ECLI:NL:RBGEL:2023:3010

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 april 2023
Publicatiedatum
26 mei 2023
Zaaknummer
05-087596-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal in vereniging, inbraak in vereniging, poging inbraak en voorhanden hebben van een vuurwapen

Op 28 april 2023 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen en inbraken in vereniging, alsook van het voorhanden hebben van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op verschillende data en locaties goederen heeft weggenomen, waaronder gereedschap en een zitmaaier, door middel van braak en inbraak. De verdachte is veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 234 dagen opgelegd, met aftrek van voorarrest, en heeft de overschrijding van de redelijke termijn in aanmerking genomen. Daarnaast zijn vorderingen van benadeelde partijen deels toegewezen, waarbij de rechtbank de verdachte heeft verplicht tot schadevergoeding aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de rechthebbenden gelast. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/219030-19 en 05/087596-20 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 28 april 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[Verdachte],
geboren op [Geboortedatum] in [Geboorteplaats] ,
wonende aan de [Adres] .
Raadsman: mr. V.P.J. Tuma, advocaat in Amersfoort.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
parketnummer 05/219030-19
1
hij op of omstreeks 29 augustus 2019 te Laren, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een loods/schuur, gelegen aan/nabij de [Adres] ) een (zogenaamde) hakselaar en/of (een hoeveelheid) gereedschap, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan (het bedrijf) [Bedrijf] en/of aan [Aangeefster 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 15 augustus 2019 te De Schiphorst, gemeente Meppel, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een bladblazer en/of ander (divers) gereedschap, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan V.O.F. [Bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
3
hij op of omstreeks 5 september 2019 te Terwolde, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een garage/schuur, gelegen aan de [Adres] ), een zitgrasmaaier (merk Husqvarna), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Naam] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
4
hij op of omstreeks 17 juni 2019 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een schuur, gelegen aan de [Adres] ) een zit(gras)maaier (merk/type Stiga Park), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
parketnummer 05/087596-20
1
hij in of omstreeks de periode van 2 september 2019 tot en met 5 september 2019, te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit een op/aan de [Adres] (aldaar) staande container):
-een bosmaaier (merk Makita) (inclusief 2 accu’s),
-een of meer walki talki’s (merk Boafeng) en/of
-een acculader,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
2
hij in of omstreeks de periode van 25 augustus 2019 tot en met 26 augustus 2019, te Markelo, gemeente Hof van Twente, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een garage (behorende bij een (vakantie)woning) (gelegen aan de [Adres] ) weg te nemen een bosmaaier (merk Husqvarna) en/of een of meer motorzagen (merk Husqvarna), geheel of ten dele toebehorende aan [Aangever 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, met (een) breekvoorwerp(en) de deur van die garage heeft geforceerd (en/of voornoemde goederen klaar heeft/hebben gezet/gelegd), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3
hij op of omstreeks 23 augustus 2019, te Eefde, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (in/uit de garage, behorend bij een woning, gelegen aan de [Adres] ):
-een grasmaaier (merk Husqvarna Rider),
-een bladblazer (merk Husqvarna),
-een kettingzaag (merk Stihl) en/of
-een bosmaaier (merk Stihl),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Naam] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
4
hij op of omstreeks 21 juni 2019, te Deventer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (uit een (zee)container, staand(e) op een bouwlocatie, gelegen aan de [Adres] ):
-een (motorzit)grasmaaier (merk Toro),
-een Multitool (merk Bosch),
-een schroefmachine (merk Bosch, type Grs18v-60c),
-een boormachine (merk Bosch, type Gdr 18v-200),
-een slijpmachine (merk Bosch),
-een bouwlamp (50W Led) en/of
-een (portable) radio (merk/type Rockbull Perfec),
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Naam] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 21 juni 2019 tot en met 10 september 2019, te Deventer en/of te Zutphen, althans (in ieder geval) in Nederland, een goed, te weten een (portable) radio (merk/type Rockbull Perfec), heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
5
hij of omstreeks 9 september 2019, te Zutphen, een wapen van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een (knal-)gasrevolver, merk/type Rohm/RG 6 (kaliber 6 mm), voorhanden heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, en 4 onder parketnummer 05/219030-19 en de feiten 1 t/m 3 en 5 onder parketnummer 05/087596-20 . Hij heeft vrijspraak verzocht voor feit 3 onder parketnummer 05/219030-19 en feit 4 (primair en subsidiair) onder parketnummer 05/087596-20. Ten aanzien van feit 3 onder parketnummer 05/087596-20 heeft de officier van justitie aangevoerd dat uit de bewijsmiddelen niet blijkt dat verdachte direct betrokken is geweest bij het feit, maar dat uit de identieke modus operandi, vallend binnen hetzelfde tijdsbestek waarin meerdere diefstallen achter elkaar bewezen kunnen worden en de aanwijzingen dat men met meer personen was, desondanks wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich in vereniging schuldig heeft gemaakt aan diefstal (zonder braak).
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de tenlastegelegde feiten 1 t/m 4 van parketnummer 05/219030-19 en de feiten 1 t/m 4 van parketnummer 05/087596-20. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier zit om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Meer specifiek heeft hij het volgende aangevoerd ten aanzien van:
  • feit 1 en 2 van parketnummer 05/219030-19 en feit 2 en 3 van parketnummer 05/087596-20: er kan niet worden vastgesteld dat verdachte op de plaats delict was;
  • feit 3 van parketnummer 05/219030-19 en feit 1 van parketnummer 05/087596-20: er kan niet worden vastgesteld dat verdachte op de plaats delict was. Het aanstralen van de telefoon van verdachte op een mast in een bepaalde plaats zegt weinig over de locatie van de gebruiker van de telefoon. Het is een feit van algemene bekendheid dat bij gebruik van een GSM andere zendmasten kunnen worden aangestraald dan de dichtstbijzijnde;
  • feit 4 van parketnummer 05/219030-19: de herkenning door verbalisant van verdachte is niet onderbouwd met specifieke persoonskenmerken en daarom onvoldoende betrouwbaar;
  • feit 4 van parketnummer 05/087596-20: de aanwezigheid van de radio in de woning van verdachte is onvoldoende om vast te stellen dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal. Verder blijkt uit het dossier niet dat verdachte wist of had kunnen vermoeden dat de radio van enig misdrijf afkomstig was.
Ten aanzien van feit 5 van parketnummer 05/087596-20 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 van parketnummer 05/219030-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 29 augustus 2019 een hakselaar en/of een hoeveelheid gereedschap van [Bedrijf] heeft weggenomen uit een loods aan de [Adres] in Laren.
De bewijsmiddelen
Op 4 september 2019 is aangifte gedaan door [Aangeefster 1] namens [Bedrijf] van diefstal van diverse goederen uit een loods aan de [Adres] in Laren.
[Aangeefster 1] heeft verklaard dat zij op 29 augustus 2019 omstreeks 10.30 haar woning aan de [Adres] in Laren had verlaten en dat zij zag dat de schuifdeur van de loods dicht zat. Om 15.00 uur diezelfde dag kwam zij terug en zag dat de loods open stond. [2] Om 19.00 uur zag zij dat een grijze hakselaar van het merk Lumag HC 15 NL, was weggenomen. [Aangeefster 1] heeft verder verklaard dat haar man, [Man aangeefster 1] , op 1 september 2019 constateerde dat de volgende goederen waren weggenomen uit een (niet afgesloten brandweer-) bus die in de loods stond:
- Makita slagschroefboormachine DTD 154 ZJ in blauwe kist inclusief accu;
- Makita accu slijptol 125 mm 18 V DGA 506 ZJ;
- EWM mig/mag lasapparaat 220 volt met slangenpakket Pico Mig;
- kist van Makita met daarin 1 lader. [3]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 29 augustus 2019 vanuit zijn woning aan de [Adres] te Laren zag dat er een (grote) witte bus kwam aanrijden die stil ging staan bij de woning aan de [Adres] in Laren, dat er twee mannen uitstapten, dat de bus achterwaarts reed en naast de woning parkeerde, dat de bestuurder uitstapte en naar de achterzijde van de woning liep. [4]
In de periode van 2 juli 2019 tot en met 10 september 2019 is er een baken geplaatst onder een Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] . Dit voertuig is van en is in gebruik bij [Medeverdachte 1] . [5] Uit de bakengegevens geplaatst op de witte Ford Transit met kenteken [Kenteken] in gebruik bij [Medeverdachte 1] volgt dat het voertuig op 29 augustus 2019 om 11.26 uur het baken 7 minuten stil heeft gestaan op de [Adres] voor de oprit van [Perceelnummer] . Om 11.33.59 uur staat het voertuig vervolgens 8 minuten stil op het perceel. [6]
Op 29 augustus 2019 om 11.42 uur belt [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Medeverdachte 2] [7] ) met [Telefoonnummer] (op naam van en in gebruik bij [Medeverdachte 3] [8] ). Het volgende gesprek vindt plaats (samenvatting):
“ [Telefoonnummer] vraagt of hij thuis is, [Telefoonnummer] is thuis. Dan zien ze elkaar zo.” [9]
Uit de bakengegevens volgt dat de witte Ford Transit van [Medeverdachte 1] met kenteken [Kenteken] naar de woning van verdachte [Medeverdachte 3] is gereden, gelegen aan de [Adres] (
de rechtbank begrijpt: [Adres]). De Ford Transit is daar op 29 augustus 2019 om 12.24.29 uur aanwezig. [10]
Op camerabeelden van de videoauto die bij de woning van [Medeverdachte 3] was geplaatst is te zien dat [Medeverdachte 2] , [Verdachte] en [Medeverdachte 1] goederen uit de bus laden en de goederen verplaatsen in de richting van de achterzijde van de woning van verdachte [Medeverdachte 3] . [11] Te zien is dat [Medeverdachte 2] en [Verdachte] met een lasapparaat slepen. [12] Daarnaast is te zien dat [Medeverdachte 1] een hakselaar duwt in de richting van de achterzijde van de woning van [Medeverdachte 3] . [13]
In de woning van [Medeverdachte 1] aan de [Adres] te Epe werd een acculader van het merk Makita type Dc18rc aangetroffen, die op 29 augustus 2019 werd gestolen op het adres [Adres] te Laren. De acculader werd geretourneerd aan [Man aangeefster 1] (wonende aan de [Adres] in Laren). [14]
De overweging van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat bij de woning van aangever drie mannen zijn geweest en dat daarna bleek dat er goederen zijn weggenomen. De drie mannen kwamen bij de plaats delict met een Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] . Omstreeks het moment dat het voertuig is vertrokken vanaf de plaats delict, belt [Medeverdachte 2] naar [Medeverdachte 3] met de vraag of hij thuis is en wordt afgesproken dat ze elkaar zo zien. De Ford Transit bus is vanaf de woning van aangever rechtstreeks naar de woning van [Medeverdachte 3] gereden. Daar stappen [Medeverdachte 2] , [Verdachte] en [Medeverdachte 1] uit en op de foto’s in het dossier is te zien dat zij meerdere van de gestolen goederen uit de bus laden. In de woning van [Medeverdachte 1] wordt één van de gestolen goederen aangetroffen.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandighedenacht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen op 29 augustus 2019 uit een loods aan de [Adres] in Laren een hakselaar en een hoeveelheid gereedschap van [Bedrijf] heeft weggenomen.
Feit 2 van parketnummer 05/219030-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 15 augustus 2019 een bladblazer en/of ander (divers) gereedschap heeft weggenomen in De Schiphorst door middel van braak en/of verbreking.
De bewijsmiddelen
Op 15 augustus 2019, omstreeks 13.00 uur werd het baken dat was aangebracht onder een witte Ford Transit met kenteken [Kenteken] live uitgekeken. Op 15 augustus 2019, omstreeks 14.07 uur stond het baken stil aan de [Adres] in De Schiphorst gedurende 13 minuten. Vervolgens kwam het baken in beweging en verplaatsen zich naar een locatie achter perceel [Adres] in De Schiphorst en stond daar om 14.20 uur gedurende 16 minuten en 36 seconden stil. [15]
Op 15 augustus 2019 om 14.25 uur wordt het telefoonnummer + [Telefoonnummer] in gebruik bij [Medeverdachte 1] [16] gebeld door zijn vriendin. [Medeverdachte 1] zegt tegen haar op fluister toon:
“ik ben bezig”. [17] Het telefoonnummer straalt op dat moment in de omgeving van De Schiphorst een zendmast aan. [18]
Om 14.45 uur registreert het baken aan de [Adres] in Meppel. [19]
Om 14.46 uur wordt het nummer + [Telefoonnummer] in gebruik bij [Medeverdachte 1] [20] gebeld door [Medeverdachte 2] (met telefoonnummer + [Telefoonnummer] , het vaste nummer op het adres [Adres] , te weten de woning van [Medeverdachte 2] ). Daarin werd gezegd:
“ [Medeverdachte 1] zegt, ouwe knutselaar, ben je al klaar?
[Medeverdachte 2] zegt, bijna.
[Medeverdachte 1] zegt, bijna is goed. Wij moeten nog ongeveer 46 km dan moet je even mee naar die [Medeverdachte 3] .
[Medeverdachte 2] zegt, ja?
[Medeverdachte 1] zegt, ja, interessant.
[Medeverdachte 2] zegt, naar eehhh (klinkt als) kamp toch?
[Medeverdachte 1] zegt, ja ja ja mooi jonge, (zingt) “busje vol met Polen”.
[Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 1] lachen samen.
[Medeverdachte 1] zegt, is goed jongen, wij rijden nu bij Zwolle.
[Medeverdachte 2] zegt, is goed jongen.” [21]
Het is verbalisant [Verbalisant] ambtshalve bekend dat met ‘die [Medeverdachte 3] ’ [Medeverdachte 3] wordt bedoeld. [22]
Omstreeks 16.00 uur wordt het telefoonnummer + [Telefoonnummer] , in gebruik bij [Medeverdachte 1] [23] , gebeld door [Medeverdachte 2] (met telefoonnummer + [Telefoonnummer] het vaste nummer op het adres [Adres] , te weten de woning van [Medeverdachte 2] . Het volgende gesprek vond plaats:
“ [Medeverdachte 1] zegt in het Duits, hallo Hern [Medeverdachte 2] , hoe gaat het.
[Medeverdachte 2] zegt in het Duits terug gut gut.
[Medeverdachte 1] zegt hier auch gut he.
[Medeverdachte 2] zegt, waar rij je?
[Medeverdachte 1] zegt, rij er maar heen. Naar de COOP in het dorp, mooie parkeerplaats daar kan je mooi je auto zetten.
[Medeverdachte 2] zegt, moet ik bij de COOP komen?
[Medeverdachte 1] zegt, weetje wel he?
[Medeverdachte 2] zegt ja is goed.
[Medeverdachte 1] zegt is jongen.
[Medeverdachte 2] zegt, jojo tot zo.” [24]
Het baken onder de Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] stond op 15 augustus 2019, omstreeks 16.11 uur stil aan de [Adres] te Voorst. Op deze locatie is een COOP supermarkt gevestigd.
Het observatieteam neemt omstreeks 16.12 uur waar dat [Medeverdachte 1] samen is met [Verdachte] en dat zij bij supermarkt COOP in Voorst [Medeverdachte 2] ontmoeten. Om 16.20 uur wordt waargenomen dat zij met zijn drieën in de Ford [Kenteken] stapten en vertrokken. [25]
Het baken van de Ford Transit verplaatste zich vervolgens richting Velp en komt om 16.54 uur aan de [Adres] in Velp. De woning van [Medeverdachte 3] is gelegen aan nummer [Nummer] . [26]
Door het observatieteam is om 16.54 uur waargenomen dat de bus werd geparkeerd aan de Troelstrastraat in Velp, dat de drie mannen uitstapen en in de richting van de achterzijde van het perceel aan de [Adres] te Velp liepen. Om 16.58 uur werd waargenomen dat [Medeverdachte 1] , [Medeverdachte 2] en [Verdachte] met [Medeverdachte 3] terug kwamen lopen, naar de achterzijde van de Ford Transit liepen en daarna weer naar de woning van [Medeverdachte 3] liepen. Tussen 8.24 en 18.38 uur werd waargenomen dat [Medeverdachte 1] , [Medeverdachte 2] , [Verdachte] en [Medeverdachte 3] meerdere zware gereedschappen uit de Ford Transit pakten en naar de achterzijde van het perceel [Adres] Velp, brachten. Te zien is dat [Verdachte] en [Medeverdachte 2] geel gekleurd gereedschap met daarop de letters ‘HBM’ in hun handen hebben, dat [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 3] samen een blauwe compressor dragen, dat [Medeverdachte 3] een kettingzaag van het merk Stihl draagt en dat [Medeverdachte 1] en [Medeverdachte 2] geel gekleurd gereedschap dragen. Verder is te zien dat [Medeverdachte 1] , [Medeverdachte 2] en [Verdachte] uit de achtertuin van de woning van [Medeverdachte 3] komen en vertrekken met de Ford Transit. [27]
Op 15 augustus 2019 omstreeks 19.15 uur zijn verbalisanten naar de [Adres] en [Adres] in De Schiphorst om te kijken of er eventueel een inbraak had plaatsgevonden in genoemde panden. Verbalisanten verklaarden hierover onder meer het volgende: “Omstreeks 20.30 uur zagen wij beheerder [Aangever 1] aankomen. [Aangever 1] liep de deel op en ik hoorde [Aangever 1] zeggen dat de gele Stiga zitmaaier, een bladblazer, een plasmasnijder, een Tig lasapparaat, een Stihl kettingzaag, een compressor van het merk Michelin en een fles lasgas van 20 liter in ieder geval misten. (…) Ik liet [Aangever 1] een foto zien van een blauwe compressor, een gele HBM plasmasnijder en een Stihl kettingzaag. Ik hoorde [Aangever 1] zeggen dat hij de getoonde goederen als zijnde zijn eigendom herkende”. [28]
Door [Aangever 1] is vervolgens namens V.O.F. [Bedrijf] gevestigd aan de [Adres] op 15 augustus 2029 aangifte gedaan van diefstal van diverse goederen [Aangever 1] heeft verklaard dat de volgende goederen zijn weggenomen:
  • zitgrasmaaier van het merk Stiga, geel van kleur, met sleutel in de maaier;
  • bladblazer van het merk Stihl, kleur grijs / oranje. Model voor op de rug. Met een gele sticker van Kuiper Koekange;
  • plasmasnijder van het merk HBM, nieuw ongebruikt;
  • tig lasapparaat van het merk HBM, van januari 2019;
  • kettingzaag van het merk Stihl, 15 jaar oud. Met een gele sticker van Kuiper Koekange;
  • compressor van het merk Michelin van januari 2019, blauw van kleur;
  • fles lasgas van het merk Argon, 20 liter fles staal kleur met groene kraag.
In het dossier zijn in bijlagen bij een proces-verbaal foto’s opgenomen. Op bijlage 1 is te zien waar [Perceelnummer] en [Perceelnummer] zich bevinden, alsmede wordt de deur aangewezen waar verdachten vermoedelijk zich de toegang hebben verschaft. In bijlage 2 is die deur uitvergroot. Bij de foto rechts boven in bijlage 2 staat: ‘moeten in de deur’. [29] Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat ‘moeten’ (ook wel: moet afdrukken) sporen van een breekijzer zijn.
Op 10 september 2019 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden op het adres [Adres] (het woonadres van [Verdachte] ). Tijdens deze doorzoeking zijn meerdere goederen in beslag genomen, waaronder goednummer 2075213 zijnde een compressor van het merk Michelin kleur blauw, goednummer 2075153, zijnde een luchtpistool van het merk Parksite. De aangever heeft de compressor herkend aan het losse opzetstuk die hij er zelf aan had bevestigd, ook kon hij het aankoopbewijs tonen. Ook het tweede goed werd door de aangever als zijnde weggenomen goed herkend. [30] Aangever heeft deze twee goederen op 24 oktober 2019 in ontvangst genomen. [31]
Verdachte heeft ter terechtzitting betrokkenheid bij de diefstal ontkend. Hij heeft verklaard dat hij niet meer weet wanneer hij in de bus is gestapt en dat hij de goederen op verzoek heeft gesjouwd naar de woning van [Medeverdachte 3] . Op de vraag van de rechtbank voor wie hij de goederen moest verplaatsen heeft verdachte verklaard dat het ‘gewoon jongens’ zijn geweest die hem hebben gevraagd om even te helpen. Hij weet niet meer wie dat waren. Op de vraag of hij heeft gevraagd waar de goederen vandaan kwamen, heeft hij ontkennend geantwoord. Hij heeft verklaard dat hij nooit vragen stelde. Verdachte heeft tot slot ook geen verklaring afgelegd over hoe het kan dat in zijn woning de gestolen goederen van [Bedrijf] / [Aangever 1] zijn aangetroffen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte op de terechtzitting gegeven verklaring niet aannemelijk geworden is. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Uit het dossier blijkt dat de Ford Transit bus – nadat hij is vertrokken vanaf de plaats delict in De Schiphorst – gedurende 47 seconden stil staat in Meppel, vervolgens een korte stop maakt van 48 seconden in Deventer en een korte stop in Steenenkamer van 47 seconden, alvorens wordt gestopt bij de COOP in Voorst waar [Medeverdachte 1] en verdachte uitstappen. De woonplaats van verdachte is niet gelegen op de route die de bus heeft afgelegd en valt ook niet onder een van de locaties waar de bus is gestopt. Verdachte zegt niet te weten waar hij is ingestapt en heeft niet verklaard hoe hij daar zou zijn gekomen en wat hij daar op dat moment deed. Blijkens het tapgesprek tussen [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 1] was [Medeverdachte 1] samen met een ander onderweg, vlak nadat de plaats delict was verlaten. De rechtbank vindt de verklaring van verdachte dat hij op een later moment in de bus is gestapt niet geloofwaardig en schuift deze terzijde.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met een ander op 15 augustus 2019 in De Schiphorst een bladblazer en de andere in de aangifte genoemde gereedschappen toebehorende aan VOF [Bedrijf] heeft weggenomen door middel van braak.
Feit 3 van parketnummer 05/219030-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 5 september 2019 aan de [Adres] in Terwolde een zitmaaier van het merk Husqvarna heeft weggenomen door middel van braak.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is – met de officier van justitie en de raadsman – van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, nu wettig en overtuigend bewijs voor zijn betrokkenheid bij de diefstal ontbreekt in het dossier.
Feit 4 van parketnummer 05/219030-19
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen een zit(gras)maaier (merk/type Stiga Park) van [Aangever 2] heeft weggenomen door middel van braak/verbreking op 17 juni 2019 aan de [Adres] in Twello, gemeente Voorst.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 2] heeft verklaard dat zij op 26 juni 2019 heeft geconstateerd dat er in de schuur op het erf aan de [Adres] in Wilp is ingebroken en dat er een zitmaaier was gestolen. Zij heeft verder verklaard dat de deur en de schuifdeuren waren ontzet en dat er zichtbaar planken zijn afgebroken. Hierdoor heeft men toegang verschaft tot de schuur. De zitmaaier betreft een Stiga Park, 13,5 pk, serienr. 050502016A. [32]
Op camerabeelden van ‘De Welkoop’ met zicht op de ingang naar de woning aan de [Adres] werd door verbalisant [Verbalisant] gezien dat op 17 juni 2019 omstreeks 17.45 uur een witte Ford Transit bus de weg naar de betreffende woning in reed. Om 17.57 uur is op de camerabeelden te zien dat de bus weer in beeld komt, daarbij draaide de bus achterwaarts naar de linkerzijde van de weg. Dit is de plek waar de schuur staat waaruit de zitmaaier is gestolen. Vervolgens is te zien dat de bus het pad op rijdt met de voorzijde in de richting van de Welkoop en op het pad stil gaat staan. Meteen daarna is te zien dat een persoon in versnelde pas naar de bus loopt en in de bus stapt. Verbalisant [Verbalisant] herkent deze persoon als de hem ambtshalve bekende [Medeverdachte 2] . Vervolgens zag hij nog een andere man vanuit de richting van de schuur komen. Deze man stapte ook in de bus. Verbalisant [Verbalisant] herkent deze man als de hem ambtshalve bekende [Verbalisant] . [33]
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het standpunt van de verdediging dat er reden is om te twijfelen aan de herkenning door verbalisant [Verbalisant] onvoldoende is onderbouwd.
De rechtbank acht gelet op voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen een zit(gras)maaier van het merk Stiga Park heeft gestolen aan de [Adres] in Twello, gemeente Voorst, door middel van braak.
Feit 1 van parketnummer 05/087596-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen een Makita bosmaaier (incl. 2 accu’s), meerdere Boafeng walki talki’s en een acculader van [Aangever 3] heeft weggenomen in de periode van 2 september 2019 tot en met 5 september 2019 in Hasselt.
De bewijsmiddelen
Door aangever [Aangever 3] is aangifte gedaan van ‘het kapot maken’ van een cijferslot van een container en van diefstal van diverse gereedschap uit die container op een boerderij aan de [Adres] in Hasselt. Op 2 september 2019 om 16.00 uur werd de pleegplaats achtergelaten en op 5 september 2019 om 17.30 uur werd het feit geconstateerd door aangever. Onder meer was een bosmaaier van het merk Makita weggenomen. [34]
Op 20 september 2019 heeft aangever [Aangever 3] in aanvulling op zijn aangifte verklaard dat hij ook een laadstation voor de Makita bosmaaier miste en een laadstation met 6 portofoons van het merk Boafeng, type UV-5R. [35]
Op 3 september 2019 werden [Medeverdachte 1] , [Medeverdachte 2] en [Verdachte] geobserveerd door een observatieteam. Waargenomen werd dat zij zich verplaatsten in een witte Ford Transit met kenteken [Kenteken] . [36] Om 15.49 uur zag het observatieteam dat [Verdachte] , [Medeverdachte 2] en [Medeverdachte 1] met boodschappen supermarkt Plus aan het [Adres] in Giethoorn uitliepen en dat zij vervolgens met de Ford Transit vertrokken met [Verdachte] als bestuurder. Om 16.16 uur zag het observatieteam dat de Ford Transit bus in Giethoorn stopt bij een woonboot aan de [Adres] in Giethoorn. Het observatieteam zag dat [Medeverdachte 2] richting de woonboot loopt. Om 16.18 uur zag het observatieteam dat de bus weer vertrekt in de richting van Wanneperveen en na ongeveer een kilometer rechtsaf een terrein op reed. Zij zagen en hoorden vervolgens dat [Medeverdachte 2] een vrouw aanspreekt met de vraag of er oud ijzer te koop was. Het observatieteam zag vervolgens dat [Medeverdachte 2] weer in de Ford Transit stapte waarna de bus vertrok. [37] Om 16.45 uur zag het observatieteam dat de genoemde bus een erf opreed aan de [Adres] te Hasselt. Omstreeks 16.57 uur zag het observatieteam dat de bus weer vertrok vanuit deze locatie. Om 17.25 uur werd de observatie van de Ford Transit en haar inzittenden beëindigd. Het observatieteam zag dat de Ford Transit op dat moment over de Heerderweg richting Epe (de woonplaats van [Medeverdachte 1] ) reed. [38]
In burger geklede politieagenten zijn, nadat de Ford Transit bus was weggereden vanaf het erf aan de [Adres] te Hasselt, ter plaatse gegaan en hebben de aangetroffen situatie fotografisch vastgelegd. [39] Op de foto’s is een losliggend cijferslot te zien en een openstaande container. [40]
Tijdens een doorzoeking op 10 september 2019 zijn in de schuur van [Medeverdachte 1] aan de [Adres] in Epe de volgende goederen aangetroffen en in beslag genomen:
- een bosmaaier van het merk Makita, type Dur3621 met twee accu’s erin; [41]
- oplaadstation met 4 portofoons geschikt voor 6 portofoons, merk Boafeng UV-5r. [42]
Tijdens een doorzoeking op 10 september 2019 in de woning van [Naam] (tevens woonadres van [Naam] ) aan de [Adres] in Didam is een acculader Makita Dc18rc aangetroffen en in beslag genomen. [43]
De volgende goederen zijn door aangever [Aangever 3] in ontvangst genomen op 24 oktober 2019:
  • bosmaaier, merk Makita met 2 accu’s;
  • walki talki bundel (4 x walki talki);
  • acculader.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank vindt gelet op bovengenoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte samen met anderen op 3 september 2019 uit een container op een boerderij aan de [Adres] in Hasselt een Makita bosmaaier (incl. 2 accu’s), meerdere Boafeng walki talki’s en een acculader heeft gestolen door middel van braak.
