ECLI:NL:RBGEL:2023:4260

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 juli 2023
Publicatiedatum
25 juli 2023
Zaaknummer
05/026941-22, 05/034267-21, 05/040087-21, 05/084844-21, 03/086260-21, 03/086264-21, 05/097665-21, 05/132983-21 en 05/219089-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor smaad, bedreiging, mishandeling en dierenleed in meerdere zaken

Op 24 juli 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een complexe strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij meerdere strafbare feiten, waaronder smaad, bedreiging, mishandeling en dierenleed. De zaak omvatte in totaal acht parketnummers, waarbij de verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aangeranden van de eer en goede naam van verschillende personen via sociale media, alsook van bedreigingen en mishandelingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan smaad door beledigende en kwetsende berichten te plaatsen over diverse slachtoffers, waaronder ambtenaren en andere burgers. Daarnaast werd de verdachte ook veroordeeld voor bedreigingen met geweld en mishandeling van een taxichauffeur. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte over een langere periode een groot aantal feiten had gepleegd, waarbij slachtoffers veel overlast en angst hadden ervaren. De rechtbank legde een taakstraf op van 200 uren, met de voorwaarde dat deze niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan strafbare feiten. Tevens werden er schadevergoedingen toegewezen aan enkele benadeelde partijen, terwijl andere vorderingen niet-ontvankelijk werden verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact daarvan op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/026941-22, 05/034267-21, 05/040087-21, 05/084844-21, 03/086260-21, 03/086264-21, 05/097665-21, 05/132983-21 en 05/219089-21
Datum uitspraak : 24 juli 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] , wonende aan de [adres] ,
Raadsman: mr. M.W.J. Roosendaal, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlasteleggingen ten laste gelegd dat:
05/026941-22
1.
hij op of omstreeks 5 februari 2021 in de gemeente Nijmegen opzettelijk de eer en/of de goede naam van [benadeelde partij 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door de volgende tekst op Facebook, althans een social media platform te plaatsen: "Ik wil u even op de hoogte stellen van een van de grootste rascisten die Nederland ooit gekend heeft. Deze man heet [benadeelde partij 1] en woont in de [adres] . Deze man heeft aangegeven alle moskees in Nederland eigenhandig te willen afbreken. Ook heeft hij aangegeven nooit meer naar een Arabisch land te willen afreizen. Persoonlijk denk ik dat we deze man is een waarschuwing moeten gaan geven. Jullie mooie fantastische nieuwe Nederlanders komen niet aan onze kerken en wij niet aan die van jullie toch, dat heet respect voor elkaar hebben toch. Daarom roep ik jullie op je te verzamelen
voor zijn huis ondanks de corona, om hem duidelijk te maken dat zijn gedrag echt niet kan. Verder is deze man boekhouder van Criminelen. Er is over deze man al een melding gemaakt bij de fiod.";
2.
hij, op een of meer tijdstip(pen), op of omstreeks 4 maart 2021 in de gemeente Nijmegen
(telkens) opzettelijk de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door de volgende tekst(en) op Facebook, althans een social media platform te plaatsen:
- " [slachtoffer 1] was verliefd op mij en toen ik deze liefde niet beantwoorde wil ze mij uit mijn huis zetten. Dat kan want doordat ik al 3 maanden geen bijstand krijg heb ik een huurachterstand." en/of
- "Mag ik u voorstellen aan de kakkerlakken van deze maatschappij [slachtoffer 3] . Onterecht mijn bijstandsuitkering ingetrokken omdat ik boodschappen deed voor mijn vrienden. [slachtoffer 2] Frustreert de nieuwe aanvraag al 5 weken. [slachtoffer 1] Was verliefd op mij en toen ik deze liefde niet beantwoorde wil ze mij uit mijn huis zetten. Dat kan want doordat ik al 3 maanden geen bijstand krijg heb ik een huurachterstand. [slachtoffer 4] . Treed op namens Woonwaarts. Waar hij vroeger voor mensen in nood opkwam zet hij ze nu uit huis." en/of
- (daarbij) een foto geplaatst van die [slachtoffer 2] ;
05/034267-21
hij op of omstreeks 5 februari 2021, in de gemeente Nijmegen, een persoon genaamd [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak jou kapot" en/of
"ik pak jou" en/of "Ik sla jou kapot" en /of "Ik ga jou vernielen" en/of "Ik pak je wel", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
05/040087-21
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 2 januari 2021, te Bemmel, in de gemeente Lingewaard en/of in de gemeente Nijmegen, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 6] (zijn vader) en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] , door middel van een aan hen toegezonden SMS-bericht dreigend de woorden toe te voegen "Je kunt ophangen [naam 1] Maar ik vermoord gewoon mijn vader jouw opa morgen als jouw oma mij niet voor twaalf uur terug heeft gebeld. Ik ga daar 12 jaar voor zitten ken de straf ik was helemaal in de war.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en welke woorden ter kennis van die [slachtoffer 6] (vader) zijn gekomen/gebracht;
05/084844-21
1.
hij, op een of meerdere tijdstip(pen) op of omstreeks 26 maart 2021 te Nijmegen [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door die [benadeelde partij 2] een of meerdere ma(a)l(en) in/op/tegen de schouder(s) en/of het gezicht/hoofd, althans het lichaam te trappen en/of te schoppen;
2.
hij, in of omstreeks de periode van 5 februari 2021 tot en met 23 maart 2021 te Nijmegen, in elk geval in Nederland, opzettelijk de eer en/of de goede naam van [benadeelde partij 3] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij verdachte - kort en/of zakelijk weergegeven - (telefonisch) een melding bij Veilig Thuis gedaan inhoudende:
- dat de partner van die [benadeelde partij 3] een drugsverslaving heeft en/of
- dat die [benadeelde partij 3] gedwongen en/of bedreigd wordt om in de prostitutie te werken en/of
- dat die [benadeelde partij 3] haar partner ondersteunt in het witwassen van geld voor de Nijmeegse maffia, althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking, waarvan die [benadeelde partij 3] kennis heeft genomen;
3.
