ECLI:NL:RBGEL:2023:4188

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 juli 2023
Publicatiedatum
21 juli 2023
Zaaknummer
05-260316-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan de productie van amfetamine in een grootschalig drugslaboratorium

Op 21 juli 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de productie van amfetamine. De verdachte werd beschuldigd van medeplichtigheid aan de productie van amfetamine in een drugslaboratorium dat op 10 oktober 2022 in Nijkerk werd aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte eigenaar was van een perceel waar het laboratorium zich bevond en dat hij deze loods had verhuurd. Hoewel de verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van het drugslaboratorium, vond de rechtbank onvoldoende bewijs voor een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten. De verdachte werd vrijgesproken van de primaire tenlasteleggingen, maar werd wel schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan de productie van amfetamine. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 30 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte. De rechtbank weigerde de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen, omdat het persoonlijk belang van de verdachte zwaarder woog dan het strafvorderlijk belang. Daarnaast werd beslag gelegd op een jachtgeweer dat in strijd met de wet werd bezeten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/260316-22
Datum uitspraak : 21 juli 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. K. Kok, advocaat in Zwolle.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in, op of omstreeks de periode van 1 oktober 2022 tot en met 10 oktober 2022 te Nijkerk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (in een pand aan de [adres] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(-olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde amfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en), in elk geval een ander dan verdachte, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2022 tot en met 10 oktober 2022 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (in een pand aan de [adres] ) heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde amfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet bij en/of tot het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 1 oktober 2022 tot en met 10 oktober 2022 te Nijkerk, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en) het (een of meer delen van een) pand en/of perceel en/of toebehoren aan dat perceel (waaronder een paardentrailer gelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen;
2.
hij in, op of omstreeks de periode van 1 december 2021 tot en met 10 oktober 2022 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen van amfetamine(-olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet
- ( een) locatie('s) aan de [adres] heeft gehuurd/betreden en/of deze locatie(s) ter beschikking heeft gesteld voor de productie van amfetamine(-olie),
- een of meer goederen welke worden gebruikt bij de productie van amfetamine (-olie) heeft/hebben gekocht,
- voorwerpen, vervoermiddelen en/of stoffen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, door het voorhanden hebben van (onder andere)
- een (grote) hoeveelheid grondstof(fen) (te weten (in totaal) (ongeveer) 575 kilogram caustic soda, 480 liter mierenzuur, 500 liter formamide, 140 liter ethanol, 125 liter fosforzuur en/of 48 kilogram propaangas)
- een of meer (gas)masker(s) en/of
- 22, althans een of meer maatbeker(s) en/of
- een of meer gasfles(sen) en/of
- een of meer gasbrander(s) en/of
- een (1800 liter) reactie ketel (bestemd voor de productie van synthetische drugs) en/of
- een of meer stoomdestillatie opstelling(en) (met een destillatie ketel met een inhoud van één liter) en/of
- een of meer IBCCs) en/of dopvat(en) ten behoeve van de productie van die amfetamine(-olie) en/of een of meer ander(e) stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij op of omstreeks 10 oktober 2022 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ( in to taal) ongeveer 15,8 liter amfetamine-olie en/of
- ( in totaal) ongeveer 9,5 liter amfetamine-base,
in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en), in elk geval een ander dan verdachte, op of omstreeks 10 oktober 2022 te Nijkerk, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (in een pand aan de [adres] ) opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ( in totaal) ongeveer 15,8 liter amfetamine-olie en/of
- ( in totaal) ongeveer 9,5 liter amfetamine-base, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine, telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet bij en/of tot het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of omstreeks 10 oktober 2022 te Nijkerk, opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en) het (een of meer delen van een) pand en/of perceel gelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
2a. Vrijspraak (feit 1, primair, feit 2 en feit 3, primair)
Aan verdachte is onder feit 1, primair, feit 2 en feit 3, primair – kortgezegd  ten laste gelegd dat hij, al dan niet als medepleger, amfetamine heeft geproduceerd, voorbereidingshandelingen zou hebben verricht ten behoeve van dit productieproces en een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine aanwezig heeft gehad. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Verdachte is eigenaar van een perceel aan de [adres] . In een loods op dat terrein is op 10 oktober 2022 een grootschalig in werking zijnd drugslaboratorium voor de productie van amfetamine aangetroffen.
