Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[eiser], uit [woonplaats] , eisers
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 27 januari 2023, wordt het beroep van eisers tegen de vaststelling van de legger VEWA-COVO deel 1 beoordeeld. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. C.F. van Helvoirt, hebben bezwaar gemaakt tegen de aanwijzing van de onderhoudsplicht voor duiker KDU-75342, die door het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Vallei en Veluwe is opgelegd. De rechtbank heeft op 8 november 2022 de zaak behandeld, waarbij ook de gemachtigde van het college, mr. M. van Wijk, aanwezig was.
De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit van 7 december 2020, waarin eisers als onderhoudsplichtigen zijn aangewezen, niet in stand kan blijven. De rechtbank oordeelt dat de duiker KDU-75342, die is aangelegd in het kader van het project Ruimte voor de Rivier, niet in redelijkheid voor de helft aan [eiseres] kan worden opgelegd. De rechtbank stelt vast dat de duiker een uitzonderlijke omvang heeft en dat de kosten van onderhoud niet in verhouding staan tot de belangen van [eiseres].
De rechtbank vernietigt het besluit van het college en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de onderhoudsplicht voor [eiseres] maximaal op 25% van de kosten van bijzonder onderhoud kan worden vastgesteld. Tevens moet het college het griffierecht en de proceskosten aan [eiseres] vergoeden. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van belangen bij de toewijzing van onderhoudsplichten in het kader van de Waterschapswet.