ECLI:NL:RBGEL:2023:3357
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechters na eindbeslissing, niet-ontvankelijk verklaard
Op 26 mei 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoekster, wonende te Wageningen. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters S.J. Peerdeman, K. van Vlimmeren-Van Ommen en A.L.M. Steinebach-de Wit, die betrokken waren bij een eerdere zaak met nummer C/05/416479 KG RK 23-228. Het wrakingsverzoek werd op 24 mei 2023 ingediend, maar de rechters hadden op dat moment al hun eindbeslissing in de betreffende zaak genomen. Dit leidde tot de conclusie dat verzoekster niet op de hoogte was van de beslissing ten tijde van het indienen van haar verzoek.
De rechtbank oordeelde dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking nadat een einduitspraak is gedaan. Dit geldt ook voor het wraken van de wrakingskamer zelf, nadat op het wrakingsverzoek is beslist. De wrakingskamer verklaarde verzoekster (kennelijk) niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking. De rechtbank benadrukte dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling, aangezien het verzoek niet in behandeling kon worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.
De beslissing is genomen door de voorzitter mr. G.W.B. Heijmans en de leden mr. M.S.T. Belt en mr. S.C.A.M. Janssen, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Veldhuizen.