ECLI:NL:RBGEL:2023:3979

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 juli 2023
Publicatiedatum
13 juli 2023
Zaaknummer
05-259894-19 en 21-002379-16 (tul)
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van beroepsmatige hennepteelt en deelname aan een criminele organisatie met oplichting en valsheid in geschrift

Op 11 juli 2023 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het medeplegen van beroepsmatige hennepteelt en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte werd beschuldigd van het telen van grote hoeveelheden hennep in verschillende kwekerijen in Nederland tussen januari 2019 en oktober 2019. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een organiserende rol had binnen deze criminele organisatie, waarbij hij verantwoordelijk was voor het regelen van panden en het aansteken van de teelt. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van oplichting en valsheid in geschrift, waarbij hij valse documenten gebruikte om een meubelzaak te bedriegen. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en de positieve ontwikkeling van de verdachte tijdens zijn schorsing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/259894-19 en 21/002379-16 (tul)
Datum uitspraak : 11 juli 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. D.L.A.M. Pluijmakers, advocaat in Apeldoorn.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2019 tot en met 1 oktober 2019 te Wenum Wiesel, gemeente Apeldoorn, en/of Vriezenveen, gemeente Twenteland en/of Apeldoorn, en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen en/of alleen, opzettelijk - in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf - heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
in een bedrijfspand gelegen aan de [adres] , 200 hennepplanten en/of delen daarvan (zaaksdossier 1) en/of
in een bedrijfspand gelegen aan de [adres] , 446 hennepplanten en/of delen daarvan (zaaksdossier 2) en/of
in een woning gelegen aan de [adres] , 106 hennepplanten en/of 120 hennepplanten en/of 224 (stekken van) hennepplanten en/of delen daarvan (zaaksdossier 3) en/of
in een bedrijfspand [adres] , 406 hennepplanten en/of 472 hennepplanten en/of delen daarvan (zaaksdossier 21) en/of
althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 200 en/of 446 en/of 106 en/of 120 en/of 406 en/of 472 hennepplanten en/of 224 (stekken van) hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2018 tot en met 5 november 2019 te Apeldoorn en/of Vriezenveen, gemeente Twenteland en/of Deventer en/of Warnsveld, gemeente Zutphen en/of Twello, gemeente Voorst en/of Diepenveen, gemeente Deventer en/of Steenderen, gemeente Bronckhorst, en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten - het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk het (in de uitoefening van een bedrijf of beroep) opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet (zaaksdossier 11);
3.
hij in of omstreeks de periode van 6 september 2019 tot en met 17 september 2019 te Eerbeek, gemeente Brummen, en/of te Apeldoorn en/of te Amersfoort, en/of (elders) in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een of meerdere medewerkers van) Kees Smit Tuinmeubelen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten een of meerdere tuinmeubelen, althans enige goederen (ter waarde van ongeveer 4600 euro), heeft verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
  • zich (telefonisch) voorgedaan als een persoon genaamd [valse gegevens] , en/of
  • (vervolgens) een bestelling geplaatst bij voornoemde Kees Smit Tuinmeubelen, en/of
  • (daarbij) valse mailgegevens [valse gegevens] en/of adresgegevens [valse gegevens] gebruikt / verstrekt, en/of
  • (vervolgens) gebeld met een medewerker van voornoemde Kees Smit Tuinmeubelen en/of aangegeven/kenbaar gemaakt dat hij middels een spoedboeking de betaling eruit had gedaan, en/of
  • (vervolgens) gebeld met een medewerker van Brinks Transport en/of zich voorgedaan als een persoon genaamd [valse gegevens] wonende aan [valse gegevens] en/of aangegeven/kenbaar gemaakt dat hij al had betaald voor voornoemde tuinmeubelen, althans enige goederen, en/of
  • (vervolgens) voornoemde tuinmeubelen, althans enige goederen, in ontvangst genomen en/of (daarbij) aan de chauffeur/bezorger van voornoemde goederen aangegeven/kenbaar gemaakt dat hij al had betaald voor voornoemde tuinmeubelen, althans enige goederen, waardoor (een) of (meerdere) medewerker(s) van voornoemde Kees Smit Tuinmeubelen en/of Brinks Transport werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte (zaaksdossier 22);
4.
hij op of omstreeks 29 oktober 2019 te Apeldoorn, en/of (elders) in Nederland, opzettelijk
aanwezig heeft gehad (in een woning/pand aan de [adres] ) ongeveer 2014,5 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet (zaaksdossier 24);
5.
hij op of omstreeks 9 april 2019 te Apeldoorn, en/of (elders) in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een of meerdere valse en/of vervalste geschriften, dat/die bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een valse of vervalste werkgeversverklaring en/of een loonstrook als ware het echt en onvervalst, door voornoemde geschriften bij een gratieverzoek te voegen ter verkrijging van gratie/ teneinde het gratieverzoek toe te wijzen (zaaksdossier 25);
6.
hij op of omstreeks29 oktober 2019 te Apeldoorn, en/of (elders) in Nederland, een bus pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad (zaaksdossier 24).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft met betrekking tot
feit 1bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het medeplegen van het telen van hennep in de kwekerijen aan de [adres] , de [adres] en de [adres] . De betrokkenheid van verdachte haalt volgens de verdediging niet de maatstaf die de Hoge Raad hanteert om medeplegen te kunnen aannemen. Ten aanzien van de [adres] heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Met betrekking tot
feit 2, deelname aan een criminele organisatie, heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Hiertoe is kort gezegd gesteld dat – behoudens eventuele betrokkenheid bij de hennepkwekerijen aan de [adres] en de [adres] – er geen bewijs in het dossier zit voor enige andere relevante bijdrage van verdachte aan de vermeende criminele organisatie zoals ten laste gelegd in de zin van artikel 140 Sr jo. lid 11b OW. Er is geen sprake van enige duurzaamheid, intensiteit en structuur.
Ten aanzien van de
feiten 3 t/m 6heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Aan verdachte wordt kort gezegd het medeplegen van het telen in beroep of bedrijf (van een grote hoeveelheid) van hennep in vier hennepkwekerijen in de periode van 23 januari 2019 tot en met 1 oktober 2019 verweten. De rechtbank zal in het navolgende op elk van die hennepkwekerij ingaan.
Hennepkwekerij de [adres]
Ten aanzien van de hennepkwekerij de [adres] is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, p. 4878-4880;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 4900-4913;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 5059-5064;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2023.
Hennepkwekerij aan de [adres]
Op 4 april 2019 werd in een pand aan de [adres] een reeds ontmantelde hennepkwekerij aangetroffen. Op de eerste etage op de betonnen vloer stonden 200 kweekpotten met in iedere pot een afgeknipte stengel van een hennepplant.