hij, op of omstreeks 26 maart 2021 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een (deel van een) (taxi) auto, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [benadeelde partij 2] toebehoorde, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4.
hij, op of omstreeks 26 maart 2021 te Nijmegenopzettelijk [benadeelde partij 2] , in zijn tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem een of meerdere ma(a)l(en) de woorden toe te voegen:
- "Je bent te gast in ons land" en/of
- "Zwarte" en/of
- "Tering idioot" en/of
- "Tering flikker" en/of
- "Zwarte aap", althans (telkens) woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
03/086260-21
1.
hij op of omstreeks 7 maart 2021 te Maastricht zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, bij een dier, te weten twee althans één big(gen), pijn en/of letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid en/of het welzijn van dat dier heeft benadeeld door:
- het hardhandig vastpakken en/of optillen van de biggen aan hun rug en/of hoofd en het (daarbij) met zijn vinger in het oog van een van de biggen terechtkomen
en/of
- het schoppen van een van de biggen en/of
- het van een bank afgooien van een van de biggen;
2.
hij in of omstreeks de periode van 14 februari tot en met 7 maart 2021 te Maastricht, als houder van dieren, te weten twee biggen, die dieren de nodige verzorging heeft onthouden, door:
- voornoemde biggen te houden in een daarvoor ongeschikte omgeving en/of huisvesting (te weten in een auto en/of in de binnenstad van Maastricht) en/of
- voornoemde biggen onvoldoende te voorzien van voldoende (voedzaam en/of juist) voedsel en/of drinkwater en/of
- voornoemde biggen de nodige veterinaire zorg te onthouden;
03/086264-21
hij op of omstreeks 13 maart 2021 te Maastricht opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer 10] (hoofdagent Politie Eenheid Limburg) en/of [slachtoffer 11] (hoofdagent Politie Eenheid Limburg), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/hen de woorden toe te voegen: 'Jullie zijn imbecielen, sukkels, jullie zijn zwakbegaafd, mongolen, jullie zijn de losers van de samenleving, het laagste volk wat er bestaat', althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
05/097665-21
1.
hij op of omstreeks 11 april 2021, in de gemeente Nijmegen, zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, opzettelijk bij een dier, te weten 35, althans een aantal, kuikens, pijn en/of letsel heeft veroorzaakt en/of de gezondheid en/of het welzijn heeft benadeeld, door zich (als houder) feitelijk te ontdoen van die kuikens;
2.
hij op of omstreeks 11 april 2021, in de gemeente Nijmegen, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zijn niet uitvliegend pluimgedierte, te weten (ongeveer) vijfendertig, althans een aantal, kuikens, heeft laten lopen in een tuin en/of op enige grond die bezaaid, bepoot of beplant is, gelegen aan of nabij de [adres] aldaar;
05/132983-21
hij op of omstreeks 15 mei 2021 te Nijmegen, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 11 april 2021 gegeven door de officier van justitie te Arnhem kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, noch direct (zelf) noch indirect (middels anderen) op enigerlei wijze contact (niet middels telefoon, niet middels internet, niet via enig ander communicatiemiddel, noch middels direct persoonlijk contact, nog middels schriftelijke middelen) zal hebben met [aangever 1] , door een e-mailbericht (bestemd voor/gericht aan die [aangever 1] ) te sturen naar het [naam afdeling] ;
05/219089-21
1.
hij op of omstreeks 11 april 2021,
in de gemeente Nijmegen,
opzettelijk een ambtenaar, te weten [aangever 1] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Ja en ik heb een varkentje gekocht en die noem ik [aangever 1] . Ja, want die lijkt namelijk op u en dat is geen compliment voor de varken" en/of "Dus u bent een leugenaar meneer [aangever 1] , 100 procent" althans
woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2.
hij in of omstreeks de periode van 4 februari 2021 tot en met 15 april 2021, in de gemeente Nijmegen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk de eer en/of de goede naam van [aangever 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door aan verschillende redactie(s)/kranten/nieuwdiensten e-mail berichten toe te sturen waarin (onder meer) was weergegeven of vermeld:
Beste [aangever 1] ,
"Jij bent de grootste dwaas die ik ooit heb meegemaakt.
Ik ben nu in Mijn Mooie Maastricht.
Kijk goed wat ik deed in Nijmegen wordt hier ook gedaan.
Jij sloot de zaak met je domme brein.
Nec eastside en harde kern nijmegen verdedigen de stad en jij denkt met de eer te strijken. Wat nu het geval is dat je beter in je schuilkelder kan gaan zitten. En voor je denkt dat dat een bedreiging is, ik bedreig je niet.
Maak mijn handjes niet vuil aan je kop zonder hersens.
Ik zorg voor openbaring van berichten met wantoestanden die jij ons mooie nijmegen hebt bezorgd.
Onmiddelijk opstappen nu en je verantwoording nemen.
