ECLI:NL:RBGEL:2023:4111

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 juli 2023
Publicatiedatum
18 juli 2023
Zaaknummer
10271830
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na tekortkoming in verbintenis bij inruil van een BMW

In deze zaak vordert eiser, een eenmanszaak, schadevergoeding van de gedaagde partijen, Bert Story Nijmegen en Bert Story 's-Hertogenbosch, naar aanleiding van een geschil over de inruil van een BMWX1. Eiser heeft op 11 februari 2021 een BMWX1 gekocht bij Bert Story Nijmegen, gefinancierd via financial lease. Op 27 april 2021 is er een gesprek geweest over de mogelijkheid om de BMWX1 in te ruilen voor een andere BMW. Eiser heeft op 30 april 2021 een e-mail gestuurd naar Bert Story Nijmegen met de vraag of ze ook naar een andere auto konden kijken. Eiser heeft vervolgens op 8 mei 2021 een gesprek gehad over de financiering van een BMW5 bij Bert Story 's-Hertogenbosch, maar uiteindelijk heeft hij deze auto niet afgenomen omdat Bert Story Nijmegen de BMWX1 niet wilde terugnemen. Eiser heeft de BMWX1 op 22 februari 2022 verkocht aan een andere dealer.

In de procedure heeft eiser gesteld dat Bert Story tekort is geschoten in de nakoming van de verbintenis tot inruil van de BMWX1, wat heeft geleid tot schade. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd dat er een overeenkomst was over de inruil onder de door hem gestelde voorwaarden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Bert Story Nijmegen niet tekort is geschoten, omdat de voorwaarden voor inruil niet zijn nagekomen. Eiser is in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten dragen, die zijn vastgesteld op € 1.058,00. Het vonnis is uitgesproken op 14 juli 2023.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 10271830 \ CV EXPL 23-138
Vonnis van 14 juli 2023
in de zaak van
[eiser], tevens handelend onder de naam
[bedrijf eiser]
te [woonplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. J. van Embden,
tegen

1.AUTOMOBIELBEDRIJF BERT STORY NIJMEGEN B.V.,

te Nijmegen,
2.
AUTOMOBIELBEDRIJF BERT STORY 'S-HERTOGENBOSCH B.V.,
te 's-Hertogenbosch,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: Bert Story,
gemachtigde: mr. J.S. de Jong.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 maart 2023
- de akte aanvulling eis, tevens overlegging producties
- de mondelinge behandeling van 6 juni 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. De gemachtigde van [eiser] heeft het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 11 februari 2021 heeft [eiser] bij Bert Story Nijmegen een BMWX1 gekocht. De auto werd deels gefinancierd via financial lease bij BMW Financial Services. Op 1 maart 2021 is de BMWX1 aan [eiser] geleverd.
2.2.
Op 27 april 2021 hebben [eiser] en Bert Story Nijmegen besproken dat [eiser] de BMWX1 onder bepaalde voorwaarden bij Bert Story Nijmegen in mocht ruilen.
2.3.
Op 29 april 2021 heeft [eiser] aan Bert Story Nijmegen het volgende gemaild:

