In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, op 25 januari 2023, wordt het beroep van eisers, Stichting DOEH en een andere eiser, tegen de afwijzing van hun handhavingsverzoek beoordeeld. De eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ermelo, dat op 30 oktober 2020 hun verzoek om handhaving heeft afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 12 december 2022 behandeld, waarbij de gemachtigden van de eisers, het college en de vergunninghouder aanwezig waren. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afwijzing van het handhavingsverzoek onterecht was, omdat de vergunninghouder niet voldeed aan de parkeernormen die zijn vastgesteld in het bestemmingsplan.
De rechtbank concludeert dat de vergunninghouder, die een terras heeft aangelegd op het perceel waar een restaurant is gevestigd, in strijd handelt met de omgevingsvergunning en de geldende bestemmingsplannen. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte heeft gesteld dat er geen overtreding was, omdat het restaurant nog niet geopend was. De rechtbank benadrukt dat de parkeernormen al van toepassing zijn op het moment dat de omgevingsvergunning wordt verleend, ongeacht of het restaurant in gebruik is genomen. De rechtbank vernietigt de beslissing op bezwaar en draagt het college op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het college ook de proceskosten van de eisers moet vergoeden.
De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de handhaving van bestemmingsplannen en de naleving van parkeernormen in de gemeente Ermelo. De rechtbank heeft de eisers in het gelijk gesteld en het college verplicht om de handhaving van de parkeernormen serieus te nemen, wat kan leiden tot verdere juridische stappen indien de vergunninghouder niet aan de eisen voldoet.