Willen jullie dit delen
De vrouwen die dit delen krijgen van mij gratis eten op maandagavond in us mooie Mestreech". Zie fotos
en/of
heeft hij in genoemde periode op Facebook, in elk geval de openbare social media een bericht geplaatst en/of geplaatst gehouden waarin (onder meer) was vermeld of weergegeven: "Morgen staan [aangever 1] en ik in de Gelderlander. Hij wist niet wat hij zag. Hij noemde mij tuig en had het over kutkuikens. Hij wordt hier gecoached door zijn vrouw. Volgens mij is dat hard nodig. Het enige kutkuiken staat hier afgebeeld." en/of heeft hij (daarbij) een of meerdere foto's van genoemde [aangever 1] geplaatst.
en/of
heeft hij in genoemde periode op Facebook en/of Dumpert, in elk geval de openbare social media filmopnamen (opgenomen bij de woning van genoemde [aangever 1] ) geplaatst en/of geplaatst gehouden, waarin verdachte onder meer verklaart -zakelijk weegegeven- dat hij twee cafés had en dat deze onrechtmatig door genoemde [aangever 1] werden gesloten, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2021 tot en met 13 april 2021, in de gemeente Nijmegen, opzettelijk een persoon genaamd [aangever 1] , in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding, heeft beledigd, door op Facebook, in elk geval de openbare social media een bericht te plaatsen en/of
geplaatst te houden waarin (onder meer) was vermeld of weergegeven: "Morgen staan [aangever 1] en ik in de Gelderlander. Hij wist niet wat hij zag. Hij noemde mij tuig en had het over kutkuikens. Hij wordt hier ge coached door zijn vrouw. Volgens mij is dat hard nodig. Het enige kutkuiken staat hier afgebeeld." en/of heeft hij (daarbij) een of meerdere foto's van genoemde [aangever 1] geplaatst.
3.
hij op of omstreeks 3 april 2021, in de gemeente Nijmegen, in de woning gelegen aan de [adres] bij [slachtoffer 12] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
4.
hij op of omstreeks 31 maart 2021, in de gemeente Nijmegen, in elk geval in Nederland, opzettelijk, de eer en/of de goede naam van een persoon genaamd [slachtoffer 1] heeft aangerand, door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen en/of
door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, door op Facebook in elk geval op de openbare social media een bericht te plaatsen en/of geplaatst te houden waarin was vermeld of weergegeven: " [slachtoffer 1] Woningcorporatie consulent bij woonwaarts en verklaarde [verdachte] de liefde tijdens een gesprek op 3 december en toen [verdachte] haar afwees heeft ze alles gedaan om hem daarna zijn woning uit te krijgen." en/of heeft hij (daarbij) een profielfoto van die [slachtoffer 1] geplaatst;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 maart 2021, in de gemeente Nijmegen, in elk geval in Nederland, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer 1] , in het openbaar bij geschrift en/of bij afbeelding, heeft beledigd, door door op Facebook in elk geval op de openbare social media een bericht te plaatsen en/of geplaatst te houden waarin was vermeld of weergegeven: " [slachtoffer 1] Woningcorporatie consulent bij woonwaarts en verklaarde [verdachte] de liefde tijdens een gesprek op 3 december en toen [verdachte] haar afwees heeft ze alles gedaan om hem daarna zijn woning uit te krijgen." en/of heeft hij (daarbij) een profielfoto van die [slachtoffer 1] geplaatst;

2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie

De verdediging heeft gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard ten aanzien van 05/084844-21 feit 2 en 4 en 05/026941-22 feit 2 (partieel). Daartoe is het volgende aangevoerd.
De genoemde feiten betreffen klachtdelicten.
Met betrekking tot 05/084844-21 feit 4 bevindt zich geen klacht in het dossier.
Met betrekking tot 05/084844-21 feit 2 bevindt zich in het dossier weliswaar een klacht van aangeefster [benadeelde partij 3] , maar de melding bij Veilig Thuis, waarop het feit betrekking heeft, betreft niet aangeefster maar haar partner.
Met betrekking tot 05/026941-22 feit 2 is de klacht gedaan door de leidinggevende van [slachtoffer 2] , maar zit er geen volmacht in het dossier.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ten aanzien van 05/084844-21 feit 4:
in het dossier zit geen klacht van aangever [benadeelde partij 2] en uit de aangifte blijkt onvoldoende dat het de bedoeling van aangever was dat verdachte voor dat feit zou worden vervolgd. De officier van justitie is daarom niet-ontvankelijk in de vervolging.
Ten aanzien van 05/084844-21 feit 2:
Anders dan de raadsman stelt, betreft de melding bij Veilig Thuis ook aangeefster [benadeelde partij 3] . In de melding wordt immers beweerd dat zij in de prostitutie werkt en dat zij haar partner ondersteunt in het witwassen van geld voor de Nijmeegse mafia. De officier van justitie is dan ook ontvankelijk.
Ten aanzien van 05/026941-22 feit 2:
Het is bij overheidsinstanties niet ongebruikelijk om de aangifte en de klacht te laten doen door de leidinggevende, dit ter bescherming van de medewerker die met het feit wordt geconfronteerd. Aangezien de leidinggevende van [slachtoffer 2] zowel de aangifte als de klacht heeft gedaan, twijfelt de rechtbank er niet aan dat [slachtoffer 2] de vervolging van verdachte heeft gewenst. De rechtbank zal daarom geen rechtsgevolg verbinden aan het ontbreken van de volmacht van [slachtoffer 2] . De officier van justitie is dus ontvankelijk.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

05/026941-22 [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
Feit 1:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 1] , p. 18
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
Feit 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , namens [slachtoffer 2] , p. 18-20;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 13-14.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
De rechtbank acht bewezen dat:
1.
hij op
of omstreeks5 februari 2021 in de gemeente Nijmegen opzettelijk de eer en/of de goede naam van [benadeelde partij 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door de volgende tekst op Facebook, althans een social media platform te plaatsen: "Ik wil u even op de hoogte stellen van een van de grootste rascisten die Nederland ooit gekend heeft. Deze man heet [benadeelde partij 1] en woont in de [adres] . Deze man heeft aangegeven alle moskees in Nederland eigenhandig te willen afbreken. Ook heeft hij aangegeven nooit meer naar een Arabisch land te willen afreizen. Persoonlijk denk ik dat we deze man is een waarschuwing moeten gaan geven. Jullie mooie fantastische nieuwe Nederlanders komen niet aan onze kerken en wij niet aan die van jullie toch, dat heet respect voor elkaar hebben toch. Daarom roep ik jullie op je te verzamelen
voor zijn huis ondanks de corona, om hem duidelijk te maken dat zijn gedrag echt niet kan. Verder is deze man boekhouder van Criminelen. Er is over deze man al een melding gemaakt bij de fiod.";
2.
