ECLI:NL:RBGEL:2023:2761

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 mei 2023
Publicatiedatum
14 mei 2023
Zaaknummer
05-156703-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deelneming aan een criminele organisatie en hennepteelt in meerdere kwekerijen

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 15 mei 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen [verdachte], die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie en het telen van hennep in meerdere kwekerijen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] betrokken was bij het telen van hennepplanten in verschillende woningen in Arnhem en omgeving, waarbij hij samenwerkte met medeverdachten. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten van hennepteelt, waarbij grote hoeveelheden hennepplanten werden aangetroffen. De rechtbank heeft de verklaringen van getuigen en de resultaten van observaties en telefoontaps in overweging genomen. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor een lichtere straf, verwijzend naar de minder prominente rol van [verdachte] binnen de organisatie. De rechtbank oordeelde dat [verdachte] een aansturende rol had en dat zijn betrokkenheid bij de hennepteelt ernstige gevolgen had voor de samenleving. Uiteindelijk werd [verdachte] veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-156703-21
Datum uitspraak : 15 mei 2023
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. S.G.H. van de Kamp, advocaat in ‘s-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 21 juni 2020 tot en met 11 februari 2021 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand/woning aan het [adres] )
(telkens) een hoeveelheid van (in totaal (3x) ongeveer 268 hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) (telkens) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens (3x) ongeveer) 268 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 02 oktober 2020 tot en met 11 november 2020 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand/woning aan de [adres] )
(telkens) een hoeveelheid van (in totaal ongeveer 409) hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
terwijl dit gepleegde feit (mede) (telkens) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens) 409 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 20 oktober 2020 tot en met 02 maart 2021 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad en/of en/of ruimten en/of gelden voorhanden heeft te weten een of meerdere:
- ruimte(n), te weten de woning aan de [adres] (zijnde een locatie voor de beoogde kwekerij) en/of
- afzuigslang(en) en/of elektriciteitsdra(a)d(en) en/of lamp (en) en/of transformator(en) en/of tijdklok(ken) en/of filter(s) en/of pot(ten), al dan niet gevuld met grond, voor hennepplanten en/of aan- en afzuiginstallatie(s) en/of(investerings)geld(en)
waarvan hij en zijn mededader(s) wist (en) of ernstige reden had(den) te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 15 december 2020 tot en met 02 maart 2021 te Veenendaal en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand/woning aan de [adres] )
(telkens) een hoeveelheid van (in totaal ongeveer 255) hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) (telkens) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens) 255 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
5.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 01 januari 2018 tot en met 19 maart 2021 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand/woning aan de [adres] )
(telkens) een hoeveelheid van (in totaal (12x) ongeveer 168) hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens (12x) ongeveer) 168 hennepplanten, althans (in totaal) meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
6.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 15 december 2020 tot en met 22 maart 2021 te Herwen, gemeente Zevenaar, en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand/woning aan de [adres] )
(telkens) een hoeveelheid van (in totaal (3x) ongeveer 230) hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) (telkens) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens (3x) ongeveer) 230 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
7.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode 01 oktober 2020 tot en met 08 april 2021 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand/woning aan de [adres] )
(telkens) een hoeveelheid van (in totaal ongeveer (3x) 412) hennepplanten, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, terwijl dit gepleegde feit (mede) (telkens) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens (3x)) 412 hennepplanten, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
8.
hij op een of meer momenten in of omstreeks de periode 16 september 2020 tot en met 22 maart 2021 te Arnhem, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten (onder andere) [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in (artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a eerste lid), artikel 11 derde, vierde, vijfde lid en/of artikel 11a Opiumwet.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van hennepteelt, waarbij sprake is van een grote hoeveelheid hennep, telkens meermalen gepleegd (feiten 1, 2, 4, 5 en 6), het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor hennepteelt (feit 3) en deelname aan een criminele organisatie (feit 8). De officier van justitie vordert daarnaast vrijspraak van feit 7, wegens een gebrek aan bewijs.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de periode voorafgaand aan 1 juli 2020.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw vrijspraak bepleit. Hiertoe is aangevoerd dat, waar verdachte al in beeld komt bij deze hennepkwekerij, zijn betrokkenheid dusdanig beperkt is dat niet kan worden gesproken van een rol van enig gewicht.
De raadsvrouw heeft ten aanzien van feit 3 betoogd dat met betrekking tot de rol van verdachte bij deze hennepkwekerij uit het dossier volgt dat hij met de bewoner heeft gesproken en hij (enkel) samen met hem de woning heeft leeggehaald. Verdachte dient daarom (partieel) te worden vrijgesproken van de andere ten laste gelegde handelingen. Voor het overige heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ook met betrekking tot feit 4 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Waarbij nog is opgemerkt dat verdachte pas betrokken is geraakt na de verbrande oogst.
Ten aanzien van feit 5 heeft zij primair vrijspraak bepleit, omdat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte betrokkenheid van enig gewicht heeft gehad bij deze hennepkwekerij. Subsidiair heeft de raadsvrouw bepleit dat de periode dient te worden beperkt, nu er geen aanwijzingen zijn voor betrokkenheid van [verdachte] vanaf 1 januari 2018.
Ten aanzien van feit 6 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Met betrekking tot feit 7 is vrijspraak bepleit, vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
De raadsvrouw heeft zich ten aanzien van feit 8 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
[verdachte] wordt – kort gezegd – verweten dat hij als medepleger betrokken is geweest bij zeven hennepkwekerijen, waarvan één in de voorbereidende fase en deelname aan een criminele organisatie die het plegen van Opiumwet-feiten tot oogmerk had.
De rechtbank zal hieronder allereerst ingaan op de identificatie van de verschillende verdachten in het dossier. Vervolgens zal de rechtbank de feiten op volgorde van de tenlastelegging bespreken.
Identificatie verdachten
In het onderzoek Harder kwamen door de interceptie van telecommunicatiemiddelen, het opnemen van vertrouwelijke communicatie en door middel van observaties verschillende personen in beeld als potentiële verdachten. Een aantal van deze verdachten werd aangeduid met een bijnaam. Door de recherche zijn op basis van de navolgende aanwijzingen verdachten aan telefoonnummers en bijnamen gekoppeld.
[medeverdachte 2]
Op 16 oktober 2019 is [medeverdachte 2] in zijn woning overvallen. Toen zijn partner [medeverdachte 3] hierover verhoord werd, verklaarde zij dat het telefoonnummer van [medeverdachte 2] + [telefoonnummer] was en hun vaste nummer + [telefoonnummer] betrof. De telefoonaansluiting + [telefoonnummer] is afgegeven voor een abonnement aan [naam ex-partner medeverdachte 3] op het adres [adres] . [naam ex-partner medeverdachte 3] is de overleden ex-echtgenoot van [medeverdachte 3] . In een verklaring die [medeverdachte 2] op 7 februari 2020 aflegde, verklaarde hij gebruik te maken van het telefoonnummer + [telefoonnummer] . Dit nummer staat op naam van [medeverdachte 3] , [adres] . In verschillende tapgesprekken in september 2020 noemde de gebruiker van voornoemde telefoonnummers zichzelf ‘ [medeverdachte 2] ’ of werd hij door de persoon aan de andere kant van de lijn ‘ [medeverdachte 2] ’ of ‘ [medeverdachte 2] ’ genoemd. Een verbalisant heeft op grond van stemherkenning geconcludeerd dat de (mannelijke) gebruiker van beide telefoonnummers één en dezelfde persoon betreft, te weten [medeverdachte 2] . [2]
In diverse tapgesprekken wordt [medeverdachte 2] door [medeverdachte 1] en [verdachte] ‘ouwe’ genoemd:
(TA001-1058, 11 oktober 2020)
[medeverdachte 2] ontvangt een SMS van [medeverdachte 1] met de tekst:
“Hou van jou ouwe ben vandaag 15 jaar samen met de vrouw vriend bedank voor alles vriend”.
(TA001-3341, 14 november 2020)
[medeverdachte 2] ontvangt een SMS van [medeverdachte 1] met de tekst:
“Hou van je ouwe meen het ben niks zonder jou meen het vriend”.
(TA004-40994, 23 november 2020)
[verdachte] belt uit met [medeverdachte 2] . Aan de achtergrondgeluiden is te horen dat [verdachte] in een auto zit. Er zit ook iemand anders (manspersoon) bij hem in de auto. Voordat [medeverdachte 2] de telefoon beantwoordt zegt de onbekende persoon tegen [verdachte] : “Wie bel jij nu?”
[verdachte] zegt daarop: “Ik moet heel effe die ouwe bellen, effe een minuutje”.
Daarna neemt [medeverdachte 2] de telefoon op. [3]
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 2] gebruik maakt van de telefoonnummers + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] en ‘ [medeverdachte 2] ’, ‘ [medeverdachte 2] ’ of ‘ouwe’ wordt genoemd.
[medeverdachte 1]
De gebruiker van telefoonnummer + [telefoonnummer] wordt door [medeverdachte 2] ‘ [medeverdachte 1] ’ of ‘Bolle’ genoemd. Een verbalisant herkent de stem van [medeverdachte 1] uit een ander onderzoek waarin telecommunicatie is opgenomen van voornoemd telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 1] . Op 29 september 2020 om 16:51 uur werd [medeverdachte 2] gebeld door telefoonnummer + [telefoonnummer] . In het gesprek zegt [medeverdachte 2] dat hij met een kwartiertje thuis is. Om 17:01 uur werd door het observatieteam waargenomen dat [medeverdachte 2] aan komt rijden op het [adres] . Kort hierna komt [medeverdachte 1] aanrijden en hij parkeert op het [adres] . [4]
Op 19 december 2020 werd [medeverdachte 2] gebeld door telefoonnummer + [telefoonnummer] . De stem van de gebruiker van dit telefoonnummer werd herkend als de stem van [medeverdachte 1] . In het gesprek wordt door deze gebruiker gezegd: “Dit is mijn nieuwe nummer ja”. Vanaf 12 maart 2021 komt er weer een nieuw telefoonnummer in beeld, + [telefoonnummer] . De stem van de gebruiker van telefoonnummer + [telefoonnummer] bleek hetzelfde als de stem van de gebruiker van nummer + [telefoonnummer] . [5]
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 1] gebruik maakt van de telefoonnummers + [telefoonnummer] , + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] en zijn bijnaam ‘Bolle’ is.
[verdachte]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gebruik maakte van het telefoonnummer + [telefoonnummer] . [6]
De gebruiker van het telefoonnummer + [telefoonnummer] gebruikt als zijn eigen naam ‘ [verdachte] ’. [7]
Op 11 juni 2020 verstuurde [verdachte] met telefoonnummer + [telefoonnummer] een sms-bericht naar + [telefoonnummer] met het verzoek hem te bellen op zijn andere nummer. Dertig seconden later belde het telefoonnummer + [telefoonnummer] naar + [telefoonnummer] . Een verbalisant herkende de stem van [verdachte] als gebruiker van laatstgenoemd telefoonnummer. [8]
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] gebruik maakt van telefoonnummers + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] en hij ook wel ‘ [verdachte] ’ wordt genoemd.
[medeverdachte 4]
In onderzoek Elrits is telecommunicatie opgenomen van telefoonnummer + [telefoonnummer] . [medeverdachte 4] werd als gebruiker van dit telefoonnummer geïdentificeerd. In onderzoek Harder heeft een verbalisant de stem van de gebruiker van voornoemd telefoonnummer herkend als de stem van [medeverdachte 4] . [9]
Telefoonnummer + [telefoonnummer] heeft contact met nummer + [telefoonnummer] op naam van [naam ex-partner medeverdachte 4] , adres [adres] . De gebruikster van laatstgenoemd telefoonnummer noemt de gebruiker van + [telefoonnummer] [medeverdachte 4] en hij noemt haar [naam ex-partner medeverdachte 4] . Tijdens de gesprekken gaat het vaak over kinderen. Op het genoemde adres staan twee kinderen ingeschreven met de achternaam [medeverdachte 4] . In het systeem van de politie staat daarnaast een melding waarin [naam ex-partner medeverdachte 4] aangeeft bang te zijn voor haar ex, [medeverdachte 4] . [10]
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 4] gebruikt maakt van de telefoonnummers + [telefoonnummer] en + [telefoonnummer] .
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank, wanneer in het dossier gebruik is gemaakt van voornoemde telefoonnummers, voornoemde bijnamen genoemd zijn of de stem van een verdachte is herkend door de politie, ervan uitgaan dat het deze persoon betreft. De rechtbank zal hieronder dan ook niet steeds verwijzen naar de telefoonnummers, maar volstaan met de naam van de verdachte aan wie het nummer is gekoppeld.
[adres] (feit 1)
Op 11 februari 2021 werd in de woning aan het [adres] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Op de zolder was een kweekruimte ingericht met daarin 268 hennepplanten. [11] Op dit adres stond [betrokkene 1] ingeschreven. [12]
Getuige [getuige 1] , de vriendin van [betrokkene 1] , was ten tijde van het aantreffen van de hennepkwekerij in de woning aanwezig. Zij verklaarde onder meer dat de hennepkwekerij er sinds augustus 2020 zat en er twee keer geoogst was. Verder verklaarde zij dat [betrokkene 1] die week de lampen aan één kant had uitgedaan, omdat hij bang was voor ontdekking door de politie in verband met het gebrek aan sneeuw op het dak. De twee mannen die daar kwamen, zijn de eigenaren. Zij kwamen elke maandag, woensdag en vrijdag voor het onderhoud van de kwekerij. Deze mannen waren de dag na het uitzetten van de lampen gekomen om de lampen weer aan te zetten. [13]
[verdachte] heeft ter zitting verklaard samen met anderen betrokken te zijn geweest bij deze hennepkwekerij. Hij hield zich bezig met het onderhouden van de kwekerij door de hennepplanten water te geven en hij loste voorkomende problemen op. [14]
De rechtbank overweegt dat [verdachte] in het dossier voor het eerst op 1 juli 2020 in beeld komt in relatie tot deze hennepkwekerij.
