ECLI:NL:RBGEL:2023:3520

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
05-330678-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op Poolse supermarkt in Apeldoorn met bedreiging en geweld

Op 23 juni 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 6 maart 2016 een overval heeft gepleegd op een Poolse supermarkt in Apeldoorn. De verdachte betrad de supermarkt met gezichtsbedekkende kleding en bedreigde de kassière met een mes, waarbij hij eiste dat zij geld uit de kassa gaf. De tenlastelegging omvatte geweld en bedreiging met geweld, waarbij de verdachte de kassière dwong tot afgifte van geld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing, en dat er sprake was van een bekennende verdachte. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en camerabeelden, in overweging genomen.

De officier van justitie eiste een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 20 maanden. De verdediging pleitte voor een enkel voorwaardelijke gevangenisstraf, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die na jaren van drugsgebruik en financiële problemen, inmiddels in behandeling is en zijn leven heeft verbeterd. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit, de impact op de slachtoffers en de positieve veranderingen in het leven van de verdachte. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/330678-22
Datum uitspraak : 23 juni 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. J.H.M. Handring, advocaat in Venlo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 6 maart 2016 te Apeldoorn, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] en/of [benadeelde] , in elk geval aan een derde toebehoorde(n), door:
- met gezichtsbedekkende kleding (een panty, althans een gedeelte van een panty) voornoemde supermarkt te betreden en/of met versnelde pas op de kassa af te lopen/rennen, alwaar die voornoemde [benadeelde] zich achter bevond en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp zichtbaar voor die [benadeelde] vast te houden en/of met dat mes zwaaiende bewegingen te maken in de richting van die [benadeelde] en/of dat mes te richten op en/of te tonen aan voornoemde [benadeelde] en/of een dreigende houding aan te nemen door over de toonbank heen te buigen in de richting van die [benadeelde] en/of
- op dreigende/intimiderende toon tegen die voornoemde [benadeelde] te roepen/schreeuwen (zakelijk weergegeven): “open the kassa" en/of "kassa open, nu snel” en/of “give me money” en/of “geld, nu”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 maart 2016 te Apeldoorn,een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [bedrijf] en/of [benadeelde] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangever] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door:
- met gezichtsbedekkende kleding (een panty, althans een gedeelte van een panty) voornoemde supermarkt te betreden en/of met versnelde pas op de kassa af te lopen/rennen, alwaar die voornoemde [benadeelde] zich achter bevond en/of
- een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp zichtbaar voor die [benadeelde] vast te houden en/of met dat mes zwaaiende bewegingen te maken in de richting van die [benadeelde] en/of dat mes te richten op en/of te tonen aan voornoemde [benadeelde] en/of een dreigende houding aan te nemen door over de toonbank heen te buigen in de richting van die [benadeelde] en/of
- op dreigende/intimiderende toon tegen die voornoemde [benadeelde] te roepen/schreeuwen (zakelijk weergegeven): “open the kassa” en/of “kassa open, nu snel” en/of “give me money” en/of “geld, nu", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 58;
- het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , p. 71;
- het proces-verbaal van bevindingen (uitkijken camerabeelden), p. 75 – 86;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 28 – 34;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 9 juni 2023.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks6 maart 2016 te Apeldoorn, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/ofbedreiging met geweld [aangever] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag,
in elk geval enig goed,dat
/die geheel of ten deleaan [bedrijf]
en/of [benadeelde] , in elk geval aan een derdetoebehoorde
(n),door:
- met gezichtsbedekkende kleding (een panty, althans een gedeelte van een panty) voornoemde supermarkt te betreden en
/of met versnelde pasop de kassa af te lopen
/rennen, alwaar die voornoemde [benadeelde] zich achter bevond en
/of
- een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerpzichtbaar voor die [benadeelde] vast te houden en
/of met dat mes zwaaiende bewegingen te maken in de richting van die [benadeelde] en/ofdat mes te richten op en
/ofte tonen aan voornoemde [benadeelde] en
/ofeen dreigende houding aan te nemen door over de toonbank heen te buigen in de richting van die [benadeelde] en
/of
- op dreigende/intimiderende toon tegen die voornoemde [benadeelde] te roepen/schreeuwen (zakelijk weergegeven): “open the kassa" en/of "kassa open, nu snel” en/of “give me money” en/of “geld, nu”, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Afpersing