hij,
op een of meer tijdstip(pen),op
of omstreeks4 maart 2021 in de gemeente Nijmegen
(telkens) opzettelijk de eer en/of de goede naam van [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door de volgende tekst(en) op Facebook, althans een social media platform te plaatsen:
- " [slachtoffer 1] was verliefd op mij en toen ik deze liefde niet beantwoorde wil ze mij uit mijn huis zetten. Dat kan want doordat ik al 3 maanden geen bijstand krijg heb ik een huurachterstand." en
/of- "Mag ik u voorstellen aan de kakkerlakken van deze maatschappij [slachtoffer 3] . Onterecht mijn bijstandsuitkering ingetrokken omdat ik boodschappen deed voor mijn vrienden. [slachtoffer 2] Frustreert de nieuwe aanvraag al 5 weken. [slachtoffer 1] Was verliefd op mij en toen ik deze liefde niet beantwoorde wil ze mij uit mijn huis zetten. Dat kan want doordat ik al 3 maanden geen bijstand krijg heb ik een huurachterstand. [slachtoffer 4] . Treed op namens Woonwaarts. Waar hij vroeger voor mensen in nood opkwam zet hij ze nu uit huis." en
/of- (daarbij) een foto geplaatst van die [slachtoffer 2] ;
05/034267-21 [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat in het dossier onvoldoende bewijsmiddelen zitten die de verklaring van aangever ondersteunen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer 5] heeft verklaard dat op 5 februari 2021 in Nijmegen verdachte tegen hem heeft geroepen “ik maak jou kapot, ik pak jou”. Aangever voelde zich hierdoor ernstig bedreigd en was bang dat verdachte hem iets aan zou doen. [3]
Toezichthouders van de gemeente Nijmegen; [naam toezichthouder 1] en [naam toezichthouder 2] hebben gerelateerd dat zij door aangever werden aangesproken dat hij werd bedreigd door verdachte. Hierop liepen zij met aangever mee. Toen zij bij verdachte aankwamen hoorden zij verdachte tegen aangever roepen “ik pak je wel en ik sloop de hele gevel eruit”. [4]
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie zijn ter plaatse gegaan. Daar was ook de wijkagent [nummer] . Deze verklaarde tegen de verbalisanten dat verdachte voor het café stond en tegen aangever had gezegd “ik sla alles kapot, ik sla jou kapot, ik ga alles vernielen, ik ga jou vernielen. [5]
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte aangever heeft bedreigd.
De rechtbank acht bewezen dat:
hij op
of omstreeks5 februari 2021, in de gemeente Nijmegen, een persoon genaamd [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht e
n/of met zware mishandeling,door die [slachtoffer 5] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak jou kapot" en/of
"ik pak jou" en/of "Ik sla jou kapot" en /of "Ik ga jou vernielen" en/of "Ik pak je wel", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
05/040087-21 [6]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , p. 11-12;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 17;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
De rechtbank acht bewezen dat:
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2021 tot en met 2 januari 2021, te Bemmel, in de gemeente Lingewaard en/of in de gemeente Nijmegen,
in elk geval in Nederland,[slachtoffer 6] (zijn vader)
en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9]heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling,door
die[slachtoffer 7] en
/of[slachtoffer 8] en
/of[slachtoffer 9] , door middel van een aan hen toegezonden SMS-bericht dreigend de woorden toe te voegen "Je kunt ophangen [naam 1] Maar ik vermoord gewoon mijn vader jouw opa morgen als jouw oma mij niet voor twaalf uur terug heeft gebeld. Ik ga daar 12 jaar voor zitten ken de straf ik was helemaal in de war.",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekkingen welke woorden ter kennis van die [slachtoffer 6] (vader) zijn gekomen/gebracht;
05/084844-21 [7]
Feit 1 en 3:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat alle feiten kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van alle feiten. Ten aanzien van feit 1 en 3 is aangevoerd dat het dossier onvoldoende wettig bewijs bevat voor de stelling dat verdachte aangever heeft geschopt en dat de ventilatieroosters in de taxi beschadigd zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [benadeelde partij 2] heeft het volgende verklaard:
Op 26 maart 2021 werkte hij in Nijmegen vanaf het station als taxichauffeur en had hij verdachte als klant. Verdachte was dronken en vertoonde dwars gedrag. Bij het huis van verdachte aangekomen lukte het verdachte niet te betalen met zijn pinpas, en verdachte had geen contant geld. Aangever stelde voor om een rekening op te stellen voor verdachte, maar die weigerde zijn personalia te geven. Aangever zei dat als verdachte niet betaalde hij hem terug naar het station zo brengen. Onderweg naar het station zag hij dat verdachte de ventilatieroosters in de auto kapot trapte. Verder trapte verdachte aangever met beide voeten tegen de schouder, wat pijn deed. Toen aangever over zijn schouder keek trapte verdachte hem met de rechtervoet met kracht en met gestrekt been tegen zijn gezicht en raakte aangevers rechteroog. Aangever voelde direct pijn. Toen op het station verdachte uit de auto was maakte verdachte nog een schoppende beweging waarbij hij aangever tegen de lip raakte. [8]
Aangever heeft beelden (inclusief geluid) gemaakt van het gebeurde in de taxi en van nadat verdachte uit de taxi was gestapt. Die beelden zijn uitgekeken door verbalisanten. Die relateren daarover het volgende.
