Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
parketnummer 05-258430-20ten laste gelegd dat:
parketnummer 05-111664-21:
- voornoemde [benadeelde] (telkens) veelvuldig, althans meermalen berichten te sturen (via email, SMS en WhatsApp) (inhoudende persoonlijke toenaderingspogingen en/of teksten van beledigende en/of dwingende en/of bedreigende aard en/of strekking) en/of
- voornoemde [benadeelde] (telkens) veelvuldig, althans meermalen te bellen, althans een of meerdere poging daartoe te doen en/of voicemailberichten in te spreken en/of
- veelvuldig, althans meermalen langs de woning en/of in/door de straat van die [benadeelde] te rijden en/of te lopen en/of in de periode op of omstreeks 13 oktober 2020 tot en met 14 oktober 2020 de personenauto (merk/type Suzuki Swift, voorzien van kenteken [kenteken] ) van voornoemde [benadeelde] te vernielen en/of
- eenmaal of meermalen stenen door/tegen de ruiten/ramen van de woning van voornoemde [benadeelde] (aan de [adres] te Arnhem) te gooien en/of
- op of omstreeks 7 juni 2020 de poort van voornoemde [benadeelde] te vernielen en/of
- op 4 november 2020 de aan hem, verdachte, uitgereikte gedragsaanwijzing d.d. 15 oktober 2020 te overtreden door zich binnen de straal van 100 meter van [adres] te Arnhem te bevinden en/of op te houden en/of
- op 16 mei 2021 de aan hem, verdachte, uitgereikte gedragsaanwijzing d.d. 26 april 2021 te overtreden door zich op de [adres] op te houden en/of zich te bevinden,
parketnummer 05-112594-21:
parketnummer 05-128843-21:
Dat verdachte in de periode na 7 juni 2020 berichten naar aangeefster heeft gestuurd staat niet ter discussie. In het ouderschapsplan van 5 februari 2020 staat echter beschreven dat verdachte en aangeefster wel contact mogen hebben over [minderjarige] .
Naar het oordeel van de rechtbank is de frequentie en de intensiteit van de berichten van na het stopgesprek op 7 juni 2020 niet zodanig, dat van belaging kan worden gesproken. Daarbij komt dat de inhoud en toon van enkele van die berichten weliswaar zonder meer kwalijk is te noemen, maar dat het overgrote deel daarvan ziet op [minderjarige] en neutraal van toon is.
Dat verdachte meerdere keren anoniem heeft gebeld volgt niet uit het dossier, dat geen nader onderzoek bevat naar de anonieme beller. Dat verdachte ter zitting heeft erkend dat hij wel eens anoniem heeft gebeld, maakt niet dat vast staat dat hij ook degene is die heeft gebeld op de momenten waarop de door aangeefster aangeleverde screenshots van de anonieme oproepen zien (die zich wel in het dossier bevinden).
De verklaring van aangeefster ten aanzien van het gooien van stenen tegen de woning wordt onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. Verdachte is niet in de buurt van de woning gezien op de momenten dat aangeefster heeft verklaard dat er stenen tegen haar ruit zijn gegooid en andere bewijsmiddelen waaruit blijkt van enige betrokkenheid hierbij van verdachte ontbreken.
De verklaring van verdachte dat hij de poort heeft vernield kan de rechtbank niet gebruiken als bewijsmiddel, nu sprake is van een onherstelbaar vormverzuim omdat aan verdachte niet, hoewel vereist, eerst de cautie is gegeven voordat hij deze verklaring tegenover de politie aflegde. Ter terechtzitting heeft verdachte overigens ontkend dat hij de poort heeft vernield.
De verklaring van aangeefster dat verdachte stelselmatig en veelvuldig langs haar huis is gereden wordt evenmin ondersteund door andere bewijsmiddelen.
16 mei 2021 de gedragsaanwijzing heeft overtreden. Deze gedragingen zijn echter onvoldoende om tot een bewezenverklaring van een belaging te komen, ook niet indien deze worden bezien in samenhang met de eerder bedoelde berichten met kwalijke inhoud.
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 13 oktober 2020 tot en met 14 oktober 2020 te Arnhem,
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
of omstreeks4 november 2020 te Arnhem opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 15 oktober 2020 gegeven door de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland kort weergegeven (onder meer) inhoudende dat hij, verdachte, zich niet binnen een straal van 100 meter in/rondom het
of omstreeks16 mei 2021 te Arnhem opzettelijk heeft gehandeld in strijd met de gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 26 april 2021 gegeven door de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland, kort weergegeven (onder meer) inhoudende dat hij, verdachte, zich niet zal ophouden in/op aan de [adres] , het [adres] , het [adres] , de [adres] en de [adres] tussen de [adres] en de [adres] te Arnhem, door zich op de [adres] op te houden en/of zich te
of omstreeks16 mei 2021 te Arnhem opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant] , Buitengewoon Opsporingsambtenaar, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening, in haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door haar meermalen, althans eenmaal de woorden toe te voegen: "Kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
- huisartskosten: € 92,76;
- kosten van aanschaf van beveiligingscamera's: € 99,00;
- reparatiekosten auto: € 3.625,17;
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- verdachte op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [benadeelde] , geboren op 1 oktober 1987, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt. Contact kan alleen plaatsvinden op de wijze en op momenten die de reclassering bepaalt met als doel het vorm kunnen geven aan de zorg voor de zoon;
- verdachte zich niet zal bevinden in de wijk [wijknaam] in Arnhem, met uitzondering van het bezoeken van zijn huisarts, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder parketnummer 05-258430-20 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde] van € 625,25 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 625,25 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 oktober 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 12 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.