ECLI:NL:RBGEL:2023:3183

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 april 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
C/05/416103 / KG ZA 23-78
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over vergunningplicht en misleidende reclame in ICT-dienstverlening aan onderwijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen The Rent Company B.V. en Signpost Nederland B.V. The Rent Company, een leverancier van ICT-diensten aan het voortgezet onderwijs, vorderde dat Signpost Nederland, die zich richt op zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs, zou stoppen met het aanbieden van dekking tegen schade en diefstal bij de verkoop van laptops en tablets zonder de vereiste vergunning van De Nederlandsche Bank (DNB). The Rent Company stelde dat Signpost Nederland zich schuldig maakte aan oneerlijke handelspraktijken en misleidende reclame door deze dekking aan te bieden zonder de benodigde vergunning en zonder de juiste informatie te verstrekken aan consumenten. De rechtbank oordeelde dat Signpost Nederland inmiddels een externe verzekeraar had ingeschakeld, waardoor de overtreding van de vergunningplicht was gestaakt. De voorzieningenrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat Signpost Nederland zich schuldig maakte aan oneerlijke handelspraktijken of ongeoorloofde vergelijkende reclame. De vorderingen van The Rent Company werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/416103 / KG ZA 23-78
Vonnis in kort geding van 25 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
THE RENT COMPANY B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te 's-Hertogenbosch,
eiseres,
advocaten mrs. M.W.E. Evers en G.N. Creijghton te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIGNPOST NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Tiel,
gedaagde,
advocaten mrs. P.D. Olden en S.J. de Wijs te Amsterdam.
Partijen zullen hierna The Rent Company en Signpost Nederland genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties 1 tot en met 20
  • de conclusie van antwoord in kort geding van Signpost Nederland met producties 1 tot en met 6
  • de nagekomen productie 7 van Signpost Nederland
  • de nagekomen productie 21 van The Rent Company
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 11 april 2023
  • de pleitnota van The Rent Company
  • de pleitnota van Signpost Nederland.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zowel The Rent Company als Signpost Nederland houdt zich bezig met ICT-dienstverlening aan de onderwijssector. Beide bedrijven zijn (onder meer) actief op de Nederlandse markt waarbij The Rent Company zich met name richt op het voortgezet onderwijs en Signpost Nederland zich (in Nederland) met name op het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs richt.
2.2.
De door partijen geboden dienstverlening bestaat onder meer uit de verkoop en verhuur van hardware zoals laptops, tablets en Chromebooks (hierna ook wel: device(s)) aan scholen en ouders/verzorgers van leerlingen. Partijen maken voor scholen die hen selecteren als leverancier een specifieke webshop/bestelsite aan waar (ouders/verzorgers van) leerlingen vervolgens (een) device(s) kunnen bestellen. Naast de verkoop en verhuur van devices bieden beide partijen aanvullende diensten aan die zijn toegespitst op (de ouders/verzorgers van) leerlingen en scholen.
2.3.
Bij aanschaf van een device via The Rent Company kan de betreffende klant een ‘Easy4u computerverzekering’ afsluiten die gedurende een bepaalde termijn aanvullende dekking biedt tegen (gebruikers)schade (buiten de fabrieksgarantie) en diefstal. Het risico onder die verzekering wordt gedekt door verzekeraar MS Amlin Insurance SE.
2.4.
De door Signpost Nederland verkochte en verhuurde devices zijn voor de duur van ten minste drie jaar voorzien van de zogenaamde ‘Next Business Day On Site-garantie’. Deze garantie houdt in dat, in geval van schade binnen en buiten de fabrieksgarantie, het betreffende device de volgende werkdag op school of bij de leerling thuis wordt gerepareerd door een eigen medewerker van Signpost Nederland. Bij diefstal biedt Signpost Nederland de klant een vervangend apparaat aan. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval en/of de aard van het defect brengt Signpost Nederland voor de geleverde service al dan niet een eigen risico (‘forfait’) van € 39,00 in rekening.
2.5.
The Rent Company heeft De Nederlandsche Bank (hierna: DNB) bij brief van 24 mei 2022 verzocht om zich in een reikwijdteoordeel uit te laten over de toelaatbaarheid van een nieuwe bedrijfsopzet van The Rent Company, waarbij dekking bij schade (buiten garantie) en bij diefstal is inbegrepen in de koopprijs van devices en waarbij een device bij door de gebruiker zelf veroorzaakte schade en bij diefstal tegen een vast tarief gerepareerd c.q. vervangen wordt. In de brief wordt expliciet verwezen naar (de website) van Signpost Nederland.
2.6.
Bij brief van 26 juli 2022 heeft DNB zich uitgelaten over de toelaatbaarheid van de onder 2.5 genoemde bedrijfsopzet en op basis van de ontvangen informatie onder meer geconcludeerd dat de door The Rent Company beschreven bedrijfsopzet kwalificeert als een schadeverzekering in de zin van de artikelen 7:925 BW jo 7:944 BW en 1:1 van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft).
2.7.