Bij de beelden opgenomen in de taxi:
“Uit de geluiden, behorend bij deze video, is op te maken dat er een conflict in de
taxi gaande is. Duidelijk hoorbaar is dat aangever naar de verdachte zegt: "Ga je me
nu schoppen?", waarop de verdachte antwoord: "Ja, ik ga je nu schoppen!" Hierna is te
zien dat het beeld wild heen en weer beweegt, waaruit wij verbalisanten, opmaken dat
de verdachte op dat moment daadwerkelijk schopte tegen aangever.”. [9]
De beelden (met geluid) bevestigen de verklaring van aangever dat verdachte in de taxi geschopt heeft. De rechtbank acht het feit dan ook bewezen, met dien verstande dat de rechtbank schoppen tegen het hoofd niet bewezen acht nu bij aangever geen letsel is geconstateerd.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij in de taxi in totale paniek was en dat er iets in de taxi kapot kan zijn gedaan door geduw en getrek van zijn kant. [10]
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank feit 3 ook bewezen.
Feit 2:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het feit kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van het feit. Aangevoerd is dat verdachtes handelen geen smaad oplevert, omdat niet is gehandeld met het kennelijke doel van ruchtbaarheid geven.
Beoordeling door de rechtbank
Tussen 5 februari 2021 en 23 maart 2021 heeft verdachte in Nijmegen een melding gedaan bij Veilig Thuis met betrekking tot [benadeelde partij 3] . Die melding hield in dat:
- de partner van die [benadeelde partij 3] een drugsverslaving heeft en/of
- die [benadeelde partij 3] gedwongen en/of bedreigd wordt om in de prostitutie te werken en/of
- die [benadeelde partij 3] haar partner ondersteunt in het witwassen van geld voor de Nijmeegse maffia. [11]
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte wel degelijk gehandeld met het kennelijke doel van ruchtbaarheid geven. De werkwijze van Veilig Thuis is, zoals ook blijkt uit de brief van Veilig Thuis aan aangeefster en haar partner, dat een melding onderdeel wordt van een veiligheidsbeoordeling door lokale teams, politie en Veiligheidshuis. [12]
Gelet op de inhoud van de melding, die ook betrekking heeft op vermeende strafbare feiten, kan het niet anders dan dat verdachte hoopte dat de melding naar verschillende instanties, waaronder de politie zou worden doorgezet. Dat verdachte ervan uitging dat dit allemaal personen waren waarvan hij kon verwachten dat die vertrouwelijk met de melding om zouden gaan, acht de rechtbank niet aannemelijk. De rechtbank acht dit feit bewezen.
De rechtbank acht bewezen dat:
1.
hij,
op een of meerdere tijdstip(pen)op
of omstreeks26 maart 2021 te Nijmegen [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door die [benadeelde partij 2]
een ofmeerdere ma
(a)l
(en
)i
n/op/tegen de schouder(s)
en/of het gezicht/hoofd, althans het lichaamte trappen en/of te schoppen;
2.
hij, in
of omstreeksde periode van 5 februari 2021 tot en met 23 maart 2021 te Nijmegen,
in elk geval in Nederland,opzettelijk de eer en/of de goede naam van [benadeelde partij 3] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft hij verdachte - kort en
/ofzakelijk weergegeven - (telefonisch) een melding bij Veilig Thuis gedaan inhoudende:
- dat de partner van die [benadeelde partij 3] een drugsverslaving heeft en/of
- dat die [benadeelde partij 3] gedwongen en/of bedreigd wordt om in de prostitutie te werken en/of
- dat die [benadeelde partij 3] haar partner ondersteunt in het witwassen van geld voor de Nijmeegse maffia,
althans (telkens) woorden van gelijke aard en/of strekking,waarvan die [benadeelde partij 3] kennis heeft genomen;
3.
hij, op
of omstreeks26 maart 2021 te Nijmegen opzettelijk en wederrechtelijk een
(deel van een
)(taxi) auto,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander, te weten aan [benadeelde partij 2] toebehoorde, heeft vernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
03/086260-21 [13]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Verdachte heeft tussen 14 februari en 7 maart 2021 twee biggen als huisdier gehouden. De biggen woonden bij hem in huis. Hij heeft ze ook meegenomen naar Maastricht, waar hij met de biggen in het centrum heeft gewandeld en een nacht met ze in zijn auto heeft geslapen. [14]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide feiten, met uitzondering van het onderdeel schoppen van één van de biggen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van beide feiten. Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat uit het dossier niet volgt dat de biggen pijn of letsel hebben gehad, dat uit de camerabeelden blijkt dat verdachte niet heeft geschopt en dat ook het van een bank gooien onvoldoende blijkt uit het dossier.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1:
uit de ter terechtzitting getoonde beelden blijkt dat verdachte de big niet heeft geschopt, zodat hij van dat onderdeel wordt vrijgesproken. Ten aanzien van de andere onderdelen is de rechtbank van oordeel dat zich daarvoor in het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevinden. Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van dit feit.
Feit 2:
De biggen zijn onderzocht door een dierenkliniek in Maastricht. In de daaruit voortgekomen ‘patiëntinformatie’ blijkt dat de biggen opengesprongen bulten en flink schurft hadden. Het advies van de dierenarts is dat de biggen beter gevoerd moeten worden en een betere huisvesting moeten krijgen bij een nieuwe eigenaar. [15]
Gelet hierop acht de rechtbank het tenlastegelegde bewezen.
De rechtbank acht bewezen dat:
2.
hij in
of omstreeksde periode van 14 februari tot en met 7 maart 2021 te Maastricht, als houder van dieren, te weten twee biggen, die dieren de nodige verzorging heeft onthouden, door:
- voornoemde biggen te houden in een daarvoor ongeschikte omgeving
en/of huisvesting(te weten in een auto en
/ofin de binnenstad van Maastricht) en/of
- voornoemde biggen onvoldoende te voorzien van voldoende (voedzaam en/of juist) voedsel en/of drinkwater en/of
- voornoemde biggen de nodige veterinaire zorg te onthouden.