Op 1 juli 2020 belde [verdachte] namelijk naar [betrokkene 1] (NNM) waarbij het volgende werd gezegd (samengevat door de politie):
“ [verdachte] zegt tegen NNM dat het een dag later wordt.... excuses NNM vindt het prima (…)
NNM zegt vraagt wanneer die klootzak dan kwam [verdachte] zegt de 16e geloof ik ik kreeg dat even door ...NNM zegt vrijdag kwam die dan ??? [verdachte] weet dat niet laat hem straks wel even langs NNM rijden en bellen...eg” [15]
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het meerdere malen telen van een grote hoeveelheid hennep in de periode van 1 juli 2020 tot en met 11 februari 2021. Gelet op de verklaring van getuige [getuige 1] acht de rechtbank het aannemelijk dat in die periode twee oogsten hebben plaatsgevonden.
[adres] (feit 2)
Op 11 november 2020 rond 14.40 uur werd in de woning aan de [adres] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In totaal stonden er 409 hennepplanten, verspreid over een kweekruimte op de begane grond en twee kweekruimtes op de eerste verdieping. [16] Getuige [getuige 2] , de verhuurder van de woning, heeft verklaard dat de woning sinds 1 januari 2020 werd verhuurd aan [betrokkene 2] . Daarbij is bemiddeld door [betrokkene 3]
[de rechtbank begrijpt: [betrokkene 3] ]. Het telefoonnummer van [betrokkene 2] is + [telefoonnummer] . [17]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het dossier dat [verdachte] betrokken was bij deze hennepkwekerij. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
Op 5 november 2020 werd door leden van het observatieteam onder meer het volgende waargenomen. Om 10.50 uur zagen zij dat [verdachte] en [medeverdachte 4] uit de voordeur van de [adres] liepen. Zij droegen houten latten en [verdachte] had daarnaast iets in zijn hand dat leek op een gereedschapskoffer. Samen liepen zij in de richting van de Chrysler met kenteken [kenteken] , waarna de auto vertrok. Na een korte stop bij het Esso tankstation in Velp, werd waargenomen dat [verdachte] de bestuurder van de auto was en [medeverdachte 4] de passagier. Om 11.09 uur stopte de auto bij het [adres] . Gezien werd dat [medeverdachte 4] uitstapte. Om 11.30 uur stapte [medeverdachte 4] weer in en de auto parkeerde vervolgens om 11.39 uur bij de Action aan de Heerlenstraat 44-45 in Arnhem. Om 11.46 uur werd gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 4] bij de kassa van de Action stonden en zij meerdere goederen, waaronder tie-wraps, in een bigshopper van de Action deden. Om 11.47 uur stapten beide mannen weer in de auto om vervolgens om 11.49 uur te parkeren aan de [adres] . Daar stapten [verdachte] en [medeverdachte 4] uit en haalden zij allerlei goederen uit de kofferbak, waarna zij in de richting van de [adres] en de [adres] [huisnummer] , [huisnummer] , [huisnummer] en [huisnummer] in [adres] liepen. Om 13.29 uur vertrok de Chrysler weer met daarin [verdachte] en [medeverdachte 4] . [18]
[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij de persoon is die op 5 november 2020 door het observatieteam is gezien en gefotografeerd bij de [adres] . [19]
Uit het observatieverslag volgt dat de herkenning van [verdachte] en [medeverdachte 4] door leden van het observatieteam onder meer is gebaseerd op deze waarneming. De rechtbank ziet dan ook geen reden te twijfelen aan de inhoud van dit observatieverslag en de momenten waarop [verdachte] (ook later die dag) door het observatieteam is herkend. De verklaring van [verdachte] dat dit observatieverslag niet klopt en er mogelijk iemand anders is uitgestapt bij de [adres] , schuift de rechtbank dan ook als ongeloofwaardig ter zijde.
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] en [medeverdachte 4] op 5 november 2020 samen meerdere adressen hebben bezocht, waaronder twee locaties waar later in werking zijnde hennepkwekerijen zijn aangetroffen. Ten aanzien van het [adres] heeft [verdachte] bekend samen met anderen betrokken te zijn geweest bij de exploitatie daarvan. Bij de stops die zij die dag maakten werden zij gezien met goederen die passen bij het opbouwen, dan wel onderhouden van een hennepkwekerij. Anders dan door de verdediging betoogd, twijfelt de rechtbank ook niet aan de waarneming van het observatieteam dat [verdachte] en [medeverdachte 4] voor hun bezoek aan de [adres] tie-wraps kochten bij de Action.
Ook de verklaring van [verdachte] dat hij mogelijk in de buurt van de woning is gezien, omdat zijn zoontje daar op school zit en hij weleens boodschappen doet bij de supermarkt die daar zit, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Uit de observatie van 5 november 2020 volgt dat [verdachte] en [medeverdachte 4] die dag samen op pad waren om diverse hennepkwekerijen te bezoeken. Uit het feit dat zij met diverse goederen in de richting van de woning aan de [adres] liepen om daar vervolgens ruim anderhalf uur te blijven, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat zij daar werkzaamheden hebben verricht ten behoeve van die hennepkwekerij. Daarmee hebben [verdachte] en [medeverdachte 4] een actieve en wezenlijke bijdrage geleverd aan de exploitatie van deze kwekerij.
Dat de betrokkenheid van [verdachte] verder ging dan dit enkele bezoek aan de kwekerij, volgt naar het oordeel van de rechtbank uit het volgende.
Op 5 februari 2021 vond in de woning van [medeverdachte 2] een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [betrokkene 3] , waarbij onder meer het volgende gezegd werd (samengevat door de politie):
“(…)
[betrokkene 3] : En dan zit ik nog met een dingetje en er is misschien nog wel een dingetje. Ik heb nou met [betrokkene 2] de dingen geregeld. Er zijn... maar ze moet de 10e komen. Maar ja ik heb er geen goed gevoel over hoor [medeverdachte 2]
: Wat dan?
[betrokkene 3] : …Ik vind het eng.
(…)
[medeverdachte 2] : Wanneer moet ze komen de 10e? voorkomen?
[betrokkene 3] : De 10e melden
[medeverdachte 2] : oh melden. Dat is mooi... ntv ze weet wat ze zeggen moet, ze kan alleen maar zeggen ..ja maar moet je luisteren er zijn afspraken met haar gemaakt .... ntv. ik weet niet wat ze hebben afgesproken.
(…)
[medeverdachte 3] : misschien dat ze wel een paar van die dingen kan zeggen dat hij kan zeggen..
[medeverdachte 2] : wat moet ze zeggen dan? Als ze iets toegeeft..luister es..
[medeverdachte 3] : dat ze het verhuurd hebt.
[betrokkene 3] : Ja dat zeg ik ook ..gewoon zeggen ik heb het verhuurd
[medeverdachte 2] : ..pasje ofzo....een ID ofzo
[betrokkene 3] : Daar heb ze volgens mij niks mee gedaan..
[medeverdachte 2] : Niet?
[betrokkene 3] : nee..volgens mij had [verdachte] haar dat wel gegeven, dan zou zij kopietjes er van maken ofzo van ... ntv... maar volgens mij was dat nog niet gebeurd.
[medeverdachte 2] : ja zeggen dat ze dat had moeten maken..zeggen hier heb je een ID, als die ID van hem is. Luister es..ntv huurhuis..dit is de persoon..ntv verhuurd heb .laten absoluut naar huis toe
[medeverdachte 3] : ze houden haar niet vast (…)” [20]
[betrokkene 2] is op 10 februari 2021, op uitnodiging door de politie, gehoord als verdachte. [21]
De rechtbank stelt vast dat voorgaand gesprek betrekking had op [betrokkene 2] (de huurster van de woning). In dit gesprek wordt besproken dat zij zich de tiende moet melden en dat zij dan moet verklaren dat zij de woning verhuurd heeft. Uit dit gesprek volgt dat [verdachte] ( [verdachte] ) een identiteitsbewijs aan [betrokkene 2] zou hebben gegeven, zodat [betrokkene 2] kan laten zien dat dit de persoon is aan wie zij de woning verhuurde.
Dit past bij het feit dat bij het aantreffen van de hennepkwekerij in de woning een gestolen identiteitsbewijs, rijbewijs en bankpas werden aangetroffen op naam van [naam] . [22]
Nog los van de vraag of [verdachte] inderdaad de persoon is geweest die voornoemd identiteitsbewijs aan [betrokkene 2] heeft gegeven, volgt naar het oordeel van de rechtbank uit het gesprek in ieder geval dat [verdachte] voor [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [betrokkene 3] kennelijk de man was die dit soort dingen voor deze kwekerij regelde en de contacten met [betrokkene 2] onderhield.
Daar komt het volgende bij.
Op 11 november 2020 om 16.00 uur wordt [verdachte] gebeld door [betrokkene 2] :
“ [verdachte] (sh) wordt gebeld door NNV2285 die paniekerig klinkt.
[verdachte] Yes..
NNV2285: Ja, lange..
[verdachte] Doe effe via What's App..
NNV2285: Je weet het al?” [23]
Vervolgens wordt [verdachte] om 16.05 uur gebeld door [medeverdachte 4] :
“ [verdachte] Ja lange
[medeverdachte 4] Yow
[verdachte] Yo pik
[medeverdachte 4] Hoe is het?
[verdachte] Ja kut
[medeverdachte 4] Wat
[verdachte] Kennelijk tegen iemand die buiten bij zijn woning staat. Kom naar binnen nou!! Hup!! Stomme geloer... En dan weer verder tegen [medeverdachte 4] : Ja pik, je belt ook weer gewoon op een normale lijn pik...
[medeverdachte 4] Ja omdat ik je op de What's App niet te pakken krijg eh...
[verdachte] Nee omdat ik in gesprek was
[medeverdachte 4] Oh
[verdachte] What's up?
[medeverdachte 4] Nee, ik wou vragen waar je bent
[verdachte] Thuis maat
[medeverdachte 4] Ok, ik zie je zo ja?
[verdachte] Ja, kom je eraan?
[medeverdachte 4] Yoyo, yoyo” [24]
Uit het feit dat [betrokkene 2] paniekerig klinkt, suggereert dat [verdachte] ‘het’ al weet en dat [verdachte] in beide gesprekken kennelijk niet wil dat het gesprek via de normale telefoonlijn plaatsvindt maakt de rechtbank op dat [betrokkene 2] en [medeverdachte 4] [verdachte] bellen naar aanleiding van de ontdekking van de hennepkwekerij nog geen anderhalf uur daarvoor (rond 14.40 uur). Dat de persoon bij wie de hennepkwekerij is aangetroffen en de persoon waarmee [verdachte] werkzaamheden heeft verricht ten behoeve van deze kwekerij hem zeer kort na de ontdekking van de kwekerij opbellen, duidt erop dat zij hem zagen als een persoon die (mede)verantwoordelijkheid had voor deze kwekerij.
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich in de ten laste gelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het telen van een grote hoeveelheid hennep.
[adres] (feit 3)
Op 2 maart 2021 werd in de woning aan de [adres] een ruimte aangetroffen die geheel was ingericht als hennepkwekerij. Onder meer de volgende voorwerpen werden aangetroffen:
  • afzuigslangen;
  • elektriciteitsdraden;
  • 8 lampen;
  • transformatoren;
  • tijdklokken;
  • filters;
  • potten voor hennepplanten, gevuld met grond;
  • een aan- en afzuiginstallatie.
De kwekerij was nog niet in werking. Alle goederen die in de ruimte stonden, waren nieuw. Alles stond klaar om te starten met telen. Er waren alleen nog geen hennepplanten aanwezig. [25]
[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij zich bezig heeft gehouden met het regelen van deze ruimte om een hennepkwekerij te beginnen. Hij heeft hiervoor gesprekken gevoerd met de bewoner van de woning, [betrokkene 4] , om afspraken te maken. Het was de bedoeling om daar hennep te kweken, maar dat is niet van de grond gekomen. Verder heeft [verdachte] verklaard dat hij spullen naar binnen heeft gebracht en een aantal dagen heeft geholpen met de opbouw. Daarbij is hij in de weer geweest met de voorwerpen die in de kwekerij zijn aangetroffen. [26]
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] voornoemde voorwerpen voorhanden heeft gehad en hij zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen voor hennepteelt. De rechtbank zal [verdachte] (partieel) vrijspreken van voorbereidingshandelingen aangaande (investerings)gelden en de ruimte/woning aan de [adres] omdat voor het verstrekken, voorhanden hebben of enige andere in de tenlastelegging genoemde gedraging met betrekking tot deze ‘voorwerpen’ geen wettig en overtuigend bewijs in het dossier aanwezig is.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het dossier dat [verdachte] dit feit samen met anderen heeft gepleegd. Hiertoe overweegt de rechtbank als volgt.
