Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Daarnaast is het gehele heft bemonsterd. Uit die bemonstering is een DNA-profiel verkregen van minimaal één man dat afkomstig kan zijn van verdachte. Dat DNA-profiel is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van verdachte, dan wanneer het DNA in de bemonstering afkomstig is van een willekeurige (niet aan verdachte verwante) persoon. [5]
twee keer gelukkig mis.De derde keer dat [slachtoffer] stak, greep verdachte hem om zijn handen. Toen zijn ze gevallen en is het mes gedraaid, aldus verdachte bij de politie. Bij de reconstructie is aan verdachte gevraagd of [slachtoffer] met het mes had gestoken. Daarop reageerde verdachte ontkennend:
nee, nee. Vervolgens werd aan verdachte gevraagd of [slachtoffer] toen hij naar buiten kwam het mes alleen zo voor zich heeft gehouden of nog iets anders heeft gedaan? Daarop zei verdachte weer:
nee, nee, nee.“Alleen zo voor zich gehouden?”, werd opnieuw gevraagd. Verdachte reageerde:
Ja. Ter terechtzitting van 30 mei 2023 heeft verdachte verklaard dat [slachtoffer] hem twee keer heeft gestoken en dat verdachte het heeft geprobeerd af te weren met zijn knie en arm. Hij werd bij het steken door het mes geraakt in zijn jas, als gevolg waarvan zijn jas is beschadigd. Er zaten twee ‘puntjes’ in, aldus verdachte.
De rechtbank stelt vast dat verdachte wisselende en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd over de manier waarop [slachtoffer] met het mes op hem afkwam, of [slachtoffer] bij die aanval al dan niet stekende bewegingen heeft gemaakt, en of hij bij die stekende bewegingen al dan niet geraakt is. Daarnaast stelt de rechtbank vast dat de jas van verdachte (waarvan verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat dat de jas is die hij de betreffende avond aan had) is onderzocht door de politie en dat daarbij is geconstateerd dat aan deze jas geen beschadigingen zichtbaar waren die afkomstig zouden kunnen zijn van een steekvoorwerp.
helemaal nietshad meegenomen uit het huis van [slachtoffer] . Geconfronteerd met de beelden waarop verdachte kort na het incident nabij de woning van [slachtoffer] te zien is met een langwerpig voorwerp in zijn hand dat oplichtte, verklaarde verdachte dat hij dat inderdaad is, maar dat hij niks in zijn hand had of dat het een blikje was. Verdachte verklaarde vervolgens dat hij geen telefoon uit het huis van [slachtoffer] had meegenomen. Geconfronteerd met het terugvinden van de mobiele telefoon aan de [adres] (nabij het adres waar verdachte heeft overnacht) en het feit dat de mobiele telefoon volgens onderzoek een route had afgelegd overeenkomstig de route die hij had gelopen, verklaarde verdachte nogmaals geen telefoon te hebben gehad. Ter terechtzitting van 30 mei 2023 heeft verdachte verklaard daarover te hebben gelogen en heeft hij verklaard dat hij op de betreffende beelden inderdaad de telefoon van [slachtoffer] in zijn hand had. De rechtbank stelt vast dat verdachte op dit punt tegenstrijdig heeft verklaard en dat niet beide verklaringen waar kunnen zijn. Verdachte heeft dan ook over de telefoon van [slachtoffer] leugenachtig verklaard.
inconsistenties. Daarnaast heeft DNA-onderzoek op activiteitenniveau plaatsgevonden. Daaruit volgt dat de bevindingen van het DNAonderzoek iets waarschijnlijker zijn onder het scenario dat verdachte het heft vast had toen het mes [slachtoffer] raakte, dan onder het scenario dat [slachtoffer] zelf het mes vast had. De rechtbank stelt vast dat het DNA-onderzoek op activiteitenniveau dus ook geen steun biedt aan het door verdachte geschetste scenario.
Uit het dossier volgt verder dat het niet [slachtoffer] maar verdachte was die op meerdere momenten die dag agressie heeft laten zien, waarbij steeds futiele aanleidingen reden waren voor verdachte om zich verbaal en fysiek agressief naar anderen te gedragen. Dit gedrag past beter bij het scenario dat het verdachte was die zich agressief naar [slachtoffer] gedroeg, dan andersom.
Tot slot laat zich, uitgaande van het scenario van verdachte, lastig verklaren waarom hij direct na het incident, waarbij hij naar eigen zeggen is aangevallen en per ongeluk zijn vriend heeft neergestoken, het mes heeft weggegooid, geen hulp heeft ingeroepen en zichzelf heeft schuilgehouden voor de politie.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks6 december 2021 te Arnhem
opzettelijk en met voorbedachten
althans het (boven-)lichaamvan die
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
- NIFP Pro Justitia rapport door A.M.M. Jongerius, psychiater, onder supervisie van A.W.N.N. Stevens, psychiater d.d. 12 april 2022;
- NIFP Pro Justitia rapport door W.J.P. Gaertner, GZ-psycholoog, d.d. 14 april 2022;
- reclasseringsadvies d.d. 16 mei 2023.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
€ 46,74 en het gevorderde bedrag aan parkeerkosten ad € 11,60 toewijsbaar.
€ 83,40 en het gevorderde bedrag aan parkeerkosten ad € 11,60 toewijsbaar.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
7 jaren;