Uit het dossier en de verklaring van verdachte ter terechtzitting is gebleken dat verdachte de loods behorende bij zijn woning aan de [adres] heeft verhuurd. Op enig moment is verdachte erachter gekomen dat zich in de loods een drugslaboratorium bevond. Anders dan het ter beschikking stellen van de loods en de wetenschap bij verdachte dat het lab er was, heeft de rechtbank geen aanwijzingen in het dossier aangetroffen voor de betrokkenheid van verdachte bij de productie van amfetamine en bij de voorbereiding van dit productieproces. Verdachte kan daarom niet als pleger van deze feiten worden aangemerkt. Het ter beschikking stellen van een pand, wetende dat er een drugslab zit, is bovendien onvoldoende om te kunnen spreken van een nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten die gericht is op het plegen van Opiumwetfeiten. De kwalificatie medeplegen is immers alleen gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde (intellectuele en/of materiële) bijdrage van verdachte aan de delicten van voldoende gewicht is. Dat is hier niet het geval. Dat de paardentrailer waarmee drugsafval kon worden afgevoerd van verdachte was en door hem beschikbaar is gesteld, kan de rechtbank op basis van het dossier niet vaststellen. Anders dan door de officier van justitie betoogd, was van medeplegen naar het oordeel van de rechtbank daarom geen sprake.
Gelet op het voorgaande zal verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde onder
feit 1, primair, feit 2 en feit 3, primair.
2b. Medeplichtigheid (feit 1, subsidiair en feit 3, subsidiair)
Ten aanzien van feit 1, subsidiair en feit 3, subsidiair, is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van bevindingen LFO, p. 235-237;
  • het proces-verbaal van analyseresultaten en bevindingen LFO, p. 239-249;
  • de NFI-rapportage (drugsonderzoek), p. 253, 255-256;
  • het proces-verbaal van bevindingen (onderzoek Samsung type SM-A725F_DS), p. 411-412;
  • de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 4 juli 2023.
De rechtbank overweegt dat zij medeverdachten [medeverdachte 5] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij veroordelende vonnissen van vandaag verantwoordelijk houdt voor, kort samengevat weergegeven, de productie van amfetamine in het lab aan de [adres] en het voorhanden hebben van 15,8 liter amfetamine-olie en 9,5 liter amfetamine-base. Door zijn loods aan deze personen beschikbaar te stellen in de wetenschap dat er zich in de tenlastegelegde periode een drugslab bevond, heeft verdachte aan hen de gelegenheid verschaft om amfetamine te produceren en deze productie voor te bereiden. Verdachte is daarmee medeplichtig aan de genoemde feiten. Hiertegen heeft de verdediging overigens geen verweer gevoerd.
Eendaadse samenloop
De bewezenverklaarde gedragingen leveren in die mate een samenhangend, zich in dezelfde periode en in dezelfde plaats afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt wordt gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen slechts enigszins uiteenloopt. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat met betrekking tot de ten laste gelegde feiten sprake is van eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1, subsidiair en feit 3, subsidiair, tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1, subsidiair
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7]
en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en), in elk geval een ander dan verdachte, in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2022 tot en met 10 oktober 2022 te Nijkerk
, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,(in een pand aan de [adres] ) heeft
geteelden
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt
en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
(telkens
)een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie) en
/ofeen of meer ander
stoffen vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde amfetamine(-olie) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet bij en
/oftot het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,in
of omstreeksde periode van 1 oktober 2022 tot en met 10 oktober 2022 te Nijkerk, opzettelijk gelegenheid
en/of middelenheeft verschaft
en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7]
en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en) het (een of meer delen van een
)pand en
/ofperceel
en/of toebehoren aan dat perceel (waaronder een paardentrailergelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen;
3, subsidiair
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7]
en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en), in elk geval een ander dan verdachte, op
of omstreeks10 oktober 2022 te Nijkerk
, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, (in een pand aan de [adres]
)opzettelijk aanwezig heeft gehad
- ( in totaal) ongeveer 15,8 liter amfetamine-olie en
/of
- ( in totaal) ongeveer 9,5 liter amfetamine-base, in elk geval
een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine,telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet bij en/of tot het plegen van voorgenoemd misdrijf verdachte
, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,op
of omstreeks10 oktober 2022 te Nijkerk, opzettelijk gelegenheid
en/of middelenheeft verschaft
en/of behulpzaam is geweest, door opzettelijk aan die [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7]
en/of een of meer onbekend gebleven person(o)n(en)het
(een of meer delen van een
)pand en
/ofperceel gelegen aan de [adres] ter beschikking te stellen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van
feit 1, subsidiair:
medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, aanhef en onder D van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3, subsidiair:
