In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, is op 13 juli 2023 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen een verzoekende partij en Achmea Schadeverzekeringen N.V. De verzoekende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. Ö. Arslan, heeft Achmea aansprakelijk gesteld voor de schade die zij heeft geleden na een verkeersongeval op 12 maart 2021. Tijdens het ongeval was de verzoekende partij betrokken bij een aanrijding met de verzekerde van Achmea, [betrokkene 1]. De verzoekende partij heeft schade geleden, waaronder letsel aan haar ruggengraat, nek en een hersenschudding, en verzoekt de rechtbank om Achmea aansprakelijk te verklaren en hen te veroordelen tot het in behandeling nemen van haar schadedossier.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat [betrokkene 1] een verkeersfout heeft gemaakt door de verzoekende partij niet voor te laten gaan, zoals vereist onder artikel 18 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV). De verklaring van de verzoekende partij als partijgetuige heeft geen bewijs in haar voordeel opgeleverd, omdat deze verklaring niet kan worden ondersteund door aanvullende bewijsmiddelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verzoeken van de verzoekende partij tot verklaring voor recht dat Achmea aansprakelijk is en tot het in behandeling nemen van het schadedossier, worden afgewezen. Tevens zijn de kosten van het deelgeschil begroot op € 3.913,14, inclusief btw, en is er geen griffierecht verschuldigd in het deelgeschil.
De beslissing van de rechtbank is openbaar uitgesproken door mr. S.E. Sijsma.