Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
05.111003.22ten laste gelegd dat:
05.096951.21ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 juli 2019 te Hilversum, althans in Nederland
door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
hij op of omstreeks 22 juli 2019 te Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal ongeveer €2874), heeft verworven en/of voorhanden heeft, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
in, op of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 22 juli 2019 te Apeldoorn
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
1, 2, wit, een halve, een grote, een kleine, voor 30, voor 50, voor 60.Ambtshalve is bij de politie bekend dat dit benamingen zijn voor cocaïne in een bepaalde hoeveelheid of een bepaald geldbedrag. Uit de WhatsApp-gesprekken zijn ten minste 51 drugsafnemers gefilterd, onder wie: [naam] , [naam] , [naam] . [2]
,contactnaam [verdachte] , over de periode april 2022 tot en met 3 mei 2022
.In de uitgaande gesprekken wordt onder meer gevraagd om een
halfje, een hele, 3 x 60.Hierop wordt door [telefoonnummer] onder meer aangegeven dat die bij de [adres] is, zo een schaaltje pakt, daarna een paar dingen maakt en vanuit zijn [adres] voor hem naar beneden gooit. [6]
3.De bewezenverklaring
05.111003.22
een of meerderetijdstippen in
of omstreeksde periode van 3 november 2020 tot en met
/ofErmelo en
/ofNunspeet en
/ofelders in Nederland,
althans in Nederland,
een of meeranderen,
althans alleen,
)opzettelijk heeft
geteeld en/of bereid en/ofbewerkt en
/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd,
in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad,hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne,
(telkens
)een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
05.096951.21
of omstreeks22 juli 2019 te Apeldoorn,
althans in Nederland,
telkenseen voorwerp, te weten een geldbedrag (ongeveer € 2874), heeft verworven en
/ofvoorhanden heeft gehad, terwijl die onbekend gebleven dader wist,
althans redelijkerwijs moest vermoedendat dat voorwerp geheel
of gedeeltelijk- onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf,
/of bijhet plegen van welk misdrijf hij, verdachte, opzettelijk
behulpzaam is geweest en/ofgelegenheid en
/ofmiddelen en
/of inlichtingen heeft verschaft door
in, op of omstreeks de periode van 1 juli 2019 tot en met 22 juli 2019 te Apeldoorn
althans zijn bankrekeningnummer ( [bankrekeningnummer] )ter beschikking te stellen aan die onbekend gebleven dader.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
05.111003.22
05.096951.21
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De beoordeling van het beslag(parketnummer 05.11103.22)
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
24 (vierentwintig) maanden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 2 subsidiair van parketnummer 05.096921.21 tot betaling van schadevergoeding aan de
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij] , een bedrag te betalen van € 2.874,59 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 juli 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 19 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;