03/086264-21 [16]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 6-7;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
De rechtbank acht bewezen dat:
hij op
of omstreeks13 maart 2021 te Maastricht opzettelijk ambtenaren, te weten [slachtoffer 10] (hoofdagent Politie Eenheid Limburg) en
/of[slachtoffer 11] (hoofdagent Politie Eenheid Limburg), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van
zijn/hun bediening, in
zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door
hem/hen de woorden toe te voegen: 'Jullie zijn imbecielen, sukkels, jullie zijn zwakbegaafd, mongolen, jullie zijn de losers van de samenleving, het laagste volk wat er bestaat'
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;.
05/097665-21 [17]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 11 april 2021 heeft verdachte in Nijmegen 40 kuikens losgelaten in de tuin van [aangever 1] . [18]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat de feiten kunnen worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman/vrouw heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken van feit 1. Daartoe is aangevoerd dat er geen sprake was van ‘zich ontdoen’ door verdachte van de kuikens, omdat verdachte steeds aanwezig was en het een afgesloten erf betrof.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman geen verweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht feit 1 bewezen. Anders dan de raadsman stelt heeft verdachte zich wel degelijk ontdaan van de kuikens door deze door het hek van de burgemeester in diens tuin los te laten. Dat dit een afgesloten erf betrof maakt dat niet anders, temeer daar dit kennelijk voor de kuikens geen beletsel vormde om binnen de afsluiting te komen.
Ten aanzien van feit 2 is er sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 3;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
De rechtbank acht bewezen dat:
1
hij op of
omstreeks11 april 2021, in de gemeente Nijmegen, zonder redelijk doel en/of met overschrijding van hetgeen ter bereiking van zodanig doel toelaatbaar was, opzettelijk bij een dier, te weten
35, althanseen aantal, kuikens,
pijn en/of letsel heeft veroorzaakt en/ofde gezondheid en/of het welzijn heeft benadeeld, door zich (als houder) feitelijk te ontdoen van die kuikens;
2
hij op
of omstreeks11 april 2021, in de gemeente Nijmegen, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zijn niet uitvliegend pluimgedierte, te weten
(ongeveer) vijfendertig, althanseen aantal, kuikens, heeft laten lopen in een tuin en/of op enige grond die bezaaid, bepoot of beplant is, gelegen aan of nabij de [adres] aldaar.
05/132983-21 [19]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- de gedragsaanwijzing, p. 4;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
De rechtbank acht bewezen dat:
hij
op of omstreeks15 mei 2021 te Nijmegen, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 11 april 2021 gegeven door de officier van justitie te Arnhem kort weergegeven inhoudende dat hij, verdachte, noch direct (zelf) noch indirect (middels anderen) op enigerlei wijze contact (niet middels telefoon, niet middels internet, niet via enig ander communicatiemiddel, noch middels direct persoonlijk contact, nog middels schriftelijke middelen) zal hebben met [aangever 1] , door een e-mailbericht (bestemd voor/gericht aan die [aangever 1] ) te sturen naar het [naam afdeling] .
05/219089-21 [20]
Feit 1:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] p. 9-10.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 10 juli 2023.
Feit 2
:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 4 februari 2021 heeft verdachte een e-mailbericht aan verschillende mailadressen van de redacties van kranten en nieuwsdiensten alsmede naar het secretariaat van burgemeester [aangever 1] gestuurd met volgende tekst:
“Jij bent de grootste dwaas die ik ooit heb meegemaakt.
Ik ben nu in Mijn Mooie Maastricht.
Kijk goed wat ik deed in Nijmegen wordt hier ook gedaan.
Jij sloot de zaak met je domme brein.
Nec eastside en harde kern nijmegen verdedigen de stad en jij denkt met de eer te strijken.
Wat nu het geval is dat je beter in je schuilkelder kan gaan zitten.
En voor je denkt dat dat een bedreiging is, ik bedreig je niet.
Maak mijn handjes niet vuil aan je kop zonder hersens.
Ik zorg voor openbaring van berichten met wantoestanden die jij ons mooie nijmegen hebt bezorgd.
Onmiddelijk opstappen nu en je verantwoording nemen.
Willen jullie dit delen
De vrouwen die dit delen krijgen van mij gratis eten op maandagavond in us mooie Mestreech
Zie fotos” [21]
Tussen 4 februari 2021 en 15 april 2021 heeft verdachte foto’s van burgemeester [aangever 1] – verkleed als geel kuiken – op Facebook geplaatst met het volgende onderschrift:
“Morgen staan [aangever 1] en ik in de Gelderlander
Hij wist niet wat hij zag
Hij noemde mij tuig en had het over kutkuikens
Hij wordt hier ge coached door zijn vrouw
Volgens mij is dat hard nodig
Het enige kutkuiken staat hier afgebeeld.” [22]
Op 11 april 2021 stond verdachte op het terrein bij de woning van [aangever 1] . [23] Daar heeft hij filmopnamen gemaakt die hij op 12 april 2021 op Facebook en op 14 april 2021 op Dumpert heeft geplaatst. [24] Op de filmopnamen is hoorbaar dat verdachte zegt dat hij twee cafés had en dat deze onrechtmatig door [aangever 1] zijn gesloten. [25]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Daartoe is aangevoerd dat er geen sprake is van tenlastelegging met een bepaald feit, zodat smaad niet kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat er wel sprake is van tenlastelegging van bepaalde feiten. Van een bepaald feit in de zin van artikel 261 Sr is sprake als het om een feit gaat dat geschikt is om iemands integriteit aan te tasten of het moet gaan omeen gedraging die in het maatschappelijk verkeer als moreel verwerpelijk kan worden beschouwd. Verdachte beschuldigt de [aangever 1] ervan dat deze in Nijmegen wantoestanden heeft gecreëerd en verdachtes cafés onrechtmatig heeft gesloten. Naar het oordeel van de rechtbank is smaadschrift daarmee bewezen.