In het dossier bevindt een e-mailbericht van 10 november 2022 van (een medewerker van) Signpost Nederland aan (een medewerker van) een school naar aanleiding van een reeds gevoerd verkoop/kennismakingsgesprek. In dit e-mailbericht worden de belangrijkste kenmerken en voorwaarden (zoals van de ‘Next Business Day on Site-garantie’) van de werkwijze van Signpost Nederland opgesomd. In dit verband schrijft Signpost Nederland:
‘(…)
Signpost heeft een heldere prijsstructuur. Wij kopen internationaal groot in, dit volumevoordeel geven wij door aan de eindgebruikers. Daarnaast is er voor service, diefstal, etc. geen externe partij betrokken. Ook dit leidt tot besparingen die terug te zien zijn in onze prijzen.
(…)’
Verder vergelijkt Signpost Nederland in het e-mailbericht op de volgende wijze het aanbod van The Rent Company met het aanbod van Signpost Nederland:
‘(…)
Op dit moment is dit jullie huidige aanbod met de bijhorende prijzen op basis van
36 maanden en het totaalpakket:
Model
CPU
RAM
SSD
Touch
Prijs koop
Prijs huur
Toestel 1
Dell - Chromebook 3110 2-in-1
N4500
4 GB
32GB
JA
€ 469,50
€13,05 p/m
Toestel 2
Dell - Latitude 3120 2-in-1
N6000
8 GB
128 GB
JA
€ 669,50
€18,60 p/m
Als we dit vergelijken met het Signpost aanbod, dan komen we het op volgende uit:
Model
CPU
RAM
SSD
Touch
Prijs
Prijs huur
Toestel 1
Asus Chromebook 1100 2-in-1
N4500
4 GB
32 GB
JA
€ 339,00
€ 9,65
Toestel 2
HP Pro Fortis G9
N6000
8 GB
128 GB
JA
€ 599,00
€ 17,15
Als we dit dan in effectieve prijsverschillen gieten, dan kan u onderstaand ons
‘voordeel’ op basis van prijs terugvinden.
De bedragen gaan van 70 tot 170 euro per toestel.
Prijsverschil 3 jaar totaalpakket
Prijsverschil 3 jaar totaalpakket + €40 voucher actie
Toestel 1
€ 130,50
€ 170,50
Toestel 2
€ 70,50
€ 120,50
Bij deze prijsverschillen moeten we opmerken dat bovenstaande Signpost - prijzen vast staan voor 2023. De prijzen waar we mee vergelijken zijn de 2022 - prijzen. Deze prijzen voor 2023 zullen zeker 5 - 10% hoger liggen. In tijden met hoge inflatie is deze pricing voor ouders natuurlijk heel belangrijk.
(…)’
2.8.
Op 23 november 2022 heeft The Rent Company bij DNB een handhavingsverzoek ingediend met betrekking tot de door Signpost Nederland geboden dekking bij schade buiten garantie en bij diefstal. Op enig moment nadien heeft DNB aan Signpost Nederland laten weten dat zij beschikt over informatie op grond waarvan zij vermoedt dat Signpost Nederland het bepaalde in artikel 2:27 lid 1 Wft (met betrekking tot de vergunningplicht voor verzekeraars) overtreedt.
2.9.
The Rent Company heeft Signpost Nederland bij brief van 24 januari 2023 gesommeerd om (i) (onder meer) het zonder vergunning van DNB verrichten van verzekeringsactiviteiten te staken door dekking van schade en diefstel tegen een eigen risico van € 39,00 bij de verkoop van devices niet langer aan te bieden, (ii) de overtreding ten aanzien van lopende overeenkomsten te beëindigen door deze te wijzigen en (iii) op (onder meer) haar website misleidende informatie te verwijderen en ontbrekende of onvolledige informatie aan te vullen met de wettelijk vereiste informatie.
2.10.
Begin februari 2023 heeft Signpost Nederland aan DNB onder meer laten weten dat niet evident was dat de garanties naar maatstaf van DNB wel als schadeverzekering kunnen worden aangemerkt. Voor zover dat al anders zou zijn, kan/kon zij mogelijk gebruik maken van de Vrijstellingsregeling Wft. Verder deelde zij mee dat zij offertes van verzekeraars heeft opgevraagd om de door haar geboden dekking, voor zover het schade buiten de fabrieksgarantie en diefstal betreft, bij een externe verzekeraar onder te brengen.
2.11.
In reactie op de onder 2.9 genoemde sommatiebrief heeft Signpost Nederland bij brief van 14 februari 2023 aan The Rent Company laten weten dat zij doende is haar dienstverlening te analyseren om te bezien of zij inderdaad als verzekeraar kwalificeert, dat zij hierover nauw contact onderhoudt met DNB en dat zij, indien dit nodig mocht blijken, haar dienstverlening aanpast, maar ook dat de door The Rent Company gestelde termijn van drie weken daarvoor te kort is en dat het bovendien niet aan The Rent Company is om in dat verband deadlines te stellen.
2.12.
