ECLI:NL:RBGEL:2023:4115

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
10588771
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om dagvaarding op verkorte termijn in huurzaak

Op 10 juli 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M. van Lith, een verzoek hebben ingediend om [naam X] te dagvaarden op verkorte termijn. Dit verzoek werd gedaan omdat de deurwaarder had vastgesteld dat [naam X] niet ingeschreven stond op het adres van het gehuurde en ook niet op een ander adres in Nederland. Verzoekers stelden dat [naam X] feitelijk op een ander adres verbleef, maar niet op dat adres ingeschreven was. Volgens hen zou de dagvaardingstermijn, die normaal gesproken ten minste drie maanden bedraagt, gelijkgesteld moeten worden aan de gewone termijn van art. 114 Rv.

De kantonrechter heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 115 lid 2 Rv, dat bepaalt dat de termijn van dagvaarding ten minste drie maanden is indien de gedaagde geen bekende woonplaats of werkelijk verblijf heeft. De rechter concludeerde echter dat het werkelijk verblijf van [naam X] bekend was, aangezien verzoekers hadden aangegeven dat hij feitelijk op een ander adres verbleef. Hierdoor was het genoemde artikel niet van toepassing en werd het verzoek afgewezen.

De beslissing werd openbaar uitgesproken door kantonrechter mr. E. Horsthuis. Deze uitspraak benadrukt het belang van de inschrijving in de Basisregistratie Personen en de voorwaarden waaronder een dagvaarding op verkorte termijn kan worden toegestaan.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10588771 \ AZ VERZ 23-36 \ 520 \ 40141
uitspraak van 10 juli 2023
beschikking dagvaarding verkorte termijn
gezien het verzoek van

1.[verzoeker sub 1]

2. [verzoeker sub 2]
beide wonende te [woonplaats]
verzoekende partijen, hierna samen te noemen: [verzoekers c.s.]
gemachtigde mr. M. van Lith
tot het krijgen van verlof om
[naam X]wonende te [woonplaats], te dagvaarden op verkorte termijn voor de rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, locatie Arnhem.

1.De procedure

Op 30 juni 2023 is op de griffie een verzoekschrift ontvangen van [verzoekers c.s.].

2.Het verzoek

[verzoekers c.s.] heeft verzocht om [naam X] (hierna: [naam X]) te mogen dagvaarden op een verkorte termijn (art. 117 Rv). Volgens [verzoekers c.s.] heeft de deurwaarder bij controle van de Basisregistratie Personen geconstateerd dat [naam X] niet (meer) staat ingeschreven op het adres van het gehuurde en evenmin op een ander adres in Nederland. [naam X] verblijft feitelijk op een ander adres, maar staat niet op dat adres ingeschreven. Omdat, aldus [verzoekers c.s.], de dagvaardingstermijn dus ten minste drie maanden is (art. 115 lid 2 Rv), is het verzoek om deze termijn (zo veel mogelijk) gelijk te stellen met de gewone termijn van
art. 114 Rv.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van artikel 115 lid 2 Rv is de termijn van dagvaarding ten minste drie maanden, indien de gedaagde noch in Nederland, noch in een Staat als bedoeld in het eerste lid, een bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf heeft.
3.2.
Nu in het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat het werkelijk verblijf van [naam X] bekend is (“... verblijft feitelijk op een ander adres”), is voormeld artikel niet van toepassing. Het verzochte wordt dan ook afgewezen.
3.3.
Ten overvloede wordt nog opgemerkt dat in zaken betreffende huur van woonruimte de rechter bevoegd is binnen wiens rechtsgebied het gehuurde is gelegen (art. 103 Rv). naar

4.De beslissing

De kantonrechter,
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. E. Horsthuis en in het openbaar uitgesproken op 10 juli 2023.