Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- het getuigenverhoor van 14 maart 2023
2.De verdere beoordeling
) aan [bedrijf Y]. (…) Over deze factuur is geen discussie geweest. Het klopt dat de factuur niet is betaald maar verrekend door de aanschaf van een bed. [eiser] heeft hier niets over gezegd.
). (…) In de boekhouding en het e-mailbestand kwam ik facturen tegen die nog open zouden moeten staan en correspondentie over verrekening. Zo bleek een bed te zijn verrekend met een factuur van [V.o.f. eiser]. Ook bleek camerabewaking te zijn betaald door [V.o.f. eiser]. Wij hebben toen een gesprek gehad. Ik weet niet meer precies wanneer dat was. Ik heb de heer [gedaagde] toen geconfronteerd met de facturen en de verrekening en hem papieren daarvan laten zien. De heer [gedaagde] ging in het verweer. De discussie over de facturen en de verrekening ging over een bedrag van ongeveer € 5.000,- en ik heb uiteindelijk gezegd: blijf ermee, laat maar zitten want het geld is toch weg. Dit was het laatste gesprek. Bij dat gesprek hebben wij het niet gehad over de andere punten. Betreffende de afwikkeling van de VOF (…). Ik heb wel voor het gesprek een brief gehad waarop ik niet eerder heb gereageerd. [gedaagde] wees mij op die brief en die punten heb ik onmiddellijk beantwoord. (…)
het niet niks zou zijn” van [getuige X] en de woorden dat “
een hele zaak openstaat” van [eiser] niet zien op “slechts” een bedrag van € 5.000,00 (waarbij de rechtbank begrijpt dat dit bedrag ziet op de verrekening van facturen van de vennootschap onder firma gericht aan een derde met de aanschaf van een bed en camerabewaking bij die derde door [gedaagde]) mist enige onderbouwing, zodat de rechtbank hieraan voorbij gaat. De slotsom is dat de opnames van de telefoongesprekken niet tot het oordeel kunnen leiden dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde] niets meer aan [eiser] is verschuldigd en [eiser] afstand heeft gedaan van zijn vordering op [gedaagde] (met betrekking tot het bedrag van € 79.481,00).