Bij brief van 7 maart 2023 heeft Signpost Nederland DNB ervan op de hoogte gesteld dat zij voor de voorheen door haar geboden garanties zoals omschreven onder 2.4 gebruik zal gaan maken van een externe verzekeraar.
2.13.
Bij brief van 21 maart 2023 heeft verzekeraar Chubb European Group SE (hierna: Chubb) aan Signpost Nederland bevestigd dat zij per 1 april 2023 voorwaardelijke dekking biedt voor schade door ongevallen (buiten fabrieksgarantie) en bij diefstal met betrekking tot de door Signpost Nederland verkochte laptops voor de duur van 4 jaar, een en ander onder voorbehoud van afronding van het wettelijk verplichte due diligence onderzoek. De vastlegging van de gemaakte afspraken in een groepspolis met bijbehorende verzekeringsvoorwaarden volgt volgens Chubb naar verwachting begin april 2023.
Van het voornoemde heeft Signpost Nederland DNB bij e-mailbericht van 24 maart 2023 ook op de hoogte gesteld.
2.14.
Vanaf begin maart 2023 staat op (bepaalde) webpagina’s van Signpost Nederland, waaronder op de pagina met garantievoorwaarden (van school-specifieke webshops) en in de door Signpost Nederland uitgebrachte offertes, de volgende passage:
“Deze garantie of een deel van deze garantie zal verstrekt worden door of met behulp van een verzekeraar. Signpost is momenteel bezig om een verzekeraar hiervoor te selecteren.”

3.Het geschil

3.1.
The Rent Company vordert bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
Signpost Nederland te gebieden om, binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, het aanbieden in Nederland - in de huidige vorm, te weten zonder DNB-vergunning en zonder samenwerking met een vergunde verzekeraar - van dekking tegen schade (buiten garantie) en diefstal bij de verkoop van laptops en tablets (onder meer door middel van de in paragraaf 2.5.1, 2.5.2 en 2.6.8 onder
“Wanneer valt de herstelling buiten garantie maar wel onder forfait?”en paragraaf 2.8.4 en 2.8.5 van de dagvaarding geciteerde mededelingen en mededelingen van gelijke strekking) onmiddellijk te staken en gestaakt te houden;
Signpost Nederland te gebieden om, binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, te verwijderen, van de website(s) (waaronder www.signpost.nl), en school-specifieke webshops (waaronder https://byod-shop.signpost.eulgarantie), brochures en ander (verkoop)materiaal (in welke vorm dan ook), alle mededelingen die strekken tot het aanbieden door Signpost Nederland in Nederland van dekking tegen schade (buiten garantie) en diefstal bij de verkoop van laptops en tablets (waaronder de in paragraaf 2.5.1, 2.5.2 en 2.6.8 onder
“Wanneer valt de herstelling buiten garantie maar wel onder forfait”en paragraaf 2.8.4 en 2.8.5 van de dagvaarding geciteerde mededelingen en mededelingen van gelijke strekking);
Signpost Nederland te verbieden om, binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, Nederlandse (c.q. in Nederland gevestigde) scholen en organisaties (zoals Stichting Leergeld, gemeentes) schriftelijk of mondeling te (blijven) benaderen met het aanbieden van dekking tegen schade (buiten garantie) en diefstal - in de huidige vorm, te weten zonder DNB-vergunning en zonder samenwerking met een vergunde verzekeraar - bij de verkoop van laptops en tablets;
Signpost Nederland te gebieden om [binnen,
toevoeging rb] 5 kalenderdagen na betekening van dit vonnis aan alle Nederlandse scholen en organisaties (zoals Stichting Leergeld en gemeentes), waarmee Signpost Nederland reeds samenwerkt of waarmee Signpost Nederland een verkoopgesprek heeft gehad en/of waaraan Signpost Nederland een offerte heeft gestuurd voor schooljaar 2023/2024, een e-mailbericht te sturen (met gelijktijdige verzending van een kopie daarvan aan de advocaat van The Rent Company), met gebruikmaking van uitsluitend onderstaande tekst, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen tekst, in lettergrootte 12, zonder verdere wijzigingen, toevoegingen of omissies van welke aard dan ook:
Rectificatie op last van de voorzieningenrechter
Bij vonnis van [***] heeft de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland locatie
Arnhem geoordeeld dat Signpost Nederland B.V. bij de verkoop van laptops en tablets in strijd met de wet handelt en daarmee onrechtmatig jegens haar rechtstreekse concurrent The Rent Company B.V. Het door Signpost als onderdeel van de ‘Next Business Day On-Site’-garantie aanbieden van reparaties en/of vervangingen bij schade (buiten garantie) of bij diefstal kwalificeert als schadeverzekering. Voor het aanbieden van een schadeverzekering is een vergunning vereist van De Nederlandsche Bank en gelden specifieke (informatie)verplichtingen tegenover de consument. Hieraan voldeden wij niet. Voornoemde dekking mogen wij niet langer in de huidige vorm aanbieden. We zijn daarom veroordeeld tot het sturen van deze rectificatie.
