1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [verbalisant 1] , werkzaam bij politie Oost-Nederland, toen en aldaar werkzaam als politieagent, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten:
- meerdere, in elk geval één, scheurverwonding(en) van de huid en/of de bovenlip en/of onderlip,
- meerdere, in elk geval één, onderhuidse bloedsuitstorting(en) in de bovenlip en/of onderlip,
- de rechter snijtand (tand 11) uit de tandkas,
- een gebroken wortel van de linker snijtand (tand 21) en/of een breuk nabij het tandvlees,
- meerdere, in elk geval één, in de tandkas verplaatste snijtand(en) (tand 12 en/of 22),
- een hersenschudding, oorsuizen, concentratiestoornissen, intolerantie voor geluid en/of
hoofdpijn, heeft toegebracht, door:
- meermalen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 1] te
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [verbalisant 1] , werkzaam bij politie Oost-Nederland, toen en aldaar werkzaam als
politieagent opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- meermalen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 1]
heeft/hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ambtenaar, te weten: [verbalisant 1] , werkzaam bij politie Oost-Nederland gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
heeft mishandeld door:
- meermalen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 1] te
feit 2
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [verbalisant 2] , werkzaam bij politie Oost-Nederland, toen en aldaar werkzaam als politieagent, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten:
- een schaafwond op het hoofd,
- een scheurwond op het voorhoofd boven de linker wenkbrauw,
- een breuk en/of kneuzing in/van de rechter voet en/of
- een hersenschudding, heeft toegebracht, door:
- meermalen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 2] te gooien;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan [verbalisant 2] , werkzaam bij politie Oost-Nederland, toen en aldaar werkzaam als politieagent, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- meermalen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 2] heeft/hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [verbalisant 2] , werkzaam bij politie Oost-Nederland, toen en aldaar werkzaam als politieagent, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door:
- meermalen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 2] te gooien;
feit 3
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
aan één of meerdere perso(o)n(en), te weten:
- [verbalisant 5] , en/of
- [verbalisant 6] , allen werkzaam bij politie-eenheid Oost-Nederland, toen en aldaar allen werkzaam als politieagent, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- meerdere malen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] en/of [verbalisant 5] en/of [verbalisant 6] heeft/hebben gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, één of meerdere ambtena(a)r(en), te weten:
allen werkzaam bij politie-eenheid Oost-Nederland, toen en aldaar allen werkzaam als
politieagent, (allen) gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening heeft mishandeld door:
- meerdere malen, althans eenmaal, een steen en/of een glazen fles naar die [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] en/of [verbalisant 5] en/of [verbalisant 6] te gooien;
feit 4
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem opzettelijk een of meerdere ambtena(a)r(en),te weten:
allen werkzaam bij politie-eenheid Oost-Nederland toen en aldaar allen werkzaam als
politieagent, (allen) gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun
bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/hen meerdere malen, in elk geval eenmaal, de woorden toe te voegen: kankerlijers en/of kankernazi’s en/of fascisten en/of nazi’s en/of NSB-ers en/of kankerpolitie en/of hoerenzonen en/of kankerwouten en/of kutwouten, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
feit 5
hij op of omstreeks 1 januari 2021 te Arnhem, zich met geweld en/of bedreiging met geweld,
heeft verzet tegen een ambtenaar, te weten, [verbalisant 8] en/of [verbalisant 7] (beiden werkzaam als politieagent bij politie-eenheid Oost-Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, te weten ter aanhouding van verdachte, door:
- zich meerdere malen, in elk geval eenmaal, los proberen te trekken,
- meerdere malen, in elk geval eenmaal, zijn hakken in de grond te trappen/steken en/of
- meerdere malen in elk geval eenmaal, met zijn lichaam te hangen in tegengestelde richting dan waarin de verbalisanten zich bewegen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 1 januari 2021 omstreeks 04:22 uur kwam bij de politie Gelderland-Midden een melding binnen dat in een bunker aan de [adres] een illegaal feest gaande was. Omstreeks 05:28 uur werd door de burgemeester van Arnhem een noodbevel afgeven om de bunker te ontruimen en de feestgangers te verbaliseren. Daar is vervolgens door de mobiele eenheid (ME) en een tweetal aanhoudingseenheden van de politie uitvoering aan gegeven.