Voorafgaand aan de binnentreding in het pand werd contact opgenomen met de eigenaresse van het pand die het nummer doorgaf waar [verdachte] bereikbaar zou zijn. Om 10.42 uur werd naar [verdachte] gebeld. [verdachte] nam op en zei dat hij de sleutel bij de huurder op zou halen en dan naar de [adres] toe zou komen. [verdachte] zou er met een half uur zijn. [2]
Door het observatieteam werd op 4 april 2019 om 9.00 uur gezien dat de auto van [verdachte] zijnde een BMW, gekentekend [kenteken] , achter zijn woning aan de [adres]
[adres] stond. Om 11.04 uur vertrok [verdachte] in zijn auto en reed rechtstreeks naar de [adres] , waar hij omstreeks 11.15 uur met zijn BMW aankwam. [3]
[verdachte] opende hij de deur met een sleutel. Verbalisanten hoorde [verdachte] zeggen dat hij de sleutel van het pand zojuist had opgehaald bij de huurder: " [huurder] ". [4]
Tijdens de aanhouding van [verdachte] werd bij hem een telefoon aangetroffen. Op de telefoon stond een geluidsopname die was gemaakt op 20 maart 2019. Op de geluidsopnames werd de stem van [verdachte] door de verbalisant herkend. Er werd onder meer het volgende gezegd door [verdachte] ( [verdachte] ) en een onbekende (NN):
“ [verdachte] :
Er staan nog een aantal dingetjesbij de huh ..
bij de [adres]he? (…) eheh. Wat ik eigenlijk gewoon even wil doen ik wil zeg maar dat pand,
als hun daar klaar zijn, en ik heb de sleutel, dan laat ik er toch nog even een mannetje doorheen gaaneven alles daar gewoon netjes en klaar maken (…)
vervolgens geef ik die sleutel terug aan die jongen waarmee ik al die zaakjes doe voor dat pand(…) Kijk ik heb hem ook zeg maar vanuit mijn kant
, wat ik wellicht zou krijgen, zeg maar weetje wel
vanuit [adres], had ik hem ook een stukje toebedeeld (…)
Er is een (1) draai geweestnou daar komt een bepaald geldgedrag vanaf. Tuurlijk heb jij kosten gehad en investeringskosten en de huur en al die dingen nog meer wat je moest betalen.. (…)
kun jij kijken of daar nog iets zeg maar van over blijft? Dat iedereen nog iets kan krijgen daar (…)
dus voor mij en voor die andere jongen hadden we zeg maar afgesproken die 25 procent.Nu snap ik ook wel, bij zo’n eerste shift, dat allemaal minder is, tot helemaal niets. Maar meestal zal er wel iets over blijven, zeg maar aan zo’n verhaal. (…) een stukje van een nieuwe locatie daar hebben we iets minder kosten omdat je dus dit al zeg maar betaald cq terug hebt verdiend zeg maar .. (…).”. [5]
Op de telefoon stonden twee geluidsopnames die waren gemaakt op 2 juli 2019. Op de geluidsopnames werd de stem van [verdachte] herkend door een verbalisant. Er werd onder meer het volgende gezegd door [verdachte] ( [verdachte] ) en een onbekende (NNM):
“(…)
[verdachte] : (…) je had die laatste spullen weggebracht naar eh weet ik veel. Je had nieuwe spullen.
NNM: Ja, juist naar onv,
[verdachte] : Nee, je had je had spullen, die eigenlijk bestemd waren voor....
NNM: Juist.
[verdachte] . Ja, en eh
Kapitalie (fon) heeft mij gevraagd of ik de spullen wil controleren en kijken hoe het allemaal in mekaar zit. (…) Met name qua geld.(…) Hij heeft mij lijsten doorgestuurd (…) Die in eh die van uit jou kwamen, wat jij zegt wat het zou moeten kosten of wat het gekost heeft. (…) En
hij heeft aan mij gevraagd, zoek dat even uit. Ik heb dat uitgezochten ik kom op een heel ander verhaal uit dan dat jij eigenlijk aangeeft.
NNM: Daar had ik toen ook al discussie over.
(…)
[verdachte] : Het gaat mij erom eh wat ik begrepen heb van
[bijnaam] (fon), hij heeft jou 12 of 13 ruggen gegevenom eh, om, om,
om. de [adres] een beetje op te zetten. (…) En daar is
gebruik gemaakt van spullen, waarvan ik zeg naaaaa, die kwaliteit is niet noemenswaardig, (…) Kijk het maakt mij in principe niet uit. Alleen ik heb
mijn visieop het verhaal,
heb ik gegeven aan hem, ja. (…) En
ik kom op een mega gat uiten... (…) En als het een gat was van een paar duizend euro, had het mij geen ene flikker uitgemaakt, dan had ik ‘m zelfs het voordeel van de twijfel gegeven.... (…) Maar hij komt met lijsten die jij naar hem toegestuurd hebt met prijzen, die niet eh overeenkomen met met wat het is. En
wat jij geleverd hebt, dat weet ik precies en ik weet ook precies wat daar de waarde van is.
De de dingen die jij mij geleverd hebt, dat kan ik je zo laten zien, die hebben een waarde van ongeveer drieduizend (3000) euro aan nieuw prijs, wat jij mij geleverd hebt. Qua tenten, qua alles wat daar is.(…)
Er is één (1) keer gedraaid bij de [adres] .
NNM: Ja, ja.
[verdachte] : Juist, vervolgens bij de [adres] is eh ……heeft niemand geluk aan gehad. De eigenaar heeft een penalty gehad van zesduizend (6000) euro voor de stroom, want die is niet afgekoppeld geweest, vervolgens heeft, is van die opbrengst heb je hem, iets qua qua…….
NNM: Twee (2) kilo.
[verdachte] : Zoiets heb je hem gegeven. Ja, en het resterende geld opgegaan aan spullen. (…) hij ziet jou gewoon als verantwoordelijke voor het hele verhaal. (….)
(…)
[verdachte] : Ja maar, kijk centen je hebt die centen toch van hem gehad? Jij hebt die kilo’s toch verkocht, jij hebt daar toch geld van gebeurd.
NNM: Effe kijken, eh ... ik heb nog het was in totaal zes (6) kilo.
(…)
[verdachte] : Oké, oké, w,w,w,w, wat heb je voor die zes (6) kilo gebeurd? Zes (6) keer drie en een half (3 ½)?
NNM: Eh zoiets, gemiddeld. Zes en dertig (36).
