Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van
[vergunninghouder]uit [woonplaats] (vergunninghouder)
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Gelderland het beroep van eisers tegen de omgevingsvergunning die op 4 oktober 2022 aan vergunninghouder is verleend voor de realisatie van een zonnepark. De rechtbank behandelt de bezwaren van eisers, waaronder de noodzaak van een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) van de gemeenteraad en de uitvoerbaarheid van het project gezien de bodemverontreiniging. De rechtbank stelt vast dat de gemeenteraad op 30 september 2020 een besluit heeft genomen om zonneparken toe te voegen aan de lijst van gevallen waarvoor een VVGB vereist is, maar dat dit besluit niet op de juiste wijze bekend is gemaakt. Hierdoor blijft het eerdere besluit van 28 mei 2019 van kracht, waarin een VVGB wel vereist is. De rechtbank concludeert dat de omgevingsvergunning in strijd is met de Wabo, omdat de VVGB niet is verleend.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de bodemverontreiniging van de percelen een belemmering vormt voor de uitvoerbaarheid van het zonnepark. De rechtbank wijst erop dat de sanering van de bodem en het grondwater noodzakelijk is voordat het zonnepark kan worden gerealiseerd. De rechtbank vernietigt het besluit van het college en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank oordeelt ook dat het college het griffierecht en proceskosten aan eisers moet vergoeden.