ECLI:NL:RBGEL:2023:4129

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
19 juli 2023
Zaaknummer
05.088860.23; 05.022183.23; 05.025517.23; 05.035879.23; 05.078530.23 (gev. ttz.)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor meerdere mishandelingen, vernieling en belediging van een politieagente

Op 14 juli 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 40-jarige man uit Zevenaar. De man werd veroordeeld voor zes delicten, waaronder meerdere mishandelingen, een vernieling en een belediging van een politieagente. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 180 dagen, waarvan 83 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De feiten vonden plaats tussen maart 2022 en maart 2023, waarbij de verdachte verschillende slachtoffers heeft mishandeld, waaronder medewerkers van een supermarkt en een politieagente. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de mishandelingen en de vernieling zwaar wogen, vooral omdat de slachtoffers hulpverleners waren. De rechtbank hield rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte en de ernst van de feiten. De verdachte werd ook verplicht om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen, die immateriële en materiële schade hadden geleden door zijn daden.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05.088860.23; 05.022183.23; 05.025517.23; 05.035879.23; 05.078530.23 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 14 juli 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
laatst opgegeven woon- of verblijfplaats: [adres] ,
op dit moment gedetineerd in de [verblijfplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
onder parketnummer 05.088860.23:
hij op of omstreeks 30 maart 2023 te Zevenaar [aangever 1] (medewerker supermarkt) heeft mishandeld door die [aangever 1] meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam te stompen en/of te slaan;
onder parketnummer 05.022183.23:
hij in of omstreeks de periode van 22 januari 2023 tot en met 23 januari 2023 in de gemeente Arnhem [benadeelde partij 1] heeft mishandeld door voornoemde [benadeelde partij 1] meermalen,
althans eenmaal, (met kracht) in/op/tegen het gezicht, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen;
onder parketnummer 05.025517.23:
hij op of omstreeks 4 juni 2022 te Duiven [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door haar een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of aan haar haren te trekken en/of te rukken en/of te pakken;
onder parketnummer 05.035879.23:
hij op of omstreeks 23 juli 2022 te Zevenaar opzettelijk en wederrechtelijk één of meerdere ramen, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Gemeente Zevenaar, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
onder parketnummer 05.078530.23:
1
hij op of omstreeks 19 maart 2023 te Zevenaar, een ambtenaar, althans een persoon, te weten [benadeelde partij 3] , brigadier van politie, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, heeft mishandeld door die [benadeelde partij 3] (met kracht) een of meerdere malen
tegen het hoofd en/of het lichaam te stompen en/of te slaan en/of door die [benadeelde partij 3] (met kracht) aan de haren te trekken, terwijl het/een feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken vinger (pink) ten gevolge heeft gehad;
2
hij op of omstreeks 19 maart 2023 te Zevenaar opzettelijk (een) ambtenaar, te weten [benadeelde partij 3] , brigadier van politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen:"Kutwijf" en/of "Klerewijf", althans (telkens) woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Ten aanzien van parketnummer 05.088860.23 [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat een onbekende man aangeefster heeft mishandeld.
Beoordeling door de rechtbank
[aangever 1] heeft aangifte gedaan van mishandeling op 30 maart 2023. Aangeefster heeft verklaard dat zij aan het werk was bij een supermarkt in Zevenaar. Er was sprake van een voorval tussen een klant en een man met betrekking tot het paspoort van deze man. Aangeefster hoorde dat de man zijn naam noemde, te weten “ [verdachte] ”. Tijdens het vooral met betrekking tot het paspoort van de man zag aangeefster dat de man de klant duwde en dat hij probeerde zijn paspoort te pakken. Aangeefster wilde de situatie gaan sussen. Toen ze voor de man stond zag dat de man een beweging maakte met zijn armen en voelde direct enkele klappen met vuisten en de vlakke hand op haar gezicht en op haar hoofd. Ze probeerde haar hoofd nog af te schermen met haar armen, maar ze voelde de klappen doorgaan. Aangeefster had pijn aan haar linker wang en de achterzijde van haar hoofd. [2] Getuige [getuige 1] zag dat de man [aangever 1] in haar gezicht sloeg. [3] Verdachte heeft verklaard dat dat hij geïrriteerd raakte en zijn paspoort uit de handen van een vrouw pakte. [4]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat het verdachte is geweest die [aangever 1] heeft mishandeld.
Ten aanzien van parketnummer 05.022183.23 [5]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat het gaat om een poging tot mishandeling, omdat hij aangeefster niet heeft geraakt.
Beoordeling door de rechtbank