(…)
[verdachte] : En ik kom op een bepaald idee uit, waarvan ik denk "hé dit. ... klopt gewoon niet". Als het niet klopt dan klopt het niet. Maar je praat niet over een verschil van een paar rooitjes wat niet klopt. Maar er is
bij de [adres] is er dertien (13) rooie gegeven hé? Ja, maar vervolgens is daar niet die dertien (13) rooie ingestopt op basis van die tenten en al die dingetjes wat daar moest gebeuren. Daar is niet voor dertienduizend (13.000) euro geïnvesteerd. Daar is voor veel minder geld geïnvesteerd.En los daarvan, die, die, die dertien (13) ruggen, los van die dertien (13) ruggen... (…) Is, is de opbrengst van wat, wat jij eruit heb gehaald, los van die één komma acht (1,8) die je teruggegeven hebt (…) Dat geld is, is, is waarschijnlijk in spullen gestopt,
maar die spullen, wat ik nu heb liggen, hebben een waarde van drieduizend (3000) euro en verder kom ik niet.
NNM: Ja, ja, dus eh wat is er dan?
[verdachte] : Dan, wat is er dan? Eh, eh, even een heel makkelijk rekensommetje ..
NNM: Ja.
[verdachte] : Als jij vier had moeten liggen en je hebt het zeg maar verkocht voor drie (3) keer vijf (5), ja dan zit je bij elkaar aan veertien (14) rooie en er is zeg maar voor drie (3) ruggen spullen geleverd, dan zit er in ieder geval een gat van elf (11) en los van dat gat, wat in [adres] geïnvesteerd is. Zo zie ik het.
(…)
[verdachte] :
Ik weet niet wie de [adres] gerund heeft.(…) Wat er allemaal mee gebeurd is, weet ik ook niet.
Ik weet alleen dat onze andere man daar gewoon twaalf (12), dertien (13) rooie in gestopt heeft,hé. (…) en wat daar vanaf gekomen is naar toe gegaan en dat daar nieuwe spullen voor gekocht hadden moeten worden en dat hij nu aan nieuwe spullen aan waarde voor drieduizend (3000) euro heeft liggen. (…) Dat is wat ik nu heb. (…) En dan los van het feit of je nou (…) [adres] nou meerekent of niet meerekent, ja, de eh, los daarvan zit al alleen al op op de dingen die verkocht zijn qua kilo's, zit ik al op een gat van elfduizend (11.000) euro. Want er is voor drieduizend (3000) euro spullen geleverd. En als jij vier (4) vier (4) verkocht hebt en je hebt twee (2) weg eh eh, je hebt twee (2) aan hem gegeven, één komma acht (1,8) gegeven .... (…) Zit je nog met een mega gat, begrijp je?
NNM: Een gat van elf (11) ongeveer tien (10) a elf (11 ).
(…)
[verdachte] : (…) Kapie (fon) wil geen spullen meer hebben, die wil gewoon centen zien, (…)
Wat is jouw taak. Ik heb het gewoon uitgezocht… (…)
iedereen is gewoon gebaat bij een normale oplossing van het verhaal(…)
Dus, en daarom kom ik langs, omdat ik gewoon als bemiddelaar even op wil treden in dit hele verhaal en wil kijken hoe we dit op een juiste manier invulling kunnen geven. (…)” [6]
Bij energieleverancier ‘Engie’ werden gegevens opgevraagd met betrekking tot de energieaansluiting van het pand aan de [adres] . Uit de verstrekte informatie volgde dat de klantenservice van Engie op 31 januari 2019 werd gebeld door een persoon die zich [valse gegevens] noemde. Hij belde namens [huurder] . Er werd aangegeven dat er al een elektriciteitsaansluiting was afgesloten en dat men nu ook een gasaansluiting wilde op de [adres] . Engie had het laatstgenoemde gesprek opgenomen. Op deze opname werd de stem [verdachte] herkend door de verbalisant, waarbij hij zich uitgeeft als zijnde [valse gegevens] . [7]
[verdachte] heeft verklaard dat hij de huurder van [adres] ( [huurder] ) in contact heeft gebracht met een andere persoon omdat de huurder problemen had met betalingen en dat hij de huurder daarvoor een oplossing had geboden. Van de opbrengst van de hennepoogst zou hij 25% krijgen. Verder heeft hij bevestigd dat hij contact heeft gehad met de energieleverancier Engie over de afsluiting van een energiecontract voor het pand aan [adres] . Hij was op de achtergrond en bij de organisatie van de hennepkwekerij betrokken. [8]
Hennepkwekerij aan de [adres]
Op 3 juli 2019 werd aan de [adres] een hennepkwekerij met twee kweekruimtes aangetroffen met in totaal 446 hennepplanten. In de eerste kweekruimte stonden 224 hennepplanten. In de tweede kweekruimte stonden 222 hennepplanten. De planten in beide kweekruimtes waren op het moment dat ze werden aangetroffen ongeveer 70 cm. De stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. [9]
Op het adres aan de [adres] , is het bedrijf [naam bedrijf 1] , van de broers [naam 1] en [naam 1] , gevestigd. [10] [naam bedrijf 1] heeft verklaard dat hij het deel waar de hennepkwekerij werd aangetroffen had verhuurd. [11] De huurovereenkomst is ingegaan op 1 november 2018 voor onbepaalde tijd. Op het huurcontract staat dat werd gehuurd door [naam bedrijf 2] , vertegenwoordigd door [naam 2] . [12]
[naam bedrijf 1] , verhuurder van het pand, heeft verklaard dat hij de huur soms van [verdachte] kreeg en soms van [medeverdachte 1] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1] ). [13]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij in deze kwekerij hennepplanten heeft geknipt en dat hij heeft gewoeld. Hij heeft verklaard dat hij daar 5 á 6 keer hooguit is geweest en dat er (in ieder geval) 5 keer is geoogst. Er werd met drie of vier mannen of vrouwen samen geknipt. Het was steeds een vast clubje. Voor het knippen in Vriezenveen kreeg hij voor een dag knippen € 150,-. Soms werd er twee dagen geknipt voor één oogst. Hij ontving dan € 300,-. Voor het woelen kreeg hij tussen de € 150,- en € 200,-. De kwekerij werd Loo genoemd. [14]
[verdachte] heeft verklaard dat hij betrokken is geweest bij de hennepkwekerij aan de [adres] . Hij heeft de eigenaar van het pand samen gebracht met [medeverdachte 1] . Hij zou van de opbrengst van de oogst van deze kwekerij 33% ontvangen. Hij hield daarvoor de vinger aan de pols over de stand van zaken met betrekking tot de oogst. [15]
Hennepkwekerij aan de [adres]
