ECLI:NL:RBGEL:2023:3543

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
23 juni 2023
Zaaknummer
10206656
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M.Th. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een overeenkomst inzake de levering en plaatsing van een stretchtent

In deze zaak vordert [eiser], een bedrijf dat tenten en licht- en geluidapparatuur verhuurt en verkoopt, betaling van een factuur van € 305,34 van Sportcentrum Druten B.V. voor de levering en plaatsing van een stretchtent op 22 februari 2021. [eiser] stelt dat er een overeenkomst tot stand is gekomen, maar Sportcentrum Druten betwist dit en voert aan dat de opdracht is gegeven door [De heer x], die handelde namens Fitcentrum Druten B.V. De procedure omvat verschillende processtukken, waaronder dagvaardingen en conclusies van antwoord, repliek en dupliek.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de stelling dat er een overeenkomst is gesloten met Sportcentrum Druten. De factuur was aanvankelijk gericht aan Fitcentrum Druten B.V. en is later gewijzigd naar Sportcentrum Druten, wat de betwisting van de overeenkomst versterkt. De rechter concludeert dat er geen bewijs is dat Sportcentrum Druten de opdracht heeft verstrekt en wijst de vordering van [eiser] af. Tevens wordt [eiser] veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Sportcentrum Druten op nihil zijn vastgesteld.

Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter mr. F.M.Th. Quaadvliet op 28 april 2023 in Nijmegen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Nijmegen
zaakgegevens 10206656 \ CV EXPL 22-3316 \ 610 \ 40140
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
[eiser],h.o.d.n.
[Bedrijf A],t.h.o.d.n.
[bedrijf B]
zaakdoende te [vestigingsplaats]
eisende partij
gemachtigde M. Hennen (Juristu)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Sportcentrum Druten B.V.
gevestigd te Druten
gedaagde partij
vertegenwoordigd door mw. S. van Leur
Partijen worden hierna [eiser] en Sportcentrum Druten genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 27 oktober 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek met producties;
- de akte uitlaten producties aan de zijde van [eiser].
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] verhuurt en verkoopt onder andere tenten en licht- en geluidapparatuur voor feesten, partijen en andere activiteiten.
2.2.
Sportcentrum Druten exploiteert een sportschool. In het handelsregister is opgenomen dat de startdatum van de onderneming 7 mei 2021 is. Sportcentrum Druten is gevestigd aan de Industrieweg 6 te Druten. Voor die tijd was Fitcentrum Druten B.V. op dat adres gevestigd.
2.3.
[eiser] heeft op 22 februari 2021 aan het adres Industrieweg 6 te Druten een stretchtent opgebouwd, met gebruikmaking van bijbehorende zaken zoals een rol touw, een grondanker en een spanband.
2.4.
[eiser] heeft op 29 juni 2021 een factuur van € 305,34 inclusief btw aan Sportcentrum Druten gestuurd, ter attentie van ‘[De heer x]’, voor de door hem verleende diensten op 22 februari 2021, met een betalingstermijn van twee weken.
2.5.
Aangezien betaling uitbleef heeft [eiser] op 26 juli 2021 een herinnering aan Sportcentrum Druten gestuurd en op 23 december 2021 heeft Juristu een aanmaning gestuurd.
2.6.
Bij e-mail van 26 december 2021 heeft Sportcentrum Druten daarop gereageerd, met onder meer:
(..)
Ons bedrijf heet Sportcentrum Druten.
De factuur was gericht naar fitcentrum bv
En nu naar sportcentrum druten bv
Ingang van ons huurcontract en inschrijving kvk geschied na factuur van uw cliënt.
(..)
2.7.
Juristu heeft vervolgens – zonder inhoudelijke reactie op voornoemd bericht – Sportcentrum Druten bij brieven van 27 december 2021 en 1 januari 2022 nogmaals aangemaand tot betaling van de vordering over te gaan en daarbij aangezegd dat een gerechtelijke procedure gestart zou worden als betaling opnieuw uitbleef.
2.8.
Sportcentrum Druten heeft bij e-mail van 30 januari 2021 de vordering betwist en [eiser] verwezen naar [De heer x], voormalig bestuurder van Fitcentrum Druten B.V., aangezien hij de opdracht aan [eiser] zou hebben gegeven.

3.De vordering en het verweer

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Sportcentrum Druten te veroordelen tot betaling van € 305,34 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juli 2021, € 45,80 aan buitengerechtelijke kosten, met veroordeling van Sportcentrum Druten in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
[eiser] baseert zijn vordering op het volgende. [eiser] heeft naar aanleiding van de op 22 februari 2021 aan Sportcentrum Druten geleverde dienst een factuur gestuurd van
€ 305,34. Sportcentrum Druten heeft, ondanks aanmaning, de factuur niet betaald. Zij is daarom eveneens de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
Sportcentrum Druten voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag luidt of Sportcentrum Druten gehouden is de factuur van [eiser] te betalen. [eiser] stelt dat Sportcentrum Druten tekortgeschoten is in de tussen hen gesloten overeenkomst en vordert nakoming ervan. Sportcentrum Druten betwist echter dat er een overeenkomst tussen haar en [eiser] tot stand is gekomen. De opdracht tot het opbouwen van de stretchtent is namelijk verstrekt door [De heer x], die destijds handelde namens een andere vennootschap, Fitcentrum Druten B.V.
Ter staving van haar verweer heeft Sportcentrum Druten Whatsappcorrespondentie overgelegd tussen [eiser] en [De heer x], waaruit blijkt dat [De heer x] de opdracht heeft verstrekt aan [eiser] om bij en vanuit Fitcentrum Druten de stretchtent op te bouwen. Gelet op de gemotiveerde betwisting van Sportcentrum Druten lag het op de weg van [eiser] om zijn stellingen, dat in tegenstelling tot hetgeen Sportcentrum Druten aanvoert sprake is van een overeenkomst tussen [eiser] en Sportcentrum Druten. Hier ontbreekt het aan. [eiser] heeft geen stukken overgelegd waaruit een expliciete opdrachtverstrekking vanuit Sportcentrum Druten blijkt. Dat de factuur van [eiser] aan Sportcentrum Druten is verzonden bewijst op zichzelf niet dat Sportcentrum Druten ook daadwerkelijk de opdracht heeft verstrekt. Dit geldt temeer nu Sportcentrum Druten onbetwist heeft aangevoerd dat de factuur van [eiser] eerst op naam van Fitcentrum Druten B.V. was gesteld en nadien op naam van Sportcentrum Druten. Nu niet vast is komen te staat dat er een overeenkomst tussen [eiser] en Sportcentrum Druten tot stand is gekomen, is de conclusie dat Sportcentrum Druten niet gehouden is de factuur van [eiser] te betalen. De vordering van [eiser] wordt daarom afgewezen.
4.2.
Hetzelfde geldt voor de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, nu die daarmee samenhangen.
4.3.
[eiser] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Sportcentrum Druten vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. F.M.Th. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op