ECLI:NL:RBGEL:2023:2802

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
16 mei 2023
Zaaknummer
C/05/415455 / HA ZA 23-74
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident ex artikel 843a Rv. Verzoek om verstrekking van bescheiden en matiging van dwangsom in geschil tussen eiseres en Medical Support B.V.

Op 17 mei 2023 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis gewezen in een incident dat was ingesteld door [eiseres] tegen Medical Support B.V. In dit incident vorderde [eiseres] op grond van artikel 843a Rv de verstrekking van bescheiden die nodig zijn om de juistheid van een herziene berekening te controleren. De partijen, [eiseres] en Medical Support, hadden in het verleden samengewerkt bij het verzorgen van trainingen voor het Rode Kruis, waarbij afspraken waren gemaakt over de facturering en de verdeling van de winst. [eiseres] stelde dat zij recht had op een deel van de winst, maar dat dit nog niet volledig was uitbetaald. Medical Support betwistte dit en stelde dat zij aan haar verplichtingen had voldaan.

De rechtbank oordeelde dat [eiseres] een rechtmatig belang had bij de gevraagde bescheiden om de winst te kunnen berekenen en de juistheid van de herziene berekening te controleren. De rechtbank wees de incidentele vordering toe, met uitzondering van de verzoeken om jaarrekeningen en belastingaanslagen, waarvoor het rechtmatig belang onvoldoende was onderbouwd. Tevens werd een dwangsom toegewezen van € 1.000 per dag voor het niet verstrekken van de bescheiden, met een maximum van € 10.000. De proceskosten werden aan de zijde van [eiseres] begroot op € 598.

De rechtbank heeft de zaak in de hoofdzaak aangehouden voor beraad over een mondelinge behandeling op 31 mei 2023. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M. van Harten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/415455 / HA ZA 23-74
Vonnis in incident van 17 mei 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. C.A.M.H. Vink te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MEDICAL SUPPORT B.V.,
gevestigd te Westervoort,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. R.H. van de Beeten te Zevenaar.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Medical Support genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding tevens houdende een incidentele vordering ex artikel 843a Rv
  • de conclusie van antwoord in de hoofdzaak en in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] en Medical Support hebben in 2019, 2020 en 2021 trainingen verzorgd voor het Rode Kruis. Tussen partijen is afgesproken dat Medical Support zou zorgen voor de facturering voor de door [eiseres] en Medical Support verleende diensten en zou zorgen voor betaling van de in verband met de training gemaakte kosten. De winst zou tussen partijen worden verdeeld.

3.Het geschil in de hoofdzaak

3.1.
[eiseres] vordert in de hoofdzaak - samengevat - om Medical Support bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling van een hoofdsom van € 51.655,39 en een bedrag van € 1.490,00 aan faillissementskosten, beiden vermeerderd met de wettelijke handelsrente en veroordeling van Medical Support in de kosten van het geding. [eiseres] legt daaraan ten grondslag dat zij op grond van de tussen partijen gemaakte afspraken recht heeft op 50% van de met het verzorgen van trainingen behaalde winst en dat haar aandeel nog niet volledig is uitbetaald.
3.2.
Medical Support concludeert in de hoofdzaak - samengevat - tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding. Zij legt daaraan ten grondslag dat Medical Support alles heeft betaald wat zij op basis van de gemaakte afspraken moest betalen.

