In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 2 mei 2023 een mondelinge uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een jongere van ruim zeventien jaar. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende aanknopingspunten waren om de jongere in een gesloten accommodatie te plaatsen. De jongere, die op het punt staat zijn stage met goed gevolg af te ronden, heeft groot belang bij het kunnen voortzetten van zijn opleiding. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de GI (gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland) geen concreet plan heeft gepresenteerd voor de gesloten plaatsing en dat de zorgen over de jongere niet voldoende zijn om een ingrijpende maatregel te rechtvaardigen.
Tijdens de mondelinge behandeling waren de jongere, zijn ouders en de GI aanwezig. De ouders voerden verweer tegen het verzoek van de GI, waarbij de moeder aangaf dat de jongere slechter af is sinds zijn plaatsing in de gesloten accommodatie. De vader benadrukte dat hij openstaat voor een alternatieve woonvorm voor de jongere, maar niet in een gesloten setting. De jongere zelf gaf aan dat hij geen gevaar vormt voor zichzelf of anderen en dat hij zijn ambities wil waarmaken.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling rekening gehouden met de belangen van de jongere, zijn opleiding en de zorgen van de GI. Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten de machtiging voor gesloten jeugdhulp te beëindigen en de overige verzoeken van de GI af te wijzen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden.