Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen ingekomen bij de griffie op 6 maart 2023;
- de brief met bijlagen van de GI, ingekomen bij de griffie op 1 juni 2023.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
. Uit deze drie uitspraken valt af te leiden dat de feitelijke uitvoering van de voogdij is overgedragen aan het Landelijk Expertise Team (LET). Uit de twee vonnissen valt af te leiden dat de GI met ingang van [datum] als voogdij-instelling voor [het kind] optreedt. In het vonnis van [datum] is onder 3.3. toegelicht dat de uitvoering van de voogdij bij besluit van [datum] is gemandateerd aan de GI en dat de voogdij daarmee op grond van artikel 10.6, tweede lid, Jeugdwet [1] van rechtswege bij de GI berust. Ook heeft de GI de akte van nalatenschap van de moeder van [het kind] overgelegd, zoals vastgesteld door deze rechtbank op [datum] . Uit deze akte blijkt dat de GI de wettelijke vertegenwoordiger van [het kind] is. Gelet op het geheel aan stukken, de aard daarvan en hetgeen daarin over de voogdij over [het kind] is beschreven, acht de rechtbank het voldoende aannemelijk dat de GI de juridische voogd van [het kind] is. De rechtbank verklaart de GI daarom ontvankelijk in haar verzoek.