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur, met aftrek van het voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat het voor verdachte niet haalbaar en niet passend is om naast zijn fulltime baan en 3 tot 4 NA-meetings in de week een taakstraf uit te voeren. Verdachte is na jaren bewust zelf naar voren gekomen; de zaak zou anders nooit zijn opgelost. Dit zou moeten meewegen bij de strafmaat. De verdediging verzoekt te volstaan met alleen een voorwaardelijke gevangenisstraf, met een proeftijd van 2 jaar.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte is in maart 2016 een supermarkt binnengelopen en heeft de kassière bedreigd met een mes, zodat zij hem geld uit de kassa gaf. Dat geld had hij nodig om zijn drugsverslaving te bekostigen. Een moeder met twee jonge kinderen stond dichtbij en is de winkel uit gevlucht. Voor de kassière en de directe omstanders moet deze overval zeer schokkend zijn geweest. Dit soort overvallen leidt tot gevoelens van angst, onrust en onveiligheid bij de direct betrokkenen maar ook bij buurtbewoners. De politie heeft lange tijd gezocht naar de dader. Al die tijd zijn de betrokkenen in onzekerheid geweest over wie dit had gedaan en waarom.
In augustus 2022, ruim zes jaar later, heeft verdachte spontaan bij de politie bekend dat hij de dader is. Het is gezien het tijdsverloop aannemelijk dat zonder deze verklaring verdachte niet voor dit feit in beeld zou zijn gekomen bij de politie. Slechts door het toedoen van verdachte is deze zaak uiteindelijk ”opgelost”. Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een uitzonderlijke situatie.
Uit het reclasseringsrapport van 2 juni 2023 volgt dat verdachte in 2016 zeer geregeld cocaïne gebruikte en in financiële problemen zat, waardoor hij zijn gebruik niet kon financieren. Zijn verslaving maakte hem gewetenloos naar anderen. Sindsdien is er veel veranderd. Verdachte is in behandeling gegaan voor zijn verslaving, neemt actief deel aan bijeenkomsten van de NA en volgt daarbij de Twaalf Stappen. In 2022 heeft verdachte een terugval gehad. Nadat hij toen met de politie in aanraking kwam heeft hij geen middelen meer gebruikt.
Ook heeft verdachte bewindvoering geregeld en is de verwachting dat hij in 2024 schuldenvrij zal zijn. Verdachte heeft sinds drie jaar een eigen woning en een fulltime baan.
De reclassering adviseert om geen bijzondere voorwaarden op te leggen. Ook adviseert de reclassering negatief over een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, omdat dit waarschijnlijk zal leiden tot verlies van werk en daardoor problemen zal veroorzaken op verschillende leefgebieden.
Evenals de reclassering constateert de rechtbank dat verdachte sinds een aantal jaren zijn leven -ten goede- heeft veranderd. Op zitting heeft verdachte de duur en de intensiteit van het vrijwillig door hem ingezette NA-traject toegelicht. Verdachte heeft ook verklaard dat hij nog een lange weg heeft te gaan, maar inziet dat dit traject voor hem levensreddend is. De positieve stappen die verdachte heeft gezet om zijn leven te beteren doen er niet aan af dat hij ook zal moeten afrekenen met het verleden. De ernst van het bewezenverklaarde feit en de gevolgen die dit moet hebben gehad voor betrokkenen, maken dat niet kan worden volstaan met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Wel ziet de rechtbank, gelet op de uitzonderlijke situatie zoals hiervoor omschreven en gezien de persoonlijke omstandigheden van verdachte, aanleiding om enigszins af te wijken van de strafeis van de officier van justitie. Die afwijking houdt in dat een lager aantal uren taakstraf zal worden opgelegd, maar een hogere voorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank zal een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren, met een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf voor de duur van 160 uren, met aftrek van het voorarrest, opleggen. Het geschorste bevel voorlopige hechtenis zal worden opgeheven.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 63, 317 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
2 (twee) jaren;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van
160 (honderdzestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Edelenbos (voorzitter), mr. M.C. van der Mei en mr. M.D.R. Joppe, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Tuk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 juni 2023.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 202212131430.DOS, gesloten op 21 december 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.