Met vriendelijke groet, [naam statutair bevoegde directeur]”;
Signpost Nederland te gebieden om [binnen,
toevoeging rb] 5 kalenderdagen na betekening van dit vonnis de onder sub (iv) geciteerde rectificatie ook op haar website www.signpost.nl te plaatsen en ook middels haar nieuwsbrief per e-mail te versturen, eveneens zonder verdere wijzigingen, toevoegingen of omissies en met gelijktijdige verzending van een kopie van de nieuwsbrief aan de advocaat van The Rent Company;
althans zodanige voorzieningen te treffen die de voorzieningenrechter geraden acht;
Signpost Nederland te veroordelen om aan The Rent Company een dwangsom van € 10.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te betalen voor iedere dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat Signpost Nederland met het onder sub (i), sub (ii), sub (iii), sub (iv), sub (v) of sub (vi) gebodene/verbodene - geheel of gedeeltelijk - in gebreke is, met een maximum van € 1.000.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maximum;
Signpost Nederland te veroordelen tot betaling van de kosten van dit geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de (na)kosten.
3.2.
Signpost Nederland voert verweer en concludeert tot weigering van de gevorderde voorzieningen, met veroordeling van The Rent Company in de kosten van de procedure.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Beoordelingskader in kort geding

4.1.
Voorop moet worden gesteld dat in het kader van dit kort geding slechts een voorlopig oordeel kan worden gegeven over de rechtsverhouding van partijen aan de hand van de toepasselijke materiële rechtsregels en na een afweging van de wederzijdse belangen. Het voorlopige oordeel in dit kort geding moet gebaseerd zijn op de ten tijde van de behandeling van het kort geding bekende feiten en omstandigheden. Voor nadere bewijslevering en onderzoek zoals in een bodemprocedure is in kort geding geen plaats. Bepalend is dus of feiten die relevant zijn voor de toewijsbaarheid van de vordering voldoende aannemelijk zijn geworden op grond van hetgeen partijen in deze kort gedingprocedure naar voren hebben gebracht.
4.2.
The Rent Company vordert in dit kort geding onder i. dat Signpost Nederland wordt geboden om het aanbieden van dekking tegen schade (buiten garantie) en bij diefstal zonder vergunning van DNB en zonder samenwerking met een vergunde verzekeraar te staken, onder ii. dat mededelingen met betrekking tot die dekking van (school-specifieke) websites en (verkoop)materiaal worden verwijderd en onder iii. dat Signpost Nederland wordt verboden om voornoemde dekking aan te bieden aan scholen en organisaties bij de verkoop van laptops en tablets. Voorts vordert The Rent Company een rectificatie, te zenden aan alle in Nederland gevestigde scholen en organisaties waarmee Signpost Nederland samenwerkt, waarmee zij een verkoopgesprek heeft gehad en/of waaraan Signpost Nederland een offerte heeft gestuurd voor schooljaar 2023/2024, en te plaatsen op haar website en in haar nieuwsbrief (vorderingen iv. en v.).
4.3.
The Rent Company legt, in de kern, aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. De door Signpost Nederland bij de verkoop van laptops en tablets standaard geboden dekking bij schade door ongevallen na verloop van de (fabrieks)garantie en bij diefstal kwalificeert als een (schade)verzekering in de zin van artikel 7:925 en 7:944 BW. Signpost Nederland presenteert deze dekking ook als een verzekering aan scholen en ouders/verzorgers terwijl zij niet over de vereiste vergunning van DNB (ex artikel 2:27 lid 1 Wft) beschikt om een (schade)verzekering te mogen aanbieden. Signpost Nederland houdt zich bovendien niet aan de voor verzekeraars geldende (informatie)verplichtingen op grond van artikel 4:20 Wft. Zo verstrekt Signpost Nederland geen
Insurance Product Information Document(hierna: IPID) aan haar klanten terwijl dat is vereist op grond van artikel 65 van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (BGfo Wft) en handelt zij in strijd met verbod op koppelverkoop in de zin van 4:63a lid 1 Wft, aangezien de door haar geboden dekking standaard bij de koopprijs inbegrepen is. Het voorgaande kwalificeert volgens The Rent Company als een misleidende omissie in de zin van artikel 6:193d lid 2 BW juncto artikel 6:193f sub e BW zodat sprake is van oneerlijke handelspraktijken zoals bedoelt in de artikelen 6:193b lid 2 en 6:193b lid 3 sub a BW.
Volgens The Rent Company maakt Signpost Nederland zich op grond van het voorgaande tevens schuldig aan ongeoorloofde vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a lid 2 sub a BW en is bovendien sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a lid 2 onder c BW, nu Signpost Nederland in haar communicatie richting scholen en ouders/verzorgers de door haar en The Rent Company gehanteerde prijzen niet op een objectieve wijze vergelijkt. The Rent Company lijdt naar eigen zeggen schade als gevolg van het onrechtmatige handelen van Signpost Nederland, nu Signpost Nederland door kostenbesparingen en de simpelere bedrijfsopzet voor zichzelf een gunstigere concurrentiepositie creëert, waardoor The Rent Company (de komende jaren) klanten verliest of misloopt.
