Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 juli 2023
in de zaak tussen
[Eiser A] , uit [plaats B] , eiser
[C] B.V.te [plaats B] (vergunninghouder)
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om handhavend op te treden tegen de derde-partij wegens het niet nakomen van voorwaarden van een omgevingsvergunning. De zaak betreft een handhavingsverzoek dat is ingediend op 29 mei 2022, waarbij eiser stelt dat de derde-partij niet voldoet aan de voorwaarden van de omgevingsvergunning die op 14 maart 2022 is verleend. De rechtbank heeft het beroep op 10 mei 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigden van het college en de derde-partij.
De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Zaltbommel terecht het handhavingsverzoek heeft afgewezen. Eiser stelt dat de derde-partij niet tijdig in het bezit was van een vereiste certificaat en dat er sprake is van andere overtredingen. De rechtbank concludeert echter dat de vergunninghouder niet in strijd heeft gehandeld met de voorwaarden van de omgevingsvergunning. De rechtbank wijst erop dat de belangen van de arbeidsmigranten zijn gewaarborgd door de vereiste certificaten, maar dat deze niet de belangen van eiser beschermen.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en stelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten en is openbaar uitgesproken op 10 juli 2023. Eiser krijgt zijn griffierecht niet terug en kan binnen zes weken hoger beroep aantekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.