ECLI:NL:RBGEL:2023:3986

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
AWB-23_3715
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs vrachtwagenchauffeur na verkeersovertreding in Italië

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, een vrachtwagenchauffeur, tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Wijchen. De burgemeester had op 5 juni 2023 het rijbewijs van verzoeker ongeldig verklaard, omdat verzoeker onjuiste gegevens had verstrekt bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs. Verzoeker had zijn rijbewijs in Italië moeten inleveren na een verkeersovertreding op 11 maart 2021, maar bij de aanvraag van een nieuw rijbewijs op 1 juli 2021 had hij verklaard dat het rijbewijs vermist was geraakt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 juli 2023 behandeld, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was, vergezeld door zijn vader, en de burgemeester vertegenwoordigd was door haar gemachtigden.

De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoeker zijn rijbewijs had kunnen behouden als hij bij de aanvraag op 1 juli 2021 geen onjuiste gegevens had verstrekt. De burgemeester had de instructie om drie maanden te wachten op de terugkeer van het rijbewijs vanuit het buitenland voordat een nieuw rijbewijs kon worden afgegeven. De voorzieningenrechter concludeert dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs grote gevolgen heeft voor verzoeker, die afhankelijk is van zijn rijbewijs voor zijn werk als vrachtwagenchauffeur.

Uiteindelijk wijst de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toe en schorst het besluit van de burgemeester tot zes weken na de beslissing op het bezwaar van verzoeker. Tevens wordt de burgemeester gelast het griffierecht van € 184,- aan verzoeker te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/3715
uitspraak van de voorzieningenrechter op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats], verzoeker

en

de burgemeester van de gemeente Wijchen

(gemachtigde: A. Albers-Toenders)

Inleiding

1. 1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker gericht tegen het besluit van 5 juni 2023, waarbij de burgemeester het huidige rijbewijs van verzoeker ongeldig heeft verklaard, omdat verzoeker onjuiste gegevens heeft verstrekt.
1.2.Verzoeker heeft tegen het besluit van 5 juni 2023 bezwaar gemaakt en tevens een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 6 juli 2023 behandeld. Verzoeker is in persoon verschenen, vergezeld door zijn vader. De burgemeester is verschenen bij haar gemachtigden A. Albers-Toenders en L. van der Wens.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2. Verzoeker heeft zijn rijbewijs bij de politie moeten inleveren in Italië op 11 maart 2021 toen hij werd staande gehouden voor het inhalen met zijn vrachtwagen op een plek waar dat niet was toegestaan. Na terugkeer in Nederland is hij enkele maanden in de ziektewet beland vanwege een operatie aan zijn knie. Daarna heeft hij op 1 juli 2021 een nieuw rijbewijs aangevraagd bij de gemeente. Hij heeft daarbij schriftelijk verklaard dat het rijbewijs vermist is omdat hij zijn portemonnee kwijt is geraakt in Italië. Op 2 februari 2023 heeft de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) de burgemeester laten weten via de Nederlandse ambassade in Italië het rijbewijs van de Prefectuur in Florence (Italië) te hebben ontvangen. De Prefectuur geeft in een brief aan dat het rijbewijs van verzoeker is ingenomen in verband met een verkeersovertreding.
De RDW heeft de burgemeester gevraagd te controleren of verzoeker onjuiste informatie heeft verstrekt bij de aanvraag van het nieuwe rijbewijs. Als dat het geval is, moet de burgemeester het rijbewijs ongeldig verklaren, aldus de RDW.

