ECLI:NL:RBGEL:2023:3652
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan objectieve aanwijzingen voor partijdigheid
Op 16 mei 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een mondelinge beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster. Dit verzoek was gericht tegen de rechters S.J. Peerdeman, K. van Vlimmeren-van Ommen en A.L.M. Steinebach-de Wit. Verzoekster stelde dat de rechters partijdig waren en dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen, omdat er geen zwaarwegende aanwijzingen waren voor partijdigheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid in gevaar brengen. De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoekster aangevoerde gronden onvoldoende waren om aan te nemen dat de rechters vooringenomen waren. De beslissing van de rechters om geen nieuwe zitting te plannen met de gewraakte rechter werd als een procesbeslissing beschouwd en niet als een aanwijzing voor partijdigheid. De vragen die tijdens de zitting zijn gesteld, werden als normaal en gebruikelijk beoordeeld. De wrakingskamer concludeerde dat de drempel voor het aannemen van schijn van partijdigheid niet was gehaald, en dat de gronden van verzoekster niet konden slagen. De mondelinge beslissing werd openbaar uitgesproken en vastgelegd op 26 mei 2023, waarbij tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.