de datumbeperking worden toegevoegd, zodat tot een zo beperkt mogelijke relevante selectie wordt gekomen. Die selectie wordt vervolgens eerst aan [gedaagde] en Uniper getoond, zodat zij daartegen desgewenst nog bezwaar kunnen maken voordat de selectie aan Utrecht Holdings zal worden afgegeven.
4.15.
Op basis van de hiervoor geschetste werkwijze staat vast dat geen reden bestaat om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het werk van DigiJuris, die er alles aan lijkt te doen om niet meer gegevens te verzamelen dan ingevolge dit vonnis is toegestaan. [gedaagde] en Uniper zijn, zoals zij aanvoeren, zelf geen IT-specialist maar dat is DigiJuris wel en de veroordelingen in dit vonnis brengen met zich dat [gedaagde] en Uniper DigiJuris in staat dienen te stellen haar werk behoorlijk te kunnen uitvoeren.
4.16.
De gevorderde dwangsom zal op de voet van artikel 611a Rv worden toegewezen als na melden.
in de zaak met nummer 23-86
4.17.
Uniper, [ voegende partij 1] en BLiMP zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Utrecht Holdings tot op heden begroot op:
  • explootkosten € 106,73
  • griffierecht € 676,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.861,73
4.18.
De gevorderde wettelijke rente en nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.
in de zaak met nummer 23-87
4.19.
[gedaagde] , [ voegende partij 1] en BLiMP zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Utrecht Holdings tot op heden begroot op:
  • explootkosten € 106,73
  • griffierecht € 676,00
  • salaris advocaat
Totaal € 1.861,73
4.20.
De gevorderde wettelijke rente en nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in de zaak met nummer 23-86
in het incident tot voeging
5.1.
laat [ voegende partij 1] en BLiMP toe als voegende partij aan de zijde van Uniper,
5.2.
veroordeelt Uniper en Utrecht Holdings tot betaling van de proceskosten in het incident, tot de uitkomst van deze procedure begroot op nihil,
in de hoofdzaak
5.3.
veroordeelt Uniper binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Utrecht Holdings afschrift van de navolgende bescheiden te verstrekken (digitale bescheiden en gegevens in de “cloud” daaronder steeds begrepen):
waarbij in het navolgende (a) onder “
Correspondentie” steeds wordt verstaan: brieven, faxberichten, e-mails, sms-berichten, WhatsApp-berichten, Telegram-berichten, Signal-berichten, Facebook Messenger-berichten, Slack-berichten, LinkedIn-berichten, Teams-berichten, iCloud-berichten, Google Hangouts-berichten, voice-berichten, agenda-uitnodigingen, Teams-uitnodigingen, Zoom-uitnodigingen, Google Hangouts-uitnodigingen en voicemails, en (b) onder “
Andere (Digitale) Bescheiden” steeds wordt verstaan: alle digitale en papieren bestanden, documenten, notulen, telefoonnotities, aantekeningen, Excel-bestanden, memoranda en Word-documenten;
Eis 1
Nodens
  • i) Alle Correspondentie verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 4 juni 2013 met betrekking tot Nodens waarbij de navolgende (rechts)personen als “verzender”, “ontvanger”, “bcc”, “cc”, of “forward” betrokken zijn: (i) Uniper, (ii) [naam 2] , (iii) [gedaagde] , (iv) Hereswint, (v) [naam 3] , (vi) [naam 4] , (vii) [naam 5] , (viii) [naam 1] , (ix) Buys Ballotfonds, (x) Van Marken en (xi) Nodens, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden;
  • ii) Andere (Digitale) Bescheiden met betrekking tot Nodens waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): Nodens, Hereswint, echtgenoot, echtgenote(s), UMCUH, UUH, Utrecht Holdings, Uniper, Gom, [naam 2] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 3] , (kleine) investeerder, Bioceros, Epirus, Pangenetics, Broteio Pharma, Aristi Biotech, [naam 1] , succesvergoeding, succesfee, succes fee, service fee, service agreement, inkoop, earn-out, earn out, dividend, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
GenDx
  • iii) Alle Correspondentie verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 1 januari 2017 met betrekking tot GenDx en KimerDx waarbij de navolgende (rechts)personen als “verzender”, “ontvanger”, “bcc”, “cc”, of “forward” betrokken zijn: (i) Uniper, (ii) [gedaagde] , (iii) [naam 9] , (iv) EchiumBio, (v) [ voegende partij 1] , uitsluitend voor zover als ontvanger cc of bcc, (vi) GenDx, (vii) BLiMP, uitsluitend voor zover als ontvanger cc of bcc, (viii) [naam 7] , (ix) MimasEA, (x) Battery Ventures, (xi) Ampersand en (xii) Summit Partners, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden;
  • iv) Andere (Digitale) Bescheiden vervaardigd althans opgeslagen in systemen na
1 januari 2017 met betrekking tot GenDx en KimerDx waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): GenDx, Genome Diagnostics, KimerDx, UMCUH, UUH, Utrecht Holdings, [gedaagde] , [gedaagde] , Uniper, [naam 9] , [naam 9] , EchiumBio, Ampersand, Battery Ventures, Summit Partners, Eurobio Scientific, (ondernemings)waarde, (enterprise) value, (aandelen)waarde, (shareholders) value, exit, waardering, discount, korting, Participation Agreement, LOI, Letter of Intent, NDA, non disclosure agreement, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Eis 2
Gadeta Founders en Gadeta B.V.