Feit 2 van parketnummer 05/087596-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen heeft geprobeerd om een Husqvarna bosmaaier en meerdere Husqvarna motorzagen van [Aangever 4] te stelen uit een garage bij een (vakantie)woning gelegen aan de [Adres] in Markelo door middel van braak/verbreking/inklimming in de periode van 25 augustus 2019 tot en met 26 augustus 2019.
De bewijsmiddelen
Aangever [Aangever 4] heeft verklaard dat hij op 25 augustus 2019 omstreeks 16.45 uur was vertrokken bij zijn vakantiewoning aan de [Adres] in Markelo. Op 26 augustus 2019 werd zijn vrouw gebeld door [buurman aangever 4] , die tegenover hun vakantiewoning woont. Deze gaf aan dat hij op 26 augustus 2019 drie mannen had overlopen die bezig waren om in zijn garage in te breken. Die mannen zouden al bezig zijn geweest om spullen uit zijn garage in de bus te laden. [Aangever 4] zag op 27 augustus 2019 dat de garagedeur opengebroken was. Hij zag dat een Husqvarna bosmaaier die hij al een jaar niet had gebruikt en die achter tegen de muur in beugels hing, nu op een werkbank lag. Hij zag daarnaast dat twee Husqvarna motorzagen nu voor in de garage lagen, terwijl hij die meer achterin de garage had gelegd. Hij zag dat er braakschade was aan de toegangsdeur van de garage. [45] Verbalisanten [Verbalisant] en [Verbalisant] zagen ter plaatste dat een garagedeur opengebroken was met kennelijk een steekvoorwerp. [46]
Getuige [buurman aangever 4] heeft verklaard dat hij op 26 augustus 2019, omstreeks 14:55 uur, naar de vakantiewoning van [Aangever 4] aan de [Adres] in Markelo fietste om Wit te spreken. Bij het vakantieverblijf van [Aangever 4] zag hij een witte bestelbus staan met daarbij drie blanke, stevige mannen met allen tattoos op de armen. Hij zag dat die bus met de geopende achterzijde naar de schuur/garage van [Aangever 4] stond. Hij zag dat de garagedeur ook open stond. Hij zag meerdere gereedschappen zoals motorzagen en bladblazer buiten de garage klaarstaan om kennelijk in de bus ingeladen te worden. Hij zag dat twee mannen een rood/oranje gereedschap in handen hadden en in de bus wilden laden. Hij stond op dat moment op ongeveer 10 meter afstand. Hij vertrouwde de situatie totaal niet. Hij zag dat de bus het kenteken [Kenteken] had. Hij vroeg de mannen wat zij aan het doen waren. Nadat zij hem vroegen of hij de eigenaar was en hij dit ontkende, vertrok hij. Even later zag hij dat de bus hem passeerde, waarbij hij zag dat de drie mannen voorin de bus zaten, de jongste aan het bijrijdersraam. Hij zag bij het passeren dat hij zijn rechterarm iets omhoog deed. Ik zag dat zijn rechter bovenarm geheel getatoeëerd was. Hij schat deze jongste ongeveer 20-25 jaar oud. Deze was de langste van het stel, ongeveer 190 centimeter lang. De andere 2 waren ongeveer 180 centimeter lang. Allen een kort kapsel. De oudste is de enige die gesproken heeft. Hij hoorde dat de man algemeen beschaafd Nederlands sprak. Hij schatte hem op ruim 40 jaar oud. Hij zag dat de oudste man kort, donker stekeltjeshaar en donkere ogen had. Hij zag dat geen van de drie een baard, snor of bril droeg. Allen droegen een donkerblauwe tuinoveral. [47]
Op 26 augustus 2019 om 14.55 uur heeft het baken op de witte Ford Transit bus met kenteken [Kenteken] voor een periode van 12 minuten en 12 seconden stilgestaan op de locatie [Adres] in Markelo. Dit is op het tijdstip dat getuige [buurman aangever 4] aangeeft dat hij 3 mannen heeft overlopen. [48]
Op 26 augustus 2019 omstreeks 13.35 uur straalt telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Medeverdachte 1] [49] ) aan op een mast aan de Goorseweg te Markelo vlak bij perceel [Adres] te Markelo Dit is in de directe omgeving van de [Adres] in Markelo. Hetzelfde nummer straalt op 26 augustus 2019 omstreeks 14.32 uur aan op een mast aan de Wheedijk te Goor ter hoogte van perceel [Adres] te Goor, in dedirecte omgeving van de [Adres] in Markelo. Omstreeks 13.39 uur straalt het telefoonnummer [Telefoonnummer] (in gebruik bij [Verdachte] [50] ) aan op een mast aan op een mast aan de Goorseweg te Markelo vlak bij perceel [Adres] te Markelo, eveneens in de directe omgeving van de [Adres] in Markelo. [51]
De getuige [buurman aangever 4] heeft een signalement gegeven van de drie mannen die hij heeft overlopen. Deze signalementen komen overeen met de signalementen [Medeverdachte 1] , [Medeverdachte 2] en [Verbalisant] . [52]
De overwegingen van de rechtbank
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang gezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen op 26 augustus 2019 heeft geprobeerd om aan de [Adres] in Markelo een Husqvarna bosmaaier en meerdere Husqvarna motorzagen van [Aangever 4] weg te nemen door het openbreken van de deur van de garage met een steekvoorwerp en het klaar zetten van die goederen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
Feit 3 van parketnummer 05/087596-20
Verdachte wordt verweten dat hij samen met anderen op 23 augustus 2019 in Eefde uit de garage aan de [Adres] door middel van braak/verbreking een grasmaaier (merk Husqvarna Rider), een bladblazer (merk Husqvarna), een kettingzaag (merk Stihl) en een bosmaaier (merk Stihl) van [Naam] heeft gestolen.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de tenlastegelegde diefstal met braak aan de [Adres] in Eefde. Uit het dossier blijkt dat het baken van de Ford Transit op de plaats delict is geweest ten tijde van de diefstal, het telefoonnummer van [Medeverdachte 1] aanstraalt in de directe omgeving van de plaats delict en het baken van de Ford Transit na de diefstal bij de woning van [Medeverdachte 3] stopt. De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat verdachte betrokken is geweest. De betrokkenheid van verdachte kan niet enkel worden afgeleid uit het feit dat sprake is van eenzelfde modus operandi, vallend binnen hetzelfde tijdsbestek waarin meerdere diefstallen achter elkaar bewezen kunnen worden. Ook het standpunt van de officier van justitie dat met meer personen was, waar de rechtbank overigens geen overtuigende aanwijzingen voor ziet in het dossier, is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen van de betrokkenheid van verdachte. Verdachte zal dan ook van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 4 van parketnummer 05/087596-20