De bewoner van de woning, [betrokkene 4] , heeft verklaard dat [medeverdachte 1] in oktober of november 2020 bij hem langs kwam. [medeverdachte 1] vertelde dat [betrokkene 4] iets kon verdienen. [medeverdachte 1] zou kleine plantjes neerzetten en als die groter waren, dan zou hij ze verkopen. [medeverdachte 1] zou alles regelen. Hij heeft [medeverdachte 1] nog een aantal keer ontmoet bij [naam] , een buurvrouw die bij hem op de galerij woont. Toen heeft hij hem een sleutel van zijn woning gegeven. [betrokkene 4] moest in december 2020 geopereerd worden. Toen hij terugkwam uit het ziekenhuis zijn [medeverdachte 1] en [verdachte] bij hem langs geweest. Ze hadden andere dingen gedaan dan afgesproken was. [betrokkene 4] had tegen [verdachte] verteld dat hij onder bewind stond. [betrokkene 4] is een man van Antilliaanse afkomst. [27]
Op 13 januari 2021 werd door leden van het observatieteam waargenomen dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in de Chrysler met kenteken [kenteken] reden. Om 13.25 uur stond de auto geparkeerd aan de [adres] . Om 13.27 uur werd gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 1] uit de woning aan de [adres] liepen en de woning om 14.01 uur weer samen binnen gingen. Om 14.22 uur liep [verdachte] de woning uit naar de Chrysler. Nadat hij de kofferbak opende en sloot, liep hij terug naar de woning en opende hij de voordeur met een sleutel. Vervolgens werd gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 1] om 14.35 uur samen de woning verlieten. [28]
In een gesprek op 15 januari 2021 in de woning van [medeverdachte 2] tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] werd onder meer het volgende gezegd:
“(…)
[verdachte] : Luister es, bij die ehm, die voor ons knipt, hoe heet ze, [naam] . Daar twee deuren verder,
is zo'n gozer, wel een neger dat wel
[verdachte] : maar hij knipt en is kapper, maar hijs geopereerd aan zijn been, hij kan niet eens lopen, hij ken kan ken geen kant op die jongen.
[verdachte] : Hij zit, hij zit in de bewindvoering. Dus zijn huur en alles heb ik allemaal, hek allemaal al nagevraagd. Gisteren al met hem alles opgeruimd en leeggehaald. Nou kunnen er toch 82 in ja. Da's lekker toch?
[medeverdachte 2] : Da's veel
(…)
[verdachte] : Was tie nu.. Zou die gisterenavond heengaan, maar hij loopt het zo uit te stellen met die hokjes. [medeverdachte 1] zeg ik -gehoest- van jou. Als je er gewoon niet vanaf de start bij kan lopen dan hoeft het, dan hoeft het voor mij niet.
[medeverdachte 2] : ..ntv...
[verdachte] : Nee, ik heb wel goeie afspraken met hem gemaakt dus dat eh... das goed. Nou volgende
week als die spullen der zijn dan ga ik met hem dat hokkie daar bij die neger bouwen.(…)” [29]
In dit gesprek wordt gesproken over een man die een paar deuren naast [naam] woont, is geopereerd aan zijn been en onder bewind staat. In samenhang met de verklaring van [betrokkene 4] stelt de rechtbank vast dat met ‘de neger’ [betrokkene 4] wordt bedoeld.
Uit de verklaring van [betrokkene 4] , de observatie op 13 januari 2021 en het gesprek op 15 januari 2021 volgt dat [verdachte] bij het aantrekken van de locatie en de opbouw van de kwekerij nauw en bewust samenwerkte met anderen.
De rechtbank concludeert dan ook dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen voor hennepteelt in de woning aan de [adres] .
[adres] (feit 4)
Op 2 maart 2021 werd in de woning aan de [adres] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. Op de zolder van de woning bevond zich een kweekruimte met 255 hennepplanten. [30]
[betrokkene 5] , de bewoner van de [adres] heeft verklaard dat hij door [verdachte] , die hij kent als [verdachte] , is benaderd om een hennepkwekerij op zolder te zetten. [verdachte] regelde alles. [betrokkene 5] heeft [medeverdachte 5] ook een paar keer in de woning gezien. [medeverdachte 5] zag hij als het lopertje van [verdachte] . Als [verdachte] niet kon, kwam [medeverdachte 5] langs. Ook [medeverdachte 1] is een keer bij hem thuis geweest samen met [verdachte] . Zij gingen toen naar zolder om te kijken wat [verdachte] gebouwd had. Verder verklaarde [betrokkene 5] dat in de slaapkamer op de eerste verdieping een tent stond en daarin was het verbrand. [31]
Deze verklaring vindt steun in andere bewijsmiddelen in het dossier.
Op 8 december 2020 om 11.55 uur werd door leden van het observatieteam gezien dat de Chrysler met kenteken [kenteken] geparkeerd stond ter hoogte van de percelen aan de [adres] en [huisnummer] in [adres] . Om 13.21 uur zagen zij [verdachte] samen met een man (NN1) uit de richting van [adres] komen lopen. Om 13.54 uur maakte de auto een korte stop aan de [adres] , waarna alleen de bestuurder nog in de auto zat. Vervolgens stond de auto vanaf 14.08 uur geparkeerd op de oprit van de [adres] . [32]
[medeverdachte 5] woont aan de [adres] . [33] [verdachte] woont aan de [adres] . De rechtbank concludeert dat de man (NN1) [medeverdachte 5] betreft.
Op 15 december 2020 om 12.28 uur belde [verdachte] naar telefoonnummer + [telefoonnummer] dat in gebruik bleek te zijn bij [betrokkene 5] . [34]
Op 15 december 2020 werd door leden van het observatieteam gezien dat de Chrysler waarin [verdachte] samen met een andere man zat om 12.32 uur geparkeerd stond aan de [adres] . Niemand stapte uit en [verdachte] had een mobiele telefoon vast. Ter hoogte van [adres] vonden werkzaamheden plaats in de achtertuin en er lag zand op de rijbaan ter hoogte van nummer [huisnummer] . Om 12.37 uur vertrok de auto. [35]
Die dag om 13.28 uur stuurde [verdachte] het volgende sms-bericht naar [medeverdachte 2] :
“Ze zijn ook voor de deur aan het graven vriend” [36]
Daarna volgde tussen hen tussen 15.13 en 15.47 uur en de volgende conversatie per sms:
“ [medeverdachte 2] : Weetje al wat je gaat doen Gr
[verdachte] : Ja vriend heb nu alles klaar staan morgen ochtend vroeg x
[medeverdachte 2] : Ok” [37]
Uit peilbakengegevens blijkt dat de Chrysler met kenteken [kenteken] op 16 december 2020 vanaf 05.00 uur onderweg is richting onder andere Velp en Veenendaal. Om 05.16 uur straalde het peilbaken van de Chrysler een mast in Velp aan en om 05.33 uur een mast in Veenendaal. Om 05.42 uur straalde het peilbaken een mast aan de [adres] aan. [adres] valt onder het bereik van deze mast. Rond 06.51 uur vertrok de Chrysler weer. [38]
Het telefoonnummer + [telefoonnummer] , in gebruik bij [verdachte] , liet een zelfde beweging zien.
De telefoon straalde om 05.14 uur een mast aan in Velp en vervolgens om 05.36 uur en 06.52 uur de mast aan de [adres] . [39]
Om 08.12 uur stuurde [medeverdachte 2] het sms-bericht
“?”naar [verdachte] . [40] Hierop reageerde [verdachte] :
“Had je vrouw al geapp vriend alles goed xx” [41]
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] die vroege ochtend van 16 december 2020 met de Chrysler naar Veenendaal is gereisd en het peilbaken onder zijn auto daarbij een mast aanstraalde waaronder [adres] valt. Dit past bij het feit dat hij de dag daarvoor bij [adres] is gezien en hij dan naar [medeverdachte 2] stuurt dat hij alles klaar heeft staan voor morgenvroeg. Dat dit verband houdt met deze kwekerij leidt de rechtbank af uit het feit dat [verdachte] [medeverdachte 2] laat weten dat ze voor de deur aan het graven zijn, hetgeen ook volgt uit de observatie. Nu ook de tijdsspanne van ongeveer 50 minuten (05.42-06.51 uur) past bij het in werking stellen van een hennepkwekerij, concludeert de rechtbank dat [verdachte] op 16 december 2020 met dat doel bij de [adres] is geweest. Dit oordeel vindt bovendien steun in het volgende.
Op 13 januari 2021 werd door leden van het observatieteam waargenomen dat de Chrysler waar [verdachte] en [medeverdachte 5] in zaten werd geparkeerd aan de [adres] . Om 10.57 uur ging [medeverdachte 5] met de sleutel de woning aan de [adres] binnen. Vervolgens werd om 12.23 uur gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 5] diverse dozen vanuit de woning in de kofferbak legden, waarna zij om 12.29 uur vertrokken en daarna kort stopten bij een afvalbrengstation. [42]
Op 15 januari 2021 vond een OVC-gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] , waarbij onder meer het volgende werd gezegd:
“(…)
[medeverdachte 2] : Had nog 4 weken gemoeten.. ntv..
[verdachte] : Ze stonden 5 weken. Toen zat.. Dit zat erin. Ze waren zo groot, ze waren zo groot, zoveel spin heb jij nog nooit gezien. Ze waren verrot.
[verdachte] : Ze waren afgestorven omdat ze geen water hadden gehad, ja. Ik ga daar geen 5 weken rondlopen. Want wat ie daar af had gehaald was nog geen kilo aan opbrengst. Het was 1 grote teringzooi.
[medeverdachte 2] : ja maar kan toch proberen
[verdachte] : Kan al niet meer. Ntv... Het was onbegonnen.
[verdachte] : Beneden, had ie een tent staan, ja. Zo'n hoge tent, zo'n dure tent. Zo'n mammoet, zo'n
hele hoge. Lampen hangen hier, planten stonden daar. [medeverdachte 2] , het-het, 1 verbrande teringzooi.(…)” [43]
In dit OVC-gesprek wordt gesproken over hennepplanten in een tent die beneden stond, die helemaal verbrand waren. Dit past bij de verklaring van [betrokkene 5] . Daarnaast past het ook bij de observatie op 13 januari 2021 waarbij gezien werd dat [verdachte] en [medeverdachte 5] dozen vanuit de woning naar het afvalbrengstation brachten. Het feit dat in het OVC-gesprek door [verdachte] wordt gezegd dat de planten er vijf weken stonden, past bovendien ook bij een start van de teelt medio december 2020.
De door [verdachte] ter terechtzitting afgelegde verklaring dat hij pas betrokken is geraakt bij deze hennepkwekerij ná de verbrande oogst, acht de rechtbank dan ook ongeloofwaardig. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] in ieder geval van 15 december 2020 tot en met 2 maart 2021 betrokken is geweest bij de teelt van een grote hoeveelheid hennep in deze hennepkwekerij en dat hij daarbij nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen, zodat sprake is van medeplegen.
[adres] (feit 5)
Op 19 maart 2021 werd in de kelder van de woning aan de [adres] een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen. In de kweekruimte stonden 168 hennepplanten. De bewoner van deze woning was [betrokkene 6] . [44]
[betrokkene 6] heeft verklaard dat hij eind 2017, begin 2018 op zoek was naar extra inkomsten in verband met schulden en hij zo in contact is gekomen met mensen die de ruimte wilden huren voor een hennepkwekerij. Er is één iemand geweest om de kwekerij te bouwen, één persoon verzorgde de planten en één persoon was de man van de financiën. De eigenaar van de plantage noemde hij ‘Baas’, de persoon die de plantage heeft ingericht noemde hij ‘Lange’ en de persoon die de kwekerij verzorgde noemde hij ‘Muis’. Het telefoonnummer van Baas stond opgeslagen in zijn telefoon onder de naam ‘Baas [medeverdachte 1] ’. Dit nummer betrof + [telefoonnummer] . Onder deze naam hing een notitie met als onderwerp: ‘verjaardag [datum] ’. [betrokkene 6] heeft verder verklaard dat hij in totaal twaalf keer de huur betaald heeft gekregen. Vier keer per jaar over de afgelopen drie jaar. [45]
Zoals reeds vastgesteld, was het telefoonnummer + [telefoonnummer] in gebruik bij [medeverdachte 1] . Zijn verjaardag is op [datum] . De rechtbank stelt dan ook vast dat [medeverdachte 1] de persoon is die door [betrokkene 6] ‘Baas’ werd genoemd en hij de eigenaar was van deze hennepkwekerij.
Uit de verklaring van [betrokkene 6] volgt dat naast [medeverdachte 1] meerdere personen betrokken waren bij de exploitatie van deze hennepkwekerij.
Gesprek op 21 januari 2021 tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] :
“(…)
[verdachte] : Die roma die staat erin, die gaat volgende week gaat die open, dus dan na volgende
week nog 10 weken. Dan heb je in maart/april heb je een gekkenhuis, dan heb je echt een gekkenhuis. En [betrokkene 1] , en de [naam] en Veenendaal, en die van (FON) [naam] die neger...
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : Dat komt erna, die komt daarna, dat komt als eerste en daar achteraan komt
Veenendaal, en daar achteraan gaat [betrokkene 1] , beetje gelijk op, [betrokkene 1] komt eerder. Dus dan komt [betrokkene 1] en daarna komt [naam] , of eh [betrokkene 6] , die die die ... ntv ... daar bij dat pandjeshuis... ntv... Laat maar zeggen die week daarna kom ik die 400 vangen
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : Nee is al klaar, dan heb ik t al helemaal klaar.
