Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde sub 1] ,
2.
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de conclusie na deskundigenbericht van [eisende partij] van 9 november 2022
- de conclusie na deskundigenbericht van [gedaagde partijen] van 9 december 2022
Rechtbank Gelderland
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 12 april 2023 een vonnis uitgesproken in een geschil tussen een eisende partij en gedaagde partijen over gebreken aan de gevel en fundering van een woning. De eisende partij, vertegenwoordigd door advocaat mr. Chr. Nome, stelde dat er sprake was van non-conformiteit en een wezenlijk gebrek in de constructie van de woning, veroorzaakt door verschillende funderingsmethodes en scheurvorming in de gevels. De gedaagde partijen, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.M. Aarts, betwistten deze claims en stelden dat de deskundige had geconcludeerd dat er geen voortschrijdend proces van zetting en/of scheurvorming was op het moment van eigendomsoverdracht in 2018.
De rechtbank heeft het deskundigenbericht in overweging genomen, waarin werd gesteld dat de scheurvorming het gevolg was van zettingen in de ondergrond en dat de constructieve staat van de gevel niet dusdanig slecht was dat deze gesloopt moest worden. De rechtbank oordeelde dat de deskundige voldoende had toegelicht dat er geen wezenlijk gebrek was en dat de vorderingen van de eisende partij daarom moesten worden afgewezen. De rechtbank wees ook op de proceskosten, die voor rekening van de eisende partij kwamen, en bepaalde dat de deskundigenkosten eveneens door de eisende partij moesten worden vergoed.
De rechtbank concludeerde dat de eisende partij ongelijk had gekregen en dat er geen sprake was van non-conformiteit, waardoor de vorderingen werden afgewezen. De proceskosten werden vastgesteld op € 3.909,50, te vermeerderen met wettelijke rente, en de eisende partij werd veroordeeld tot betaling van de deskundigenkosten van € 4.537,50, die reeds als voorschot waren voldaan. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.