Verdachte wordt primair verweten dat hij samen met anderen op 21 juni 2019 uit een (zee)container op een bouwlocatie aan de [Adres] in Deventer door middel van braak/verbreking meerdere goederen van [Naam] heeft gestolen, waaronder een (portable) radio (merk/type Rockbull Perfec). Subsidiair wordt hem verweten dat hij schuldig is aan opzet- of schuldheling van een (portable) radio (merk/type Rockbull Perfec) in de periode van 21 juni 2019 tot en met 10 september 2019, te Deventer en/of te Epe.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. In het dossier ontbreekt wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij de diefstal van de portable radio. Daarnaast kan niet worden vastgesteld dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de portable radio die bij hem thuis is aangetroffen, dezelfde is als die afkomstig is van de inbraak bij Pot of anderszins afkomstig is van een misdrijf.
Feit 5 van parketnummer 05/087596-20
Verdachte wordt verweten dat hij een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad op 9 september 2019 in Zutphen.
De bewijsmiddelen
Tijdens de doorzoeking van de woning (van [Verdachte] ) aan de [Adres] is een knal-gas revolver, merk Rohm, RG6, kaliber 22 (6mm), aangetroffen in een doos op zolder. [53]
Het voorwerp is bestemd en geschikt om weerloosmakende of traanverwekkende stoffen of hagel door een loop af te schieten, de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing. De loop van dit wapen is voorzien van een ‘sperr’. Op de loop van dit wapen kan een schietbeker voor het verschieten van ernst-vuurwerken/munitie gemonteerd worden. Derhalve is dit knal-gaspistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1, Categorie 3 onder 1 van de Wet wapens en munitie. Het vuurwapen valt niet onder Categorie 2 onder 2°, 3° of 6° van de Wet wapens en munitie. [54]
Verdachte [Verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat de revolver van hem is. Het is een erfstuk van zijn vader. Het heeft emotionele waarde. [55]
De overwegingen van de rechtbank
Op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een vuurwapen, te weten een (knal-)gasrevolver, merk/type Rohm/RG 6 (kaliber 6 mm) voorhanden heeft gehad.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder
  • feit 1, 2 en 4 van parketnummer 05/219030-19, en,
  • feit 1, 2 en 5 van parketnummer 05/087596-20
heeft begaan, te weten dat:
parketnummer 05/219030-19
1
hij op
of omstreeks29 augustus 2019 te Laren, gemeente Lochem, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,(
in/uit een loods
/schuur, gelegen aan
/nabijde [Adres] ) een (zogenaamde) hakselaar en
/of (een hoeveelheid
)gereedschap,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan (het bedrijf) [Bedrijf]
en/of aan [Aangeefster 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op
of omstreeks15 augustus 2019 te De Schiphorst, gemeente Meppel, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,een bladblazer en
/ofander (divers) gereedschap,
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan V.O.F. [Bedrijf] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader
(s)zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen
goed/goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking;
4
hij op
of omstreeks17 juni 2019 te Twello, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,(
in/uit een schuur, gelegen aan de [Adres] ) een zit(gras)maaier (merk/type Stiga Park),
in elk geval enig goed,dat
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Aangever 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofdat weg te nemen goed onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking;
parketnummer 05/087596-20
1
hij in
of omstreeksde periode van 2 september 2019 tot en met 5 september 2019, te Hasselt, gemeente Zwartewaterland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,(
in/uit een op/aan de [Adres] (aldaar) staande container):
-een bosmaaier (merk Makita) (inclusief 2 accu’s),
-
een of meerwalki talki’s (merk Boafeng) en
/of
-een acculader,
in elk geval enig goed,die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorden, te weten aan [Aangever 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/ofde weg te nemen goederen onder
zijn/haar/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
, verbreking;
2
hij in
of omstreeksde periode van 25 augustus 2019 tot en met 26 augustus 2019, te Markelo, gemeente Hof van Twente, ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een garage (behorende bij een (vakantie)woning)
(gelegen aan de [Adres]
)weg te nemen een bosmaaier (merk Husqvarna) en
/of een of meermotorzagen (merk Husqvarna),
geheel of ten deletoebehorende aan [Aangever 4]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)en zich daarbij de toegang tot die plaats des misdrijfs te verschaffen en/of voormeld(e) goed(eren) onder hun of verdachtes bereik te brengen door middel van braak
, verbreking en/of inklimming, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader
(s
), althans alleen,met (een) breekvoorwerp(en) de deur van die garage heeft geforceerd (en
/ofvoornoemde goederen klaar
heeft/hebben gezet/gelegd), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op of omstreeks 9 september 2019, te Zutphen, een wapen van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een (knal-)gasrevolver, merk/type Rohm/RG 6 (kaliber 6 mm), voorhanden heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
parketnummer 05/219030-19
Feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen;
Feit 2 en 4
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Parketnummer 05/087596-20
Feit 1
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 2
medeplegen van poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Feit 5
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 234 dagen, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, en voorts tot het verrichten van 80 uren taakstraf.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan meerdere vermogensdelicten, te weten drie inbraken met braakschade, één poging tot inbraak met braakschade en één diefstal. In wisselende samenstelling gingen verdachte en zijn mededaders bij woningen in het buitengebied op zoek naar onder meer (duur) gereedschap, zoals zitmaaiers, compressors, kettingzagen en dergelijke. Veelal direct nadat de goederen werden weggenomen werden ze door verdachte en zijn mededaders afgeleverd bij een ‘tussenhandelaar’ die de gestolen waar (door)verkocht aan welwillende afnemers. Daarbij heeft verdachte kennelijk alleen oog gehad voor de geldelijke opbrengst van de diefstallen en inbraken. De slachtoffers hebben, naast het missen van hun eigendommen, veelal ook te maken met schade als gevolg van de inbraken. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien gevoelens van onveiligheid in de samenleving en met name bij de benadeelden.
Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen. Het voorhanden hebben van vuurwapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en maakt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Het is een feit van algemene bekendheid dat het bezit van vuurwapens regelmatig tot het gebruik daarvan leidt, met alle risico's van dien voor betrokkenen en voor toevallig aanwezige derden.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 10 februari 2023, volgt dat hij in de vijf jaren voorafgaande aan de bewezenverklaarde feiten eerder onherroepelijk is veroordeeld voor vermogensdelicten. De rechtbank neemt dit in het nadeel van verdachte mee bij de bepaling van de straf.
Verdachte is op 10 september 2019 in verzekering gesteld. Op dat moment is de redelijke termijn aangevangen. Een eindvonnis dient vervolgens binnen twee jaren te volgen. In de zaak van verdachte is op 28 april 2023 vonnis gewezen. Dit is 3 jaar, 7 maanden en 18 dagen later. Daarmee is de redelijke termijn met 1 jaar, 7 maanden en 18 dagen overschreden. Deze overschrijding is niet te wijten aan de ingewikkeldheid van de zaak dan wel aan de proceshouding van verdachte of door onderzoekswensen van de verdediging.
De veelheid aan bewezenverklaarde feiten rechtvaardigen de oplegging een gevangenisstraf, die langer is dan de 234 dagen die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank zal hier echter van afwijken omdat zij in sterke mate rekening heeft gehouden met de flinke overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank acht het passend en geboden dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 234 dagen wordt opgelegd met aftrek van het voorarrest. Dit betekent dat verdachte niet meer terug de gevangenis in hoeft. De rechtbank zal bovendien geen aanvullende taakstraf opleggen. De op te leggen straf is daarmee lager dan de eis van de officier van justitie, dit komt omdat de rechtbank minder feiten bewezen heeft verklaard.
De rechtbank zal het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

1.De vordering van [Aangever 1]

De benadeelde partij [Aangever 1] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 2 van parketnummer 05/219030-19 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 5.377,69 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en te bepalen dat de vordering hoofdelijk wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De opgegeven schade bedraagt volgens de vordering van de benadeelde partij (totaal) € 9.070,-, bestaande uit:
  • grasmaaier: € 5.900,-;
  • bladblazer: € 800,-;
  • compressor: € 249,-;
  • plasmasnijder: € 372,-;
  • lasapparatuur: € 799,-;
  • gasfles: € 300,-;
  • kettingzaag: € 650,-.
De rechtbank overweegt per goed als volgt:
Grasmaaier en bladblazer
Door verzekeraar Interpolis zijn ter vergoeding van schade veroorzaakt door de diefstal bedragen uitbetaald, namelijk € 3.500,- voor de grasmaaier en € 192,31 voor de bladblazer. Kennelijk heeft de verzekeraar bij de vergoeding van de goederen rekening gehouden met de afschrijving en uitbetaald tegen dagwaarde. De rechtbank is van oordeel dat benadeelde voor wat betreft de grasmaaier en de bladblazer reeds tegemoet is gekomen in zijn/haar schade. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige gevorderde bedrag van deze goederen niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Compressor
De compressor van het merk Michelline is op 24 oktober 2019 aan benadeelde geretourneerd, derhalve zal de benadeelde partij voor dit deel van de vordering niet-ontvankelijke worden verklaard.
Plasmasnijder, lasapparatuur, gasfles en de kettingzaag
In het dossier bevinden zich de aankoopfacturen van de plasmasnijder en de lasapparatuur. De gevorderde kosten komen redelijk voor en komen daarom voor toewijzing in aanmerking. De rechtbank zal de bedragen overeenkomstig de facturen toewijzen (exclusief 21% BTW), te weten € 330,57 voor de plasmasnijder en € 578,50 voor de lasapparatuur.
De gevorderde kosten voor de gasfles (volgens aangifte van het merk Argon, van staal, met een groene kraag en met een inhoud van 20 liter) zijn niet betwist en komen redelijk voor. De rechtbank zal het gevorderde bedrag exclusief 21% btw toewijzen, te weten: € 247,93.
De rechtbank schat de schade met betrekking tot de kettingzaag - gelet op de ouderdom - op een bedrag van € 150,-.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige gevorderde bedrag niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
De rechtbank zal in totaal een bedrag van
€ 1.307,-toewijzen aan materiële schade.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Voor zover de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk heeft verklaard, kan hij/zij dit deel van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Wettelijke rente
Verdachte is vanaf 15 augustus 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte(n) ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte(n) de schade heeft/hebben vergoed.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

2.De vordering van [Aangever 2]

De benadeelde partij [Aangever 2] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 4 van parketnummer 05/219030-19 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 5.615,- aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en te bepalen dat de vordering hoofdelijk wordt opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de benadeelde partij een bedrag van € 2.542,- heeft gevorderd voor de zitgrasmaaier. Bij de stukken bevindt zich een factuur van de Stiga Park grasmaaier van 5 mei 2007. Gelet op de ouderdom van de zitgrasmaaier schat de rechtbank de zitgrasmaaier op € 1.000,-.
De kosten voor het herstel van de schuifdeuren ad € 3.073,- zijn niet inhoudelijk betwist. De schadeposten zijn (verder) voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
De rechtbank zal in totaal een bedrag van
€ 4.073,-toewijzen aan materiële schade.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. De benadeelde partij kan dit deel van de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Wettelijke rente
Verdachte is vanaf 17 juni 2019 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
Hoofdelijkheid
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachte(n) ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachte(n) de schade heeft/hebben vergoed.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

3.De vordering van [Aangever 3]

De benadeelde partij [Aangever 3] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 1 van parketnummer 05/087596-20 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.428,- aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht. Subsidiair is verzocht -indien de rechtbank de vordering (deels) onevenredig belastend vindt - de benadeelde partij (deels toe te wijzen en voor het overige) niet ontvankelijk te verklaren in plaats van af te wijzen. Daarnaast is de hoofdelijke veroordeling van verdachte en de mededader(s) tot vergoeding van de schade verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, nu de gevorderde kosten niet zijn aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde feit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde kosten voor meerdere beveiligingscamera’s en twee landhekken niet zijn aan te merken als rechtstreekse schade van het bewezenverklaarde feit. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.