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : Ja, die komt er dan ook nog achteraan
[medeverdachte 2] : ntv (…)” [46]
Uit de openbare bron Google Maps volgt dat de woning aan de [adres] zich op 250 meter afstand bevindt van een pandjeshuis. Uit het feit dat wordt gesproken over ‘ [betrokkene 6] bij het pandjeshuis’ leidt de rechtbank af dat hiermee wordt gedoeld op de hennepkwekerij van [betrokkene 6] .
De rechtbank leidt uit het gesprek af dat [verdachte] de planning en voortgang van de verschillende hennepkwekerijen, waaronder die aan de [adres] , bespreekt met [medeverdachte 2] . Naar het oordeel van de rechtbank duidt dit op betrokkenheid van [verdachte] bij deze hennepkwekerij. Daar komt het volgende bij.
Op 23 januari 2021 om 10.19 uur straalde de telefoon van [verdachte] een mast aan de [adres] aan. [adres] valt onder het bereik van deze mast. [47]
Vervolgens vond om 10.27 uur in de woning van [medeverdachte 2] een OVC-gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] waarin onder meer het volgende werd gezegd:
“(…) [verdachte] : Ik was vanochtend bij [betrokkene 1] alweer, ik ben bij die homo van hem geweest en nu naar Veenendaal..daarom kwam ik hier ik dacht misschien heb jij wel logi(?) (fon) in huis dan rij ik eerst naar versfood(fon) en dan naar Veenendaal toe..en dan ga ... naar het mokkel (…)” [48]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het dossier dat met ‘die homo’ de bewoner van de [adres] wordt bedoeld. Dit blijkt uit het volgende.
De politie heeft een analyse gemaakt van de opgenomen vertrouwelijke communicatie in de woning van [medeverdachte 2] in relatie tot telecommunicatiegegevens van onder meer [verdachte] . Hieruit is gebleken dat op het moment dat over ‘de homo’ gesproken werd één of meer verdachten daarvoor aan de [adres] waren geweest. [49]
Op 8 februari 2021 rond 17.21 uur werd [verdachte] twee keer gebeld door [betrokkene 6] , waarbij geen gesprek tot stand is gekomen. [50]
Op 16 februari 2021 vond een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] , waarin onder meer het volgende werd gezegd:
“(…)
[verdachte] : Zeg ik heel eerlijk het gaat veel sneller dan ik had verwacht.
[medeverdachte 1] : Ja.
[verdachte] : [naam] is ook met sprongen vooruit gegaan. Die laat ik gewoon he. Ik zeg hier, pak je koffer ik ga naast hem zitten en zeg doe maar gaat al precies hoeveel ntv zaterdag heeft hij zelf heeft hij Het bord (fon) gedaan dus dat gaat ook goed. Ik heb bij [naam] voor jou effe beestjes besteld en een paar kleine dingen, ik weet niet meer precies wat.
[medeverdachte 2] : Voor bij die homo hé of voor eh ntv Het bord (fon).
[verdachte] : ntv bord ntv maat? Zeg heel eerlijk ntv. [naam] zegt wat wil je nog? Ik heb 12 man daar boven in. Dus, ik zag de helft van de verlichting en toen moest ik terug door die kut sneeuw, toen heb ik 2 lampen aangezet.
[medeverdachte 2] : Dan kun je ze nu allemaal weer aanzetten, want morgen, morgen moet...
[verdachte] : Ja ik heb er gisteren op 18 gezet tegen 11 staan ik moet ze even laten wennen. Ik kan ze niet in ene ntv
[medeverdachte 2] : En van de week moet je er weer een paar uit zetten want dan wordt het weer te warm.
[verdachte] : (lachend) ah nee. Dus kom ik daar, van de week al hoor, die dingen zijn zo groot, ntv [medeverdachte 2] ik zeg het je eerlijk die dingen staan daar 2 weken op de voor groei het is daar godverdomme 9 graden in het hok die dingen zijn zo groot kerel heb ik nog nooit mee gemaakt de stenen (fon)zijn paars ze groeien als een raket door.
Praten door elkaar.
[medeverdachte 2] : tussen de nacht uren en dag uren moet er eigenlijk maar 6 graden verschil tussen mag zitten.
[medeverdachte 1] : ntv niet veel meer eigenlijk.
[verdachte] : Als we een hokkie doen dan doen we op de dag 30 en in de nacht 27 dat is het beste. (…)” [51]
De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] het hebben over hennepkwekerijen en [verdachte] aangeeft dat hij iets heeft besteld ten behoeve van een kwekerij. Uit het feit dat [medeverdachte 2] hierop suggereert dat dit voor bij ‘de homo’ ( [betrokkene 6] ) is, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [verdachte] kennelijk betrokken is bij deze kwekerij en daarvoor spullen bestelde.
In een OVC-gesprek van 19 maart 2021 tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] werd onder meer het volgende gezegd:
“(…)
[medeverdachte 1] Nee maar dan pak ik eh, en dan pak jij lekker wat centen, boem. En dan geef ik jou eh 50 rooien voor de voor de nat aj dat n keer wilt kopen.
[medeverdachte 2] NTV
[medeverdachte 1] En dan leg jij die 50 rooien van mij weg zo, hup, en als we dan een keer, een keer eh dan zeg ik in ieder geval van mij dr op gaan
[medeverdachte 2] Ik snap wat je bedoelt ja
[medeverdachte 1] Snapje?
[medeverdachte 2] ntv
[medeverdachte 1] Ja, [betrokkene 2] is weg door hem, uhm [betrokkene 1] is weg door hem, die homo is weg door hem, Veenendaal is weg door hem..
[medeverdachte 2] Veenendaal
[medeverdachte 1] Veenendaal, die neger is weg door hem
[medeverdachte 2] Ja ook nog ntv
[medeverdachte 1] 5 hokken wat we gewoon door hem kwijt zijn
[medeverdachte 2] Heb ik ook nog een bon van
[medeverdachte 1] Hé, vijf hokken onder hem kwijt zijn
(…)
[medeverdachte 1] Nee, eh, [verdachte] , let maar op, dat is gewoon opstapelen, die hokken komen er ook bij
[medeverdachte 3] : Ja natuurlijk, als ze m gezien hebben hangt ie
[medeverdachte 1] Die krijgt ie gewoon op de rechtbank dr bij, let maar op
[medeverdachte 2] Ja. ntv ... dat weet ik ook niet
[medeverdachte 1] Ja je weet niet wat [betrokkene 2] ... want [betrokkene 2] zegt wel ik heb niks gezegd„ misschien heb ze wel wat gezegd ... Die [betrokkene 5] zegt ook, die zal, die zal wel niks gezegd hebben... ze zeggen, ze zeggen allemaal dat ze niks gezegd hebben maar ondertussen...
(…)
[medeverdachte 1] heeft het over alle verliezen; ook weer 15 ruggen verlies, al die hokken die je verloren hebt. Je zit zo aan een ton waarvan je gewoon verloren hebt.
[medeverdachte 2] Mens
[medeverdachte 1] Ja
[medeverdachte 3] : Dat bedoel ik
[medeverdachte 1] Door meneertje
[medeverdachte 2] Maar het komt goed. We doen het effe rustig aan. De hokken doe jij...
[medeverdachte 1] Jaja
[medeverdachte 3] : Alles komt goed
[medeverdachte 1] Ja sowieso ik eh, ik hou mij ook rustig. Klaar. (…)” [52]
In dit gesprek wordt duidelijk dat [medeverdachte 1] baalt en [verdachte] de schuld geeft van het feit dat ‘ze’ vijf hennepkwekerijen kwijt zijn geraakt onder hem, waaronder het hok van ‘die homo’ ( [betrokkene 6] ).
Uit voorgaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, volgt naar het oordeel van de rechtbank dat de hennepkwekerij aan de [adres] één van de ‘hokken’ was die in nauwe en bewuste samenwerking werd geëxploiteerd door [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 1] .
Concluderend acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het telen van een grote hoeveelheid hennep. Uit het dossier volgt dat [medeverdachte 1] vanaf januari 2018 betrokken was bij deze hennepkwekerij. Op grond van de bewijsmiddelen kan niet worden vastgesteld dat [verdachte] reeds vanaf dat moment betrokken was bij deze kwekerij. [verdachte] komt op 21 januari 2021 voor het eerst in beeld in relatie tot deze hennepkwekerij, wanneer hij met [medeverdachte 2] spreekt over de planning en voortgang van de verschillende kwekerijen. Daarom zal de rechtbank bij de bewezenverklaring ten aanzien van [verdachte] uitgaan van de periode van 21 januari 2021 tot en met 19 maart 2021.
[adres] (feit 6)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij (AH077), p. 237-239 (map 31, bijlagendossier);
- het relaas van zaaksdossier 6, p. 14 (map 25, ZD006);
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 maart 2023.
[adres] (feit 7)
De rechtbank stelt vast dat uit het dossier met betrekking tot de betrokkenheid van [verdachte] bij deze ontmantelde hennepkwekerij niet meer is gebleken dan dat [verdachte] twee keer is gebeld door de bewoner van de woning. Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank dan ook van oordeel dat dit feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden. Zij spreekt [verdachte] daarom vrij van dit feit.
Deelname aan een criminele organisatie (feit 8)
Van een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet is sprake als is voldaan aan het vereiste van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband van twee of meer personen met een bepaalde organisatiegraad, dat tot oogmerk heeft het plegen van Opiumwet-delicten. Niet vereist is dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Gemeenschappelijke regels, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvoering, een taakverdeling, een bepaalde hiërarchie en/of geledingen kunnen sterke aanwijzingen opleveren voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband.
Van deelname is sprake als de verdachte behoort tot het samenwerkingsverband en een aandeel heeft in, dan wel ondersteuning biedt aan gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het genoemde oogmerk. Voor strafbare deelname is voldoende dat de betrokkene in zijn algemeenheid, in de zin van voorwaardelijk opzet, weet dat er een organisatie bestaat en dat die organisatie het plegen van misdrijven tot oogmerk heeft. Niet is vereist dat een betrokkene enige vorm van opzet heeft gehad op concrete door de criminele organisatie beoogde misdrijven, zolang de betrokkene maar weet dat de organisatie het begaan van misdrijven beoogt. Evenmin is vereist dat de betrokkene daadwerkelijk heeft deelgenomen aan (alle) gepleegde misdrijven, noch dat hij heeft samengewerkt of bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie.
Met betrekking tot de vraag of [verdachte] onderdeel uitmaakte van een criminele organisatie overweegt de rechtbank als volgt.
a.
Gestructureerd onderling overleg
Op 21 september 2020 is [medeverdachte 2] aangemerkt als verdachte in onderzoek Harder. Vanaf 24 september 2020 zijn de telefoonnummers waarvan hij gebruik maakte getapt en is (de woning van) [medeverdachte 2] geobserveerd door middel van camera’s en een observatieteam van de politie. Uit deze opsporingsmiddelen kwamen onder meer de volgende bevindingen naar voren.
Op 29 september 2020 rond 16.51 uur belde [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 2] :
“ [medeverdachte 2] neemt op met ik ben met een kwartiertje thuis
[medeverdachte 1] met een kwartiertje, oke, ja want ik sta (verbinding wordt verbroken)” [53]
Door het observatieteam werd waargenomen dat [medeverdachte 2] rond 16.50 uur een mobiele telefoon tegen zijn oor hield en om 16.57 uur op de scooter richting het [adres] reed. Ook zagen zij dat [medeverdachte 1] om 16.58 uur bij de woning van [medeverdachte 2] arriveerde in een Audi A3 en hij in de richting van de woning liep. Om 17.02 uur werd gezien dat [medeverdachte 1] weer in de Audi stapte en vertrok. [54]
Op 29 september 2020 rond 18.41 uur belde [medeverdachte 2] met [verdachte] , waarbij onder meer het volgende werd gezegd:
“(…)
[verdachte] : Nou, ik eh ... moet heel effe, heel effe wachten want ik.. ik ben om half acht bij die bolle he?
[medeverdachte 2] : Oh dat weet ik toch niet jonk?
[verdachte] : Ja ... dan wou ik daarna heel effen op de doorreis langs jou... effe bakje koffie.. als dat...
[medeverdachte 2] : Oh, ok nou ja kijk maar.
[verdachte] : Ja?
[medeverdachte 2] : Kijk maar.
[verdachte] : Zie ik je zo, doei doei
[medeverdachte 2] : Hoi, hoi” [55]
Door het observatieteam werd waargenomen dat [verdachte] en [medeverdachte 1] op 29 september 2020 om 19.42 uur in de richting van [adres] liepen. Om 20.08 uur stapten [medeverdachte 1] en [verdachte] in een auto die op het [adres] geparkeerd stond en vertrokken. [56]
Op 30 september 2020 belde [verdachte] naar [medeverdachte 2] :
“ [medeverdachte 2] neemt op met hey jong
[verdachte] : dag vriend, was jij er ehh effe kijken, met een kwartiertje zo, 20 minuutjes
[medeverdachte 2] : ik dacht dat [medeverdachte 1] ook deze kant op zou komen, kunnen we het gelijk effe afsluiten
[verdachte] : ohh dat weet ik niet joh, dat had ik niet gehoord, nee ik was effe ergens geweest toch en nu ben ik effe bij de dierenarts, ik heb die hond ziek, dus en daarna dacht ik ben bij ..ntv.. dan rij ik effe langs jou, om effe te overleggen
[medeverdachte 2] : ja is toch goed joh
[verdachte] : oke, dan zie ikje zo
[medeverdachte 2] : hoi hoi” [57]
Op 13 oktober 2020, rond 13.51 uur werd [medeverdachte 2] gebeld door [medeverdachte 1] :
“ [medeverdachte 2] heeft nnm even nodig
NNM is met 15 minuten bij [medeverdachte 2] ” [58]
Door leden van het observatieteam werd waargenomen dat [medeverdachte 1] op 13 oktober 2020 om 14.22 uur de Audi A3 met kenteken [kenteken] parkeerde bij de woning van [medeverdachte 2] en hij daar naar binnen ging. Om 14.31 uur kwam [medeverdachte 1] weer naar buiten. [59]
Op 20 oktober 2020 belde [verdachte] naar [medeverdachte 2] :
“ [medeverdachte 2] vraagt of verder alles goed is. [verdachte] zegt ja ik heb met [naam] en die Bolle alles gedaan. [medeverdachte 2] zegt ok lekker dus.