Feit 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Verdachte ontkent het feit en stelt dat het feit niet overtuigend kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer 12] heeft verklaard dat verdachte op 3 april 2021 de woning aan de [adres] heeft betreden en geen gehoor gaf aan aangevers herhaalde verzoek om de woning te verlaten. [26]
De verklaring van aangever wordt ondersteund door aangevers partner [getuige 2] , die heeft verklaard dat verdachte de woning zonder toestemming heeft betreden en niet reageerde op de vordering van aangever. [27] De rechtbank heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de aangifte en acht het feit bewezen.
Feit 4
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 31 maart 2021 heeft verdachte een bericht geplaatst op Facebook met de tekst: " [slachtoffer 1] Woningcorporatie consulent bij woonwaarts en verklaarde [verdachte] de liefde tijdens een gesprek op 3 december en toen [verdachte] haar afwees heeft ze alles gedaan om hem daarna zijn woning uit te krijgen." Verdachte heeft er een profielfoto van [slachtoffer 1] bij gezet. [28]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat kan worden bewezen dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken. Daartoe is aangevoerd dat er geen sprake is van tenlastelegging van een feit in de zin van artikel 261 Sr, en voorts het gedrag niet is toegespitst op een voldoende geconcretiseerde gedraging.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank acht het feit bewezen. In de tekst op Facebook stelt verdachte dat aangeefster uit wraak voor afgewezen avances, in haar hoedanigheid als woonconsulente, verdachte uit zijn woning heeft gewerkt. Een dergelijke actie, die overigens op geen enkele wijze door verdachte aannemelijk is gemaakt, acht de rechtbank wel degelijk moreel verwerpelijk. Daarnaast acht de rechtbank de gedraging zoals die is gesuggereerd door verdachte voldoende geconcretiseerd.
De rechtbank acht bewezen dat:
1
hij op
of omstreeks11 april 2021, in de gemeente Nijmegen, opzettelijk een ambtenaar, te weten [aangever 1] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Ja en ik heb een varkentje gekocht en die noem ik [aangever 1] . Ja, want die lijkt namelijk op u en dat is geen compliment voor de varken" en
/of"Dus u bent een leugenaar meneer [aangever 1] , 100 procent"
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
2
hij in
of omstreeksde periode van 4 februari 2021 tot en met 15 april 2021, in de gemeente Nijmegen,
in elk geval in Nederland,meermalen
, althans eenmaal(telkens) opzettelijk de eer en
/ofde goede naam van [aangever 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door aan verschillende redactie(s)/kranten/nieuwdiensten e-mailberichten
toete sturen waarin (onder meer) was weergegeven
of vermeld:
Beste [aangever 1] ,
"Jij bent de grootste dwaas die ik ooit heb meegemaakt.
Ik ben nu in Mijn Mooie Maastricht.
Kijk goed wat ik deed in Nijmegen wordt hier ook gedaan.
Jij sloot de zaak met je domme brein.
Nec eastside en harde kern nijmegen verdedigen de stad en jij denkt met de eer te strijken. Wat nu het geval is dat je beter in je schuilkelder kan gaan zitten. En voor je denkt dat dat een bedreiging is, ik bedreig je niet.
Maak mijn handjes niet vuil aan je kop zonder hersens.
Ik zorg voor openbaring van berichten met wantoestanden die jij ons mooie nijmegen hebt bezorgd.
Onmiddelijk opstappen nu en je verantwoording nemen.
Willen jullie dit delen
De vrouwen die dit delen krijgen van mij gratis eten op maandagavond in us mooie Mestreech". Zie fotos
en
/of
heeft hij in genoemde periode op Facebook, in elk geval de openbare social media een bericht geplaatst en/of geplaatst gehouden waarin (onder meer) was vermeld of weergegeven: "Morgen staan [aangever 1] en ik in de Gelderlander. Hij wist niet wat hij zag. Hij noemde mij tuig en had het over kutkuikens. Hij wordt hier gecoached door zijn vrouw. Volgens mij is dat hard nodig. Het enige kutkuiken staat hier afgebeeld." en/of heeft hij (daarbij) een of meerdere foto's van genoemde [aangever 1] geplaatst.
en/of
heeft hij in de genoemde periode op Facebook en
/ofDumpert
, in elk geval de openbare social mediafilmopnamen (opgenomen bij de woning van genoemde [aangever 1] ) geplaatst en
/ofgeplaatst gehouden, waarin verdachte onder meer verklaart -zakelijk weergegeven- dat hij twee cafés had en dat deze onrechtmatig door genoemde [aangever 1] werden gesloten, althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
3
hij op
of omstreeks3 april 2021, in de gemeente Nijmegen, in de woning gelegen aan de [adres] bij [slachtoffer 12]
, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruikwederrechtelijk aldaar vertoevende zich niet op de vordering van
of vanwegede rechthebbende aanstonds heeft verwijderd;
4
hij op
of omstreeks31 maart 2021, in de gemeente Nijmegen
, in elk geval in Nederland,opzettelijk
,de eer en
/ofde goede naam van
een persoon genaamd[slachtoffer 1] heeft aangerand
,door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door
middel van geschriften en/of afbeeldingen verspreid,openlijk
tentoongesteld of aangeslagen en/of
door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore werd gebracht, doorop Facebook
in elk geval op de openbare social mediaeen bericht te plaatsen en
/ofgeplaatst te houden waarin was vermeld
of weergegeven: " [slachtoffer 1] Woningcorporatie consulent bij woonwaarts en verklaarde [verdachte] de liefde tijdens een gesprek op 3 december en toen [verdachte] haar afwees heeft ze alles gedaan om hem daarna zijn woning uit te krijgen." en
/of heeft hij(daarbij) een profielfoto van die [slachtoffer 1] te plaatsen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
05/026941-22 feit 1, 05/084844-21 feit 2 en 05/219089-21 feit 4 primair telkens:
Smaadschrift
05/026941-22 feit 2, 05/219089-21 feit 2 primair telkens:
smaadschrift, meermalen gepleegd
05/034267-21 en 05/040087-21 telkens:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
05/084844-21 feit 1:
mishandeling
05/084844-21 feit 3:
opzettelijk en wederrechtelijk, enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
03/086260-21 feit 2:
zich gedragen in strijd met het voorschrift vastgesteld bij artikel 2.2, achtste lid, van de Wet dieren, meermalen gepleegd.
