ECLI:NL:RBGEL:2023:3801

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 mei 2023
Publicatiedatum
6 juli 2023
Zaaknummer
C/05/417569 KG RK 23-317
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan vooringenomenheid van de rechter

Op 8 mei 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker die meende dat de behandelend rechter, mr. E.H.T. Rademaker, vooringenomen was in de raadkamerprocedure met nummer 23-007064. De verzoeker stelde dat zijn rechten waren geschonden doordat de rechter niet adequaat had gereageerd op zijn verzoeken om onderzoekswensen en het oproepen van getuigen. Hij betoogde dat de rechter had geweigerd om een beslissing te nemen op zijn verzoeken, wat volgens hem een ernstige inbreuk op zijn rechten vormde en leidde tot rechtsweigering.

De rechter heeft in zijn schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek aangegeven dat het verzoek ongegrond was en dat hij niet in de wraking berustte. Hij stelde dat de verzoeker ten onrechte meende dat zijn verzoeken waren afgewezen, aangezien deze tijdens de behandeling van het beroepschrift in de raadkamer besproken zouden worden. De wrakingskamer heeft vervolgens beoordeeld of er sprake was van (schijn van) vooringenomenheid van de rechter. Hierbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit tegenspreken.

De wrakingskamer concludeerde dat de verzoeker geen concrete feiten of omstandigheden had aangedragen die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter. De door de verzoeker aangevoerde gronden waren onvoldoende om aan te nemen dat de rechter niet onpartijdig was. Daarom werd het wrakingsverzoek afgewezen, en de beslissing werd openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen

Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/417569 KG RK 23-317
Beslissing van 8 mei 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. E.H.T. Rademaker,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het schriftelijke wrakingsverzoek van 3 april 2023 met bijlagen;
  • de schriftelijke reactie van 11 april 2023 van de rechter.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 24 april 2023 zijn verzoeker en de rechter, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van de behandelend rechter in de zaak met raadkamernummer 23-007064 en parketnummer 05-044334-23 (hierna: de raadkamerprocedure).
2.2.
Verzoeker heeft blijkens het schriftelijke wrakingsverzoek - kort samengevat - het volgende aan zijn verzoek ten grondslag gelegd. Verzoeker stelt dat hij voorafgaand aan de zitting in de raadkamerprocedure schriftelijk onderzoekswensen heeft gedaan en het verzoek heeft gedaan om een getuige te laten oproepen. Volgens verzoeker heeft de rechter in eerste instantie niet op dit verzoek gereageerd. Verzoeker stelt dat hij later nog via een e-mailbericht aan de rechter heeft verzocht om de officier van justitie te bevelen het dossier te completeren en getuigen op te roepen. Over de reactie van de rechter op deze verzoeken, schrijft verzoeker in zijn wrakingsverzoek het volgende:

De rechter geeft in zijn email aan deze zaken op de zitting te bespreken. De rechter heeft dus geweigerd om een besluit te nemen op mijn verzoeken en heeft daarmee de facto mijn verzoeken afgewezen. Hij maakt zich hiermee ook schuldig aan rechtsweigering.
Dit is een ernstige inbreuk op mijn rechten. In het dossier ontbreken tal van ontlastende processtukken die de officier van justitie achterhoudt. De officier van justitie maakt zich hiermee schuldig aan procesorde verstoring en de rechter staat dit toe.
Verder schendt deze rechter mijn recht om een getuige op te roepen voor de zitting (…) en schendt daarmee mijn recht conform art 263 lid 4 Sv.
Ik wordt door deze rechter onrechtmatig benadeelt in deze zaak.
Ik heb recht op een volledig dossier inclusief de ontlastende stukken die ik heb verzocht. Ook heb ik recht op een getuige op te roepen. Deze rechten zijn geschonden door deze rechter. Op de zitting (…) zal het dossier niet volledig zijn en zal mijn getuigen niet aanwezig zijn. Dit valt ten lasten van de rechter. Mijn recht op een eerlijk proces conform art 6 EVRM wordt hiermee ook geschonden.
2.3.
De rechter heeft op het wrakingsverzoek gereageerd en heeft verklaard niet in de wraking te berusten. Volgens de rechter is het wrakingsverzoek ongegrond. Zijn verdere reactie zal hierna - voor zover nodig - worden besproken.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2.
De rechter heeft in zijn reactie laten weten dat verzoeker zich volgens hem ten onrechte op het standpunt stelt dat de rechter zou hebben geweigerd om een beslissing te nemen en in feite de verzoeken van verzoeker in de raadkamerprocedure zou hebben afgewezen. Per e-mailbericht van 31 maart 2023 heeft de rechter (via de griffier) immers aan verzoeker laten weten dat zijn verzoeken bij de behandeling van het beroepschrift in de raadkamer zullen worden besproken.
3.3.
De wrakingskamer constateert dat verzoeker het niet eens is met een of meer door de rechter genomen (proces)beslissingen. De wrakingskamer treedt echter niet in de beoordeling van rechterlijke beslissingen. De wrakingsprocedure is daar niet voor bedoeld, omdat daarin uitsluitend wordt beoordeeld of er sprake is van (schijn van) vooringenomenheid van de rechter. Alleen als de (proces)beslissing gelet op de motivering of de wijze van totstandkoming zo onjuist of onbegrijpelijk is dat deze uitsluitend door vooringenomenheid kan worden verklaard, is er grond voor wraking.
3.4.
De door verzoeker aangevoerde grond haalt deze hoge drempel niet. Verzoeker heeft ook geen concrete feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat de rechter om andere reden(en) vooringenomen was of dat de objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor bestond.
3.5.
De slotsom is dat uit hetgeen door verzoeker naar voren is gebracht, niet blijkt van vooringenomenheid van de rechter, zodat het wrakingsverzoek wordt afgewezen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.H. Schuurman, voorzitter, mr. M.M. Klaasen en mr. S. Boot, leden, in tegenwoordigheid van de griffier […] en in het openbaar uitgesproken op 8 mei 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.