[medeverdachte 2] zegt ik wil alleen even de uitslag hebben voor wat ik jou heb laten zien.je weet wel wat ik bedoel. [verdachte] zegt ja..
[medeverdachte 2] : Wat ik jou gaf, weetje.
[verdachte] : Ja, nog niet .
[medeverdachte 2] : Wat ik tegen die...
[verdachte] : Dus eh...
[medeverdachte 2] : Nee daarom.. wat ik tegen die jongens kan zeggen eventueel.
[verdachte] : Nog niet, nog niet.
[medeverdachte 2] : Nee goed, dat hoor ik dan vanavond ofzo dan wel ja?
[verdachte] zegt zeg maar hoe laat bij jou. Ze spreken om 17:00 uur af bij [medeverdachte 2] ” [60]
Op 16 november 2020 stuurde [verdachte] een sms naar [medeverdachte 2] :
“ik heb een pand gevonden vriend we kunnen mee doen, zouden wij morgen samen met ze 2
even aan tafel kunnen vriend” [61]
[medeverdachte 2] reageerde hierop met:
“Komt goed GR” [62]
Op 16 november 2020 rond 20.17 uur belde [verdachte] ( [verdachte] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):

Na de begroeting zegt [verdachte] ik had nooit gedacht dat mijn dag zo zou gaan
[medeverdachte 2] ohh jee, maar ik hoor het morgen wel
[verdachte] daarom, echt een top dag gehad ..ntv.. hey vraagje, hoe laat dan?
[medeverdachte 2] ja uurtje of 11, is vroeg zat
[verdachte] ja zeg maar watje wil, dat we gewoon effe rustig met z'n tweeën effe kunnen zitten
[medeverdachte 2] ja maar je moet ook nog effe naar [betrokkene 5] heh
[verdachte] nee die zegt woensdag pas, dat hij tegen jou heeft gezegd
(…)
[verdachte] kom ik morgen bij je ja
[medeverdachte 2] is goed, hoi hoi” [63]
Op 17 december 2020 belde [medeverdachte 2] naar [medeverdachte 1] :
“ [medeverdachte 2] belt [medeverdachte 1] terwijl hij ook in gesprek is met iemand (man) die bij hem is.
[medeverdachte 2] : Hee Binkie wat was je aan het doen jong
[medeverdachte 1] : ..ntv ivm storing
[medeverdachte 2] : heb je even tijd..heel even tijd om bij mij langs te rijden of niet
[medeverdachte 1] : NTV
[medeverdachte 2] : Of redt je dat niet
[medeverdachte 1] : Is geen probleem, moet dat nou gelijk?
[medeverdachte 2] : Als je effe tijd hebt.. weetje wat ik bedoel jong..
[medeverdachte 1] : Oh ja oh ja ik weet al wat je bedoelt ja
[medeverdachte 2] : Ja..nee zucht..ja
[medeverdachte 1] : zeg maar!
[medeverdachte 2] : Hoelang duurt dat!!
[medeverdachte 1] : ja eh ik kan met zeg maar een kwartiertje bij je zijn
[medeverdachte 2] : Een kwartiertje is goed.. [medeverdachte 2] vraagt aan derde persoon. ja toch? kwartiertje is goed?
..gemompel van derde persoon..
[medeverdachte 2] : ja kwartiertje is goed” [64]
Op 22 december 2020 belde [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ):

[medeverdachte 1] Hey vriend
[medeverdachte 2] Dag jongen
[medeverdachte 1] Hey, ik ben morgen kwart voor twaalf effe bij jou met [naam] (fon) ja?
[medeverdachte 2] Is goed tuurlijk ist goed jong, tuurlijk
[medeverdachte 1] Ik heb hem effe alleen maar ingelicht. Of ga je wat doen vanavond?
[medeverdachte 2] Nee nee nee ik ga vanavond niet. Ik ga morgenavond wat doen.
[medeverdachte 1] Oh beter ja
[medeverdachte 2] Ja?
[medeverdachte 1] Voor de rest heb ik ook dat andere allemaal geregeld dus eh...
[medeverdachte 2] Is goed vriend, ga je morgen wel horen toch?
[medeverdachte 1] Is goed” [65]
Uit deze gesprekken volgt dat [medeverdachte 1] en [verdachte] regelmatig telefonisch contact hebben met [medeverdachte 2] . Daarbij vragen zij aan [medeverdachte 2] of zij langs kunnen komen, bijvoorbeeld om iets te overleggen, of [medeverdachte 2] geeft aan dat zij bij hem langs moeten komen. Er worden niet of nauwelijks inhoudelijke gesprekken over de telefoon gevoerd met elkaar. Uit observaties blijkt dat de bezoeken die [medeverdachte 1] en [verdachte] na dit telefonische contact brengen aan de woning van [medeverdachte 2] van korte duur zijn. Dit maakt het niet aannemelijk dat het gaat om sociale bezoeken. Uit het voorgaande volgt dat tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] sprake was van gestructureerd onderling overleg.
Samenwerkingsverband
Doordat de verdachten geen inhoudelijke zaken over de telefoon met elkaar bespraken, werd niet duidelijk waar het overleg dat zij met elkaar voerden over ging. Mede daarom is, na een machtiging daartoe, tussen 12 januari 2021 en 22 maart 2021 vertrouwelijke communicatie opgenomen in de woning van [medeverdachte 2] .
Gedurende deze periode van tien weken kwam [medeverdachte 1] 42 keer op bezoek bij [medeverdachte 2] . [verdachte] bezocht de woning in de zeven weken tot aan zijn aanhouding op 2 maart 2021 26 keer. [medeverdachte 1] en [verdachte] kwamen vijf keer samen. [66]
Uit de OVC-gesprekken die hiervoor ten aanzien van de verschillende hennepkwekerijen zijn opgenomen, volgt dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] met elkaar spreken over verschillende hennepkwekerijen die uiteindelijk door de politie zijn ontdekt.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het dossier dat tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] sprake was van een samenwerkingsverband en dat zij georganiseerd te werk gingen. Voor dit oordeel acht de rechtbank in het bijzonder de volgende gesprekken van belang.
Op 16 januari 2021 vond een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] , waarbij onder meer het volgende werd gezegd:
“(…)
[verdachte] : nee maar wat wilde ik nou zeggen... nee maar [betrokkene 1] ... ja maar met de sneeuw en dat blijft hier altijd op liggen, maar ik zeg... maar [betrokkene 1] jij had een hok met vijftien lampen aan en dan 's nachts vijftien lampen aan en overdag vijftien lampen en ik geef je.... die heb je aanstaan [betrokkene 1] en ik zeg, ik ga de gok niet nemen.... ik ga de gok in twee dagen niet nemen om de heleboel in twee dagen op te blazen. Weet je wat hij toen zei? Daar heb je ook gelijk in [verdachte] (19:54 NG). Ik zei... moet je eens luisteren [betrokkene 1] , ik vind het mooi zo, zoals het is.
[medeverdachte 2] : Is het toch ook.
[verdachte] : Het is prima. Het zijn zo'n toppen. Voor wat moet ik mijzelf de armoede op gaan halen. Maar ja, hij weet ja alles. Hij weet alles [medeverdachte 2] en hij heeft al alles gedaan en hij heeft ja zo super gedraaid ja. Zulke knollen. Wil jij niet weten. Zo'n knollen. Ja altijd. Constant. Ik zei is goed, maar als hij het dan zo goed kon, waarom heeft hij het dan niet even in zijn eentje aangestoken
(…)
[verdachte] : ja... maar we hebben er nog eentje bij met 'negentje' (fonetisch). Daar gaan we volgende week...
[medeverdachte 2] : dat zou mooi zijn.
[verdachte] : Ik heb met [medeverdachte 1] goede afspraken gemaakt.
[medeverdachte 2] : ja dat zei jij
[verdachte] : [medeverdachte 1] was er gisteren bij maar die jong was er gisteravond. Dat hoeft hij niet allemaal te horen. Ik heb met hem afgesproken anderhalf kilo voor die ...'wort"....(?) en een kilootje voor die andere...
[medeverdachte 2] : Oh ja.. heb je lekker geld.... ntv.... toch mee bezig. Heb je lekker geld zo op deze manier.
[verdachte] : maar ik heb die jongens er alles uit laten trekken. Alles opnieuw. Allemaal nieuwe spullen besteld.
[medeverdachte 2] : dat zei je, een tent maar toch. De rest niet?
[verdachte] : Ik heb die tent beneden en boven er helemaal uit laten trekken. 300 stuks. Nieuwe potten komen er in. Komen 11 liter potten. We hebben dan bij die andere meteen effen het filtertje vervangen... ntv....metalen klik klik/schuif geluid…vervangen, maar we hadden lekkage beneden bij die man in het souterrain waar je misselijk van wordt.
[medeverdachte 2] : ... ntv..gelijk in..
[verdachte] : heb je gelijk in. Daar ben ik helemaal op terug gekomen. Ik zei toen van 18 naar 18
[medeverdachte 2] : ja weetje nog
[verdachte] : maar ik zeg het je. Ik ben daar achter gekomen. Het is moeilijker van een 18 liter pot 50 gram te halen dan 35 gr van een elf liter pot.
[medeverdachte 2] : dat bedoel ik jongen
[verdachte] zegt dat [medeverdachte 2] daar helemaal gelijk in heeft gehad. Daar is hij helemaal op terug gekomen.
[verdachte] : nee maar, die Bolle belde mij gister avond, hij zei kom hier, zit die rode Moes er weer, ik heb daar helemaal geen zin in. Ik zei kom morgen wel effen [medeverdachte 1] . Ik heb daar geen zin in.
[medeverdachte 2] : Deze week wordt.. wat er af is. Die honderd zestig en dan eh... dus...
[verdachte] : is helemaal goed joh. Stemmen verstommen.
[medeverdachte 2] : ntv.... dat verloop dan... Dat had ie... maar dat jong dat wou .... deur klinkt. Geen gesprek meer.” [67]
De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [verdachte] [medeverdachte 2] op de hoogte brengt van de hennepkwekerijen en [verdachte] hierover kennelijk afspraken maakt met [medeverdachte 1] .
Gesprek op 21 januari 2021 tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] :

(…)
[verdachte] : Die roma die staat erin, die gaat volgende week gaat die open, dus dan na volgende
week nog 10 weken. Dan heb je in maart/april heb je een gekkenhuis, dan heb je echt een gekkenhuis. En [betrokkene 1] , en de [naam] en Veenendaal, en die twee van (FON) [naam] die neger...
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : Dat komt erna, die komt daarna, dat komt als eerste en daar achteraan komt
Veenendaal, en daar achteraan gaat [betrokkene 1] , beetje gelijk op, [betrokkene 1] komt eerder. Dus dan komt [betrokkene 1] en daarna komt [naam] , of eh [betrokkene 6] , die die die ... ntv... daar bij dat pandjeshuis... ntv... Laat maar zeggen die week daarna kom ik die 400 vangen
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : Nee is al klaar, dan heb ik t al helemaal klaar.
[medeverdachte 2] : ntv
[verdachte] : Ja, die komt er dan ook nog achteraan (…)” [68]
In dit gesprek bespreekt [verdachte] de planning en de voortgang van de verschillende hennepkwekerijen met [medeverdachte 2] . Hoewel niet te verstaan is wat [medeverdachte 2] zegt, kan uit de antwoorden die [verdachte] vervolgens geeft, worden opgemaakt dat [medeverdachte 2] zich actief mengt in het gesprek en niet slechts toehoorder is van wat [verdachte] te vertellen heeft.
Uit het dossier volgt dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] met elkaar spreken over hun handel en zij de verdeling van de inkomsten daaruit met elkaar bespreken. Onder meer de volgende gesprekken wijzen daarop.
Gesprek op 13 januari 2021 tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] :

(…)
[medeverdachte 1] : ..ntv ... er komt een hokje vrij he.
[medeverdachte 2] : Ik hoorde zoiets van [verdachte] hij was ergen wezen kijken, dat zei hij wel hij zou iets van die turk krijgen weetje
[medeverdachte 1] : Nee, Ik heb bij iemand anders nog een hokje erbij.
[medeverdachte 2] : Oh
[medeverdachte 1] : 270 stuks, 280
[medeverdachte 2] : O ja dat is mooi.
[medeverdachte 1] : via [naam]
[medeverdachte 2] : Super, niet overdrijven, blijft tie daar wonen?
[medeverdachte 1] : Ja, er woont iemand.
[medeverdachte 2] : Ja? Dat is helemaal gunstig.
[medeverdachte 1] : ntv 500, getrouwd.
[medeverdachte 2] : O dat is helemaal goed.
[medeverdachte 1] : Dan moetje dat schoonzusje even ntv want die had tie voor mij geregeld.
[medeverdachte 2] : O, dat maakt niet uit, dat is goed.