Op 5 september 2019 werd in de woning aan de [adres] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Op de eerste etage waren twee voormalige slaapkamers ingericht als kweekruimte met hennepplanten. In de eerste kweekruimte stond een kweektent van 3 bij 3 meter. De gehele tent stond vol met hennepplanten van geschat 90 centimeter hoog. In totaal stonden er 106 hennepplanten. De bloemen van de planten waren nog klein en net ontstaan waardoor de planten geschat werden op 5 weken oud. In de tweede kweekruimte stonden in totaal 345 hennepplanten waarvan 225 hennepstekken. Er stonden 120 potten met in iedere pot een verdroogde hennepplant. Deze potten waren deels opgestapeld en er naast waren 225 verse hennepstekken geplaatst in stekkentrays, geschat in de eerste groeiweek. Gezien de aangetroffen situatie was er in de tweede kweekruimte gekweekt met 120 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de stekken was ongeveer 10 cm. De stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij werd illegaal afgenomen. [16]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij aan de [adres] heeft gewoeld en geknipt. Hij woelde daar minder vaak dan hij knipte. Het woelen werd daar nog door iemand anders gedaan. Hij heeft er maximaal 3 of 4 keer geknipt en twee keer gewoeld. Er werd met maximaal 4 man geknipt. Voor het knippen kreeg hij tussen de 120 en 170 euro ongeveer. De kwekerij werd Bloem genoemd. [17]
[verdachte] heeft verklaard dat hij bij deze kwekerij heeft bemiddeld tussen de huurder/eigenaar van de woning en [medeverdachte 1] en dat hij 33% van de opbrengst van de oogst zou krijgen. Hij onderhield met [medeverdachte 1] communicatie over de kwekerij, onder andere over de vraag wanneer de oogst gereed was en wanneer er geld zou komen van de verkoop van de oogst. [18]
Sms-berichten
De volgende sms-berichten zijn verstuurd met betrekking tot de kwekerijen aan de [adres] (‘Loo’) en de [adres] (‘Bloem’):
Sms-berichten 26 maart 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
12.57 uur [verdachte] : Maat nieuw nr gr [verdachte] . Loon is vandaag betaald staat morgen op je rek
Hoe is met loo.. en bloem?17.31 uur [medeverdachte 1] : Thanks maat
loo over kleine 3 wk dr afdr vertraging, bloem ook 3 wk.. Alles verdr rustig pik? (TA003. sessie 1043)
Sms-berichten 14 april 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
20:07 uur [verdachte] :
Bloem gaat 1 dezer dagen?(TA003, 11618)
20:07 uur [medeverdachte 1] : Ja klopt (TA003, sessie 11619)
Sms-berichten Dinsdag 16 april 2019
10.50 uur [verdachte] :
Kan je loo al een beetje kwijt denk je(TA003, sessie 12899)
10.50 uur [medeverdachte 1] :
Donderdag droogmaat] (TA003, sessie 12900) (…)
Sms-berichten Zondag 28 april 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
11.53
uur [verdachte] :
Heb je papieren binnen?(TA008, sessie 602)
21:23 uur [medeverdachte 1] : Wacht op papieren maat, duurt ff (TA008, sessie 634)
22.44
uur [verdachte] : Ok,
ik heb hier zelf 1.8 liggen. Kan t niet kwijt maar heb morgen wel 2700 (euro) nodig om dingen te betalen in de ochtend. Kan jij die 1.8 voor me weg zettendat ik die morgenochtend geef en je me daar als voorschot die 2700 (euro) op kan doen ? (TA008, sessie 656)
22.47.26
uur [medeverdachte 1] : Nee maat is erg lastig nu,
huren bloem en loo en kleintjes etc is wel geregeld.(TA009, sessie 658)
Sms-berichten Dinsdag 30 april 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
10:41 uur [verdachte] :
“Maat, weet je iets concreets mbt papieren? Omdat je donderdag zei" papieren binnen paar dagen" en tis nu dinsdag”(TA008, sessie 760)
10:45 uur [medeverdachte 1] : “Ja t is kut
de opkoper heeft t gister wr trug gebracht helaas, dus mocht je iemand weten die wil pakken It me wtn” (TA008, sessie 761)
11:47 uur [medeverdachte 1] : Ben zelf ook bezig met 2 andere kopers (TA008, sessie 764)
18:30 uur [verdachte] :
Zullen we effe meeten? Voor sample etc(TA008, sessie 782)
23:44 uur [medeverdachte 1] : “
Handl is wr trug in stash ik zal mrgnavond ff samples ophalen” (TA008, sessie 806)
23:55 uur [verdachte] : “Ok maat ik weet dat jij er ook niks aan kan. Tis nu niet anders” (TA008, sessie 807)
Sms-berichten 3 mei 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
20:02 uur [verdachte] : Ben je er al wat verder mee? (TA008, sessie 1054)
21:03 uur [medeverdachte 1] :
Mrgn kmt n opkoper, ik hou je op d hoogte(TA008, sessie 1056) (...)
Sms-berichten 6 mei 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
8.24
uur [medeverdachte 1] : 17 u mac doen? (TA008, sessie 1172)
11.24
uur [verdachte] : Ja is goed.
Was t gelukt met opkoper?(TA008, sessie 1187)
11.34
uur [medeverdachte 1] :
Loo gedeelte..Maar kunnen we vast helemaal regelen.
Bloem als goed is woensdag(TA008, sessie 1193)
Sms-berichten 8 mei 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
12:38 uur [verdachte] : “Was t gelukt maat met bloem?" (TA008, sessie 1306)
12:40 uur [medeverdachte 1] : “Vandaag kmt koper ik laat je wtn straks” (TA008, sessie 1307)
12:52 uur [verdachte] : “Kon je nog weg komen met die 1.8” (TA008, sessie 1313)
12:59 uur [medeverdachte 1] : “Nee man" (TA008, sessie 1314)
Sms-berichten 15 mei 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
20:23 uur [verdachte] : “Ok laat me weten maat hoe t gegaan is” (TA008,1623)
Sms-berichten 16 mei 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
22:36 uur [verdachte] : “Is t gelukt maat?” (TA010, 272)
22:36 uur [medeverdachte 1] : “Gedeelte wel" (TA010, 273)
Sms-berichten 17 mei 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
07:41 uur [verdachte] : “Ok,
is er ruimte om me iets te kunnen doen” (TA010, 282)
18:49 uur [verdachte] : “Lukt dat maat?” (TA010, 301)
18:59 uur [medeverdachte 1] :
Zondag reken ik alles met je af(TA010, sessie 302)
Sms-berichten 8 juli 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
14.17
uur: [verdachte] : Nieuw nummer maat, maak einde week loon over (TA010, sessie 2932)
14.21
uur [medeverdachte 1] :
Loo is weg.We moeten mekaar mrgn ff zien oké. Bn vndaag niet in d buurt. (…)
14.31 uur [verdachte] : Problemen?