Juridisch kader

3. Artikel 119, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994) bepaalt dat degene die is belast met de afgifte van rijbewijzen overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels een nieuw rijbewijs afgeeft in geval het eerder afgegeven rijbewijs verloren is geraakt of teniet is gegaan.
In artikel 124, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wvw 1994 is bepaald dat onverminderd de artikelen 132, tweede lid, en 134, vierde lid, een rijbewijs overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels voor een of meer categorieën van motorrijtuigen of voor een deel van de geldigheidsduur ongeldig wordt verklaard indien het rijbewijs is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest.
Op grond van artikel 124, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wvw 1994 geschiedt de ongeldigverklaring in de in het eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde gevallen door degene die is belast met de afgifte van rijbewijzen, indien de ongeldigverklaring betrekking heeft op een rijbewijs dat niet is afgegeven door de Dienst Wegverkeer of door Onze Minister, dan wel door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.
4. Het spoedeisend belang in deze zaak staat voldoende vast.
5. Verzoeker heeft erop gewezen dat de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs grote gevolgen heeft, met name omdat hij vrachtwagenchauffeur is. Ook heeft hij gezegd dat de medewerkster aan de balie hem heeft gezegd het formulier zo in te vullen.
6. De voorzieningenrechter stelt voorop dat een nieuw rijbewijs slechts in een beperkt aantal gevallen wordt afgegeven (artikel 119 van de Wvw). Een nieuw rijbewijs wordt wel afgegeven als het eerder afgegeven rijbewijs verloren of teniet is gegaan, maar niet als het eerder afgegeven rijbewijs is ingevorderd. De invordering van een rijbewijs is immers geen grond voor de afgifte van een nieuw rijbewijs. De burgemeester moet een rijbewijs ongeldig verklaren als het nieuwe rijbewijs is afgegeven op grond van door de houder verschafte onjuiste gegevens en het niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest (artikel 124, eerste lid onder a, van de Wvw). Dit is een dwingendrechtelijke bepaling die die geen ruimte biedt voor een belangenafweging.
7. De gemachtigde van de burgemeester heeft ter zitting toegelicht dat verzoeker zijn rijbewijs had kunnen behouden wanneer hij bij de aanvraag op 1 juli 2021 geen onjuiste gegevens had verstrekt. Ter zitting is toegelicht dat de instructies van het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn dat bij inhouding van het rijbewijs in het buitenland van burgers wordt gevraagd om drie maanden af te wachten of het rijbewijs retour wordt ontvangen via de RDW. Na drie maanden kan een nieuw rijbewijs worden verstrekt met vermelding van de buitenlandse inhouding bij de aanvraag, aldus de gemachtigde van de burgemeester. Wanneer dan later het ingehouden rijbewijs alsnog wordt ontvangen vanuit het buitenland is geen sprake van een nieuw rijbewijs dat op grond van onjuiste gegevens is verstrekt, zodat er ook geen grond is voor ongeldigverklaring op grond van artikel 124, eerste lid onder a van de Wvw. Deze gang van zaken blijkt ook uit het ‘handboek burgerzaken Amsterdam’, waarvan de burgemeester een aantal pagina’s in het geding heeft gebracht:
“De eerste stap die de houder moeten ondernemen is proberen het rijbewijs terug te krijgen. Soms kan betrokkene het rijbewijs terug krijgen door betaling van een boete (of het voldoen van het bedrag van onderpand). Is het rijbewijs in het buitenland ingehouden (bijvoorbeeld als gevolg van een verkeersovertreding), dan wordt het rijbewijs naar de Nederlandse consulaire post gestuurd. De Nederlandse consulaire post stuurt het rijbewijs vervolgens naar de RDW en deze zal het rijbewijs aan de houder toesturen, tenzij het ongeldig is geworden. Is het ongeldig geworden (geldigheidsduur verlopen), dan zal de RDW de inlevering van het rijbewijs registreren en de houder hiervan schriftelijk in kennis stellen. In dat geval kan er een nieuw rijbewijs worden afgegeven. Voordat de RDW het rijbewijs van de Nederlandse consulaire post ontvangt, kan er een paar maanden zijn verstreken. Is het rijbewijs op geen enkele wijze terug te krijgen, dan kan de bevoegde burgemeester een nieuw rijbewijs afgeven.”
8. In het licht van de informatie zoals die door de burgemeester is verstrekt, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bezwaar van verzoeker kans van slagen heeft.
Uit artikel 124, eerste lid onder a van de Wvw 1994 volgt dat het moet gaan om onjuiste gegevens, waarvoor geldt dat het rijbewijs niet zou zijn afgegeven indien de onjuistheid van die gegevens ten tijde van de aanvraag bekend zou zijn geweest.
In de situatie van verzoeker lijkt dat niet het geval. Uit de toelichting van de burgemeester ter zitting en de instructies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waar door de burgemeester naar is verwezen, volgt immers dat aan verzoeker een rijbewijs zou zijn afgegeven als bij de aanvraag op 1 juli 2021 bekend zou zijn geweest dat zijn rijbewijs op 11 maart 2021 in Italië was ingehouden en hij deze nog niet terug had gekregen. Dat betekent dat de voorzieningenrechter voorshands van oordeel is dat niet is voldaan aan de voorwaarden van artikel 124, eerste lid onder a van de WVW, nu het in dit geval niet gaat om onjuiste gegevens die grond zouden zijn geweest voor de weigering van afgifte van het rijbewijs als ze bekend waren geweest.
9. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en schorst het besluit tot zes weken nadat de burgemeester op zijn bezwaar heeft beslist. Dat betekent dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs van verzoeker tot dat moment wordt geschorst. Verweerder dient voor die periode het rijbewijs aan verzoeker terug te geven.
10. De burgemeester wordt gelast het door verzoeker betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden. Van andere proceskosten is niet gebleken.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
  • schorst het besluit van 5 juni 2023 tot zes weken nadat de burgemeester op het bezwaar heeft beslist;
  • bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 184,- aan verzoeker moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van C. Kuiper, griffier. De uitspraak is in het openbaar uitgesproken op
De voorzieningenrechter en de griffier zijn buiten staat deze uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.