Schending artikel 2:27 Wft, informatieverplichtingen en oneerlijke handelspraktijken
4.4.
Met betrekking tot de gestelde overtreding van artikel 2:27 Wft door Signpost Nederland geldt het volgende. Tussen partijen is niet in geschil dat Signpost Nederland niet over een vergunning van DNB in de zin van artikel 2:27 lid 1 Wft beschikt om het bedrijf van (schade)verzekeraar te mogen uitoefenen. Ook staat vast dat Signpost Nederland tot voor kort dekking bood (in eigen beheer) voor schade door ongevallen buiten de (fabrieks)garantie en bij diefstal. Partijen verschillen echter van mening over het antwoord op de vraag of die door Signpost Nederland geboden dekking voor schade na verloop van de (fabrieks)garantie en bij diefstal als schadeverzekering in de zin van de artikelen 1:1 Wft en 7:925 juncto 7:944 BW kwalificeert en in het verlengde daarvan of Signpost Nederland voor het aanbieden daarvan over voornoemde vergunning van DNB dient te beschikken of dat zij zich op artikel 1f lid 1 van de Vrijstellingsregeling Wft (voor kleine verzekeraars) kan beroepen, op grond waarvan zij zou zijn vrijgesteld van die vergunningsplicht.
4.5.
Of de (tot voor kort) door Signpost Nederland geboden dekking als schadeverzekering kwalificeert en of Signpost Nederland in dat verband in strijd handelt c.q. heeft gehandeld met het bepaalde in artikel 2:27 lid 1 Wft, kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter in het midden blijven, nu vaststaat dat Signpost Nederland inmiddels (in samenspraak met DNB) verzekeraar Chubb heeft ingeschakeld en deze verzekeraar blijkens de in het geding gebrachte ‘Groepspolis Signpost Nederland B.V. Laptopverzekering’ vanaf 1 april 2023 gedurende een periode van in ieder geval vier jaar dekking biedt bij schade door ongevallen buiten de (fabrieks)garantie en in geval van diefstal. Tussen partijen is niet in geschil dat zodra Signpost Nederland de voorheen door haarzelf gedekte risico’s (definitief) bij een externe schadeverzekeraar heeft ondergebracht, zij niet meer zelf over een vergunning in de zin van artikel 2:27 lid 1 Wft hoeft te beschikken. Dat betekent dat alleszins aannemelijk is dat ook indien ervan moet worden uitgegaan dat de door Signpost Nederland geboden dekking als schadeverzekering moet worden aangemerkt en Signpost Nederland vergunningsplichtig was, zoals The Rent Company betoogt, de overtreding van het bepaalde in artikel 2:27 lid 1 Wft inmiddels is gestaakt en Signpost Nederland in dat geval niet (meer) als aanbieder van een verzekering in de zin van 7:925 BW moet worden beschouwd. Van een dreigende voortdurende schending van het bepaalde in artikel 2:27 lid 1 Wft is in dat geval geen sprake. Dat de geboden dekking thans nog voorlopig is, een en ander in afwachting van de afronding van het wettelijk vereiste due diligence onderzoek met betrekking tot de uitbesteding van de schadeafhandeling door Chubb aan Signpost Nederland, doet daar niet aan af, nu geen aanleiding bestaat om te veronderstellen dat de uitkomst van dit due diligence onderzoek ertoe zal leiden dat tussen Signpost Nederland en Chubb geen definitieve overeenkomst zal worden gesloten. The Rent Company heeft in dat verband volstaan met de enkele opmerking dat nog geen sprake is van een getekende overeenkomst en dat het traject ‘langer duurt’ dan Signpost Nederland voorstelt, hetgeen zij overigens niet heeft onderbouwd. Dat betekent dat vooralsnog ervan wordt uitgegaan dat de door Signpost Nederland aangevraagde dekking definitief zal worden verleend.
4.6.
Ter zitting heeft The Rent Company nog toegevoegd dat het dan wel zo kan zijn dat Signpost Nederland inmiddels een externe verzekeraar heeft ingeschakeld, zodat Signpost Nederland zelf niet (meer) kwalificeert als schadeverzekeraar in de zin van de Wft c.q. daar geen vergunning van de DNB (meer) voor nodig heeft, maar dat Signpost Nederland ook wanneer de door Chubb geboden dekking definitief is, in strijd handelt met allerhande gedragsregels en (informatie)verplichtingen uit de Wft. Signpost Nederland gaat dan in de visie van The Rent Company als schadeafhandelaar en dus als bemiddelaar optreden, zoals gedefinieerd in artikel 1:1 Wft, terwijl zij niet beschikt over de op grond van artikel 2:80 Wft vereiste vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Waar Signpost Nederland als bemiddelaar optreedt, dient zij zich, ook indien zij (nog) niet over de daartoe vereiste vergunning beschikt, ook aan de gedragsregels van artikel 4:21 Wft juncto artikel 4:20 Wft te houden. Zo dient Signpost Nederland aan haar klanten een IPID te verstrekken, wat zij momenteel niet doet. Bovendien handelt Signpost Nederland volgens The Rent Company (nog steeds) in strijd met het verbod op koppelverkoop dat ook voor bemiddelaars geldt, gelet op het bepaalde inartikel 4:75a Wft, nu de geboden dekking standaard is inbegrepen in de verkoopprijs en Signpost Nederland haar klanten niet de mogelijkheid biedt om devices zonder verzekering aan te schaffen.