14.38 uur [medeverdachte 1] : Nee Alles vrdr rustig. [bijnaam] heeft zich al gemeld. En heeft wel geduld. Maak je niet druk. Spreek je volgend weekend. Goeie vakantie pik! (TA010, sessie 2936)
Sms-berichten 23 juli 2019 [verdachte] - [medeverdachte 1]
16:59 uur [medeverdachte 1] :
Heb bloem al gesprokenmaat (TA030, sessie 291)
17:02 uur [verdachte] : Ok maat.
alles onder controle(TA030, sessie 293)
17:03 uur [medeverdachte 1] : Ja alles rustig en volgens planning. (TA030, sessie 294)
17:03 uur [verdachte] : Hoelang nog (TA030, sessie 295)
17:04 uur [medeverdachte 1] :
Vandaag al dr af maat.. K ga dr nu na toe (TA030, sessie 296) [19]
Verklaringen van de medeverdachten
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij betrokken is geweest bij meerdere hennepkwekerijen, waaronder de hennepkwekerijen aan de [adres] en de [adres] . Hij werd aangestuurd door [medeverdachte 1] . Hij verzorgde de planten, waaronder het water geven en bekijken van de planten. [20]
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van voornoemde bewijsmiddelen vast dat er aan [adres] , de [adres] , de [adres] en de [adres] hennepkwekerijen zijn geëxploiteerd.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen met betrekking tot de hennepkwekerij aan [adres] af dat [verdachte] :
  • het pand heeft geregeld voor de hennepkwekerij en de mensen bij elkaar heeft gebracht;
  • 25% van de winst van de hennepoogst zou ontvangen (na aftrek van kosten);
  • in het bezit was van een sleutel van het pand;
  • ten behoeve van het pand een energiecontract heeft afgesloten;
  • voor de investeerder heeft uitgezocht hoe het zit met de financiën en dat hij heeft geconstateerd dat er sprake is van een ‘gat’;
  • exact weet welke bedragen er zijn uitgegeven voor de kwekerij;
  • weet hoe vaak er is geoogst;
  • spullen van die kwekerij heeft liggen;
  • weet hoeveel geld er in de kwekerij is geïnvesteerd ‘door onze andere man’;
  • als bemiddelaar optrad tussen de investeerder en degene die volgens de investeerder verantwoordelijk was voor de kwekerij.
De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen met betrekking tot de hennepkwekerijen aan de [adres] en aan de [adres] af dat [verdachte] :
  • het pand heeft geregeld voor de hennepkwekerij en de mensen bij elkaar heeft gebracht;
  • 33% van de opbrengst van de oogst zou krijgen;
  • soms de huur betaalde aan de verhuurder van het pand aan de [adres] ;
  • regelmatig (wekelijk tot bijna dagelijks) contact onderhield met [medeverdachte 1] over die kwekerijen;
  • informeert bij [medeverdachte 1] hoe het met de kwekerijen gaat, wanneer er geoogst gaat worden, of het al verkocht kan worden en of er al geld is;
  • gevraagd wordt om mee te zoeken naar een koper en hij daarvoor een sample vraagt;
  • geïnformeerd wordt door [medeverdachte 1] over de betaling van de huur van de panden en over hoe het gaat met de verkoop van de oogst en dat een kwekerij is opgerold.
Op grond hiervan kan worden vastgesteld dat [verdachte] bij de kwekerijen een organiserende rol heeft gehad. Hij blijft het hele proces monitoren en treedt op als bemiddelaar. Hij deelt mee in de winsten als die er zijn en ontvangt niets als er geen oogst is geweest. Naar het oordeel van de rechtbank kan gelet op het vorenstaande worden vastgesteld dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking, en dus medeplegen, bij de werkzaamheden voor de hennepkwekerij, waarbij aan de zijde van [verdachte] sprake is van een bijdrage van voldoende materieel gewicht doordat hij een organiserende rol heeft bij de hennepkwekerijen.
In elk van de hennepkwekerijen werd een groot aantal hennepplanten gekweekt. Ook is sprake geweest van een of meerdere oogsten per hennepkwekerij. De stroomvoorziening werd steeds op illegale wijze afgenomen. Op de verschillende locaties werd door dezelfde personen steeds samengewerkt bij die hennepteelt en had iedereen daarin zijn eigen rol. Er is daarmee sprake geweest van een georganiseerd verband en een professionele opzet. De rechtbank is daarom van oordeel dat er sprake is van hennepteelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
De rechtbank acht gelet op het vorenstaande dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het beroepsmatig telen van een grote hoeveelheid hennep in de periode van 23 januari 2019 tot en met 1 oktober 2019 op de locaties aan De [adres] , de [adres] , de [adres] en de [adres] .
Feit 2
Verdachte wordt verweten dat hij heeft deelgenomen aan een organisatie die het oogmerk heeft het plegen van misdrijven, te weten -kort gezegd- het opzettelijk telen van hennep.
De bewijsmiddelen zoals opgenomen onder feit 1 dienen hier als herhaald en ingelast te worden beschouwd. De rechtbank neemt verder de volgende bewijsmiddelen in aanmerking.
Verklaringen medeverdachten (algemeen)
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij betrokken is geweest bij meerdere hennepkwekerijen, te weten de hennepkwekerijen aan de [adres] , de [adres] , de [adres] , het [adres] , de [adres] , de [adres] , [adres] . Hij werd aangestuurd door [medeverdachte 1] . Hij verzorgde de planten, waaronder het water geven en bekijken van de planten. [21]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij betrokken is geweest bij meerdere hennepkwekerijen, te weten de hennepkwekerijen aan de [adres] , de [adres] , de [adres] , het [adres] , de [adres] en de [adres] . Hij heeft daar geknipt en gewoeld. Hij deed dit in opdracht van iemand en hij kreeg daarvoor betaald door middel van een envelop. De opdrachten kreeg hij in de vorm van sms’jes. Hij kreeg altijd betaald door dezelfde persoon. De opdrachten kreeg hij in 90% van de gevallen van dezelfde persoon als die hem betaalde. Hij werd naar de locaties gestuurd om het zware werk te doen. Hij heeft op één locatie ook een aantal keren van de moederplanten de stekjes gesneden. Hij hielp toen diegene die dat altijd doet. Als hij moest gaan woelen dan lagen daar vaak ook de nieuwe stekken. Soms kreeg hij ook de opdracht om te gaan insteken, het steken van het stekje in de nieuw aarde. [22]
Artikel 11b Opiumwet en artikel 140 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie een organisatie in de zin van artikel 11b van de Opiumwet en artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad is. Het duurzaam en gestructureerd karakter kan blijken uit de onderlinge verdeling van de werkzaamheden of de onderlinge afstemming van de activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. Voor het oogmerk kan betekenis toekomen aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op dit doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
De deelnemers aan zo’n organisatie dienen niet ieder voor zich, maar in het verband van deze organisatie te participeren, zonder dat vereist is dat zij met alle personen in de organisatie samenwerken of alle personen in de organisatie kennen.
