ECLI:NL:RBGEL:2023:4155

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 juli 2023
Publicatiedatum
20 juli 2023
Zaaknummer
421902
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen

Op 17 juli 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarigen. De zaak werd behandeld in het kader van het civiel recht en specifiek het personen- en familierecht. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Gelderland, om de machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen te verlengen, afgewezen. De moeder van de kinderen woont samen met hen bij haar ouders en zorgt zelf voor de kinderen. De kinderrechter heeft begrip voor de zorgen van de gecertificeerde instelling over de relatiegeschiedenis tussen de ouders, maar heeft vertrouwen in de moeder en haar vermogen om de veiligheidsafspraken na te leven. De kinderrechter oordeelt dat er op dit moment geen noodzaak is voor verlenging van de machtiging, gezien de positieve ontwikkelingen in de situatie van de moeder en de kinderen.

De procedure begon met een verzoekschrift van de gecertificeerde instelling, dat op 4 juli 2023 werd ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 juli 2023, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De vader was niet verschenen. De kinderrechter heeft in zijn beoordeling de zorgen van de gecertificeerde instelling meegewogen, maar concludeert dat de moeder de afgelopen periode heeft laten zien dat zij in staat is om voor de kinderen te zorgen en dat de hulpverlening kan plaatsvinden binnen het kader van de ondertoezichtstelling zonder dat een machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de beslissing mondeling bekendgemaakt en op schrift gesteld op 20 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Arnhem
Zaaknummer: C/05/421902 / JE RK 23-793
Datum uitspraak: 17 juli 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
Jeugdbescherming Gelderland, locatie Arnhem,
hierna te noemen de GI,
betreffende
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2020 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 2] ,
[naam minderjarige 3], geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: [minderjarige 3] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. C. Huy te Arnhem,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen van 4 juli 2023, binnengekomen bij de rechtbank op 5 juli 2023,
  • de brief van de GI van 12 juli 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 17 juli 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
- een vertegenwoordiger van de GI.
De vader heeft ook een uitnodiging van de rechtbank ontvangen, maar hij is niet bij de zitting verschenen
.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] .
2.2.
De kinderen verblijven bij grootouders moederszijde. De moeder verblijft daar zelf ook.
2.3.
Bij beschikking van 20 februari 2023 zijn de kinderen onder toezicht gesteld van de GI. De ondertoezichtstelling loopt tot 20 februari 2024.
Bij beschikking van 19 april 2023 heeft de kinderrechter een machtiging verleend om de kinderen met spoed uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg. Bij beschikking van 26 april 2023 is de machtiging verlengd tot 19 juli 2023.

3.Het verzoek van de GI

3.1.
De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] in een voorziening voor pleegzorg te verlengen voor de duur van vier maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De GI ziet dat de moeder goede stappen heeft gezet en dat de ouders zich aan de veiligheidsafspraken houden. Maar de GI vindt de positieve ontwikkeling nog te pril om er volledig op te kunnen vertrouwen dat het goed blijft gaan. De ouders komen namelijk uit een lange problematische relatie met een terugkerend patroon van huiselijk geweld. De GI wil daarom dat de kinderen bij grootouders blijven tot de moeder een eigen woning heeft en deze woning klaar is om met de kinderen te gaan wonen.

4.De standpunten

4.1.
De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verlenging van de uithuisplaatsing. Volgens de moeder is een verlenging van de machtiging niet nodig. De moeder heeft laten zien dat zij zich aan de veiligheidsafspraken houdt, de scheiding met de vader is bijna rond en de moeder draagt zelf de zorg voor de kinderen bij haar ouders thuis. De moeder zal met de kinderen bij haar ouders blijven tot zij een eigen woning heeft. Zij heeft vier maanden lang urgentie gekregen en wacht op een passende woning in de buurt van de school en de peuterspeelzaal. De benodigde hulpverlening kan binnen het kader van de ondertoezichtstelling ingezet worden, zonder dat daarvoor een machtiging tot uithuisplaatsing nodig is.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter zal het verzoek van de GI afwijzen, omdat een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing op dit moment niet noodzakelijk is. De kinderrechter begrijpt dat de GI zorgen heeft over de “relatiegeschiedenis” tussen de ouders en dat de GI wil voorkomen dat de kinderen opnieuw geconfronteerd worden met geweld tussen hun ouders. De kinderrechter heeft er echter vertrouwen in dat de moeder zich aan de veiligheidsafspraken houdt en de hulpverlening blijft accepteren. Zij heeft de afgelopen periode laten zien dat dit haar lukt. Mochten de kinderen opnieuw in een onveilige situatie terecht komen, dan kan de GI een nieuw verzoek doen bij de kinderrechter om de kinderen uit huis te mogen plaatsen, maar voor nu vertrouwt de kinderrechter er op dat de moeder de rust en veiligheid van de kinderen voorop blijft stellen.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2023 door
mr. S.W. Kuip, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M. Cox-Weber als griffier, en op schrift gesteld op 20 juli 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.