4.7.
The Rent Company heeft ter onderbouwing van haar stelling, dat degene die een (externe) groepsverzekering aanbiedt, vermoedelijk als bemiddelaar in de zin van artikel 1:1 Wft optreedt, verwezen naar een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 29 september 2022 (ECLI:EU:C:2022:733) en een door haar (tardief) in het geding gebrachte juridische analyse van (onder meer) die uitspraak (productie 21). Tegen de door The Rent Company ingenomen stelling en de aan de hiervoor genoemde uitspraak verbonden conclusies heeft Signpost Nederland gemotiveerd verweer gevoerd dat erop neerkomt dat aan Signpost Nederland geen vergoeding voor het aanbieden van een (groeps)verzekering wordt betaald zodat geen sprake is van een economisch belang bij het aanbieden en verkopen van die verzekering en dat zij niet als bemiddelaar optreedt in voornoemde zin.
Nu deze niet verder onderbouwde stelling ter zitting voor het eerst door The Rent Company naar voren gebracht en er gemotiveerd verweer is gevoerd, kan voorshands niet van de juistheid daarvan worden uitgegaan. Of Signpost Nederland als bemiddelaar in de zin van artikel 1:1 Wft moet worden aangemerkt, zoals The Rent Company stelt en Signpost Nederland betwist, kan alleen worden geduid in het licht de in dat verband relevante feiten en omstandigheden en die zijn ter zitting onvoldoende uit de verf gekomen. Gelet op de standpunten van partijen over en weer kan binnen het bestek van dit kort geding, waar geen ruimte bestaat voor een nader onderzoek naar de feiten, dan ook niet worden vastgesteld dat Signpost Nederland optreedt als bemiddelaar in de zin van de Wft.
4.8.
Nu binnen het bestek van dit kort geding niet kan worden vastgesteld dat Signpost Nederland (thans) als aanbieder dan wel als bemiddelaar van (een) verzekering(en) moet worden beschouwd in de zin van de Wft, zijn de op grond van artikel 4:20 Wft (juncto artikel 4:21 Wft) geldende (informatie)verplichtingen en het verbod op koppelverkoop in de zin van de artikelen 4:63a lid 1 en 4:75a lid 1 Wft niet zonder meer op Signpost Nederland van toepassing.
Tussen partijen is echter niet in geschil dat Signpost Nederland wel op grond van de met Chubb gemaakte afspraken (zoals neergelegd in de groepspolis) overeenkomstig het bepaalde in (onder meer) artikel 4:20 Wft zorg dient te dragen voor een juiste en volledige informatieverstrekking aan degenen die bij de aankoop van een laptop via haar een verzekering afsluiten bij Chubb. Hieronder valt ook volgens Signpost Nederland zelf in ieder geval het verstrekken van de ‘Algemene Voorwaarden laptopverzekering’ en het IPID (de verzekeringskaart) aan begunstigden van die verzekering. Signpost Nederland voldoet naar eigen zeggen ook aan voornoemde verplichtingen en dit is op basis van de in het geding gebrachte stukken (producties 3 en 7 van Signpost Nederland) en het verhandelde ter zitting ook genoegzaam gebleken. The Rent Company heeft ter zitting weliswaar nog opgemerkt dat niet te verifiëren valt of het door Signpost Nederland overgelegde IPID het bij de polis van Chubb behorende IPID betreft en tevens dat het IPID (nog) niet compleet zou zijn, maar dit heeft The Rent Company niet nader onderbouwd en dit blijkt ook verder nergens uit. Dat betekent dat er thans vanuit zal worden gegaan dat het door Signpost Nederland in het geding gebrachte IPID en de algemene verzekeringsvoorwaarden van Chubb aan begunstigden van de verzekering van Chubb (zullen) worden verstrekt c.q. deze stukken voor eenieder toegankelijk zijn en dat deze documenten ook aan de wettelijke vereisten voldoen. Dat de verzekeringsvoorwaarden van Chubb (nog) niet aan voornoemde groepspolis zijn gehecht c.q. niet in het geding zijn gebracht maakt het voorgaande niet anders.
4.9.
De conclusie is dat binnen het kader van dit kort geding niet aannemelijk is geworden dat, voor zover de uit de Wft voortvloeiende (informatie)verplichtingen al op Signpost Nederland rusten, Signpost Nederland daar op dit moment dan wel in de toekomst niet aan voldoet. Dat betekent dat reeds om die reden van een omissie van informatie met voldoende materieel belang om de gemiddelde consument te misleiden in de zin van de artikelen 6:193d lid 2 juncto 6:193f sub e BW niet is gebleken. Hetgeen The Rent Company met betrekking tot oneerlijke handelspraktijken heeft gesteld kan dan ook niet tot toewijzing van de vorderingen onder i. tot en met iii. leiden.