Een betrokkene moet weten – in de zin van onvoorwaardelijk opzet – dat de organisatie het plegen van misdrijven in zijn algemeenheid tot het oogmerk heeft. Een betrokkene hoeft echter geen opzet te hebben gehad op concrete door de criminele organisatie beoogde misdrijven. Wetenschap van één of verscheidene concrete misdrijven is evenmin vereist.
Elke bijdrage aan een organisatie kan strafbaar zijn. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede)plegen van een misdrijf, maar ook uit het verrichten van hand- en spandiensten. Daarbij geldt dat niet iedere bijdrage kan leiden tot het oordeel dat iemand deel uitmaakt van de organisatie. De bijdrage moet een zekere duur en intensiteit hebben.
Het plegen van strafbare feiten
Bij de beantwoording van de vraag of in dit geval van een organisatie kan worden gesproken, slaat de rechtbank in de eerste plaats acht op de onder feit 1 opgenomen bewijsmiddelen en de bewijsmiddelen met betrekking tot hierboven genoemde hennepkwekerijen. Daaruit kan onder meer worden afgeleid dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in wisselende samenstelling (al dan niet rechtstreeks) betrokken zijn geweest bij de teelt van hennep in een of meerdere hennepkwekerijen. De rechtbank leidt uit de onder de feiten 1 en 2 opgenomen bewijsmiddelen af dat zij zich in meer algemene zin bezig hielden met de productie en verkoop van hennepteelt. Van belang is hierbij dat het vrijwel steeds ook feiten betreft waarbij door twee of meerdere betrokkenen wordt samengewerkt.
Organisatie en oogmerk
Uit de verklaringen van de verdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en de onder feit 1 opgenomen sms-berichten leidt de rechtbank af dat sprake is geweest van een samenwerkingsverband tussen de voornoemde personen waarbij blijkt van een onderlinge verdeling van werkzaamheden en onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie. De contacten die blijken uit de bewijsmiddelen zien enkel en alleen op het samen plegen van strafbare feiten. Al hetgeen wat tussen elkaar wordt afgesproken staat in dienst van het samen plegen van de strafbare feiten.
Duurzaamheid
Dat sprake is van een organisatie met een duurzaam karakter en een bestendige samenwerking leidt de rechtbank af uit het feit dat in de periode van 1 juni 2018 tot en met 5 november 2019 meerdere hennepkwekerijen zijn aangetroffen waarbij de betrokkenheid van een of meer van de verdachten bij die hennepkwekerijen is vastgesteld. Er werd op meerdere locaties tegelijk geteeld en ook werd op meerdere locaties meerdere malen achter elkaar geteeld. Daarnaast was er een hennepstekkerij aanwezig en werden de gekweekte stekken gebruikt in de hennepkwekerijen.
Uit de verklaring van [medeverdachte 3] volgt dat hij al in juni 2018 in een van de hennepkwekerijen aanwezig is geweest. In het dossier bevinden zich sms-berichten vanaf 26 maart 2019 tot en met 31 oktober 2019. Daaruit blijkt dat dat zij onderling dagelijks met elkaar en met anderen contact hebben gehad over de productie en/of de verkoop van hennep.
Rol van [verdachte]
Ieder had zijn eigen rol binnen het samenwerkingsverband. [verdachte] had voornamelijk een organisatorische rol, maar daarnaast ook een financiële rol.
[verdachte] had met betrekking tot de kwekerij aan de [adres] de beschikking over het pand, bracht de mensen bij elkaar, sloot voor dat pand een energiecontract af (op een valse naam), was betrokken bij de financiële administratie van de kwekerij en bemiddelde tussen degene die verantwoordelijk was voor die kwekerij en degene die daarin had geïnvesteerd (‘ [bijnaam] ’), maar die nog geen geld had ontvangen uit de verkoop van de oogst.
[verdachte] was met betrekking tot de kwekerij aan de [adres] betrokken bij het organiseren van de locatie (op naam van [naam 3] ) en het organiseren van de materialen zoals de SRV- wagen om de afzuiging te verhullen. Uit de opgenomen telefoongesprekken tussen [verdachte] en [naam 3] rondom het moment van de ontmanteling volgt dat [verdachte] ook in contact stond met de ‘medewerkers’ die belast waren met het opruimen van de kwekerij in opdracht van [verdachte] . [verdachte] sprak zelfs naar [naam 3] over een ‘ploeg’ als het ging om mensen die bezig waren met het opruimen van de kwekerij in zijn opdracht. In de telefoon van [verdachte] werd een Excel-bestand aangetroffen die betrekking had op de financiële administratie van de hennepkwekerij op de [adres] . [verdachte] was derhalve ook duidelijk op financieel vlak betrokken bij die kwekerij. Ook bij deze kwekerij was sprake van een investeerder die werd aangeduid met ‘ [bijnaam] ’, zo volgt uit de op de telefoon van [verdachte] aangetroffen geluidsopname.
Bij de kwekerijen aan de [adres] en de kwekerij op de [adres] was [verdachte] betrokken bij het organiseren van de locatie op naam van een ander, was hij een schakel tussen de verhuurder en degene die verantwoordelijk was voor de hennepteelt ( [medeverdachte 1] ), hield hij via [medeverdachte 1] een vinger aan de pols met betrekking tot de stand van zaken in de hennepkwekerijen en de verkoop van de oogst. Ten behoeve van de kwekerij aan de [adres] werd door [verdachte] soms ook de huur van het pand betaald aan de eigenaar. Bij alle kwekerijen werd door [verdachte] een percentage afgesproken van wat hij zou ontvangen over de winst van de verkoop van de hennep.
Samenvattend maakte [verdachte] deel uit van een organisatie die gericht was op beroepsmatige hennepteelt. [verdachte] regelde dat panden werden gehuurd en maakte daarbij soms gebruik van de identiteit van andere en/of valselijk opgemaakte documenten. Nadat een locatie was geregeld was [verdachte] een schakel tussen de opdrachtgever en degene die verantwoordelijk was voor de daadwerkelijke teelt. [verdachte] was ook betrokken bij de financiële administratie van de hennepkwekerijen en genoot daaruit zelf voordeel. Daarmee heeft [verdachte] een aandeel gehad in gedragingen die rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie.