medeplichtigheid aan het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, aanhef en onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Verder vordert de officier van justitie de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis, door de rechtbank te bevelen bij uitspraak.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een straf gelijk aan het voorarrest bepleit met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf voor de medeplichtigheid aan de feiten 1 en 3. Daarbij heeft de raadsman gewezen op de hoge leeftijd van verdachte en de gezondheidsproblemen van verdachte en van zijn vrouw.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft een bijdrage geleverd aan de productie van amfetamine door een loods ter beschikking te stellen ten behoeve van een drugslaboratorium. Uit het dossier volgt dat verdachte in ieder geval al vanaf december 2021 op de hoogte was van de aanwezigheid van het lab. Het betrof een grootschalig drugslab, bedoeld om grote hoeveelheden amfetamine(-olie) te produceren. Per cyclus kon, zeker eenmaal per week, 350 liter BMK worden verkregen, waaruit uiteindelijk 252 liter gedestilleerde amfetamineolie per keer kon worden verkregen. De paardentrailer naast de loods waar het lab zich bevond, was speciaal ingericht voor het opslaan en lozen van 2000 liter drugsafval per keer. Dat het om een grootschalig lab ging, was bekend bij verdachte, aangezien hij in het bezit was van foto’s ervan.
Amfetamine is een harddrug die zeer verslavend en schadelijk voor de gezondheid is. De handel in harddrugs is zeer lucratief. De productie en verkoop ervan gaat vaak gepaard met andere vormen van zware, georganiseerde criminaliteit, waaronder ernstige vormen van geweld. Daar komt bij dat het afval dat ontstaat door de productie van synthetische drugs vaak rechtstreeks in de natuur wordt geloosd, hetgeen grote schade aan de natuur veroorzaakt. Het is een bekend en groot probleem dat boeren en tuinders in het buitengebied worden benaderd om voor een bepaald bedrag hun loodsen of schuren beschikbaar te stellen. Door hieraan mee te werken (of weg te kijken), wordt het probleem in stand gehouden, met alle genoemde nadelige gevolgen van dien. De rechtbank heeft geen indicaties in het dossier gevonden waaruit blijkt dat verdachte onder grote druk is gezet om mee te werken. Wel heeft verdachte al die tijd de huurpenningen opgestreken en daarmee de financiële vruchten geplukt van een zeer gevaarlijke en verboden situatie. De aard en ernst van het bewezenverklaarde rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank dan ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur. De rechtbank heeft bij de bepaling van de hoogte van de straf mede gelet op de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor een drugslab met deze productiecapaciteit en rechterlijke uitspraken in soortgelijke zaken.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte. Daaruit volgt dat hij in de afgelopen vijf jaren niet is veroordeeld voor strafbare feiten.
De ter terechtzitting besproken persoonlijke omstandigheden van verdachte zijn naar het oordeel van de rechtbank niet dusdanig zwaarwegend, dat dit tot het achterwege laten van de oplegging van een substantiële gevangenisstraf moet leiden. Daarvoor is het aan verdachte te maken verwijt te ernstig.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden passend en geboden. De tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal daarop in mindering worden gebracht. De straf is aanzienlijk lager dan de eis van de officier van justitie, omdat de rechtbank verdachte als medeplichtige aanmerkt en daarmee tot een andere bewezenverklaring komt.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Schorsing van de voorlopige hechtenis
De rechtbank ziet geen aanleiding de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen zoals door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank is van oordeel dat het persoonlijk belang van verdachte bij voortduring van de schorsing van de voorlopige hechtenis zwaarder weegt dan het strafvorderlijk belang bij opheffing van de schorsing. Daarbij komt dat de doelen die met de voorlopige hechtenis worden nagestreefd door het stellen van voorwaarden aan een schorsing ook kunnen worden bereikt. De enkele omstandigheid dat er thans een veroordelend vonnis is gewezen, is onvoldoende om de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen.

8.De beoordeling van het beslag

Ten aanzien van de tenlastegelegde feiten is beslag gelegd op een jachtgeweer met goednummer [goednummer] .
De officier van justitie heeft gevorderd dat het jachtgeweer wordt onttrokken aan het verkeer, nu verdachte daarvoor geen vergunning heeft en het bezit ervan in strijd is met de wet.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
De rechtbank is van oordeel dat het bezit van het jachtgeweer zonder vergunning in strijd is met de wet en zal de onttrekking aan het verkeer van het jachtgeweer bevelen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 36 b, 36d, 48 en 55 het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder feit 1, primair, feit 2 en feit 3, primair ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

wijst afde vordering tot opheffing van het bevel tot schorsing;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van het jachtgeweer (goednummer [goednummer] ).
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Vogel (voorzitter), mr. J.M. Graat en mr. L.F. Bögemann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 juli 2023.
De griffier is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Midden, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Sourcy / ON4R022107, gesloten op 22 februari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.