Een aantal verbalisanten heeft bij de ontruiming van dit illegale feest letsel opgelopen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, 3 en 5. Verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 4, omdat er tegen verdachte geen aangifte is gedaan van belediging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte voor de feiten 1 tot en met 4 dient te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van voldoende bewijs. Er ligt ten aanzien van verdachte slechts een summier dossier waaruit niet blijkt welke geweldshandelingen verdachte zou hebben verricht. Er is daarnaast geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking of een gezamenlijk plan of uitvoering, waardoor verdachte ook dient te worden vrijgesproken van het medeplegen van de feiten 1 tot en met 3. Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman bepleit dat de rechtbank behoedzaam om dient te gaan met de verklaringen van de politieagenten nu de verklaringen van de politieagenten volgens de raadsman een gechargeerd beeld geven over hetgeen is voorgevallen.
Beoordeling door de rechtbank
Feiten 1, 2 en 3
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
Het enige bewijs dat het dossier met betrekking tot deze drie feiten tegen verdachte bevat is terug te vinden in het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 7] . Hij heeft, zakelijk weergegeven, verklaard dat hij heeft gezien dat verdachte de confrontatie aanging met de politie, dat hij verdachte slaande bewegingen zag maken en dat hij zag dat verdachte bewust mee deed met de groep die zich tegen de politie keerde. Uit dit proces-verbaal blijkt niet op welk moment en/of ten aanzien van welke verbalisant(en) verdachte deze gedragingen zou hebben gepleegd. Dit proces-verbaal is al met al te algemeen van aard om een concrete koppeling met een van de drie eerste ten laste gelegde feiten te leggen. Het dossier bevat geen andere bewijsmiddelen die de rol van verdachte en de geweldshandelingen die door verdachte zouden zijn gepleegd, concretiseren.
De omstandigheid dat enkele andere feestgangers geweldshandelingen tegen de politie verrichtten en dat verdachte zich in diezelfde groep feestgangers bevond, is onvoldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die “in vereniging” een (poging tot) zware mishandeling, dan wel een mishandeling pleegt. Mogelijk had een bewezenverklaring voor openlijke geweldpleging (artikel 141 Wetboek van Strafrecht) wel kunnen volgen als dat ten laste was gelegd.
De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van de feiten 1 tot en met 3.
Feit 4
Verbalisant [verbalisant 7] heeft voorts verklaard dat verdachte beledigende teksten heeft geschreeuwd. Echter blijkt niet uit de verklaring van de verbalisant wat deze beledigende teksten inhielden en tegen wie die waren gericht. Er zijn evenmin andere verklaringen die de verklaring van deze verbalisant ondersteunen of concretiseren. Er is bovendien jegens verdachte geen aangifte gedaan ter zake van belediging.
De rechtbank zal daarom verdachte ook vrijspreken van feit 4.
Feit 5
Verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] hielden verdachte aan wegens verdenking ter zake van openlijk geweldpleging, poging zware mishandeling, belediging en opruiing. Tijdens de aanhouding werkte verdachte, aldus deze verbalisanten, niet mee. Zo probeerde verdachte zich met veel kracht los te rukken. Verdachte trachtte zich de hele weg naar het inzetvoertuig te onttrekken aan de greep van de verbalisanten. Hij probeerde uit alle macht los te komen door zijn armen los te rukken, met zijn hakken in de grond te trappen en zijn hele lijf tegen te hangen. Al worstelend trokken verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] verdachte het inzetvoertuig in.Verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] duwden verdachte meerdere keren naar de vloer van de bus en riepen “staak je verzet en ga liggen op je buik”. Verdachte gaf hier geen gehoor aan en probeerde zich los te trekken.De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van hetgeen deze twee verbalisanten ten aanzien van de aanhouding hebben geverbaliseerd.
De rechtbank acht het gelet op het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft verzet tegen zijn aanhouding. De rechtbank is van oordeel dat sprake was van een rechtmatige aanhouding van verdachte en dat verbalisanten derhalve handelden in de rechtmatige uitoefening van hun bediening. Dat er later onvoldoende bewijs bleek te zijn voor de feiten 1 tot en met 4 doet daar niets aan af.