03/086264-21
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
05/097665-21 feit 1:
zich gedragen in strijd met het voorschrift vastgesteld krachtens artikel 2.1, derde lid, van de Wet dieren, meermalen gepleegd.
05/097665-21 feit 2:
zonder daartoe gerechtigd te zijn, zijn niet uitvliegend pluimgedierte laten lopen in tuinen of op enige grond die bezaaid, bepoot of beplant is
05/132983-21
opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering
05/219089-21 feit 1:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
05/219089-21 feit 2:
wederrechtelijk in de woning vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijderen.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat aan verdachte een voorwaardelijke taakstraf wordt opgelegd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft over een langere periode een groot aantal feiten gepleegd, waarbij vaak mensen het moesten ontgelden waarvan verdachte vond dat die hem op enigerlei wijze hadden dwarsgezeten. Meerdere malen maakte verdachte zich schuldig aan smaad. Daarnaast pleegde verdachte nog een keur aan andere feiten, zoals mishandeling, bedreiging, vernieling, belediging, huisvredebreuk, en overtreding van een gedragsaanwijzing. Dit zijn allemaal uitermate storende feiten waarvan de slachtoffers veel overlast en soms angst hebben ervaren. Veel feiten pleegde verdachte uit wraakzucht. Daarnaast maakte verdachte zich ook nog schuldig aan meerdere overtredingen van de Wet dieren. De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij alleen aan zichzelf dacht en het hem kennelijk niets kon schelen wat zijn handelen voor gevolgen had voor de slachtoffers.
Uit het reclasseringsrapport van 29 juni 2023 blijkt dat verdachte inmiddels een andere weg is ingeslagen. Het Veiligheidshuis heeft zijn dossier begin 2022 gesloten omdat hij niet meer in beeld kwam. Bij de politie zijn na juni 2022 geen meldingen meer binnengekomen over verdachte. Kwesties met instanties laat verdachte aan zijn advocaat over. Verdachte heeft zelf hulp gezocht bij Kairos en heeft zich daar aan de afspraken gehouden. Hij heeft inmiddels zelfstandige huisvesting en er is sprake van inkomen en dagbesteding.
Gelet op het vorenstaande en het tijdsverloop acht de rechtbank oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf thans niet meer opportuun. De rechtbank zal aan verdachte een geheel voorwaardelijke taakstraf opleggen, als stok achter de deur om niet opnieuw strafbare feiten te plegen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend.
[benadeelde partij 1] vordert € 5.000,00 aan smartengeld.
[benadeelde partij 2] vordert € 434,79 aan materiële schade.
[benadeelde partij 3] vordert € 500,00 aan smartengeld.
Deze bedragen telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Met betrekking tot de vordering van [benadeelde partij 1] refereert de officier van justitie zich aan het oordeel van de rechtbank.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] onvoldoende zijn onderbouwd zodat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering moeten worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van [benadeelde partij 3] heeft de raadsman een arrest aangedragen dat volgens hem een vergelijkbare zaak betreft en waar € 100,00 is toegewezen.
Overweging van de rechtbank
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij
[benadeelde partij 2]als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 26 maart 2021 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen.
De vorderingen van
[benadeelde partij 1]en
[benadeelde partij 3]zijn onvoldoende onderbouwd. Daarom zal de rechtbank deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering verklaren. De benadeelde partijen kunnen de vorderingen nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 36 f, 57, 63, 138, 184a, 261, 266, 267, 285, 300, 350, 458 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2.1, 2.2 en 8.12 van de Wet dieren.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals per feit vermeld onder de bewezenverklaring, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
 bepaalt dat deze taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in het geval verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
  • veroordeelt verdachte in verband met parketnummer 05/084844-21 feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] van € 434,79 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij 2] een bedrag te betalen van € 434,79 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 maart 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, 8 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
 verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot smartengeld;
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E.W. van de Sande (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. Y. van Wezel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.T.P.M. van Aarssen en mr. U. Posthumus, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 juli 2023.
De griffiers zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, registratienummer PL0600-2021106017, gesloten op 15 april 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer PL0600-2021055498, gesloten op 7 febrruari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 3.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8.
6.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 5] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer PL0600-002326, gesloten op 3 januari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 6] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer PL0600-002326, gesloten op 4 april 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Proces-verbaal van aangifte, p.23-24.
9.Proces-verbaal van bevindingen p. 26.
10.Verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
11.Proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3] , p. 4; verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
12.Brief GGD Gelderland-Zuid, p. 6.
13.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 7] van de politie Limburg, district Zuid-West Limburg, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer PL2411-2021035071gesloten op 17 maart 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 15-17; verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
15.Patiëntinformatie Dierenkliniek [naam 2] , p. 28.
16.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 8] van de politie Limburg, district Zuid-West Limburg, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer PL2411-202138425gesloten op 15 maart 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
17.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 9] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, zaakregistratienummer PL0600-160661, gesloten op 22 juli 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4; verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
19.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 10] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, registratienummer PL0600-225934, gesloten op 20 mei 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
20.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 11] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, registratienummer PL0600-2021309823, gesloten op 24 augustus 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
21.E-mailbericht bij gevoegde zaak met parketnummer 05/034267-21; verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 27.
23.Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 10; proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , p. 17.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 23; verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20; verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2023.
26.Proces-verbaal van aangifte, p. 12-13.
27.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 21 april 2021, PL0600-2021216257, p. 15 en 16.
28.Proces-verbaal van aangifte, p. 4; verklaring verdachte ter terechtzitting van 10 juli 2021.