[benadeelde partij 1] heeft aangifte gedaan van mishandeling door verdachte tussen 22 januari 2023 23:45 uur en 23 januari 2023 00:17 uur. Aangeefster was aan het werk bij het Stoelenproject van de nachtopvang De Duif in Arnhem. Aangeefster heeft verklaard dat [verdachte] (verdachte) uit het niets uit de handen van de agenten naar voren vloog en op haar af kwam. Ze zag dat [verdachte] daarop naar haar uithaalde en haar met kracht sloeg met zijn vuist tegen de rechterzijde van haar kaak. Ook voelde ze dat hij haar met zijn vuist op de bovenkant van haar hoofd raakte met kracht. Het ging heel hard en het deed veel pijn. [verdachte] heeft haar in korte tijd vier of vijf keer met zijn vuist geraakt. [6] Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat de man naar voren vloog naar [benadeelde partij 1] toe. Zij zag dat de man [benadeelde partij 1] 2 of 3 keer met een vuist op haar hoofd/gezicht sloeg. [7] Tijdens de aanhouding van verdachte hoorden verbalisanten dat de man zijn stem verhief en zagen dat hij uit het niets met zijn linkerarm uithaalde en het slachtoffer met kracht op haar gezicht sloeg. [8] Uit het consult van Huisartsenpraktijk Rozet IJssel blijkt dat aangeefster een zwelling en hematomen op het aangezicht heeft en drukpijn op haar kaakkopje heeft. [9]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte aangeefster [benadeelde partij 1] heeft mishandeld.
Ten aanzien van parketnummer 05.025517.23 [10]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft het tenlastegelegde feit ontkend.
Beoordeling door de rechtbank
[benadeelde partij 2] heeft aangifte gedaan van mishandeling door verdachte op 4 juni 2022. Aangeefster was die dag aan het werk bij de KFC in Duiven. Ze zag dat [verdachte] (verdachte) plots op haar af kwam lopen en haar direct begon te slaan. Ze voelde dat [verdachte] met een vlakke hand op haar hoofd sloeg. Ze voelde meteen een stekende pijn op haar hoofd. Ze zag dat [verdachte] weer haar kant opliep en vervolgens sloeg hij haar opnieuw met een vlakke hand op haar hoofd. [11] Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat ze zag dat [verdachte] aan de haren van [benadeelde partij 2] trok. [12] Getuige [getuige 4] heeft verklaard dat zij zag dat de kok [benadeelde partij 2] bij haar haren pakte en aan haar haren trok. [13] Uit de medische stukken van de huisarts blijkt dat bij aangeefster sprake is van een trauma aan de schedel. [14]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte aangeefster [benadeelde partij 2] heeft mishandeld.
Ten aanzien van parketnummer 05.035879.23 [15]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft verklaard dat hij niet op de camerabeelden te zien is en dat hij de vernieling niet heeft gepleegd.
Beoordeling door de rechtbank
[aangever 2] heeft namens de gemeente Zevenaar aangifte gedaan van vernieling van twee ramen. Aangever hoorde op zaterdag 23 juli 2022 rond 19:30 uur twee doffe bonken bij de ingang. Een paar minuten later liep hij die kant op en zag hij dat de ramen waren ingeslagen. Ook zag hij een rechthoekig stuk boomstronk liggen. [16]
Op de camerabeelden van het gemeentehuis in Zevenaar ziet verbalisant [verbalisant 1] een kale man van tussen de 30 en 40 jaar oud met een lichte huidskleur en een normaal postuur. Verbalisant ziet dat de man in beeld verschijnt en dat hij in zijn linkerhand een stenen langwerpig voorwerp draagt. Verbalisant ziet dat de man het voorwerp in zijn linkerhand naar achter zwaait en met flinke kracht naar voren gooit. Verbalisant ziet dat het voorwerp tegen het glas van de ingang aankomt en op de grond valt. Vervolgens ziet verbalisant dat de man met beide handen het voorwerp beet heeft, het voorwerp langs zijn rechterzijde naar achter zwaait en met een flinke kracht naar voren gooit. Verbalisant ziet dat het voorwerp buiten beeld ergens tegenaan komt en het terug op de stoep valt. [17]
Getuige [getuige 5] heeft [verdachte] herkend naar aanleiding van een oproep van de politie genaamd: “Wie is deze man?”. [18] Getuige [getuige 6] heeft [verdachte] herkend naar aanleiding van een oproep van de politie op Facebook. [19] Twee medewerkers van het RIBW hebben verklaard dat zij [verdachte] hebben herkend naar aanleiding van een foto op de Facebook pagina van de politie. [20]
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast de verdachte de ramen van het gemeentehuis in Zevenaar heeft vernield.
Ten aanzien van parketnummer 05.078530.23 [21]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3] , p. 8-9;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 18;
- het verslag van de huisartsenpraktijk Flower, p. 16-17;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 43, voor zover inhoudende:
“Toen heb ik haar in het gezicht geslagen en aan haar haren getrokken. (…) Ik sloeg haar met de vuisten op haar hoofd. (…) Ik denk dat ik haar twee keer raak geslagen heb. (…) Ja met zoveel mogelijk kracht wat ik in mij had.”.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde partij 3] , p. 8-9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 juni 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder de parketnummers 05.088860.23, 05.022183.23, 05.025517.23, 05.035879.23 en 05.078530.23 heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05.088860.23:
hij op