Ongeoorloofde vergelijkende reclame
4.10.
Met betrekking tot de door The Rent Company gestelde ongeoorloofde vergelijkende reclame wordt als volgt overwogen. Binnen het bestek van dit kort geding is niet komen vast te staan dat sprake is van de door The Rent Company gestelde oneerlijke handelspraktijken, zodat reeds om die reden geen sprake is van de door The Rent Company gestelde ongeoorloofde vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a lid 2 sub a BW.
The Rent Company stelt zich voorts op het standpunt dat Signpost Nederland in strijd handelt met het bepaalde in artikel 6:194a lid 2 onder c BW, nu Signpost Nederland in haar correspondentie met scholen en ouders/verzorgers de door haar en The Rent Company gehanteerde prijzen niet op een objectieve wijze met elkaar vergelijkt. Zo vergelijkt Signpost Nederland in haar (per e-mailbericht toegestuurde) verslagen van verkoopgesprekken met scholen (zoals weergegeven onder 2.7) laptops van verschillende fabrikanten met elkaar en vergelijkt Signpost Nederland prijzen van The Rent Company van 2022 met de prijzen van Signpost Nederland van 2023, waarbij zij suggereert dat de prijzen van The Rent Company in 2023 vanwege inflatie ‘zeker 5 tot 10% hoger’ zullen liggen. Ook wijst Signpost Nederland er in haar correspondentie op dat zij lagere prijzen kan aanbieden omdat zij niet samenwerkt met een externe partij. The Rent Company maakt wel (compliance)kosten voor de samenwerking met een verzekeraar, aangezien zij zich in tegenstelling tot Signpost Nederland aan de wet houdt, zodat de door Signpost Nederland gemaakte vergelijking met het aanbod en de prijzen van The Rent Company niet opgaat en niet geoorloofd is.
4.11.
Signpost Nederland heeft niet (gemotiveerd) betwist dat sprake is van reclame die moet worden aangemerkt als vergelijkend in de zin van artikel 6:194a BW. Dergelijke reclame is slechts toegestaan onder meer op voorwaarde dat de goederen en/of diensten op objectieve wijze met elkaar worden vergeleken. Niet in te zien valt echter dat de wijze waarop Signpost Nederland de prijzen van de door haar en The Rent Company aangeboden producten met elkaar vergelijkt per definitie niet objectief is. Dat Signpost Nederland laptops van verschillende fabrikanten en specificaties met elkaar vergelijkt en dat zij suggereert dat de prijzen van The Rent Company in 2023 ‘5-10 %’ zullen stijgen vanwege inflatie, is voor die conclusie onvoldoende. The Rent Company heeft dit ook niet nader toegelicht en in elk geval ook niet aannemelijk gemaakt dat de suggestie omtrent de prijsstijging niet juist is. Met betrekking tot de opmerking van Signpost Nederland in correspondentie richting scholen, dat zij niet samenwerkt met een externe partij en dat zij daarom lage(re) prijzen kan aanbieden, geldt dat genoegzaam is gebleken dat Signpost Nederland sinds begin maart 2023 op haar websites, (school-specifieke) webshop(s) en offertes aan scholen vermeldt dat (een deel van) de garanties bij schade en diefstal zullen worden verstrekt door of met behulp van een externe verzekeraar en dat zij doende is een verzekeraar daarvoor te benaderen. Verder is niet gebleken dat Signpost Nederland, zoals The Rent Company in haar stukken lijkt te suggereren, sinds 1 april 2023 nog communiceert dat zij haar producten goedkoper kan aanbieden (dan The Rent Company) omdat voor de door haar geboden service bij schade en diefstal geen externe partij betrokken is.
4.12.
Signpost Nederland hoeft overigens naar eigen zeggen geen wijziging in de door haar gehanteerde (verkoop)prijzen door te voeren naar aanleiding van het inschakelen van een externe verzekeraar omdat de door haar in dat verband te maken kosten marginaal zijn wanneer deze worden afgezet tegen de kosten die zij tot voorkort moest maken om zelf voornoemde dekking bij schade en diefstal te kunnen bieden. The Rent Company heeft daar ter zitting tegenovergesteld dat, om langdurig te mogen blijven samenwerken met een externe verzekeraar en de te betalen premie voor de (eind)klant zo laag mogelijk te houden, interne systemen moeten worden aangepast (met betrekking tot onder meer de schadeafhandeling, rapportages, de inrichting van webshops en de premie-incasso) en dat dat, nog afgezien van de verschuldigde premie, tonnen per jaar kost, maar dit wordt gemotiveerd betwist door Signpost Nederland en The Rent Company heeft hetgeen zij in dit verband heeft gesteld ook niet nader met stukken kunnen onderbouwen. Het valt binnen het bestek van dit kort geding dan ook niet vast te stellen hoeveel kosten daarmee gemoeid gaan en ook niet of dat betekent dat Signpost Nederland haar prijzen wél zal moeten bijstellen in de (nabije) toekomst. Het voorgaande betekent dat vooralsnog niet kan worden gezegd dat Signpost Nederland in haar correspondentie te lage prijzen heeft vergeleken met de door The Rent Company gehanteerde prijzen en (dus) sprake is van een vergelijking die niet objectief is (c.q. niet strookt met de werkelijk door Signpost Nederland gehanteerde prijzen) in de zin van artikel 6:194a lid 2 onder c BW. Dat Signpost Nederland zich thans schuldig maakt aan misleidende en dus ongeoorloofde vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a lid 2 sub c BW is dan ook niet komen vast te staan, zodat ook deze grondslag niet tot toewijzing van de vorderingen onder i. tot en met iii. kan leiden.
