Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van
[verzoekster] , uit [woonplaats] , verzoekster
het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland, het college
[derde-partij], gevestigd te [woonplaats] , ontheffinghouder,
Inleiding
- de gemachtigde van verzoekster alsmede namens verzoekster [verzoekster] , [verzoekster] en [verzoekster] ;
- de gemachtigde van het college alsmede namens het college D. Landewel en W. Willems;
- de gemachtigde van ontheffinghouder alsmede namens ontheffinghouder
Beoordeling door de voorzieningenrechter
- Rond de dassenburcht op het terrein wordt een zone van 20 meter vrijgehouden van bebouwing en werkzaamheden. De aanwezige burcht, puin, takkenhopen en struweel bevinden zich buiten de projectgrenzen en blijven onaangetast.
- Rondom het opvangterrein worden omheiningen geplaatst van circa 2,5 meter hoog vanaf het maaiveld. De omheiningen ontnemen het zicht vanaf de opvanglocatie naar de omgeving, waaronder de aanwezige burchten, puin, takkenhopen en het struweel. Daarnaast minimaliseren de omheiningen het strooilicht vanaf het opvangterrein naar de omgeving.
- Op de grenzen van het opvangterrein worden rond de burcht onder de container en rond de burcht in het braamstruweel omheiningen met geluidswerend materiaal geplaatst. Ook deze omheiningen zijn 2,5 meter hoog en minimaliseren het zicht naar de omgeving en het licht vanaf het opvangterrein. De geluidsschermen worden op minimaal twintig meter afstand tot de twee burchten geplaatst.
- Door het gebruik van richtarmaturen op het opvangterrein wordt strooilicht naar de omgeving voorkomen.
- Aan de oostzijde van de Rijksweg bevindt zich ter hoogte van Rijksweg 3 een toegangshek van het projectgebied naar de Rijksweg. Dit hek blijft gedurende de avond en de nacht gesloten om te voorkomen dat de das de Rijksweg kan bereiken.
- In het zuiden van het projectgebied wordt langs het projectgebied een zone vrijgehouden voor de das. Hier wordt langs de huidige afrastering op de grens van het projectgebied een takkenril van snoeihout geplaatst.
- De vegetatie wordt periodiek gemaaid. Hierbij wordt bij voorkeur steeds een deel kort gemaaid en een deel ruigere vegetatie behouden (sinusmaaien), waardoor er variatie in hoogte van de vegetatie ontstaat. Hiermee wordt voedsel voor onder andere de das makkelijker bereikbaar.
- Aan de noordrand van het projectgebied wordt eveneens een takkenril gerealiseerd aan de buitenzijde van de huidige afrastering. Om leefgebied voor onder andere de das te verbeteren en effecten op deze soort op te lange termijn te mitigeren, zal hier tevens een haag van inheems struweel langs worden aangeplant. Soorten die hierin worden aangeplant betreffen een combinatie van Gelderse roos, hondsroos, krent, meidoorn, sleedoorn en kardinaalsmuts.
- Gedurende het gebruik van de noodopvang zal het grasland dat resteert worden geoptimaliseerd als foerageergebied voor de das (ca. 6 ha). Hierbij zal periodiek het gras worden gemaaid, waarbij het maaisel enkele dagen in rillen op het veld achterblijft.
- Om de voedselrijkdom van het terrein te behouden, dient de grasmat te worden bemest met bij voorkeur ruige mest. Dit voedt naast de bodem ook het bodem- en insectenleven, hetgeen deel uitmaakt van het dieet van de das. Een andere mogelijkheid voor het korthouden van de vegetatie is het inzetten van grazers, welke de grasmat kort houden en bemesten.