of omstreeks30 maart 2023 te Zevenaar [aangever 1] (medewerker supermarkt) heeft mishandeld door die [aangever 1] meermalen
, althans eenmaaltegen het hoofd
en/of het (boven)lichaamte stompen en
/ofte slaan;
parketnummer 05.022183.23:
hij in
of omstreeksde periode van 22 januari 2023 tot en met 23 januari 2023 in de gemeente Arnhem [benadeelde partij 1] heeft mishandeld door voornoemde [benadeelde partij 1] meermalen,
althans eenmaal,(met kracht) in/op/tegen het gezicht
, althans op/tegen het lichaamte slaan en
/ofte stompen;
parketnummer 05.025517.23:
hij op
of omstreeks4 juni 2022 te Duiven [benadeelde partij 2] heeft mishandeld door haar
een ofmeerdere malen in/op/tegen het gezicht/hoofd
en/of op/tegen het lichaamte slaan en
/of te stompen en/ofaan haar haren te trekken en/of te rukken en/of te pakken;
parketnummer 05.035879.23:
hij op
of omstreeks23 juli 2022 te Zevenaar opzettelijk en wederrechtelijk
één ofmeerdere ramen
, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Gemeente Zevenaar
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
parketnummer 05.078530.23:
1.
hij op
of omstreeks19 maart 2023 te Zevenaar, een ambtenaar
, althans een persoon, te weten [benadeelde partij 3] , brigadier van politie, gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, heeft mishandeld door die [benadeelde partij 3]
(met kracht
) een ofmeerdere malen
tegen het hoofd en
/ofhet lichaam te stompen en
/of te slaan en/of door die [benadeelde partij 3] (met kracht)aan de haren te trekken, terwijl het
/eenfeit
zwaar lichamelijk letsel, te weteneen gebroken vinger (pink) ten gevolge heeft gehad;
2.
hij op
of omstreeks19 maart 2023 te Zevenaar opzettelijk
(een
)ambtenaar, te weten [benadeelde partij 3] , brigadier van politie, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd door haar de woorden toe te voegen: "Kutwijf" en
/of"Klerewijf"
, althans (telkens) woorden van gelijke
beledigende aard en/of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
ten aanzien van parketnummers 05.088860.23; 05.022183.23 en 05.025517.23 , telkens:
mishandeling
ten aanzien van parketnummer 05.035879.23:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen
ten aanzien van parketnummer 05.078530.23:
feit 1:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
feit 2:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen waarvan 84 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
Verdachte heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier mishandelingen, een vernieling en een belediging van een politieagente. Verdachte heeft verschillende slachtoffers geslagen waardoor zij letsel hebben opgelopen en/of pijn hebben ondervonden. Verdachte heeft hierdoor inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers. Onder de slachtoffers zijn ook hulpverleners, waaronder een politieagente en een pedagogisch medewerkster van de nachtopvang. Deze mensen doen hun werk hoofdzakelijk voor anderen, namelijk de samenleving. Steeds vaker worden zij geconfronteerd met agressie en geweld. Zulke gedragingen zijn volstrekt ontoelaatbaar. Voor deze feiten is een gevangenisstraf op zijn plaats.
De rechtbank heeft gelet op de Justitiële Documentatie van 30 mei 2023, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vernieling, belediging en andere strafbare feiten. Gelet op de strafbeschikkingen voor overtredingen op 7 februari 2023, 26 april 2023 en 28 april 2023 is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing.
De reclassering heeft op 15 juni 2023 een advies uitgebracht. De reclassering concludeert dat begin maart 2023 een reclasseringstoezicht werd afgesloten, maar dat de reclassering geen invloed heeft kunnen uitoefenen op de risico’s. Verdachte stelt zich steeds meer zelfbepalend en zorgmijdend op. Er zijn zorgen over de risico’s op letselschade voor anderen, omdat verdachte zich vaak in openbare ruimtes begeeft en zijn gedrag onvoorspelbaar is. Uit het reclasseringsadvies blijkt verder dat op 26 mei 2023 een zorgmachtiging is afgegeven. Door de houding van verdachte, samen met het oplopende delictpatroon en de eerdere conclusie van de reclassering dat er door een nieuw reclasseringstoezicht geen nieuwe mogelijkheden worden gezien om de risico’s te beperken, adviseert de reclassering geen bijzondere voorwaarden en geen reclasseringstoezicht. Vanuit het huis van bewaring kan verdachte geplaatst worden in een kliniek op basis van de zorgmachtiging.
Op 26 mei 2023 is de voorlopige hechtenis geschorst met ingang van de dag dat verdachte door de Dienst Vervoer en Ondersteuning of justitievervoer naar een zorginstelling is gebracht. Uit een e-mail van het Openbaar Ministerie van 28 juni 2023 blijkt dat verdachte op 3 juli 2023 wordt opgenomen bij FPA De Boog, GGnet Warnsveld.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen, waarvan 83 dagen voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden. Aan het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf zal de rechtbank een proeftijd van drie jaren verbinden. Deze straf is gelijk aan het voorarrest zodat de gevangenisstraf de ingezette behandeling van verdachte niet zal doorkruisen. De rechtbank zal het – reeds geschorste – bevel gevangenhouding opheffen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