[medeverdachte 1] wil morgen gruis ophalen, maar hij is overdag steeds aan het werk dat is kut. (…)
[medeverdachte 1] heeft voor morgen afgesproken dan gaat hij het gruis ophalen.
[medeverdachte 2] : we mogen hem niet meer laten rijden.
[medeverdachte 1] : Ja, met dat inpakken ook joh, kun je zelf alles inpakken. Hij krijgt het zo van [naam] (fon) in de strijkzakken, zoveel kilo zakken en ik haal het zo bij hem op. Dat heeft helemaal geen zin. Kun je net zo goed bij [betrokkene 1] (fon) bij eh, hoe heet ie bij euh
[medeverdachte 2] : ..ntv..
[medeverdachte 1] : ja euh..ntv ... ja, bij [naam] (fon) laten daarom. Dus ik ga het ook met hem uitpakken..ntv..
[medeverdachte 2] : ..ntv..
[medeverdachte 1] : Ja, maar alles is waarschijnlijk al weer weg, daarom. Het staat bij zijn zwager.
[medeverdachte 2] : effe kijken hoe mooi die is..ntv...
[medeverdachte 1] : hou die sowieso een pak voor eh.. vrijdag ook bij [betrokkene 6] , [betrokkene 6] ..ntv.. komen. Die pakt ook altijd wel een stuk of drie, vier dus eh... nou dan wil je toch iets meer, snap je? Dus ik hou nog sowieso voor hem drie, vier apart en de rest gooi ik eruit.
[medeverdachte 2] : Ja en dan pak ik effen dat van [naam] (fon) die anderhalve kilo (1,5) half tien op ... en dat we dan voor mijn part eh 200 gram dat er zo dadelijk wegkomt, snap je? Want anders schiet het toch niet op.
[medeverdachte 1] : Of we moeten gewoon alle drie samen, gewoon eh dat [naam] jouw gewoon die drie rooie..
[medeverdachte 2] : Ja maar dat schiet..nvt..nou niet op.
[medeverdachte 1] : Ja maar alsje er 20 gram door heen gooit [medeverdachte 2] , hij is echt donker! Dus ja, das echt kut!
[medeverdachte 2] : Ja maar wat moeten we dan doen?
[medeverdachte 1] : Is echt kut! We moeten hem met verlies verkopen. Luister en dan moeten we gewoon
bijleggen.
[medeverdachte 2] : Het is erg dat dat kleintje er niet is want anders zeg je tegen kleintje: Luister eens, ik heb handel voor 35 voor je.
[medeverdachte 1] : Ja
[medeverdachte 2] : Snap je dan hoefje niet zo heel moeilijk te doen.
[medeverdachte 1] : Nee, dan moeten we gewoon samen delen in de portemonnee
[medeverdachte 2] : Ja, maar ja, dat is niet zoveel dan.
[medeverdachte 1] : Nee, maar dat moet dan toch gebeuren [medeverdachte 2] ? Dat kost jou geld.(…)” [69]
De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bespreken dat er een nieuwe hennepkwekerij bijkomt. Verder wordt er gesproken over het ophalen van gruis en de verkoop van meerdere kilo’s wiet. Daarnaast volgt uit het gesprek dat er kennelijk een partij slechte (donkere) wiet is die ze met verlies moeten verkopen. Het feit dat [medeverdachte 1] zegt dat het verlies samen moet worden gedeeld in de portemonnee duidt op een gezamenlijk financieel belang.
Gesprek op 15 januari 2021 tussen [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):

(…)
[medeverdachte 2] Ja, dan vijftien meier de man
[medeverdachte 1] Ja maar we hadden toch [naam] (fon) ook vijftien meegegeven?
[medeverdachte 2] Oh, ik dacht dat het van [naam] was!
[medeverdachte 1] Nee, [naam] wou meedelen.
[medeverdachte 2] Oh nee, dan is het goed.
[medeverdachte 1] Nee dat zei ik toch tegen jou, doe het door vier delen.
[medeverdachte 2] Oh nee dan is het goed
[medeverdachte 1] Dat heb ik tegen jou gezegd
[medeverdachte 2] Nee ..ntv..
[medeverdachte 1] We hadden vijftienhonderd de man, jij vijftienhonderd, ik vijftienhonderd, [verdachte]
vijftienhonderd en [naam] vijftienhonderd.
[medeverdachte 2] Alleen die tien dan, die had ik betaald..ntv..
[medeverdachte 1] Ja die heb ik jou gewoon..ntv..” [70]
De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bespreken hoe de opbrengst moet worden verdeeld. Ook volgt hieruit dat [medeverdachte 2] een bedrag had betaald (geïnvesteerd).
Gesprek op 16 februari 2021 tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [verdachte] ( [verdachte] ):

(…)
[verdachte] Ik ga nou denk ik morgen, ik moet even kijken hoe ik met mijn werk zit. Ik heb die lampen dus kan ik morgenmiddag kan ik die ophalen. [medeverdachte 2] heeft daar geld voor gegeven.
[medeverdachte 1] Ik ga eerst blij ntv voor dat ik hem er uit gooi, ken ik het zelf ook zien. Want kan ik die hele partij ehh
[verdachte] [medeverdachte 2] heeft gisteren geld gegeven voor die 8 lampen heb ik bij die [naam] die kan ik morgen pas ophalen dus (…)” [71]
Uit dit gesprek leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 2] heeft geïnvesteerd in lampen waar [verdachte] vervolgens mee aan de slag gaat.
Gesprek op 1 maart 2021 tussen [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ) en [verdachte] ( [verdachte] ):
“(…)
[verdachte] (…) Maar vrijdag er af, dan moet [medeverdachte 5] gelijk terugkomen om te mixen. Dan is dat kind er niet zaterdag is dat kind er ook niet, zaterdag moeten ze er gelijk weer er in staan, dan willen ze het nog 1 keer doen. Dan zo, dan draaien we hem dan wordt zomers
[medeverdachte 1] We hadden in de flat altijd 2...
[medeverdachte 2] ntv
[verdachte] Dan zetten we hem uit, en dan gaan we na het zomer weer verder.
(…)
[verdachte] Hoeveel had [naam] er?
[medeverdachte 2] 15, ik heb er nou 2, 1tje gaat er naar er naar Kleintje (fon) vanavond.
[medeverdachte 1] Yes, die heb ik al apart ingepakt.
[medeverdachte 2] 1tje is ntv maar zo mooi is die nog niet geweest!
[medeverdachte 1] Ja is mooie handel eerlijk is eerlijk.
[medeverdachte 2] ntv moet je anders even pakken want ja het is niet anders, want ja dan moet ik aan mijn spaargeld.
[verdachte] Ik wil aan jouw vragen, wil je....
[medeverdachte 1] Eh [medeverdachte 2] ik heb zo nog 9 rooien voor jouw erbij. Het duurde te lang daar dus 2 komt hij er zo ophalen. Daar had hij al geld voorliggen, voor die ene 4 zeg maar.
[medeverdachte 2] Ja, Ja
[medeverdachte 1] Dus dan heb ik er daar ook nog 2 van over. En als ik dat samen doe dan kan alles in ene keer naar die neger doen, dat kan ook.
[medeverdachte 2] Ja, ja.
[medeverdachte 1] Want die wil 15, 16, 17 kilo hebben.
[verdachte] Als je wil kan ikje wat wit geld overmaken hé.
[medeverdachte 2] Wil je dat doen dan?
(…)
[medeverdachte 1] Trouwens nog iets, straks moeten we even kijken voor een plekje.
[verdachte] Ja, voor wat?
[medeverdachte 1] Zoiets wat die neger ook, 3, 400 stuks.
[medeverdachte 2] ntv dat is ook wel een dingetje, dat is niet veel 150..
(…)
[medeverdachte 2] zegt tegen [verdachte] dat hij [naam] 500 heeft gegeven. Dus je krijgt van mij 500 vraagt
[medeverdachte 1] . Komt later wel zegt [medeverdachte 2] , hij heeft het opgeschreven.
[medeverdachte 1] zegt dat hij [medeverdachte 5] 1500 heeft gegeven en dat hij er 400 af heeft gehaald voor zijn
eigen ntv.
[verdachte] zegt dat hij gewoon goed moet bij houden.
Volgens [medeverdachte 2] komt dingetje vandaag nog met die 40 kilo en [medeverdachte 1] heeft dat al afgesproken.
(…)
[verdachte] O ja dat was een kilo te weinig dat heb ik ingepakt.
[medeverdachte 2] Ja die ja ntv
[medeverdachte 1] Daar krijgt [medeverdachte 2] toch die 9.000 nog van en daar zijn er nog 2 van.
[verdachte] Ja,
[medeverdachte 2] Daar krijg jij er 4 van, ik krijg van jou 600, en krijgt die 700 winst. Dan krijg jij van mij 7 meier.
[medeverdachte 1] Ja, en je krijgt van mij nog van die 9 gram. (…)” [72]
De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] hun handel met elkaar bespreken en wordt besproken wat de inkomsten zijn en hoe deze moeten worden verdeeld.
Tussenconclusie
De rechtbank stelt vast dat in voorgaande gesprekken door [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] , al dan niet in wisselende samenstelling, wordt gesproken over de exploitatie van verschillende hennepkwekerijen. Er wordt gesproken over het aantrekken van nieuwe locaties voor hennepkwekerijen, de opbouw ervan, de planning aan de hand van de kweekcyclus, het doen van investeringen, de handel en de (verdeling van de) opbrengsten en eventuele verliezen daaruit. Daarbij spreken zij veelal in de wij-vorm en worden beslissingen gezamenlijk genomen. Dit duidt op samenwerking en gemeenschappelijke belangen. Het oordeel dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] een driemanschap vormden en dat zij zich samen bezighielden met de exploitatie van hennepkwekerijen, vindt steun in het volgende.
Op 24 februari 2021 vond in de woning een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] , waarin onder meer het volgende werd gezegd:
“(…) Ze hebben het over de kopstukken.. [medeverdachte 2] zegt misschien bedoelen ze wel die [naam] kopstukken. [verdachte] zegt ja vreemd want wij zijn maar met z'n drieën niet met z'n vieren (…)” [73]
Op 22 februari 2021 bleek op de nieuwssite van RTV Oost een artikel te zijn geplaatst waarin werd gesproken over de aanhouding van vier kopstukken van een omvangrijke drugsorganisatie die komende week. [74]
De rechtbank leidt hieruit af dat [verdachte] in het gesprek refereert aan het nieuwsbericht en hij het drietal ziet als kopstukken van een drugsorganisatie. Dit wordt door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] niet weersproken.
In een OVC-gesprek van 19 maart 2021 tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] werd onder meer het volgende gezegd:
“(…)
[medeverdachte 1] Nee maar dan pak ik eh, en dan pak jij lekker wat centen, boem. En dan geef ik jou eh 50 rooien voor de voor de nat aj dat n keer wilt kopen.
[medeverdachte 2] NTV
[medeverdachte 1] En dan leg jij die 50 rooien van mij weg zo, hup, en als we dan een keer, een keer eh dan zeg ik in ieder geval van mij dr op gaan
[medeverdachte 2] Ik snap wat je bedoelt ja
[medeverdachte 1] Snapje?
[medeverdachte 2] ntv
[medeverdachte 1] Ja, [betrokkene 2] is weg door hem, uhm [betrokkene 1] is weg door hem, die homo is weg door hem, Veenendaal is weg door hem..
[medeverdachte 2] Veenendaal
[medeverdachte 1] Veenendaal, die neger is weg door hem
[medeverdachte 2] Ja ook nog ntv
[medeverdachte 1] 5 hokken wat we gewoon door hem kwijt zijn
[medeverdachte 2] Heb ik ook nog een bon van
[medeverdachte 1] Hé, vijf hokken onder hem kwijt zijn
(…)
[medeverdachte 1] heeft het over alle verliezen; ook weer 15 ruggen verlies, al die hokken die je verloren hebt. Je zit zo aan een ton waarvan je gewoon verloren hebt.
[medeverdachte 2] Mens
[medeverdachte 1] Ja
[medeverdachte 3] : Dat bedoel ik
[medeverdachte 1] Door meneertje
[medeverdachte 2] Maar het komt goed. We doen het effe rustig aan. De hokken doe jij...
[medeverdachte 1] Jaja
[medeverdachte 3] : Alles komt goed
[medeverdachte 1] Ja sowieso ik eh, ik hou mij ook rustig. Klaar. (…)” [75]
In dit gesprek wordt duidelijk dat [medeverdachte 1] baalt en [verdachte] (die kort daarvoor is aangehouden) de schuld geeft van het feit dat ‘ze’ vijf hennepkwekerijen kwijt zijn geraakt onder hem. De rechtbank leidt uit dit gesprek onder meer af dat de organisatie zich bezig hield met hennepkwekerijen en daar een (financieel) belang in had en dat [verdachte] er door de andere leden van de organisatie op wordt aangekeken dat bepaalde kwekerijen zijn ontdekt.
Daarnaast volgt naar het oordeel van de rechtbank uit dit gesprek dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] na de aanhouding van [verdachte] even rustig aan doen, maar niet wordt gesproken over stoppen. Dit duidt op een zekere bestendigheid van het samenwerkingsverband die de rechtbank hierna nader zal beoordelen.
Duurzaamheid van het samenwerkingsverband
Met betrekking tot de mate van duurzaamheid van het samenwerkingsverband overweegt de rechtbank aanvullend als volgt.
Op 6 maart 2021 vond een gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] ( [medeverdachte 1] ):

(…) Ze hebben het over het bellen uit de gevangenis door [verdachte] .
