Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2023 in de zaak tussen
[Eiser A] , uit [plaats B] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe (het college).
[C] & Zn. B.V.uit [plaats B] (vergunninghouder)
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedaan op 12 mei 2023, wordt het beroep van eiser A tegen de omgevingsvergunning van 15 december 2021 beoordeeld. Deze vergunning betreft de vergroting van de opslagcapaciteit van gemengd puin van 5.000 ton naar 10.000 ton in de inrichting van vergunninghouder C & Zn. B.V. Eiser, wonende op 100 meter afstand van de inrichting, stelt dat deze wijziging niet milieuneutraal is en dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Epe ten onrechte de vergunning heeft verleend.
De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiser en concludeert dat de vergroting van de opslagcapaciteit geen andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu met zich meebrengt dan volgens de geldende omgevingsvergunning is toegestaan. De rechtbank stelt vast dat de jaardoorzet niet wijzigt en dat de feitelijke activiteiten van de vergunninghouder niet veranderen. Eiser's argumenten over mogelijke overlast en de noodzaak van de wijziging worden verworpen, omdat deze niet relevant zijn voor de beoordeling van de milieuneutraliteit van de wijziging.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de omgevingsvergunning in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.