ECLI:NL:RBGEL:2023:3029

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
10260846
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • F.M.TH. Quaadvliet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van kantonrechter naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 17 mei 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen [verzoeker] en [verweerder], die beiden aandeelhouders en bestuurders waren van de besloten vennootschap Freezone Communications B.V. (hierna: Freezone). Na de ontbinding van Freezone op 1 mei 2014, zijn beide partijen als vereffenaars aangesteld. Door onenigheid over de financiële afwikkeling van Freezone is er een rechtszaak ontstaan. De rechtbank heeft eerder in een vonnis van 30 december 2015 bepaald dat een notariskantoor als vereffenaar zou optreden. Echter, op 1 juli 2022 heeft het notariskantoor zijn werkzaamheden neergelegd en verzocht om een opvolgend vereffenaar te benoemen.

Op 15 december 2022 heeft [verzoeker] diverse verzoeken ingediend bij de kantonrechter, maar op 24 maart 2023 heeft hij aangegeven dat partijen afzien van de mondelinge behandeling en dat het verzoek wordt ingetrokken. Hierdoor was er geen samenhang meer tussen het verzoek en het tegenverzoek van [verweerder]. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van [verweerder] om een vereffenaar te benoemen niet bij de kantonrechter, maar bij de rechtbank behandeld moet worden. De zaak is daarom verwezen naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank Gelderland, waarbij partijen verplicht zijn om bij advocaat te verschijnen.

De kantonrechter heeft zich onbevoegd verklaard om de zaak te behandelen en heeft bepaald dat de beslissing omtrent de proceskosten door de rechter naar wie de zaak is verwezen zal worden genomen. Tevens is er een griffierecht van € 314,00 vastgesteld, dat door [verweerder] verschuldigd is.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: 10260846 \\ AZ VERZ 22-54
Beschikking van 17 mei 2023
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. M. Blok,
tegen
[verweerder],
te [woonplaats] ,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verweerder] ,
gemachtigde: mr. P.H.N. van Spanje.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ontvangen op 15 december 2022, met producties
- de brief van de rechtbank van 19 januari 2023 waarin staat dat de mondelinge behandeling plaatsvindt op 30 maart 2023
- het verweerschrift, tevens houdende zelfstandig verzoek met producties
- de e-mail van [verzoeker] van 24 maart 2023 waarin onder meer is aangegeven dat partijen afzien van de mondelinge behandeling.
1.2.
Hierna is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] en [verweerder] hebben samengewerkt in de besloten vennootschap Freezone Communications B.V. (hierna: Freezone). Zij waren daarvan ieder voor de helft aandeelhouder en tevens bestuurder.
2.2.
Op 1 mei 2014 is Freezone ontbonden en zijn [verzoeker] en [verweerder] vereffenaars geworden.
2.3.
Omdat [verzoeker] en [verweerder] het niet eens werden over de financiële afwikkeling van Freezone heeft er een rechtszaak plaatsgevonden. Partijen hebben, nadat ze met elkaar in overleg waren getreden, afgesproken [naam notariskantoor ] als vereffenaar aan te wijzen. De rechtbank heeft dit in overweging 5.2 van haar vonnis van 30 december 2015 ook vastgelegd. [naam notariskantoor ] heeft de opdracht aanvaard.
2.4.
Op 1 juli 2022 heeft [naam notariskantoor ] aan [verzoeker] en [verweerder] geschreven dat zij haar werkzaamheden neerlegt en aan [verzoeker] en [verweerder] verzocht een opvolgend vereffenaar te (laten) benoemen.

3.Het verzoek

3.1.
[verzoeker] heeft op 15 december 2022 diverse verzoeken bij de kantonrechter neergelegd. Aan die verzoeken had hij onder meer art. 2:23a lid 2 BW ten grondslag gelegd. De bevoegdheid van de kantonrechter was ook op dit artikel gebaseerd.
3.2.
Bij e-mail van 24 maart 2023 heeft [verzoeker] aangegeven dat tussen partijen nader overleg had plaatsgevonden en dat dat overleg er in heeft geresulteerd dat het verzoek ingetrokken wordt. Daarnaast schreef hij dat beide partijen overeengekomen zijn om geen aanspraak te maken op veroordeling van de andere partij in de proceskosten.
3.3.
Omdat het verzoek op deze wijze is ingetrokken en ook geen beslissing omtrent de proceskosten is verzocht, zal de kantonrechter in het hierna volgende enkel over het tegenverzoek oordelen.

4.Het tegenverzoek

4.1.
[verweerder] verzoekt, zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, als vereffenaar in de vereffening van Freezone B.V. in liquidatie te benoemen, een advocaat die staat op de lijst van benoembare curatoren voor faillissementen en die na aanvaarding van de benoeming overeenkomstig de wet en statuten tot vereffening overgaat.
4.2.
Aan zijn verzoek legt [verweerder] ten grondslag dat Freezone geen vereffenaar (meer) heeft. Als voormalig aandeelhouder en schuldeiser is [verweerder] belanghebbende en daarom wil hij dat de rechtbank op grond van art. 2:23 lid 2 BW een vereffenaar benoemt. Dat moet een derde, onafhankelijke, vereffenaar zijn en omdat gebleken is dat een notaris als vereffenaar een te afwachtende houding aanneemt, wordt verzocht om een advocaat/curator te benoemen.
4.3.
[verzoeker] refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

5.De beoordeling van het tegenverzoek

5.1.
Het verzoek van [verweerder] om over te gaan tot benoeming van een vereffenaar, nu een vereffenaar van Freezone ontbreekt, is een verzoek dat niet bij de kantonrechter, maar bij de rechtbank moet worden gedaan. In zijn verweerschrift, tevens houdende zelfstandig verzoek, heeft [verweerder] aangegeven dat zijn tegenverzoek bij de kantonrechter behandeld kon worden, omdat sprake was van - kort gezegd - samenhang tussen het verzoek en het tegenverzoek.
5.2.
Nu de samenhang er, door intrekking van het verzoek, niet meer is, zal de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, verwezen worden naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank Gelderland. Bepaald zal worden dat [verweerder] daar bij advocaat moet verschijnen.

6.De beslissing

De kantonrechter
in het tegenverzoek
6.1.
verklaart zich onbevoegd de zaak te behandelen en te beslissen;
6.2.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar een kamer voor andere zaken dan kantonzaken van het team kanton en handelsrecht van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem;
6.3.
bepaalt dat partijen alsdan bij advocaat in de procedure dienen te verschijnen;
6.4.
stelt vast dat de beslissing omtrent de proceskosten wordt genomen door de rechter naar wie de zaak is verwezen;
6.5.
bepaalt dat [verweerder] een bedrag van € 314,00 aan griffierecht verschuldigd is. Het bedrag zijn verschuldigd vanaf de dag waarop de zaak dient bij de kamer voor andere zaken dan kantonzaken van de rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, en moet binnen vier weken nadien zijn bijgeschreven op de rekening van het gerecht waar de zaak dient dan wel ter griffie zijn gestort;
6.6.
draagt de griffier op het procesdossier door te zenden naar de roladministratie van de kamer voor handelszaken van de rechtbank.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.M.TH. Quaadvliet en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.
610 \ 40141