Conclusie
Het voorgaande in samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat sprake is van een organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet met als oogmerk het telen en verkopen van hennep, en dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] daarvan onderdeel uitmaakten.
Feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van Kees Smit Tuinmeubelen, p. 5207-5208;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2023.
Feit 4
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 5267-5268.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2023.
Feit 5
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen inclusief bijlagen, p. 5295-5301.
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2023.
Feit 6
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 5239;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 mei 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 t/m 6 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één of meertijdstippen in of omstreeks de periode van 23 januari 2019 tot en met 1 oktober 2019 te Wenum Wiesel, gemeente Apeldoorn, en
/ofVriezenveen, gemeente Twenteland en
/ofApeldoorn,
en/of (elders) in Nederland,(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen
en/of alleen, opzettelijk - in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf - heeft geteeld en
/ofbereid en
/ofbewerkt en
/ofverwerkt en,
in elk gevalopzettelijk aanwezig heeft gehad
in een bedrijfspand gelegen aan de [adres] , 200 hennepplanten en/of delen daarvan
(zaaksdossier 1)en
/of
in een bedrijfspand gelegen aan de [adres] , 446 hennepplanten en/of delen daarvan
(zaaksdossier 2)en
/of
in een woning gelegen aan de [adres] , 106 hennepplanten en
/of120 hennepplanten en
/of224
(stekken van
)hennepplanten en/of delen daarvan
(zaaksdossier 3)en
/of
in een bedrijfspand [adres] , 406 hennepplanten en
/of472 hennepplanten en/of delen daarvan
(zaaksdossier 21) en/of
althans (telkens) een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 200 en
/of446 en
/of106 en
/of120 en
/of406 en
/of472 hennepplanten en
/of224
(stekken van
)hennepplanten
, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 1 juli 2018 tot en met 5 november 2019 te Apeldoorn en
/ofVriezenveen, gemeente Twenteland en
/ofDeventer en
/ofWarnsveld, gemeente Zutphen en
/ofTwello, gemeente Voorst en
/of Diepenveen, gemeente Deventeren
/ofSteenderen, gemeente Bronckhorst,
en/of (elders) in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten verdachte en
/of[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 3]
en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten - het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde
en/of vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet, namelijk het
(in de uitoefening van een bedrijf of beroep
)opzettelijk telen en
/ofbereiden en
/ofbewerken en
/ofverwerken en
/ofverkopen en
/ofafleveren en
/of verstrekken en/ofvervoeren en
/ofaanwezig hebben van grote hoeveelheden hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(zaaksdossier 11);
3.
hij in
of omstreeksde periode van 6 september 2019 tot en met 17 september 2019 te Eerbeek, gemeente Brummen, en
/ofte Apeldoorn en
/ofte Amersfoort,
en/of (elders) in Nederland, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam
en/of een valse hoedanigheiden
/ofdoor listige kunstgrepen en
/ofdoor een samenweefsel van verdichtsels,
(een ofmeerdere medewerkers van
)Kees Smit Tuinmeubelen heeft bewogen tot de afgifte van enig goed
, het verlenen van een dienst,
het ter beschikking stellen van gegevens,
het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
een ofmeerdere tuinmeubelen, althans enige goederen (ter waarde van ongeveer 4600 euro), heeft verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
/oflistiglijk en
/ofbedrieglijk en
/ofin strijd met de waarheid:
  • zich
  • (vervolgens
    )een bestelling geplaatst bij voornoemde Kees Smit Tuinmeubelen, en
    /of
  • (daarbij
    )valse mailgegevens [valse gegevens] en
    /ofadresgegevens [valse gegevens] gebruikt/verstrekt, en
    /of
  • (vervolgens
    )gebeld met een medewerker van voornoemde Kees Smit Tuinmeubelen en
    /ofaangegeven/kenbaar gemaakt dat hij middels een spoedboeking de betaling eruit had gedaan, en
    /of
  • (vervolgens
    )gebeld met een medewerker van Brinks Transport en
    /ofzich voorgedaan als een persoon genaamd [valse gegevens] wonende aan [valse gegevens] en
    /ofaangegeven/kenbaar gemaakt dat hij al had betaald voor voornoemde tuinmeubelen,
    althans enige goederen,en
    /of
  • (vervolgens
    )voornoemde tuinmeubelen,
    althans enige goederen,in ontvangst genomen en
    /of (daarbij
    )aan de chauffeur/bezorger van voornoemde goederen aangegeven/kenbaar gemaakt dat hij al had betaald voor voornoemde tuinmeubelen,
    althans enige goederen,waardoor
    (een) of (meerdere)medewerker
    (s
    )van voornoemde Kees Smit Tuinmeubelen en
    /ofBrinks Transport werd
    (en
    )bewogen tot bovenomschreven afgifte
    (zaaksdossier 22);
4.
hij op
of omstreeks29 oktober 2019 te Apeldoorn,
en/of (elders) in Nederland,opzettelijk
aanwezig heeft gehad (in een woning/pand aan de [adres] ) ongeveer 2014,5 gram hennep,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep,zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(zaaksdossier 24);
5.
hij
op ofomstreeks 9 april 2019 te Apeldoorn,
en/of (elders) in Nederland,opzettelijk gebruik heeft gemaakt van
een ofmeerdere valse
en/of vervalstegeschriften,
dat/die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten een valse
of vervalstewerkgeversverklaring en
/ofeen loonstrook als ware het echt en onvervalst, door voornoemde geschriften bij een gratieverzoek te voegen ter verkrijging van gratie/teneinde het gratieverzoek toe te wijzen
(zaaksdossier 25);
6.
hij op
of omstreeks29 oktober 2019 te Apeldoorn,
en/of (elders) in Nederland,een bus pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het treffen van personen met (een) verstikkende en/of weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de categorie II, onder 6°, voorhanden heeft gehad
(zaaksdossier 24).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van in de uitoefening van beroep en bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B en C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd;
feit 2:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 11, derde en vijfde lid, van de Opiumwet;
feit 3:
oplichting;
feit 4:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 5:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
feit 6:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman zich op het standpunt gesteld dat er geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou moeten worden opgelegd dan de periode die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Hij heeft verzocht bij de bepaling van de straf rekening te houden met de oriëntatiepunten van het LOVS, de overschrijding de redelijke termijn, de rol van verdachte, de conclusies van de reclassering en de persoonlijke omstandigheden van verdachte en zijn gezin. De raadsman heeft voorgesteld om een werkstraf op te leggen of een voorwaardelijk strafdeel. Voor wat betreft de duur heeft hij zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Verzocht is daarnaast om het geschorste bevel voorlopige hechtenis op te heffen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het op beroepsmatige wijze telen van grote hoeveelheden hennep. Verdachte was betrokken bij vier verschillende hennepkwekerijen in een periode van ruim 8 maanden. Hij had daarbij een organiserende en financiële rol. Hij regelde de panden, bracht de mensen bij elkaar en hield een vinger aan de pols met betrekking tot de stand van zaken in de kwekerijen én de verkoop van de oogst. Voor zijn betrokkenheid ontving hij naar eigen zeggen 25 of 33% van de winst van de hennepkwekerijen.
