ECLI:NL:RBGEL:2023:3402

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
15 juni 2023
Zaaknummer
10203962
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging arbeidsovereenkomst en rechtsgeldigheid van digitale ondertekening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland zich gebogen over de beëindiging van een arbeidsovereenkomst tussen een eiser en de besloten vennootschap Direct Teleservice B.V., handelend onder de naam Direct Klantcontact. De eiser vorderde een verklaring voor recht dat haar arbeidsovereenkomst op 25 januari 2023 was geëindigd, terwijl de gedaagde partij stelde dat de overeenkomst op 25 november 2022 was geëindigd. De eiser had in 2021 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zeven maanden gesloten, die volgens haar stilzwijgend was verlengd. De gedaagde partij betwistte dit en voerde aan dat er een tweede arbeidsovereenkomst was gesloten voor een jaar, die niet was verlengd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij haar stelling dat er een tweede arbeidsovereenkomst was gesloten, voldoende had onderbouwd. De gedaagde partij heeft bewijs geleverd van de digitale ondertekening van de arbeidsovereenkomst en de eisen die daaraan zijn gesteld volgens de eIDAS-Verordening. De eiser kon niet volstaan met een blote ontkenning van het bestaan van de tweede arbeidsovereenkomst, waardoor haar vordering werd afgewezen. De kantonrechter heeft echter wel geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst op 25 november 2022 rechtsgeldig was geëindigd en heeft de eiser in de proceskosten veroordeeld.

De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de arbeidsovereenkomst tussen de eiser en Direct Klantcontact op 25 november 2022 is geëindigd. De eiser is veroordeeld tot betaling van de proceskosten en eventuele nakosten, met de mogelijkheid van wettelijke rente bij niet-betaling binnen de gestelde termijn. De uitspraak is openbaar gedaan door de kantonrechter P.J. Wiegman.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10203962 \ CV EXPL 22-8265 \ 701 \ 40141
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eisende partij
gemachtigde mr. J.W. Menkveld
procederende krachtens toevoegingsnummer 4PI4619
tegen
de besloten vennootschap DIRECT Teleservice B.V. h.o.d.n. DIRECT Klantcontact
gevestigd te Arnhem
gedaagde partij
gemachtigde mr. H. Hendriks
Partijen worden hierna [eiser] en Direct Klantcontact genoemd.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 9 november 2022 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek met producties
- de akte uitlating producties van [eiser] .

2.De vordering en het verweer

2.1.
[eiser] vordert een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen haar en Direct Klantcontact op 25 januari 2023, althans op een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen moment, is geëindigd, met veroordeling van Direct Klantcontact in de proceskosten.
2.2.
Aan haar vordering legt [eiser] ten grondslag dat ze op 26 april 2021 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, te weten voor zeven maanden, met Direct Klantcontact is aangegaan. Die arbeidsovereenkomst is vervolgens twee keer stilzwijgend verlengd met steeds zeven maanden. Dat betekent dat haar (derde) arbeidsovereenkomst van rechtswege op 25 januari 2023 is geëindigd.
2.3.
Direct Klantcontact heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij stelt dat ze met [eiser] inderdaad op 26 april 2021 een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, te weten voor zeven maanden, heeft gesloten, maar dat deze arbeidsovereenkomst niet stilzwijgend is verlengd. Op 24 november 2021 hebben partijen een tweede arbeidsovereenkomst gesloten; deze keer voor een jaar. Die arbeidsovereenkomst is niet verlengd. Daarom is de arbeidsovereenkomst tussen partijen van rechtswege geëindigd op 25 november 2022, aldus Direct Klantcontact. Direct Klantcontact heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.De beoordeling

3.1.
Direct Klantcontact heeft haar stelling dat partijen met elkaar, na de eerste arbeidsovereenkomst, een tweede arbeidsovereenkomst voor één jaar hebben gesloten gedegen onderbouwd. Zo heeft zij onder andere uitgelegd dat partijen al sinds 2018 bekend waren met elkaar, heeft zij de arbeidsovereenkomst overgelegd waarop te lezen is dat [eiser] op 24 november 2021 deze arbeidsovereenkomst digitaal ondertekend heeft en heeft Direct Klantcontact het proces van digitale ondertekening stap voor stap uitgelegd. Ook heeft Direct Klantcontact erop gewezen dat de digitale ondertekening met waarborgen is omkleed, zoals elektronische ondertekening door OneSpan en een extra verificatie via een sms-code. Het geheel voldoet aan de eisen die Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (hierna: eIDAS-Verordening) en art. 3:15a BW stellen. Er is sprake van een gekwalificeerde elektronische handtekening en anders van een geavanceerde elektronische handtekening, aldus Direct Klantcontact. Tot slot heeft Direct Klantcontact gesteld dat de eerste arbeidsovereenkomst, die op 26 april 2021 was ingegaan, op exact dezelfde (digitale) manier tot stand is gekomen en datzelfde geldt voor aanvullende documenten (de bruikleenovereenkomst en het loonheffingsformulier) die bij die arbeidsovereenkomst waren gevoegd. Het bestaan van die (eerste) arbeidsovereenkomst en aanvullende documenten wordt niet door [eiser] betwist, aldus Direct Klantcontact.
3.2.
Na deze gemotiveerde stellingen van Direct Klantcontact kon [eiser] niet volstaan met een blote betwisting/ontkenning van (het sluiten van) de tweede arbeidsovereenkomst. Zij heeft dat wel gedaan en daarom wordt haar vordering om te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 25 januari 2023 geëindigd is, afgewezen, wegens onvoldoende onderbouwing. Wel ziet de kantonrechter aanleiding, om verdere onduidelijkheden te voorkomen, om een verklaring voor recht af te geven dat de arbeidsovereenkomst op 25 november 2022 rechtsgeldig geëindigd is.
3.3.
[eiser] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De gevorderde nakosten worden toegewezen tot een half salarispunt van het toegewezen salaris met een maximum van € 132,00, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
verklaart voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen [eiser] en Direct Klantcontact op 25 november 2022 is geëindigd;
4.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Direct Klantcontact vastgesteld op € 660,00 aan salaris voor de gemachtigde, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van € 132,00 aan kosten die na dit vonnis zullen ontstaan, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van betekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormelde bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
4.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op