4.De vordering van [Naam]

De benadeelde partij [Naam] heeft in verband met het tenlastegelegde onder feit 4 van parketnummer 05/087596-20 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 13.852,65 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente. Subsidiair is verzocht -indien de rechtbank de vordering (deels) onevenredig belastend vindt- de benadeelde partij (deels toe te wijzen en voor het overige) niet-ontvankelijk te verklaren in plaats van af te wijzen. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering, gelet op de gevorderde vrijspraak.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering dient te worden afgewezen, gelet op de bepleite vrijspraak.
De beoordeling van de rechtbank
Verdachte is vrijgesproken van feit 4 van parketnummer 05/087596-20
.Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.

9.De beoordeling van het beslag

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de goederen - zoals verzocht door de verdediging - terug kunnen naar beslagene.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de inbeslaggenomen (maar nog niet teruggeven) goederen terug moeten naar verdachte of [Medeverdachte 2] .
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende gelasten, omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet:
  • (295) KVI.2019401827-13 Makita Multitool;
  • (298) KVI.2019401827-16 Milwauki freesmachine;
  • (301) KVI.2019401827-20 Makita klopboormachine;
  • (303) KVI.2019401827-22 Makita Decoupeerzaag + 2 accu’s;
  • (306) KVI.2019401827-26 Makita slagmoer;
  • (307) KVI.2019401827-28 Makita cirkelzaag;
  • (311) KVI.2019401827-32 Doosje met zaagbladen;
  • (312) KVI.2019401827-35 Makita cirkelzaag 18 volt;
  • (314) KVI.2019401827-38 Lasapparaat concept 1400;
  • (315) KVI.2019401827-39 Compressor Mini Air
  • (317) KVI.2019401827-41 Koffertje met boren;
  • (319) KVI.2019401827-43 Accuboormachine Makita in doos;
  • (320) KVI.2019401827-44 Makita repro zaag 18 volt;
  • (323) KVI.2019401827-47 Michelin compressor blauw;
  • (324) KVI.2019401827-48 tas met twee accuboormachines.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
  • 36f, 45, 47, 48, 57, 60a, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht
  • art 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 3 van parketnummer 05/219030-19 en onder 3 en 4 van parketnummer 05/087569-20 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van 234 dagen;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
De beslissing ten aanzien van het beslag:
 gelast de teruggave van de volgende voorwerpen aan de rechthebbende, te weten:
o (295) KVI.2019401827-13 Makita Multitool;
o (298) KVI.2019401827-16 Milwauki freesmachine;
o (301) KVI.2019401827-20 Makita klopboormachine;
o (303) KVI.2019401827-22 Makita Decoupeerzaag + 2 accu’s;
o (306) KVI.2019401827-26 Makita slagmoer;
o (307) KVI.2019401827-28 Makita cirkelzaag;
o (311) KVI.2019401827-32 Doosje met zaagbladen;
o (312) KVI.2019401827-35 Makita cirkelzaag 18 volt;
o (314) KVI.2019401827-38 Lasapparaat concept 1400;
o (315) KVI.2019401827-39 Compressor Mini Air
o (317) KVI.2019401827-41 Koffertje met boren;
o (319) KVI.2019401827-43 Accuboormachine Makita in doos;
o (320) KVI.2019401827-44 Makita repro zaag 18 volt;
o (323) KVI.2019401827-47 Michelin compressor blauw;
o (324) KVI.2019401827-48 tas met twee accuboormachines.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 1]
 veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 2 van parketnummer 05/219030-19 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [Aangever 1] van € 1.307,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 augustus 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij [Aangever 1] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [Aangever 1] , een bedrag te betalen van € 1.307,- aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 15 augustus 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 23 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 2]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder 4 van parketnummer 05/219030-19 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [Aangever 2] van € 4.073,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [Aangever 2] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [Aangever 2] , een bedrag te betalen van € 4.073,- aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 50 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachte(n) (een deel van) het schadebedrag betaalt/betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht;
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Aangever 3]
 verklaart de benadeelde partij [Aangever 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
De beslissing ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [Naam]
 verklaart de benadeelde partij [Naam] niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Wasmann (voorzitter), mr. S. Kropman en mr. M.G.E ter Hart, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.M.P. van der Meulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 april 2023.
mr. S. Kropman, mr. M.G.E ter Hart en mr. J.M.P. van der Meulen zijn buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [Verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2019068041, gesloten op 17 december 2019 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte door [Aangeefster 1] namens [Bedrijf] , p. 706.
3.Proces-verbaal van aangifte door [Aangeefster 1] namens [Bedrijf] , p. 707.
4.Proces-verbaal van verhoor getuige E.J. [getuige 1] , p. 710.
5.Proces-verbaal inzet techniek locatiebepaling, p. 417, Proces-verbaal van bevindingen, p. 433.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 712.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 498-500; Relaas, p. 22.
8.Proces- verbaal van verdenking, p. 91.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 713 (Tapgesprek, sessienummer 84).
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 713.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 714-715.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 715.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 716.
14.Bewijs van ontvangst ontvangen door aangever, p. 718-719.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 607.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 511-512.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 501 (Tapgesprek sessienummer 874); Proces-verbaal van bevindingen, p. 608.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 608.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 607.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 511-512.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 501-502 (Tapgesprek Sessienummer 886).
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 609.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 511-512.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 502 (Tapgesprek sessienummer 897); Proces-verbaal van bevindingen, p. 609.
25.Proces-verbaal van observatie donderdag 15 augustus 2019, p. 449-450.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 610-611.
27.Proces-verbaal van observatie donderdag 15 augustus 2019, p. 450-453.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 623.
29.Foto’s, p. 619-622 en 625-628.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 612.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 613.
32.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 2] , p. 689.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 701.
34.Afschrift van aangifte van [Aangever 3] , p. 744.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 761.
36.Proces-verbaal van observatie dinsdag 3 september 2019 (OTPV.20190903a.Manatee), p. 456-461.
37.Proces-verbaal van observatie dinsdag 3 september 2019 (OTPV.20190903a.Manatee), p. 461.
38.Proces-verbaal van observatie dinsdag 3 september 2019 (OTPV.20190903a.Manatee), p. 461.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 756-758.
40.Foto’s, p. 756-757.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 759-760; Kennisgeving van inbeslagname, p. 747.
42.Proces-verbaal van bevindingen, p. 758-760; Kennisgeving van inbeslagname, p. 751.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 760; Kennisgeving van inbeslagname, p. 749.
44.Verklaring bewaarder, p. 746.
45.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 4] , p. 674.
46.Proces-verbaal van aangifte door [Aangever 4] , p. 675.
47.Proces-verbaal van verhoor getuige [buurman aangever 4] , p. 676-677.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 678.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 608; Proces-verbaal van bevindingen, p. 511-512.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 756.
51.Proces-verbaal van bevindingen, p. 679.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 678.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 896-898. Kennisgeving van inbeslagname, p. 1264.
54.Proces-verbaal van bevindingen, p. 286-287.
55.Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 24 maart 2023.