Verder heeft verdachte deel uitgemaakt van een criminele organisatie gericht op het telen van en handelen in hennep. Georganiseerde misdaad is ernstig en werkt ontwrichtend en ondermijnend in de maatschappij. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte een coördinerende/organiserende rol heeft gehad binnen de criminele organisatie.
Verdachte heeft door zijn handelen bijgedragen aan het verwezenlijken van de misdrijven die de organisatie beoogde en vormde daarmee een belangrijke schakel. Hij heeft er aldus toe bijgedragen dat de organisatie als geheel kon blijven voortbestaan en misdrijven kon blijven plegen. De handel in hennep brengt diverse vormen van (zware) criminaliteit en overlast met zich mee. Verdachte heeft hieraan een bijdrage geleverd. Verdachte heeft zich om deze gevolgen niet bekommerd en alleen gehandeld uit eigen financieel gewin.
Naast professionele hennepteelt heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan oplichting van een meubelzaak, valsheid in geschrifte bij een verzoek tot verlening van gratie voor een nog openstaande gevangenisstraf en het bezit van een busje pepperspray. De feiten rechtvaardigen het opleggen van een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 6 april 2023 volgt dat hij in de vijf jaren voorafgaande aan de bewezenverklaarde feiten onherroepelijk is veroordeeld voor valsheid in geschrift. Verdachte heeft geen eerdere veroordelingen met betrekking tot de Opiumwet.
Uit het evaluatieverslag van de reclassering van 9 mei 2023 volgt dat verdachte in het kader van zijn schorsing een ambulante behandeling bij Transfore volgt. De behandeling heeft ertoe geresulteerd dat er bij verdachte meer zelfinzicht is. Door geboorte van een zoon is verdachte zijn waarden gaan hernormeren en is hij minder gericht op geld en materie en meer op welzijn en rust in zijn leven. Verdachte heeft volgens de reclassering qua leefomstandigheden veranderingen doorgemaakt waardoor hij met een andere mindset zijn problemen probeert op te lossen. De reclassering heeft bij elke evaluatie van de behandelaar bij Transfore doorgekregen dat verdachte zich positief inzet en gemotiveerd is om profijt uit de behandeling te halen.
Verdachte is op 29 oktober 2019 in verzekering gesteld. Op dat moment is de redelijke termijn aangevangen. Een eindvonnis dient vervolgens in de regel binnen twee jaren te volgen. In de zaak van verdachte is op 11 juli 2023 vonnis gewezen. Dit is 3 jaar, 8 maanden en 12 dagen later. Daarmee is de redelijke termijn met 1 jaar, 8 maanden en 12 dagen overschreden. Deze overschrijding is niet te wijten aan de ingewikkeldheid van de zaak dan wel aan de proceshouding van verdachte of door onderzoekswensen van de verdediging.
De rechtbank overweegt verder het volgende. Verdachte heeft zich (onder meer) bezig gehouden met professionele hennepteelt en dit is uiterst lucratief. Strikt genomen kan voor de feiten die door verdachte zijn gepleegd niet worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht (ruim 6 maanden). Hier staat tegenover dat verdachte inmiddels 3,5 jaar is geschorst uit zijn voorarrest. Bij de rechter-commissaris zijn ondertussen weliswaar getuigen gehoord, maar daarna heeft de zaak twee jaar stil gelegen terwijl het strafrechtelijk onderzoek naar verdachte was afgerond. De rechtbank houdt bij de bepaling van de straf dan ook in sterke mate rekening met de forse overschrijding van de redelijke termijn. Ook houdt zij rekening met de positieve ontwikkeling die verdachte gedurende zijn schorsing heeft doorgemaakt. Gezien het advies van de reclassering en de houding van verdachte op zitting, is de rechtbank van oordeel dat het op dit moment niet meer passend is om verdachte terug te sturen naar de gevangenis. De rechtbank zal aan verdachte wel een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen als stok achter de deur om niet opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank vindt het daarnaast passend en geboden om aan verdachte een taakstraf op te leggen voor de maximale duur.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een gevangenisstraf dient te worden opgelegd voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest en daarnaast een taakstraf voor de duur van 240 uur, eveneens met aftrek van voorarrest. De straf valt daarmee lager uit dan de eis van de officier van justitie. De rechtbank heeft de forse overschrijding van de redelijke termijn zwaarder gewogen dat de officier van justitie.
De rechtbank zal het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

8.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/002379-16)

Het hof heeft verdachte op 15 mei 2017 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand.
De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf.
De raadsman heeft bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen.
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen gelet op het tijdsverloop.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 47, 57, 225 en 326 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3, 11 en 11b van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd,tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van twee jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 legt op
een taakstrafvan
240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
De beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging
 wijst de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij arrest van het hof van 15 mei 2017 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf af (parketnummer 21-002379-16).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.G.E. ter Hart (voorzitter), mr. M.J. Ouweneel en mr. M.J. Wasmann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 juli 2023.
mr. Ouweneel is buiten staat mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek Apida, onderzoeksnummer N34019004, gesloten op 11 maart 2020 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 561.
3.Proces- verbaal van observatie donderdag 4 april 2019, p. 556.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 561.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p.5065-5069
6.Proces-verbaal van bevindingen, pv-nr. 377, BVH nummer 2019091437, voorgeleidingsdossier p. 21-25 en 27-28.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 630-632.
8.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting d.d. 22 mei 2023.
9.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, p. 786-789.
10.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, p. 786.
11.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam bedrijf 1] , p. 905.
12.Huurovereenkomst d.d. 26 oktober 2018, p. 907.
13.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam bedrijf 1] , p. 911.
14.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 19 december 2019, p. 1010-1011.
15.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting d.d. 22 mei 2023.
16.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, p. 1138-1145.
17.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 19 december 2019, p 1356-1358.
18.Verklaring van verdachte [verdachte] ter terechtzitting d.d. 22 mei 2023.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 735-740 en 745; Proces-verbaal van bevindingen, p. 1062-1068.
20.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris d.d. 8 november 2019; proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 15 november 2019, p. 1033, 1036-1037.
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris d.d. 8 november 2019; proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] d.d. 15 november 2019, p. 1033, 1036-1037.
22.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 3] d.d. 19 december 2019, p. 2934-2935.