4.Het geschil in het incident

4.1.
[eiseres] vordert in het incident - samengevat - om Medical Support op grond van artikel 843a Rv bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen om binnen veertien dagen na de beslissing in het incident de bescheiden te verstrekken waaruit de cijfers blijken van de totale omzet en de kosten van trainingen die zijn gegeven. [eiseres] vordert daarbij onder meer afgifte van de jaarrekeningen met bijbehorende belastingaanslagen, de ingediende BTW-aangiften en de betaalbewijzen voor de jaren 2019 tot en met 2021. [eiseres] vordert veroordeling tot verstrekking van deze bescheiden op straffe van een dwangsom van € 3.500,00 voor elke dag of gedeelte daarvan dat Medical Support weigerachtig blijft uitvoering te geven aan de veroordeling, met een maximum van
€ 70.000,00.
4.2.
Medical Support heeft geconcludeerd tot afwijzing van de incidentele vordering, met veroordeling van eiseres in de kosten van het incident. Zij legt daaraan ten grondslag dat zij alle relevante stukken reeds heeft verstrekt.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
Artikel 843a Rv bepaalt dat hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Er geldt geen algemene exhibitieplicht voor partijen. Artikel 843a lid 1 Rv verbindt aan de toewijsbaarheid van een vordering als de onderhavige drie cumulatieve voorwaarden:
a. de eisende partij dient een rechtmatig belang te hebben,
b. de vordering moet 'bepaalde bescheiden' betreffen en
c. die bescheiden hebben van doen met een rechtsbetrekking waarbij eiser partij is.
5.2.
Als productie 1 bij haar conclusie heeft Medical Support een overzicht overgelegd (door haar aangeduid als ‘de herziene berekening’), waarin volgens haar de in verband met de trainingen gerealiseerde omzet en daarvoor gemaakte kosten zijn opgenomen. Medical Support heeft geen stukken overgelegd ter onderbouwing van dit overzicht. Dat, zoals Medical Support in haar conclusie naar voren heeft gebracht, alle facturen met betrekking tot de betalingen en de kosten al op 29 november 2022 per We Transfer aan [eiseres] ter beschikking zijn gesteld, is evenmin onderbouwd. Dat op dat moment alle relevante documenten zijn verstrekt is ook onaannemelijk, omdat de herziene berekening later is opgesteld.
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiseres] een deel van de winst toekomt, die met het verzorgen van de trainingen is gemaakt. Om de juistheid van de herziene berekening te kunnen controleren en de winst te kunnen berekenen, is vereist dat inzicht bestaat in de in verband met de verzorgde training gemaakte omzet en de gemaakte kosten. [eiseres] heeft volgens de rechtbank aldus een rechtmatig belang bij de verstrekking van alle bescheiden die nodig zijn om de juistheid van de herziene berekening te kunnen controleren, althans de winst zelf te kunnen berekenen. De rechtbank zal in zoverre de incidentele vorderingen toewijzen.
5.4.
Voor zover het verzoek van [eiseres] specifiek ziet op inzage c.q. afgifte van de jaarrekeningen met bijbehorende belastingaanslagen, de ingediende BTW-aangiften en de betaalbewijzen voor de jaren 2019 tot en met 2021 van Medical Support, heeft [eiseres] het vereiste rechtmatig belang onvoldoende toegelicht. Deze bescheiden hoeft Medical Support niet te verstrekken.
5.5.
De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, met dien verstande dat Medical Support aan [eiseres] een dwangsom moet betalen van € 1.000 per dag of gedeelte van een dag wanneer Medical Support de bescheiden niet verstrekt met een maximum van
€ 10.000,00. De rechtbank wijst Medical Support erop dat wanneer zij geen uitvoering aan de uit te spreken veroordeling zal geven, de rechtbank daar bovendien in de hoofdzaak de gevolgtrekking uit kan maken die haar geraden voorkomt.
5.6.
Medical Support zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
bepaalt dat Medical Support aan [eiseres] binnen veertien dagen na heden de bescheiden dient te verstrekken waaruit kan worden afgeleid wat de totale omzet en de totale kosten in verband met de door [eiseres] en Medical Support verzorgde trainingen zijn geweest,
6.2.
veroordeelt Medical Support om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van
€ 1.000,00 per dag of gedeelte van een dag wanneer zij niet aan de in 6.1 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt,
6.3.
veroordeelt Medical Support in de kosten van het incident, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 598,00,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het in het incident gevorderde voor het overige af,
in de hoofdzaak
6.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 31 mei 2023 voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een mondelinge behandeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Harten en in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.