( v) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 18 december 2014 met betrekking tot Gadeta Founders en Gadeta B.V. waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 17] , [naam 16] , [naam 18] , TWIR, [naam 14] , Clinquest, lening, winst, dividend, verkoopopbrengst, Nyima, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, pandrecht, zekerheid, Latenstein, Gilead, Kite, Baxalta, Virtal, Index, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
TigaTx Founders en TigaTx Inc.
( vi) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 21 september 2017 met betrekking tot TigaTx Founders en TigaTx Inc waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 16] , [naam 17] , [naam 18] , lening, leningsovereenkomst, loan, loan agreement, swap, winst, winstdeel, dividend, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, Matoti, Cellpoint, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Simibio
( vii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 22 april 2009 met betrekking tot Simibio waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, Gom, [naam 2] , lening, leningsovereenkomst, loan, loan agreement, rente, winst, winstdeel, dividend, agio, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, convertible loan, converteerbare leningsovereenkomst, convertible loan agreement, Pangenetics, PG, Nodens, Hereswint, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Ambracia
( viii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 2 mei 2015 met betrekking tot Ambracia waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 13] , Bioceros, Epirus, Cluster, Therapeutics, Polpharma, aandelen, winst, dividend, verkoopopbrengst, Nodens, TigaTx, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Laurentia
( ix) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 31 maart 2019 met betrekking tot Laurentia waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, [naam 15] , lening, loan, rente, winst, winstdeel, dividend, aandelen A, prefs A, preferente aandelen, conversion, conversie, managementvergoeding, management fee, retainer, patent, patent rights, IP, intellectual property, IP-rechten, assignment, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Sea Otter
( x) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 13 oktober 2009 met betrekking tot Sea Otter waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, Gom, [naam 2] , lening, loan, aandelen A, prefs A, (gewone) aandelen, conversion, conversie, Pangenetics, Bioceros, Tsquared, PG, Nodens, Hereswint, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Nyima
( xi) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 5 oktober 2017 met betrekking tot Nyima waarin een of meer van de navolgende tredwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): lening, loan, pandrecht, zekerheid, [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, [naam 17] , [naam 16] , [naam 18] , TWIR, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
De Samenwerking [gedaagde] - [naam 1]
( xii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt in de periode 26 juni 2009 tot 1 juni 2021 met betrekking tot de Samenwerking [gedaagde] - [naam 1] (zoals gedefinieerd in par. 3.5.1. van de akte houdende wijziging van eis) waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): aandelen, lening, loan, loan agreement, bridge loan, overeenkomst, agreement, winst, winstdeel, dividend, agio, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, (gewone) aandelen, co-financiering, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, CLA, pandrecht, zekerheid, swap, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van Uniper of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
5.4.
bepaalt dat op grond van artikel 843a lid 2 Rv afschrift zal worden verschaft doordat DigiJuris B.V. alle Beslagen Data (voor zover nodig) zal indexeren en vervolgens de relevante bescheiden als bedoeld in onderdeel I van het petitum zal selecteren en exporteren aan de hand van onder meer (i) de onderwerpen van de bescheiden, (ii) de bij de bescheiden betrokken personen en (iii) de in onderdeel I van het petitum opgenomen zoektermen op de ter zitting toegelichte wijze zoals vermeld onder 4.14, alsmede dat vervolgens een afschrift van deze bescheiden aan Utrecht Holdings wordt verstrekt,
5.5.
veroordeelt Uniper, [ voegende partij 1] en BLiMP te gehengen en te gedogen dat DigiJuris B.V. op de in onderdeel II van het petitum omschreven wijze afschrift aan Utrecht Holdings zal verschaffen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 100.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 2.500.000,00 zal zijn bereikt,
5.6.
veroordeelt Uniper, [ voegende partij 1] en BLiMP hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van de proceskosten in de hoofdzaak, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.861,73, waarin begrepen € 1.079,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening,
5.7.
