Op 2 juni 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 33-jarige man uit Apeldoorn, die werd verdacht van zware mishandeling van zijn ex-zwager. De verdachte was beschuldigd van het toebrengen van opzettelijk zwaar lichamelijk letsel aan zijn zwager door met een mes in het hoofd te snijden tijdens een worsteling op 7 juli 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verwondingen van de zwager, die bestonden uit snijwonden op het hoofd, niet met voldoende zekerheid konden worden toegeschreven aan de verdachte. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om te stellen dat de verdachte de verwondingen had veroorzaakt met opzet of dat hij het voornemen had om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. De verklaringen van de betrokkenen waren tegenstrijdig en er was geen mes aangetroffen tijdens het onderzoek. Hierdoor kon de rechtbank niet vaststellen wie het mes in eerste instantie had getrokken en hoe de verwondingen precies waren ontstaan.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel de zware mishandeling als de poging daartoe. Daarnaast werd de benadeelde partij, de ex-zwager, niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, omdat er geen bewezenverklaring was van het tenlastegelegde feit. De rechtbank oordeelde dat de benadeelde partij geen recht had op schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en vond plaats in het openbaar.