(…)
Zou je ook naar deze auto willen kijken: (…)? Deze staat bij Waardenburg.
(…)
2.4.
[eiser] heeft op 30 april 2021 bij Bert Story ’s-Hertogenbosch een BMW5 gezien die hem beviel. Er is ook telefonisch contact geweest tussen Bert Story Nijmegen en Bert Story ’s-Hertogenbosch toen [eiser] bij Bert Story ‘s-Hertogenbosch was. Op 1 mei 2021 heeft [eiser] een proefrit in de BMW5 gemaakt.
2.5.
Op 8 mei 2021 heeft [eiser] een gesprek gehad bij Bert Story ’s-Hertogenbosch over de financiering van de BMW5 (lease).
2.6.
Op 17 mei 2021 ontving [eiser] bericht van Bert Story ’s-Hertogenbosch dat Bert Story Nijmegen de BMWX1 niet zonder meer terug zou nemen. [eiser] heeft de BMW5 bij Bert Story ’s-Hertogenbosch niet afgenomen en Bert Story ’s-Hertogenbosch heeft de BMW5 op enig moment aan een ander verkocht.
2.7.
Op 14 juli 2021 heeft Bert Story Nijmegen een voorstel gedaan aan [eiser] om de BMWX1 in te nemen.
2.8.
Op 22 februari 2022 heeft [eiser] de BMWX1 verkocht aan/ingeruild bij een andere BMW dealer dan Bert Story Nijmegen. Hij heeft een andere BMW gekocht bij die BMW dealer.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert, na aanvulling van eis, dat Bert Story Nijmegen en Bert Story ’s-Hertogenbosch bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, zullen worden veroordeeld voor het geheel, indien de een betaalt de ander zal zijn gekweten, tot schade van € 25.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding, tevens vermeerderd met de wettelijke handelsrente en incassokosten, met veroordeling van Bert Story Nijmegen en Bert Story ’s-Hertogenbosch in de proceskosten.
3.2.
Aan zijn vordering legt [eiser] ten grondslag dat Bert Story tekort is geschoten in de nakoming van haar verbintenis ten opzichte van [eiser]. Op 27 april 2021 zijn [eiser] en Bert Story overeengekomen dat Bert Story de BMWX1 van [eiser], die Bert Story eerst aan hem verkocht had, zou terugnemen op voorwaarde dat [eiser] een andere BMW zou aanschaffen binnen het dealers platform en de nieuwe BMW zou worden gefinancierd middels een financial leasecontract zonder inruil. [eiser] had een andere BMW op het oog binnen het dealers platform, maar Bert Story wilde de BMWX1 (toch) niet terugnemen. Doordat Bert Story haar verplichting niet nakwam is bij [eiser] schade ontstaan die Bert Story moet vergoeden. De schade bestaat volgens [eiser] uit:
- € 690,00 aan motorrijtuigbelasting
- € 2.532,03 aan autoverzekering
- € 5.553,43 aan leasebedragen
- € 250,00 aan stallingskosten
- € 7.500,00 aan waardeverlies verkoop BMWX1
- € 1.819,30 aan importkosten BMW5
- € 1.464,50 aan rentekosten BMW5
-
€ 6.002,50aan gestegen rente voor lease
€ 25.811,76
[eiser] heeft zijn vordering beperkt tot € 25.000,00.
3.3.
Bert Story voert verweer. Bert Story concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser], met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij met Bert Story Nijmegen de gestelde overeenkomst heeft gesloten. Bert Story Nijmegen heeft erkend dat op 27 april 2021 met [eiser] gesproken is over inruil van de BMWX1, maar niet onder de door [eiser] gestelde voorwaarden. [eiser] was niet tevreden over de BMWX1 en Bert Story Nijmegen wilde hem ter wille zijn door een andere BMW aan [eiser] te verkopen en de BMWX1 in te ruilen. Zo’n inruil kon echter alleen plaatsvinden met bepaalde BMW’s en niet met willekeurig welke BMW uit het dealerplatform. Daarom moest Bert Story Nijmegen betrokken worden bij de zoektocht van [eiser] naar een andere BMW, aldus Bert Story Nijmegen.
4.2.
Het betoog van Bert Story Nijmegen wordt ondersteund door de e-mail van 29 april 2021 van [eiser] waarin [eiser] vraagt “
Zou je ook naar deze auto willen kijken: (…)?” Hieruit blijkt dat Bert Story Nijmegen per auto zou bekijken of en tegen welke prijs die auto ingeruild zou kunnen worden voor de BMWX1. De BMW5, die [eiser] beviel en die hij bij Bert Story ’s-Hertogenbosch, zonder voorafgaand overleg met Bert Story Nijmegen, heeft bekeken viel niet zonder meerprijs in te ruilen tegen de BMWX1. Daarom heeft Bert Story Nijmegen dat geweigerd. Dat tussen Bert Story Nijmegen en Bert Story ’s-Hertogenbosch wel telefonisch contact is geweest, betekent niet dat de BMW5 zonder meerprijs kon worden ingeruild voor de BMWX1.
4.3.
Nu geen sprake was van een overeenkomst zoals door [eiser] gesteld, is Bert Story Nijmegen niet tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenis tot inruil van de BMWX1. Daarom hoeft Bert Story Nijmegen de gestelde schade die [eiser], door het niet inruilen van de BMWX1, heeft geleden niet te vergoeden. Overigens geldt dat Bert Story Nijmegen op 14 juli 2021 aan [eiser] nog wel een voorstel heeft gedaan om de BMWX1 in te nemen, maar dit voorstel heeft [eiser] niet geaccepteerd. Bert Story Nijmegen is dus de afspraak die ze erkend heeft, wel nagekomen.
4.4.
Volgens [eiser] is aan Bert Story ’s-Hertogenbosch hetzelfde verwijt te maken als aan Bert Story Nijmegen. Bert Story ’s-Hertogenbosch heeft zich niet aan de afspraak van 27 april 2021 gehouden. Hier gaat de kantonrechter niet in mee. Nog los van hetgeen hierboven al is opgenomen over dat niet is komen vast te staan dat de afspraak tussen [eiser] en Bert Story Nijmegen gemaakt is zoals door [eiser] is gesteld, kunnen Bert Story Nijmegen en Bert Story ’s-Hertogenbosch niet worden vereenzelvigd. Het gaat om twee verschillende B.V.’s. Dat ze tot dezelfde groep behoren is onvoldoende voor vereenzelviging.
4.5.
Het stond [eiser] vrij om de BMW5 bij Bert Story ’s-Hertogenbosch te kopen, zonder inruil van de BMWX1 bij Bert Story Nijmegen en/of met inruil van de BMWX1 bij Bert Story ’s-Hertogenbosch. [eiser] heeft gesteld de BMW5 bij Bert Story ’s-Hertogenbosch te hebben gekocht. Voor zover [eiser] (daarmee) bedoeld heeft te stellen dat Bert Story ’s-Hertogenbosch tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichting de BMW5 aan [eiser] te leveren gaat ook die stelling niet op. Bert Story ’s-Hertogenbosch heeft immers de koop van de BMW5 door [eiser] betwist en [eiser] heeft ook niet voor de BMW5 hoeven betalen. Daarnaast geldt dat [eiser] ook erkent dat hij de BMW5 van Bert Story ’s-Hertogenbosch niet (langer) wilde afnemen, omdat de inruil van de BMWX1 bij Bert Story Nijmegen niet volgens zijn wens verliep. Ook hier geldt dus dat Bert Story ’s-Hertogenbosch niet in de nakoming van een verbintenis is tekortgeschoten.
4.6.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter nog dat het betoog van [eiser] tijdens de mondelinge behandeling dat hij als consument moet worden gezien niet opgaat. In de koopovereenkomst met betrekking tot de BMWX1 en in de leaseovereenkomst staat als contractspartner steeds [bedrijf eiser], de eenmanszaak van [eiser], genoemd en in de dagvaarding heeft [eiser] ook zelf gesteld dat hij zakelijk de beschikking had gekregen over de BMWX1.
4.7.
[eiser] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Bert Story vastgesteld op € 1.058,00 (2,00 punten × € 529,00) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van Bert Story tot dit vonnis vastgesteld op € 1.058,00,
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2023.
701 \ 40141