Belangenafweging
4.13.
Een belangenafweging tussen de belangen van partijen over en weer kan niet tot een ander oordeel leiden. Het is The Rent Company blijkens de in het geding gebrachte stukken en het verhandelde ter zitting met name erom te doen dat Signpost Nederland zich aan de relevante wet- en regelgeving houdt bij de verkoop van haar devices en dat ouders/verzorgers en scholen op een transparante wijze van de relevante informatie worden voorzien in het kader van de daarbij aan te schaffen financiële producten zoals in het onderhavige geval verzekeringen. Gebleken is dat Signpost Nederland doende is om via Chubb definitieve dekking te verkrijgen voor de eerst door haarzelf gedekte risico’s bij schade en diefstal en zoals reeds is overwogen bestaat geen aanleiding om te veronderstellen dat dit niet binnen afzienbare tijd zal lukken. Uit de in het geding gebrachte stukken blijkt verder dat Signpost Nederland haar (potentiële) klanten erover informeert dat zij doende is een verzekeraar in te schakelen voor (een deel van) de door haar geboden garanties. The Rent Company is er binnen het bestek van dit kort geding verder niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat Signpost Nederland, zodra zij over definitieve dekking van Chubb beschikt, (alsnog) in strijd handelt met enige (informatie)verplichting uit de Wft. Anders dan The Rent Company kennelijk meent, rechtvaardigt het enkele gegeven dat de dekking van Chubb op dit moment nog niet definitief en in die zin onzeker is, nog niet toewijzing van de onder i. tot en met iii. gevorderde voorzieningen. Toewijzing van die vorderingen zou immers feitelijk neerkomen op een verbod om laptops te verkopen met een dekking tegen schade buiten (fabrieks)garantie en bij diefstal, die sinds 1 april 2023 onder de (voorlopige) dekking van Chubb valt, tijdens het voor beide partijen relevante verkoopseizoen. Dit terwijl Signpost Nederland binnen afzienbare tijd na de sommatie van The Rent Company op 24 januari 2023 (al dan niet zekerheidshalve) een externe verzekeraar in de arm heeft genomen voor de tot dat moment door haarzelf geboden garanties bij schade en diefstal. Bij dit alles speelt mede een rol dat genoegzaam is gebleken dat The Rent Company reeds sinds medio 2022 haar vraagtekens bij de toelaatbaarheid daarvan plaatst. Zij heeft DNB immers al in mei 2022 verzocht om een reikwijdteoordeel over een wijze van dekking bij schade en diefstal die overeenkomt met de tot voorkort door Signpost Nederland geboden dekking. The Rent Company is desondanks (al dan niet vanwege grote drukte in de zomer en herfst van 2022, zoals zij heeft gesteld ter zitting) pas in maart 2023 overgegaan tot het aanhangig maken van een kort geding. Zij heeft er zelf voor gekozen om zo lang te wachten en kan nu niet van Signpost Nederland verwachten dat zij per ommegaande de verlangde voorzieningen verstrekt.
4.14.
The Rent Company heeft gelet op het voorgaande onvoldoende onderbouwd waarom zij op dit moment voldoende (spoedeisend) belang heeft bij toewijzing van het door haar gevorderde onder i. tot en met iii., al dan niet totdat de door Chubb verleende dekking definitief wordt, en dat dit belang zou moeten prevaleren boven het belang van Signpost Nederland bij het mogen blijven verkopen van devices aan scholen en ouders/verzorgers met voorlopige dekking van Chubb. De slotsom is dan ook dat de vorderingen onder i. tot en met iii. zullen worden afgewezen. Nu niet is komen vast te staan dat Signpost Nederland zich schuldig maakt aan oneerlijke handelspraktijken dan wel ongeoorloofde vergelijkende reclame of anderszins onrechtmatig jegens The Rent Company handelt, bestaat eveneens onvoldoende grond voor toewijzing van de onder iv. en v. gevorderde rectificatie (al dan niet geformuleerd zoals door The Rent Company ter zitting gesuggereerd). De vorderingen onder vi. en vii. zullen gelet op het voorgaande eveneens worden afgewezen.
4.15.
The Rent Company zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten worden aan de zijde van Signpost Nederland tot op heden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris €
1.079,00
Totaal € 1.755,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt The Rent Company in de proceskosten, tot op heden begroot op € 1.755,00,
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2023.