Vordering benadeelde partij [benadeelde partij 1] 05.022183.23
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] heeft in verband met parketnummer 05.022183.23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 400,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Verdachte heeft verklaard dat hij niet alle schade kan vergoeden, omdat hij in de schuldsanering zit en onder bewind staat.
Overweging van de rechtbank
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het tenlastegelegde feit onder parketnummer 05.022183.23 heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel opgelopen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 400,- vaststellen. Verdachte is vanaf 23 januari 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Als het toegewezen bedrag niet wordt betaald, kan één dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. De rechtbank stelt de gijzeling vast op de minimale hoeveelheid van één dag gelet op de financiële omstandigheden van verdachte.
Vordering benadeelde partij [benadeelde partij 2] 05.025517.23
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] heeft in verband met parketnummer 05.025517.23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 393,25 aan materiële schade, € 14,13 aan verplaatste schade en € 900,- aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij ten aanzien van de materiële schade (€ 407,38) kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente. De vordering van de benadeelde partij ten aanzien van immateriële schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 750,-, met toekenning van de wettelijke rente. De officier van justitie vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige deel aan immateriële schade heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
De verdediging heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Verdachte heeft verklaard dat hij niet alle schade kan vergoeden, omdat hij in de schuldsanering zit en onder bewind staat.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft het eigen risico en de reiskosten naar het ziekenhuis en de huisarts tot een hoogte van € 393,25 kan worden toegewezen.
Verplaatste schade
Er is sprake van lichamelijk letsel bij het slachtoffer als gevolg van het bewezen verklaarde feit. Een derde heeft kosten gemaakt voor het slachtoffer, te weten € 14,13 aan reiskosten om het slachtoffer naar het ziekenhuis te brengen, haar vervolgens naar een ander ziekenhuis te brengen en tot slot haar weer naar haar woning te brengen. Het slachtoffer had deze schade zelf kunnen vorderen als het slachtoffer die kosten zelf zou hebben gemaakt. Er is dan ook sprake van verplaatste schade. De benadeelde partij heeft de vordering voldoende onderbouwd en deze zal geheel worden toegewezen.
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het tenlastegelegde feit onder parketnummer 05.025517.23 heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel opgelopen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 750,- vaststellen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot immateriële schade.
Verdachte is vanaf 4 juni 2022 wettelijke rente over het totale toegewezen bedrag verschuldigd. De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Als het toegewezen bedrag niet wordt betaald, kan één dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. De rechtbank stelt de gijzeling vast op de minimale hoeveelheid van één dag gelet op de financiële omstandigheden van verdachte.
Vordering benadeelde partij [benadeelde partij 3] 05.078530.23
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] heeft in verband met feit 1 onder parketnummer 05.078530.23 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert
€ 681,99 aan materiële schade en € 2.500 aan immateriële schade, allebei vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Verdachte heeft verklaard dat hij niet alle schade kan vergoeden, omdat hij in de schuldsanering zit en onder bewind staat.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. De rechtbank is van oordeel dat aan [benadeelde partij 3] door naasten zorg en ondersteuning is verleend die valt binnen de reikwijdte van de Letselschade Richtlijn Huishoudelijke Hulp. Ook de onderliggende berekening is overeenkomstig deze richtlijn. [benadeelde partij 3] heeft voldoende aangetoond dat het inroepen van zodanige hulp noodzakelijk was. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de vordering ten aanzien van de douchehoes en de kosten voor huishoudelijke hulp tot een hoogte van € 681,99 kan worden toegewezen.
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het tenlastegelegde feit onder parketnummer 05.078530.23 heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel opgelopen. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 1.500,- vaststellen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering tot immateriële schade.
Verdachte is vanaf 19 maart 2023 wettelijke rente over het totale toegewezen bedrag verschuldigd. De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Als het toegewezen bedrag niet wordt betaald, kan één dag gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt. De rechtbank stelt de gijzeling vast op de minimale hoeveelheid van één dag gelet op de financiële omstandigheden van verdachte.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 57, 63, 266, 267, 300, 304 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde
tot een gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen;
 bepaalt dat
een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 83 (drieëntachtig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het – reeds geschorste – bevel tot gevangenhouding;
Ten aanzien van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] (05.022183.23), [benadeelde partij 2] (05.025517.23) en [benadeelde partij 3] (05.078530.23, feit 1)
  • veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen van de hierna genoemde bedragen aan materiële schade, verplaatste schade en immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nihil;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente

1. [benadeelde partij 1] € 400,- 23 januari 2023

2. [benadeelde partij 2] € 1.157,38 4 juni 2022

3. [benadeelde partij 3] € 2.181,99 19 maart 2023

 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hierna te noemen bedragen aan materiële schade, verplaatste schade en immateriële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [benadeelde partij 1] € 400,- 1 dag;
2. [benadeelde partij 2] € 1.157,38 1 dag;

3. [benadeelde partij 3] € 2.181,99 1 dag.

 verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 3] voor het overige niet-ontvankelijk in de vorderingen;
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.P. Bakker (voorzitter), mr. G. Edelenbos en mr. M.J.M. Krabbe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.L. Goedheer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 juli 2023.
mr. M.J.M. Krabbe en mr. J.A.P. Bakker zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] , brigadier van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023140159, gesloten op 1 april 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [aangever 1] , p. 5-6.
3.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1]
4.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 43.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] , hoofdagent van de politie Eenheid Oost-Nederland, Team Recherche Zevenaar, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023034445, gesloten op 27 januari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
6.Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 1] , p. 6.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 10.
8.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 17.
9.Consult Huisartsenpraktijk Rozet IJssel, p. 8.
10.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] , brigadier van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022248538, gesloten op 26 januari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
11.Proces-verbaal van aangifte [benadeelde partij 2] , p. 3.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 12.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] , p. 14.
14.Contactdetails huisarts, p. 6.
15.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] , brigadier van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2022339029, gesloten op 7 februari 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
16.Proces-verbaal van aangifte [aangever 2] , namens gemeente Zevenaar, p. 5-6.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 18-19.
18.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] , p. 8.
19.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] , p. 13.
20.Proces-verbaal van bevindingen p. 15.
21.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] , brigadier van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023122744, gesloten op 26 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.