veroordeelt Uniper, [ voegende partij 1] en BLiMP in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling en € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,
5.8.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de zaak met nummer 23-87
in het incident tot voeging
5.10.
laat [ voegende partij 1] en BLiMP toe als voegende partij aan de zijde van [gedaagde] ,
5.11.
veroordeelt [gedaagde] en Utrecht Holdings tot betaling van de proceskosten in het incident, tot de uitkomst van deze procedure begroot op nihil,
in de hoofdzaak
5.12.
veroordeelt [gedaagde] binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Utrecht Holdings afschrift van de navolgende bescheiden te verstrekken (digitale bescheiden en gegevens in de “cloud” daaronder steeds begrepen):
waarbij in het navolgende (a) onder “
Correspondentie” steeds wordt verstaan: brieven, faxberichten, e-mails, sms-berichten, WhatsApp-berichten, Telegram-berichten, Signal-berichten, Facebook Messenger-berichten, Slack-berichten, LinkedIn-berichten, Teams-berichten, iCloud-berichten, Google Hangouts-berichten, voice-berichten, agenda-uitnodigingen, Teams-uitnodigingen, Zoom-uitnodigingen, Google Hangouts-uitnodigingen en voicemails, en (b) onder “
Andere (Digitale) Bescheiden” steeds wordt verstaan: alle digitale en papieren bestanden, documenten, notulen, telefoonnotities, aantekeningen, Excel-bestanden, memoranda en Word-documenten;
Eis 1
Nodens
  • i) Alle Correspondentie verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 12 maart 2004 met betrekking tot Nodens waarbij de navolgende (rechts)personen als “verzender”, “ontvanger”, “bcc”, “cc”, of “forward” betrokken zijn: (i) Uniper, (ii) [naam 2] , (iii) [gedaagde] , (iv) Hereswint, (v) [naam 3] , (vi) [naam 4] , (vii) [naam 5] , (viii) [naam 1] , (ix) Buys Ballotfonds, (x) Van Marken en (xi) Nodens, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden;
  • ii) Andere (Digitale) Bescheiden met betrekking tot Nodens waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): Nodens, Hereswint, echtgenoot, echtgenote(s), UMCUH, UUH, Utrecht Holdings, Uniper, Gom, [naam 2] , [naam 4] , [naam 5] , [naam 3] , (kleine) investeerder, Bioceros, Epirus, Pangenetics, Broteio Pharma, Aristi Biotech, [naam 1] , succesvergoeding, succesfee, succes fee, service fee, service agreement, inkoop, earn-out, earn out, dividend, althans door de voorzieningenrechter in goede justitie aan te duiden trefwoorden, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
GenDx
  • iii) Alle Correspondentie verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 1 januari 2017 met betrekking tot GenDx en KimerDx waarbij de navolgende (rechts)personen als “verzender”, “ontvanger”, “bcc”, “cc”, of “forward” betrokken zijn: (i) Uniper, (ii) [gedaagde] , (iii) [naam 9] , (iv) EchiumBio, (v) [ voegende partij 1] , uitsluitend voor zover als ontvanger cc of bcc, (vi) GenDx, (vii) BLiMP, uitsluitend voor zover als ontvanger cc of bcc, (viii) [naam 7] , (ix) MimasEA, (x) Battery Ventures, (xi) Ampersand en (xii) Summit Partners, ongeacht op welke wijze deze aan of door Uniper zijn (toe)gezonden;
  • iv) Andere (Digitale) Bescheiden vervaardigd althans opgeslagen in systemen na
1 januari 2017 met betrekking tot GenDx en KimerDx waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): GenDx, Genome Diagnostics, KimerDx, UMCUH, UUH, Utrecht Holdings, [gedaagde] , [gedaagde] , Uniper, [naam 9] , [naam 9] , EchiumBio, Ampersand, Battery Ventures, Summit Partners, Eurobio Scientific, (ondernemings)waarde, (enterprise) value, (aandelen)waarde, (shareholders) value, exit, waardering, discount, korting, Participation Agreement, LOI, Letter of Intent, NDA, non disclosure agreement, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Eis 2
Gadeta Founders en Gadeta B.V.
( v) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 18 december 2014 met betrekking tot Gadeta Founders en Gadeta B.V. waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 17] , [naam 16] , [naam 18] , TWIR, [naam 14] , Clinquest, lening, winst, dividend, verkoopopbrengst, Nyima, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, pandrecht, zekerheid, Latenstein, Gilead, Kite, Baxalta, Virtal, Index, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
TigaTx Founders en TigaTx Inc.