[medeverdachte 1] Hij zit dom tegen mij te lullen. Hij weet dat ik buiten voor hem aan het werk ben, omdat hij toch nog wat heb. En dan loopt hij dom te lullen tegen mij. (…)” [76]
Gesprek op 11 maart 2021 tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] :
“(…) [medeverdachte 2] vraagt of daar kweekspullen lagen. [medeverdachte 1] zegt ja. [medeverdachte 2] vraagt of die er nog steeds liggen? [medeverdachte 1] zegt dat die er allemaal uitgehaald zijn, en dat [verdachte] dat wel weet.
Blijkbaar heeft [verdachte] aan [medeverdachte 1] gevraagd om die boxen op te ruimen want [medeverdachte 1] is erg kwaad en zegt dat ie niet zijn loopjongen is, terwijl 'ze' bij hem ( [verdachte] ) op de loer liggen. Dan moet ie maar naar [betrokkene 1] en [medeverdachte 4] .
[medeverdachte 1] : Als jij ( [medeverdachte 2] ) het vraagt is het wat anders, maar ik ga het niet voor hem doen terwijl hij mij in gevaar heeft gebracht enzo. Ik blijf nog gewoon voor hem aan het werk, ik blijf nog dingen voor hem doen alles, doe ik helemaal niet moeilijk om. Al moeten we alles af delen, doe ik ook niet moeilijk over, interesseert me niet. Maar ik ga niet naar zijn poppen lopen te dansen omdat meneer binnen zit.
[medeverdachte 3] : Nee, dat hoeft ook niet.
[medeverdachte 2] : Ik rij morgen wel even langs, ik kijk wel even bij die garages, gewoon effe kijken. Ntv kweekspullen ntv
(…)
[medeverdachte 1] : [medeverdachte 2] , je weet zelf als je het in 5 jaar of 4 jaar binnen en we delen alles op (stv), dat interesseert me niet, maar hij moet niet denken dat ik zijn personeel ben en dat ik even zijn garageboxen ga opruimen, effe dit ga regelen.
[medeverdachte 2] : ik rij er morgen even langs, ik kijk even
(…)
[medeverdachte 1] : maar gewoon vanuit de bajes, hele gesprekken van ja broer ik weet dat je achter me staat, rot op kerel, ntv al die taps mee kerel, wat een mongool joh echt.
[medeverdachte 2] : zei ie ook tegen mij, maar ik vind dat niet zo erg, luister es
[medeverdachte 1] : Nee ik weet [medeverdachte 2] , maar ik ben wel hele tijd aan het werk voor ons, jij bent ook aan het werk, maar hij vergeet 1 ding, als wij straks allebei binnen zitten, hoe gaat het dan straks.Komt ie buiten, heeft ie helemaal niks meer. Want die 50 rooien heb zij wel op in die 5 jaar, of die 4 jaar dat hij binnen zit.
[medeverdachte 2] : ntv dus dat geeft je stress
[medeverdachte 1] : Maar is toch normaal dat ik zeg de eerste 6 weken even rustig aan? Ik wil eerst weten hoe die zaak allemaal afloopt.
[medeverdachte 2] : Ja maar hij pakt die telefoon niet meer aan (opmerking verbalisant: [medeverdachte 2] bedoelt dat [verdachte] dit zegt), ik zeg ja luister es ik zie hem ( [medeverdachte 1] ) ook weinig.
[medeverdachte 1] : Gek, ik heb die telefoon er niet voor niets eruit gegooid. Ik werd door hem gebeld, door [medeverdachte 4] gebeld, uit de bajes, ga weg kerel (…)” [77]
Uit deze gesprekken leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1] de werkzaamheden ten behoeve van de hennepkwekerijen die [verdachte] aanstuurde overnam nadat [verdachte] was aangehouden en hij dit met [medeverdachte 2] besprak. Ook wordt besproken om een tijdje rustig aan te doen, nu [verdachte] was aangehouden. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank dat het samenwerkingsverband tussen het drietal erop gericht was voort te blijven bestaan en het dus een bepaalde bestendigheid had.
Verschillende rollen
Uit het dossier komt naar voren dat ieder zijn eigen rol had binnen het samenwerkingsverband. De rechtbank leidt uit de hiervoor aangehaalde gesprekken en hetgeen met betrekking tot de verschillende hennepkwekerijen reeds is overwogen af dat [medeverdachte 1] en [verdachte] verantwoordelijk waren voor de dagelijkse aansturing van de hennepkwekerijen, waarbij sommige kwekerijen kennelijk (voornamelijk) werden aangestuurd door [medeverdachte 1] en andere door [verdachte] . Ook hielpen zij mee in de uitvoering en stuurden zij anderen aan.
Ten aanzien van [medeverdachte 2] volgt uit de bewijsmiddelen dat zijn woning werd gebruikt als een plek voor de organisatie om samen te komen en in een veilige omgeving hun zaken te bespreken. [medeverdachte 2] werd zelf niet op de locaties van de hennepkwekerijen gezien, maar werd wel door [medeverdachte 1] en [verdachte] op de hoogte gehouden van de voortgang en mogelijke opbrengsten van de kwekerijen. Hij hield zich bezig met de algemene aansturing vanuit zijn woning en daarmee was zijn bijdrage voornamelijk van intellectuele en financiële aard.
De rechtbank betrekt bij dit oordeel onder meer de volgende feiten en omstandigheden.
Gesprek op 16 januari 2021 tussen [medeverdachte 2] en [betrokkene 1] , de bewoner van het [adres] , waar op 11 februari 2021 een hennepkwekerij werd aangetroffen:
“(…)
[betrokkene 1] : Ja ik heb altijd wel mazzel met jullie. Heh, zou je geen mazzel hebben. Alles goed?
[medeverdachte 2] : Ja ... (ntv) rustig aan. Ja bij mij's rustig ja
[betrokkene 1] : Alles rustig.
(…)
[betrokkene 1] : Hoeveel is dit?
[medeverdachte 2] : 2 duizend.
[betrokkene 1] : Dat zijn ... (ntv) Wak zeggen wou ... eh Daar kwam ik daar kwam ik niet voor
[medeverdachte 2] : Nee, dat snap ik ook maar is wel... (ntv)
[betrokkene 1] : Maar wat ik zeggen wou eh ... ntv.. De rakkers zijn al weg
(…)
[betrokkene 1] : Nu heb je een kilo of 8. ... (nty) ... 60... 60
[medeverdachte 2] : We hebben d'r over 44. Luister. De plantjes d.. (ntv). 12 honderd ofzo.. (ntv) 23. Knip je ze na 15 meier, luister s, dan krijg je (ntv) 700, dan krijg je bepaalde dingetjes die stuk ntv... regelen..(ntv) Luister nou s, laten we nou eens 19 duizend euro over hebben. Het drogen moeten we betalen. Als dat 30 kilo is is dat 7,5 meier. Luister, dan moet ik die weg kunnen zetten, die stash kost een halve meier per kilo.
[betrokkene 1] : De?
[medeverdachte 2] : De stash (fon)
[betrokkene 1] : Wat is dat de smash? (fon)
[medeverdachte 2] : Achje weet ook niet ... (ntv) Dat is nu op dit moment ... (ntv) [verdachte] heeft ntv ook wel eens liggen, wat doe je nou?
[betrokkene 1] : Ik ken het elke keer ki.. (ntv).
[medeverdachte 2] : ... (ntv) er zijn ook periodes datje het helemaal effe niet kwijt kunt. Maar zo is het gewoon. Reken (fon) nou 18 duizend, 18 duizend delen door 3, [betrokkene 1] : dus je houdt er minder ... (ntv)
(…)
[betrokkene 1] : Ik moest verdomme mijn dikke winterjas aan om onder de douche te staan. Zo koud is het daar.
[medeverdachte 3] : O wat een zeikerd ben je ook he.
[medeverdachte 2] : ... (ntv)
[betrokkene 1] : Ja maar nou. Zie dat is het nou, dat is respect voor je hebt anders had ik
allang de de de stekker eruit getrokken.
(…)
[betrokkene 1] : Voor de rest gaat het goed. Ik zie jou als een baas. Daarom werk ik met je. (…)” [78]
De rechtbank leidt uit dit gesprek af dat [medeverdachte 2] en [betrokkene 1] de opbrengst van de hennepkwekerij met elkaar bespreken en de kosten die daarop in mindering moeten worden gebracht. Daarnaast geeft [betrokkene 1] aan respect te hebben voor [medeverdachte 2] en hem te zien als een baas en dat dit de reden is om met hem samen te werken.
Op 20 maart 2021 vond een gesprek plaats tussen onder meer [medeverdachte 2] ( [medeverdachte 2] ), een onbekende vrouw (NNV) en [betrokkene 5] (NNM), de bewoner van de [adres] waar op 2 maart 2021 een hennepkwekerij werd ontdekt. In dit gesprek werd onder meer het volgende gezegd:
“(…) NNV heeft tegen iemand iets ntv gezegd. Ze heeft het over foto's die gemaakt zijn dat ze daar naar binnen gingen.
[medeverdachte 2] : stv en toen zeiden ze die tweede ntv [naam] was.
NNM: toen zegt die politieagent hetzelfde ze zegt nou die ene dat is [verdachte] oftewel
[verdachte] . en die tweede dat is [naam] . Misschien hadden ze wel gehoopt dat ik zijn naam zou zeggen maar dat heb ik niet gedaan. Weetje wel? Ze hebben heel veel strikvragen
[medeverdachte 2] : ja.
NNM: elke keer
[medeverdachte 2] : maar niet over mij?
NNM: ze wouden de grote vis vangen ntv klein ntv bang gemaakt
[medeverdachte 2] : ja ik snap het
(…)
NNV: ze hadden dat busje aan de kant van de weg gezet, bij hem in de straat en vanaf dat
busje hebben ze foto's gemaakt ntv ik gelijk
[medeverdachte 2] : was het een zwart busje?
NNM en NNV tegelijk: ja
NNM: een donkere auto?
NNV: ja
NNM: ja, hij kon dat zien
NNM: ze hebben een zwart busje, maar normaal ntv donker bruine busjes
[medeverdachte 3] : ja maar hebben ze niet langs gereden en toen de foto 's gemaakt?
NNV: nee vanaf de zijkant ntv
NNV: want het was een foto van een afstand en ik kan van de hoek zien het vanaf de grote
weg af genomen is. Die vanaf tegenover ntv
(…)
NNM: ze zijn twee keer geweest. Vijftien januari ntv en eenentwintig januari met het
Beuningen (fon) ntv (…)”
[betrokkene 5] heeft verklaard dat hij door [verdachte] , die hij kent als [verdachte] , is benaderd om een hennepkwekerij op zolder te zetten. [verdachte] regelde alles. Hij is bij [medeverdachte 2] thuis geweest om te zeggen dat hij ermee zou stoppen. [verdachte] had namelijk gezegd dat [betrokkene 5] dit met [medeverdachte 2] moest bespreken, omdat [medeverdachte 2] hierover ging. Op 20 maart 2021 is [betrokkene 5] bij [medeverdachte 2] geweest om verslag uit te brengen van zijn aanhouding. Dit deed hij bij [medeverdachte 2] en niet bij [verdachte] , omdat [verdachte] altijd zei dat hij naar [medeverdachte 2] moest als er iets was. [79]
Uit voorgaand gesprek en de verklaring van [betrokkene 5] leidt de rechtbank af dat het met [medeverdachte 2] besproken moest worden als men wilde stoppen met de hennepkwekerij en men na ontdekking van de kwekerij op audiëntie moest komen om verslag uit te brengen van het politieverhoor.
Conclusie
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] gedurende het onderzoek vrijwel dagelijks intensief bezig waren met de exploitatie van hennepkwekerijen door met elkaar te overleggen. Samen werd gesproken over het aantrekken van nieuwe locaties voor kwekerijen en het inrichten daarvan, de voortgang van deze kwekerijen, de handel en de (verdeling van de) inkomsten hieruit. Uit de aangehaalde gesprekken blijkt dat zij daarbij georganiseerd te werk gingen. Ze maakten afspraken met elkaar, hielden elkaar op de hoogte van de planning en namen gezamenlijk beslissingen.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] sprake was van een op Opiumwet-feiten gericht samenwerkingsverband met voldoende structuur en duurzaamheid. Daarnaast is zij van oordeel dat [verdachte] een aandeel heeft gehad in gedragingen die strekten tot de verwezenlijking van het binnen die organisatie bestaande oogmerk. Daarom is bewezen dat [verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie als bedoeld in artikel 11b van de Opiumwet. De rechtbank acht het feit bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8 ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode
21 juni1 juli2020 tot en met 11 februari 2021 te Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens
)opzettelijk heeft geteeld,
bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een
pand/woning aan het [adres]
)
(telkens
)een hoeveelheid van
(in totaal
(3x)ongeveer 268 hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,terwijl dit gepleegde feit
(mede) (telkens
)betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten
(telkens
(3x)ongeveer
)268 hennepplanten
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
2.
