ECLI:NL:RBGEL:2023:3357

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 mei 2023
Publicatiedatum
12 juni 2023
Zaaknummer
C/05/419699 KG RK 23-435
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechters na eindbeslissing, niet-ontvankelijk verklaard

Op 26 mei 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoekster, wonende te Wageningen. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters S.J. Peerdeman, K. van Vlimmeren-Van Ommen en A.L.M. Steinebach-de Wit, die betrokken waren bij een eerdere zaak met nummer C/05/416479 KG RK 23-228. Het wrakingsverzoek werd op 24 mei 2023 ingediend, maar de rechters hadden op dat moment al hun eindbeslissing in de betreffende zaak genomen. Dit leidde tot de conclusie dat verzoekster niet op de hoogte was van de beslissing ten tijde van het indienen van haar verzoek.

De rechtbank oordeelde dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid van wraking nadat een einduitspraak is gedaan. Dit geldt ook voor het wraken van de wrakingskamer zelf, nadat op het wrakingsverzoek is beslist. De wrakingskamer verklaarde verzoekster (kennelijk) niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking. De rechtbank benadrukte dat er geen reden was voor een mondelinge behandeling, aangezien het verzoek niet in behandeling kon worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

De beslissing is genomen door de voorzitter mr. G.W.B. Heijmans en de leden mr. M.S.T. Belt en mr. S.C.A.M. Janssen, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Veldhuizen.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/419699 / KG RK 23-435
Beslissing van 26 mei 2023
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te Wageningen
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mrs. S.J. Peerdeman, K. van Vlimmeren-Van Ommen en A.L.M. Steinebach-de Wit,
rechters in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechters.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijk wrakingsverzoek van 24 mei 2023.

2.Het wrakingsverzoek

Het verzoek strekt tot wraking van de rechters als leden van de wrakingskamer in de zaak met nummer C/05/416479 KG RK 23-228.

3.De beoordeling

3.1.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek op 24 mei 2023 om 12:28 uur per e-mail ontvangen. Op dat moment hadden de rechters de beslissing in de zaak met nummer C/05/416479 KG RK 23-228 al gewezen. Omdat het versturen van deze beslissing en de indiening van het onderhavige wrakingsverzoek elkaar hebben gekruist, was verzoekster ten tijde van het indienen van haar wrakingsverzoek nog niet op de hoogte gesteld van de beslissing van de rechters. Verzoekster kon er bij het indienen van het onderhavige verzoek nog niet van op de hoogte zijn dat in die beslissing is bepaald dat vanwege misbruik van het wrakingsinstrument een volgend wrakingsverzoek niet in behandeling zal worden genomen. De wrakingskamer zal om die reden dit verzoek nog in behandeling nemen. Dit doet er echter niet aan af, dat het wrakingsverzoek is gedaan nadat de rechters in die zaak hun eindbeslissing hebben gegeven. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoekster. Dit geldt ook voor het wraken van de wrakingskamer nadat op het wrakingsverzoek is beslist. Om die reden kan verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen.
3.2.
Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoekster (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. G.W.B. Heijmans, voorzitter, mr. M.S.T. Belt en mr. S.C.A.M. Janssen, leden, in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. van Veldhuizen en in openbaar uitgesproken op 26 mei 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.