( vi) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 21 september 2017 met betrekking tot TigaTx Founders en TigaTx Inc waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 16] , [naam 17] , [naam 18] , lening, leningsovereenkomst, loan, loan agreement, swap, winst, winstdeel, dividend, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, Matoti, Cellpoint, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Simibio
( vii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 22 april 2009 met betrekking tot Simibio waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, Gom, [naam 2] , lening, leningsovereenkomst, loan, loan agreement, rente, winst, winstdeel, dividend, agio, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, conversion, conversie, convertible loan, converteerbare leningsovereenkomst, convertible loan agreement, Pangenetics, PG, Nodens, Hereswint, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Ambracia
( viii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 2 mei 2015 met betrekking tot Ambracia waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 13] , Bioceros, Epirus, Cluster, Therapeutics, Polpharma, aandelen, winst, dividend, verkoopopbrengst, Nodens, TigaTx, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Laurentia
( ix) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 31 maart 2019 met betrekking tot Laurentia waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, [naam 15] , lening, loan, rente, winst, winstdeel, dividend, aandelen A, prefs A, preferente aandelen, conversion, conversie, managementvergoeding, management fee, retainer, patent, patent rights, IP, intellectual property, IP-rechten, assignment, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Sea Otter
( x) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 13 oktober 2009 met betrekking tot Sea Otter waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, Gom, [naam 2] , lening, loan, aandelen A, prefs A, (gewone) aandelen, conversion, conversie, Pangenetics, Bioceros, Tsquared, PG, Nodens, Hereswint, Virtal, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
Nyima
( xi) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt vanaf 5 oktober 2017 met betrekking tot Nyima waarin een of meer van de navolgende tredwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): lening, loan, pandrecht, zekerheid, [naam 1] , [naam 1] Biotech Consultancy, DBBC, [gedaagde] , [gedaagde] , OS, Uniper, [naam 14] , Clinquest, [naam 17] , [naam 16] , [naam 18] , TWIR, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
De Samenwerking [gedaagde] - [naam 1]
( xii) Alle Correspondentie of Andere (Digitale) Bescheiden verzonden, ontvangen en/of (op)gemaakt c.q. bewerkt in de periode 26 juni 2009 tot 1 juni 2021 met betrekking tot de Samenwerking [gedaagde] - [naam 1] (zoals gedefinieerd in par. 3.5.1. van de akte houdende wijziging van eis) waarin een of meer van de navolgende trefwoorden (en/of combinaties daarvan) voorkomen (of afkortingen daarvan): aandelen, lening, loan, loan agreement, bridge loan, overeenkomst, agreement, winst, winstdeel, dividend, agio, verkoopopbrengst, aandelen A, prefs A, (gewone) aandelen, co-financiering, conversion, conversie, converteerbare lening, convertible loan, CLA, pandrecht, zekerheid, swap, ongeacht op welke wijze deze aan of door [gedaagde] zijn (toe)gezonden of zijn (op)gemaakt;
met dien verstande dat geen recht bestaat op afschrift van dan wel inzage in Correspondentie en Andere (Digitale) Bescheiden gericht aan of afkomstig van één of meer van de advocaten van [gedaagde] of andere in artikel 843a lid 3 Rv bedoelde personen;
5.13.
bepaalt dat op grond van artikel 843a lid 2 Rv afschrift zal worden verschaft doordat DigiJuris B.V. alle Beslagen Data (voor zover nodig) zal indexeren en vervolgens de relevante bescheiden als bedoeld in onderdeel I van het petitum zal selecteren en exporteren aan de hand van onder meer (i) de onderwerpen van de bescheiden, (ii) de bij de bescheiden betrokken personen en (iii) de in onderdeel I van het petitum opgenomen zoektermen op de ter zitting toegelichte wijze zoals vermeld onder 4.14, alsmede dat vervolgens een afschrift van deze bescheiden aan Utrecht Holdings wordt verstrekt,
5.14.
veroordeelt [gedaagde] , [ voegende partij 1] en BLiMP te gehengen en te gedogen dat DigiJuris B.V. op de in onderdeel II van het petitum omschreven wijze afschrift aan Utrecht Holdings zal verschaffen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 100.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt, tot een maximum van € 2.500.000,00 zal zijn bereikt,
5.15.
veroordeelt [gedaagde] , [ voegende partij 1] en BLiMP hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot betaling van de proceskosten in de hoofdzaak, tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 1.861,73, waarin begrepen € 1.079,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening,
5.16.
veroordeelt [gedaagde] , [ voegende partij 1] en BLiMP in de kosten die zijn ontstaan na dit vonnis, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, als niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na die aanschrijving tot de dag van betaling en € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van dit vonnis, als er vervolgens betekening heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van betaling,
5.17.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.18.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. G.F. van den Berg in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.H.J. Krijnen op
13 juni 2023.