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode 2 oktober 2020 tot en met 11 november 2020 te Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens)opzettelijk heeft geteeld,
bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een
pand/woning aan de [adres]
)
(telkens)een hoeveelheid van
(in totaal
ongeveer409
)hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,
terwijl dit gepleegde feit
(mede) (telkens)betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten
(telkens)409 hennepplanten
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
3.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode 20 oktober 2020 tot en met 2 maart 2021 te Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen stoffen en/ofvoorwerpen
heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd ofvoorhanden
heeftgehad
en/of en/of ruimten en/of geldenvoorhanden heeft
gehadte weten een of meerdere:
- ruimte(n), te weten de woning aan de [adres] (zijnde een locatie voor de beoogde kwekerij) en/of
- afzuigslang
(en
)en
/ofelektriciteitsdra
(a)d
(en
)en
/oflamp
(en
)en
/oftransformator
(en
)en
/oftijdklok
(ken
)en
/offilter
(s
)en
/ofpot
(ten
),
al dan nietgevuld met grond, voor hennepplanten en
/ofeenaan- en afzuiginstallatie
(s) en/of(investerings)geld(en)
waarvan hij en zijn mededader
(s
)wist
(en
) of ernstige reden had(den) te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
4.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode 15 december 2020 tot en met 2 maart 2021 te Veenendaal
en/of Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens
)opzettelijk heeft geteeld,
bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een
pand/woning aan de [adres]
)
(telkens
)een hoeveelheid van
(in totaal
ongeveer255
)hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,terwijl dit gepleegde feit
(mede) (telkens
)betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten
(telkens
)255 hennepplanten
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
5.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode
01 januari 201821 januari 2021tot en met 19 maart 2021 te Arnhem,
althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens)opzettelijk heeft geteeld,
bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een
pand/woning aan de [adres]
)
(telkens)een hoeveelheid van
(in totaal (12x) ongeveer168
)hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten (telkens (12x) ongeveer) 168 hennepplanten, althans (in totaal) meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
6.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode 15 december 2020 tot en met 22 maart 2021 te Herwen, gemeente Zevenaar,
en/of Arnhem, althans in Nederland,tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,
(telkens
)opzettelijk heeft geteeld,
bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een
pand/woning aan de [adres]
)
(telkens
)een hoeveelheid van
(in totaal
(3x)ongeveer 230
)hennepplanten,
althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,terwijl dit gepleegde feit
(mede) (telkens
)betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet,welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten
(telkens
(3x)ongeveer
)230 hennepplanten
, althans meer dan 200 hennepplanten en/of delen daarvan;
8.
hij
op een of meer momentenin
of omstreeksde periode 16 september 2020 tot en met 22 maart 2021 te Arnhem,
althans in Nederland,heeft deelgenomen aan een organisatie,
bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten
(onder andere)[medeverdachte 2] en
/of[medeverdachte 1]
en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in
(artikel 10 derde, vierde, vijfde lid, artikel 10a eerste lid), artikel 11 derde, vierde, vijfde lid en
/ofartikel 11a Opiumwet.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd.
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
feit 3:
medeplegen van het voorhanden hebben van voorwerpen waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in de artikelen 11, derde, vierde en vijfde lid, en 11a van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten;
feit 4:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd.
feit 5:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 6:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel, meermalen gepleegd.
feit 8:
het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in de artikelen 11, derde, vierde en vijfde lid en 11a van de Opiumwet.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden. Daarnaast heeft de officier van justitie de gevangenneming van verdachte gevorderd, gelet op de ernst en hoeveelheid van de feiten en het recidivegevaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, onder verwijzing naar jurisprudentie, bepleit dat aan verdachte een passende onvoorwaardelijke gevangenisstraf wordt opgelegd. Daarbij heeft de raadsvrouw erop gewezen dat het gaat om betrokkenheid bij relatief kleine kwekerijen over een beperkte periode. Bovendien had verdachte daarbij een minder prominente rol dan andere betrokkenen en ook binnen de criminele organisatie vervulde hij geen aansturende rol. Daarnaast heeft de raadsvrouw erop gewezen dat verdachte in voorarrest heeft gezeten in onderzoek Elrits en zij heeft verzocht rekening te houden met de strafoplegging die in dat onderzoek nog zal volgen. Verder heeft de raadsvrouw gewezen op de persoonlijke omstandigheden van verdachte, namelijk de medische problemen met zijn hart, het feit dat hij in augustus 2021 opnieuw vader is geworden en de omstandigheid dat hij sinds de schorsing van zijn voorlopige hechtenis (in onderzoek Elrits) hard aan het werk is.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
[verdachte] heeft zich schuldig gemaakt aan het meerdere malen telen van grote hoeveelheden hennep in vijf hennepkwekerijen en voorbereidingshandelingen voor hennepteelt. Hij beschikte over de daarvoor benodigde expertise, met name met betrekking tot de voeding en verzorging van de hennepplanten. Dit alles gebeurde in het kader van een crimineel samenwerkingsverband met als oogmerk het telen van hennep. Binnen deze organisatie had [verdachte] een aansturende rol. Hij was verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van verschillende hennepkwekerijen.
[verdachte] heeft hiermee een bijdrage geleverd aan de instandhouding van het criminele drugscircuit. Dat is kwalijk, omdat het gebruik van hennep gezondheidsrisico’s met zich brengt en de handel in hennep vaak gepaard gaat met vele andere vormen van criminaliteit. Hiervan ondervindt ook de samenleving de negatieve gevolgen. Verdachte heeft zich kennelijk om dit alles niet bekommerd, maar heeft slechts oog gehad voor eigen geldelijk gewin.
Gelet op de grote hoeveelheid geproduceerde hennep, de cruciale rol die verdachte speelde in de keten van hennepteelt, de periode waarover de feiten zich uitstrekken en de maatschappelijke gevolgen van die feiten, is in deze zaak geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde. Daarbij heeft de rechtbank eveneens gelet op de straffen die rechters in vergelijkbare gevallen plegen op te leggen.
Daarnaast heeft de rechtbank in het voordeel van verdachte meegewogen dat hij ter terechtzitting, in tegenstelling tot sommige andere verdachten, (in enige mate) openheid van zaken heeft gegeven en hij daarmee (deels) verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. Dit heeft strafmatigende invloed en leidt ertoe dat de rechtbank een deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke zin zal opleggen. Dit voorwaardelijk strafdeel dient gelijk als stok achter de deur om verdachte ervan te weerhouden zich opnieuw schuldig te maken aan (soortgelijke) strafbare feiten.
De rechtbank is zich ervan bewust dat [verdachte] mogelijk nog een (forse) straf boven het hoofd zou kunnen hangen in een ander onderzoek waarin hij verdachte is. Zij kan echter niet anticiperen op de uitkomst van een andere, nog lopende strafzaak.
Alles afwegend legt de rechtbank aan [verdachte] een gevangenisstraf op voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
De rechtbank ziet geen aanleiding om tot gevangenneming over te gaan.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 3, 11 en 11b van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 7 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat (voorzitter), mr. H.C. Leemreize en mr. L.F. Bögemann, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.I. Warringa, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 mei 2023.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland, Dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, dossier HARDER/ONRAA20120, gesloten op 18 oktober 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen stemidentificatie [medeverdachte 2] (AH004), p. 23-25 (map 31, bijlagendossier).
3.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam [medeverdachte 2] (AH025), p. 67-68 (AD004).
4.Proces-verbaal van bevindingen stemidentificatie [medeverdachte 1] (AH012), p. 34-35 (map 31, bijlagendossier).
5.Proces-verbaal van bevindingen stemidentificatie [medeverdachte 1] (AH073), p. 226-227 (map 31, bijlagendossier).
6.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 maart 2023.
7.Proces-verbaal van bevindingen stemidentificatie [verdachte] (AH006), p. 28-29 (map 31, bijlagendossier).
8.Proces-verbaal van bevindingen aanvulling relaas ZD001 (ZD001.01), p. 9-10 (AD004).
9.Proces-verbaal van bevindingen stemidentificatie [medeverdachte 4] (AH020), p. 36 (map 31, bijlagendossier).
10.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 4] (AH182), p. 99-100 (AD004).
11.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (AH059), p. 57-60 (map 31, bijlagendossier).
12.Relaas, p. 9 (map 25, ZD001).
13.Proces-verbaal van bevindingen (AH140), p. 402-403 (map 31, bijlagendossier).
14.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 maart 2023.
15.Tapgesprek TAE004-971, p. 1398 (map 34, bijlagendossier); PV stemidentificatie [betrokkene 1] (AH209), p. 243-247 (AD004).
16.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (AH067), p. 109-112; kennisgeving van inbeslagneming (IBN008.03), p. 167 (beiden map 31, bijlagendossier).
17.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] (GET002), p. 670 (map 32, bijlagendossier).
18.Proces-verbaal van observatie (OT013), p. 767-773 (map 32, bijlagendossier).
19.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 maart 2023.
20.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. OVC01-1021 (AH166), p. 945-948 (map 33, bijlagendossier).
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 2] (VE007.01), p. 1988-1989 (map 36, bijlagendossier).
22.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (AH067), p. 110 (map 31, bijlagendossier); proces-verbaal van verhoor getuige [naam] (GET005), p. 688 (map 32, bijlagendossier).
23.Tapgesprek TA004-32181, p. 1320 (map 34, bijlagendossier).
24.Tapgesprek TA004-32190, p. 1321 (map 34, bijlagendossier).
25.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (AH068), p. 170-172 (map 31, bijlagendossier).
26.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 maart 2023.
27.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 4] (VE002.02), p. 1639-1644 (map 35, bijlagendossier).
28.Proces-verbaal van observatie (OT029), p. 796, 799-804 (map 32, bijlagendossier).
29.OVC01-0142, p. 882-884 (map 33, bijlagendossier).
30.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (AH065), p. 94-98 (map 31, bijlagendossier).
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 5] (VE001.02), p. 1548-1555 (map 35, bijlagendossier).
32.Proces-verbaal van observatie (OT024), p. 784-785 (map 32, bijlagendossier).
33.Proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 5] (VE027.01), p. 13 (map 13, PD012)
34.Tapgesprek TA004-58336, p. 1336 (map 34, bijlagendossier).
35.Proces-verbaal van observatie (OT025), p. 790-792 (map 32, bijlagendossier).
36.Tapgesprek TA001-5661, p. 1218 (map 34, bijlagendossier).
37.Tapgesprekken TA001-5670, TA001-5671, TA001-5672, p. 1219-1221 (map 34, bijlagendossier).
38.Relaas, p. 7-8 (map 25, ZD004).
39.Tapgesprek TA004-59049, TA004-59067 en TA004-59086, p. 1338-1340 (map 34, bijlagendossier).
40.Tapgesprek TA004-59162, p. 1342 (map 34, bijlagendossier).
41.Tapgesprek TA004-59165, p. 1343 (map 34, bijlagendossier).
42.Proces-verbaal van observatie (OT029), p. 796-799 (map 32, bijlagendossier).
43.OVC01-142, p. 882-883 (map 33, bijlagendossier).
44.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij (AH070), p. 181-184 (map 31, bijlagendossier).
45.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 6] (VE009.001), p. 2105-2111 (map 36, bijlagendossier).
46.OVC01-409, p. 910 (map 33, bijlagendossier).
47.Tapgesprek TA004-97139, p. 1353 (map 34, bijlagendossier).
48.OVC01-497, p. 917 (map 33, bijlagendossier).
49.Relaas ZD005, p. 11 (map 25, ZD005).
50.Tapgesprekken TA004-111796 en TA004-11797, p. 1362-1363 (map 34, bijlagendossier).
51.OVC01-1464, p. 973 (map 33, bijlagendossier).
52.OVC01-2731, p. 1097, 1099, 1103 (map 33, bijlagendossier).
53.Tapgesprek TA001-239, p. 1168 (map 34, bijlagendossier).
54.Proces-verbaal van observatie (OT001), p. 720, 724-725 (map 32, bijlagendossier).
55.Tapgesprek TA001-245, p. 1169 (map 34, bijlagendossier).
56.Proces-verbaal van observatie (OT001), p. 725 (map 32, bijlagendossier).
57.Tapgesprek TA001-314, p. 1171 (map 34, bijlagendossier).
58.Tapgesprek TA001-1180, p. 1181 (map 34, bijlagendossier).
59.Proces-verbaal van observatie (OT006), p. 741-742 (map 32, bijlagendossier).
60.Tapgesprek TA001-1718, p. 1189 (map 34, bijlagendossier).
61.Tapgesprek TA001-3493, p. 1205 (map 34, bijlagendossier).
62.Tapgesprek TA001-3495, p. 1206 (map 34, bijlagendossier).
63.Tapgesprek TA004-34814, p. 1323 (map 34, bijlagendossier).
64.Tapgesprek TA001-5849, p. 1223 (map 34, bijlagendossier).
65.Tapgesprek TA001-6188, p. 1226 (map 34, bijlagendossier).
66.Relaas ZD007, p. 30-31 (map 26, ZD007).
67.OVC01-179, p. 900-901 (map 33, bijlagendossier).
68.OVC01-409, p. 910 (map 33, bijlagendossier).
69.Proces-verbaal van bevindingen OVC01-084 (AH093), p. 875
70.OVC01-148, p. 887 (map 33, bijlagendossier).
71.OVC01-1497, p. 970 (map 33, bijlagendossier).
72.OVC01-1988, p. 998-1000 (map 33, bijlagendossier).
73.OVC01-1804, p. 985 (map 33, bijlagendossier).
74.Relaas ZD007, p. 12-13 (map 26, ZD007).
75.OVC01-2731, p. 1097, 1099, 1103 (map 33, bijlagendossier).
76.OVC01-2182, p. 1047 (map 33, bijlagendossier).
77.OVC01-2438, p. 1069
78.OVC01-0176, p. 896-898 (map 33, bijlagendossier).
79.Proces-verbaal van verhoor verdachte [betrokkene 5] (VE001.02), p. 1550-1553, 1559 (map 35, bijlagendossier).